TECHNISCH REGLEMENT - Truck & Transport

Georganiseerd door, FEBIAC vzw, Woluwedal 46, bus 6, BE - 1200 Brussel, Tel. + 32 (0)2 778 64 00,
Fax + 32 (0)2 762 81 71, email: pk@febiac.be, internet: www.truck-transport.be
________________________________________________________________________________________________
TECHNISCH REGLEMENT
Belangrijke data:
Einddatum van de inschrijvingen:
Groepen 1 tot 3 1 juni 2012
Groepen 4 tot 10 15 augustus 2012
Toewijzing van de standplaatsen:
Groepen 1 tot 3 rond 1 juli 2012
Groepen 4 tot 10 rond 15 september 2012
Aanvragen voor afwijking van de stand:
Groepen 1 tot 3 uiterlijk 15 september 2012
Groepen 4 tot 10 uiterlijk 15 oktober 2012
Indienen van de plannen:
Groepen 1 tot 3 uiterlijk 15 oktober 2012
Groepen 4 tot 10 uiterlijk 1 november 2012
Begindatum voor de standopbouw:
Woensdag 9 januari 2013 07:00 – 21:00
Einddatum voor de standopbouw:
Donderdag 10 januari 2013 07:00 – 24:00
Opening van het Salon:
Vrijdag 11 januari 2013 10:00 – 22:00 (Nocturne onder voorbehoud)
Zaterdag 12 januari 2013 10:00 – 18:30
Zondag 11 januari 2013 10:00 – 18:30
Maandag 14 januari 2013 10:00 – 22:00 (Nocturne en sluiting van het Salon)
Afbouw van de standen:
Maandag 14 januari 2013 vanaf 22:00 (bij de opening van de poorten).
Oplevering ontruimde en gebruikte standplaatsen:
Dinsdag 15 januari 2013 om 24:00
Exposantengroepen:
Groep 1 Vrachtwagens, trekkers, speciale versies
Groep 2 Midibus
Groep 3 Motorvoertuigen voor traag vervoer
Groep 4 Carrosserieën
Groep 5 Aanhangwagens, opleggers
Groep 6 Goederenbehandeling
Groep 7 Toebehoren, onderdelen,
Groep 8 Brandstoffen & smeermiddelen
Groep 9 Banken, financiering, verzekeringsmaatschappijen
Groep 10 Informatie & dienstverlening (publicaties, verenigingen)

Hoofdstuk 1 - Richtlijnen voor opbouw en inrichting van standen
1. Algemene bepalingen
De exposanten zijn volledig verantwoordelijk voor de opbouw, de inrichting en de afbouw van de standen.
Ze zullen ervoor zorgen de wettelijke en reglementair van kracht zijnde bepalingen en voorschriften van het
algemeen reglement van de vakbeurs en de reglementen van de vzw Brussels Expo na te leven, en door hun
standenbouwer te doen naleven. Het Comité mag elke standenbouwer uitsluiten die deze voorschriften niet
naleeft. Het kan bovendien elk materiaal laten verwijderen dat gevaarlijk, lawaaierig of onverenigbaar lijkt
met de gewoonten van de vakbeurs.
(a) Indiening van de individuele plannen voor standopbouw en -inrichting
Plannen:
Elke exposant zal de gedetailleerde plannen van de gewenste standconstructies en -inrichtingen aan het
Comité voorleggen. Zoniet zal zijn materiaal niet worden toegelaten.
De plannen moeten uiterlijk bij Febiac toekomen:
- op 15 oktober 2012 voor groepen 1 à 3
- op 1 november 2012 voor groepen 4 à 10
Deze plannen moeten in overeenstemming zijn met het algemeen reglement en moeten een grondplan,
doorsneden en opstanden bevatten. Deze plannen moeten de hoogte van de constructies, van de
reclameborden en van de verlichtingssystemen vermelden.
Alle plannen moeten minstens op schaal 0,5‰ opgesteld zijn. Alle kleinere schalen of onleesbare gegevens
(plannen, maten en aanduidingen) zullen geweigerd worden en zullen geen goedkeuring krijgen. Het Comité
zal streng optreden in verband met de goedkeuring van de plannen.
Aanvragen voor afwijkingen betreffende standinrichting:
Een exposant die een afwijking wenst, moet dit bij Febiac aanvragen nog vóór hij het definitieve plan indient
en uiterlijk
- op 15 september 2012 voor groepen 1 à 3
- op 15 oktober 2012 voor groepen 4 à 10
Na deze datum worden geen afwijkingen meer toegestaan.
Het Comité oordeelt over de opportuniteit van de gevraagde afwijkingen.
(b) Brandvastheid
De bij de standbouw en algemene binneninrichting gebruikte materialen mogen niet gemakkelijk vuur
vatten of onder invloed van warmte schadelijke gassen afgeven.
Een attest dat de brandvastheid van de materialen bevestigd moet op voorhand ingediend worden bij
Febiac.
Er wordt enkel toestemming gegeven om met de standconstructie te beginnen op voorwaarde dat alle
gebruikte materialen overeenstemmen met de van kracht zijnde reglementen over brandbeveiligingsmaatregelen
en meer bepaald onontvlambaar of moeilijk ontvlambaar (klasse A2) gemaakt zijn voor ze
binnen de omheining worden gebracht.
Deze attesten kunnen worden uitgegeven door volgende instellingen: Universiteit van Gent, Laboratorium
Herpol, Universiteit van Luik, erkend laboratorium in het buitenland.
Europese vergelijkingstabel brandbeveiliging:
België Frankrijk Groot- Nederland Duitsland
Brittannië
Classificatie
volgens
NBN S21-203
A0 (ISO 1182)
Geen classificatie
A1
A2
A3
A4
NF P 92-507
M0 (onontvlambaar)
M1 (onontvlambaar)
M2 (moeilijk
ontvlambaar)
M3 (gematigd
ontvlambaar)
M4 (gemakkelijk
ontvlambaar)
1
Testmethode
BS 476 P7
CI1
CI2
CI3
CI4
NEN 3883
0 (NEN 3891)
1
2
3
4
5
Brandba
ar
B1
B2
B3
DIN 4102
Onbrandba
ar
A
A1
A2

