Handboek Loonheffingen 2010 - Schouten Enterprises - Welcome
Handboek Loonheffingen 2010 - Schouten Enterprises - Welcome
Handboek Loonheffingen 2010 - Schouten Enterprises - Welcome
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
20.3 Arbeidskorting<br />
De werknemer met een echte of een fictieve dienstbetrekking ontvangt loon uit<br />
tegenwoordige dienstbetrekking (zie paragraaf 1.1.1 en 1.1.2). Hij heeft recht op de<br />
arbeidskorting. De arbeidskorting is een percentage van dat loon tot een maximumbedrag.<br />
De arbeidskorting wordt alleen berekend over tijdvakloon en niet over<br />
eenmalige beloningen of beloningen die maar eenmaal per jaar worden toegekend<br />
(zoals gratificaties, tantièmes of vakantiegeld). De arbeidskorting is daarom alleen<br />
verwerkt in de tijdvaktabellen en niet in de tabellen voor bijzondere beloningen<br />
(zie paragraaf 7.3.3 en 7.3.5).<br />
Voor de toepassing van de arbeidskorting worden tot het loon uit tegenwoordige<br />
dienstbetrekking ook gerekend:<br />
– loon wegens tijdelijke arbeidsongeschiktheid<br />
– uitkeringen voor de financiering van loopbaanonderbreking (Wet arbeid en zorg)<br />
en eventuele aanvullingen hierop door de werkgever<br />
Tot het loon wegens tijdelijke arbeidsongeschiktheid horen niet:<br />
– WAO/WIA-uitkeringen<br />
– Waz-uitkeringen (behalve uitkeringen in verband met bevalling)<br />
– Wet Wajonguitkeringen<br />
– uitkeringen op grond van buitenlandse arbeidsongeschiktheidsverzekeringen die<br />
naar aard en strekking overeenkomen met de WAO/WIA, Waz of Wet Wajong<br />
U moet over elk loontijdvak bijhouden welk bedrag aan arbeidskorting met de<br />
loon belasting/premie volksverzekeringen van de werknemer is verrekend. Daarom is<br />
in de witte tijdvaktabellen de verrekende arbeidskorting opgenomen. U vermeldt de<br />
verrekende arbeidskorting in kolom 18 van de loonstaat (Verrekende arbeidskorting;<br />
zie paragraaf 8.2.18) en u moet het totaalbedrag op de jaaropgaaf aan de werknemer (zie<br />
hoofdstuk 12) vermelden. Dit is nodig omdat de werknemer dit bedrag in zijn aangifte<br />
inkomstenbelasting moet invullen. De arbeidskorting die de werknemer via zijn<br />
aangifte inkomstenbelasting krijgt, is nooit minder dan het bedrag dat u als werkgever<br />
hebt verrekend en nooit meer dan het maximum dat voor de werknemer geldt.<br />
Standaardarbeidskorting voor werknemers geboren in 1953 of later<br />
Werknemers die aan het begin van het jaar 56 jaar of jonger zijn, hebben recht op<br />
de standaardarbeidskorting. Deze korting is per jaar maximaal € 1.489 (zie tabel 2a<br />
achter in dit handboek). De korting is verwerkt in de loonbelastingtabellen en de<br />
rekenregels.<br />
Verhoogde arbeidskorting voor werknemers geboren in 1952 of eerder<br />
Werknemers die aan het begin van het jaar 57 jaar of ouder zijn, maar maximaal<br />
64 jaar, hebben recht op een verhoogde arbeidskorting (zie tabel 2a achter in dit<br />
handboek). De verhoging is verwerkt in de loonbelastingtabellen en de rekenregels.<br />
Arbeidskorting voor werknemers van 65 jaar en ouder<br />
Vanaf de eerste loonbetaling nadat de werknemer 65 jaar is geworden, geldt de arbeidskorting<br />
uit tabel 2b achter in dit handboek. De arbeidskorting is per jaar maximaal<br />
€ 1.057. Deze korting is verwerkt in de loonbelastingtabellen en de rekenregels.<br />
Afbouw arbeidskorting voor loon boven € 43.385<br />
Als het loon meer bedraagt dan € 43.385, moet u het bedrag aan arbeidskorting<br />
verminderen (afbouwen). Die afbouw is 1,25% van het loon boven de € 43.385 met<br />
een maximum van € 56. Voor werknemers van 65 jaar en ouder geldt een afbouw van<br />
0,581% met een maximum van € 26. Deze verlagingen van de arbeidskorting zijn<br />
verwerkt in de loonbelastingtabellen en de rekenregels.<br />
252 hANdBOEk lOONhEffINGEN <strong>2010</strong>