02.05.2013 Views

Handboek Loonheffingen 2010 - Schouten Enterprises - Welcome

Handboek Loonheffingen 2010 - Schouten Enterprises - Welcome

Handboek Loonheffingen 2010 - Schouten Enterprises - Welcome

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Een prepensioencursus die vergelijkbaar is met outplacement, is vrijgesteld. Als de<br />

cursus een meer recreatief karakter heeft, kan deze wel belast zijn. Wij kunnen op uw<br />

verzoek beoordelen in hoeverre u de cursus onbelast kunt vergoeden of verstrekken.<br />

17.31 Parkeergelegenheid<br />

Het vergoeden of verstrekken van parkeergelegenheid wordt apart behandeld in<br />

paragraaf 18.10.<br />

17.32 Pensioen­, prepensioen­ en VUT­regelingen<br />

In deze paragraaf vindt u informatie over pensioenregelingen. Daarnaast vindt u meer<br />

informatie over (pre)pensioenregelingen en VUT-regelingen van vóór 1 januari 2005.<br />

17.32.1 Pensioenregelingen<br />

Pensioenregelingen moeten in grote lijnen aan de volgende fiscale kaders voldoen:<br />

– In een pensioenregeling mogen (nagenoeg) uitsluitend voorzieningen worden<br />

getroffen voor:<br />

– een levenslang ouderdomspensioen voor de werknemer<br />

Als uitgangspunt geldt dat de werknemer pas op 65-jarige leeftijd stopt met<br />

werken. De werknemer mag wel eerder dan op de leeftijd van 65 jaar met<br />

ouderdomspensioen gaan, maar de pensioenuitkeringen moeten dan actuarieel<br />

worden herrekend. Dit leidt tot lagere uitkeringen. Het vervroegen van de<br />

pensioendatum is alleen toegestaan als de werknemer op die datum ook<br />

daadwerkelijk bij u stopt met werken.<br />

– een partnerpensioen dat na het overlijden van de werknemer kan toekomen<br />

aan de (ex-)echtgenoot of (ex-)partner waarmee een gezamenlijke huishouding<br />

wordt gevoerd of is gevoerd<br />

– een wezenpensioen dat na het overlijden van de werknemer kan toekomen<br />

aan eigen kinderen of pleegkinderen jonger dan 30 jaar<br />

– een arbeidsongeschiktheidspensioen bij arbeidsongeschiktheid van de<br />

werknemer die langer dan een jaar heeft geduurd en naar maatschappelijke<br />

opvattingen redelijk is<br />

– een nabestaandenoverbruggingspensioen tot 65 jaar dat naast het<br />

partnerpensioen kan worden toegekend als dat pensioen vóór het bereiken<br />

van de 65-jarige leeftijd ingaat<br />

Het nabestaandenoverbruggingspensioen kan ook worden toegekend naast<br />

het wezenpensioen.<br />

– In de regeling moet onder meer worden opgenomen dat de pensioenrechten<br />

niet kunnen worden afgekocht, vervreemd, beleend of prijsgegeven, tenzij<br />

de Pensioenwet dat toestaat.<br />

– Het pensioen moet zijn verzekerd bij een verzekeraar die in de wet wordt<br />

genoemd. Zie paragraaf 17.33.<br />

– Het pensioen moet, uitgaande van de ingangsdatum van 65 jaar, blijven binnen<br />

de begrenzingen die zijn opgenomen in de wet, zoals:<br />

– Bij een eindloonregeling wordt per dienstjaar maximaal 2% van<br />

het pensioengevend loon aan ouderdomspensioen opgebouwd.<br />

– Na 35 jaar wordt zo een ouderdomspensioen van 70% van het eindloon<br />

opgebouwd. Bij langer werken kan er meer pensioen opgebouwd worden,<br />

tot maximaal 100% van het laatstverdiende loon.<br />

– Voor een middelloonregeling gelden grenzen van 2,25% per jaar en ook 100%<br />

als maximum.<br />

– Alle bovengenoemde grenzen worden bepaald met inbegrip van de AOWuitkeringen<br />

(doorgaans middels de zogenoemde AOW-franchise). Naast de<br />

collectieve – verplichte – pensioenregeling mag een regeling, binnen de hiervoor<br />

genoemde grenzen, voorzien in verschillende individuele modules waaruit de<br />

werknemer zelf een keuze kan maken.<br />

190 hANdBOEk lOONhEffINGEN <strong>2010</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!