Handboek Loonheffingen 2010 - Schouten Enterprises - Welcome
Handboek Loonheffingen 2010 - Schouten Enterprises - Welcome
Handboek Loonheffingen 2010 - Schouten Enterprises - Welcome
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De instelling waarbij de levensloopregeling is ondergebracht, maakt het geld dat de<br />
werknemer van de levenslooprekening opneemt (of de uitkering uit de levensloopverzekering)<br />
aan u over. Het opgenomen bedrag is loon uit tegenwoordige dienstbetrekking.<br />
U rekent het niet tot het loon voor de werknemersverzekeringen, maar<br />
wel tot het loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen en de Zvw. U moet daarop<br />
dus nog de loonbelasting/premie volksverzekeringen inhouden en de bijdrage Zvw<br />
inhouden en vergoeden.<br />
Levensloopverlof voor oudere werknemers<br />
Vanaf 1 januari <strong>2010</strong> zijn opnames uit het levenslooptegoed door werknemers die<br />
geboren zijn in 1948 of daarvoor, loon uit vroegere dienstbetrekking. U past daarom<br />
de groene tabel toe op de uitgekeerde tegoeden. Voor de inhouding van de bijdrage<br />
Zvw geldt het normale tarief van 7,05%. U moet de inhouding vergoeden.<br />
Voor werknemers die geboren zijn in 1949 of daarna, verandert er niets. Het opgenomen<br />
levenslooptegoed blijft loon uit tegenwoordige dienstbetrekking.<br />
Ongeacht de leeftijd van de werknemer die levensloopverlof opneemt, houdt u ook<br />
rekening met de levensloopverlofkorting (zie paragraaf 19.2.9). Daarna maakt u het<br />
nettoloon over aan de werknemer, die het bedrag kan gebruiken om een periode van<br />
onbetaald verlof financieel te overbruggen.<br />
Let op!<br />
Als uw werknemer – geboren in 1948 of daarvoor – naast zijn levensloopverlof voor u blijft werken,<br />
moet u hem tweemaal in uw aangifte loonheffingen opnemen. U gebruikt voor deze werknemer dan<br />
twee verschillende nummers inkomstenverhouding. Het nummer inkomstenverhouding dat u al voor<br />
deze werknemer gebruikt, blijft u gebruiken voor het loon dat hij in deeltijd verdient (dit is loon uit<br />
tegenwoordige dienstbetrekking). Voor het levensloopverlof (loon uit vroegere dienstbetrekking) gebruikt<br />
u een nieuw nummer. Zie paragraaf 10.1.2 voor meer informatie over het gebruik van de nummers<br />
inkomstenverhouding.<br />
Als uw werknemer met pensioen gaat of 65 jaar wordt<br />
Als het spaartegoed nog niet is opgenomen als uw werknemer met pensioen gaat of<br />
op het moment dat hij 65 jaar wordt, wordt het hele opgebouwde tegoed belast als<br />
loon uit vroegere dienstbetrekking en uitgekeerd aan de werknemer. U houdt daarop<br />
loonbelasting/premie volksverzekeringen in en u verrekent de opgebouwde levensloopverlofkorting<br />
daarmee.<br />
Als de werknemer op dat moment nog geen 65 jaar oud is, geldt voor de inhouding<br />
van de bijdrage Zvw het normale tarief van 7,05%. U moet de bijdrage vergoeden.<br />
Als de werknemer al wel 65 jaar is, geldt voor de inhouding van de bijdrage Zvw<br />
het verlaagde tarief van 4,95%. U hoeft de bijdrage niet te vergoeden.<br />
19.2.8 Overlijden van de werknemer<br />
Bij overlijden van de werknemer mag zijn levenslooptegoed ineens ter beschikking<br />
worden gesteld aan de erfgenamen.<br />
Voor de loonheffingen, met uitzondering van de werknemersverzekeringen, wordt het<br />
levenslooptegoed in dat geval beschouwd als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking<br />
van de overleden werknemer.<br />
Voor de inkomstenbelasting hebben de erfgenamen de keuze om dit postuum loon<br />
(zie ook paragraaf 8.2.3) in de aangifte van de overledene op te nemen als loon uit<br />
tegenwoordige dienstbetrekking of in hun eigen aangifte als loon uit vroegere<br />
dienstbetrekking van een ander.<br />
248 hANdBOEk lOONhEffINGEN <strong>2010</strong>