(c) Goedkeuring van de standconstructies
De standen moeten conform zijn aan de wettelijke en reglementair van kracht zijnde voorschriften en ook
aan het goedgekeurde plan. Het Comité mag ten andere wijzigingen opleggen aan al goedgekeurde
constructies omwille van veiligheid en/of algemeen uitzicht. Geen enkele exposant mag op zijn stand
voorwerpen opstellen die een andere exposant of de bezoekers kunnen storen of die het zicht op
achterliggende standen kan hinderen.
- Veiligheid tijdens de op-en afbouw.
Het blijft de hoofdbekommernis van de organisator om de veiligheid van de werknemers tijdens de opbouw-
en afbraakperiode te bevorderen. In samenspraak met de bevoegde controlediensten van de overheid heeft
Brussels Expo een document opgesteld waarin de voornaamste regels voor Veiligheid, Hygiëne en Milieu
worden opgesomd die van kracht zijn voor elke standenbouwer en voor elke opdrachtgever van deze
standenbouwer.
Brussels Expo heeft een Veiligheidscoördinator aangesteld die de nodige controles zal uitvoeren (Wet op het
Algemeen Welzijn van 04/08/1996 - KB van 25/01/2001).
Contact: De heer Peter Ghoos,
AIB Vinçotte,
E-mail: pghoos@aib-vincotte.be
Elke exposant is verplicht het Veiligheidscharter in te vullen en de nodige informatie te bezorgen aan de
Veiligheidscoördinator. Niet naleving van de voorschriften kan leiden tot sancties zoals bvb de weigering om
de standopbouwwerken te beginnen of weigering om een elektrische stroomaansluiting te leveren. De
Veiligheidscoördinator en/of de arbeidsinspecteur van het Ministerie van Werk kan overgaan tot het tijdelijk
opschorten van de activiteiten of het afsluiten van de stand bij zware inbreuken of ongevallen.
Niet goedgekeurde constructies moeten onmiddellijk gewijzigd of verwijderd worden. Wanneer de exposant
niet aan dit verzoek voldoet, mag het Comité deze constructies op kosten en voor risico van de betrokken
exposant doen wijzigen of verwijderen.
2. Staat van de paleizen
(a) Halinfrastructuur
Bij de toewijzing van zijn standplaats ontvangt elke exposant een plan met maataanduidingen van de hal
waarin zijn standplaats ligt.
Hij moet het plan van zijn standplaats controleren en zich zo nodig ter plaatse gaan informeren. Hij moet
vooral op de hoogte zijn van de in zijn standplaats geïntegreerde kolommen. Balken en dienstbaarheden
(electriciteits- en brandkasten).
(b) Paleisvloer: Paleis 11: Stelcontegels – Paleis 12: beton
(c) Beperkte vloerbelasting: Paleis 11: onbeperkt – Paleis 12: onbeperkt behalve een zone met beperkte
belasting tot 500 kg/m² (zie aanduiding op plan).
3. Opbouw en afbouw
3.1. Algemene bepalingen
(a) Verkeer en stationeren van voertuigen
Tijdens de opbouw- en afbouwperiode is het verkeer van voertuigen binnen de omheining van Brussels Expo
enkel toegelaten voor het vervoer van standmaterialen. Stilstaande voertuigen mogen in geen geval het
verkeer hinderen. De instructies van de organisatoren en van de bewakingsdiensten moeten nauwlettend
worden opgevolgd.
Voertuigen die standmateriaal vervoeren moeten binnen de kortste tijd gelost worden en de paleizen
verlaten (Geen parking van personenwagens in de paleizen).
Buiten de opbouw- en/of afbouwuren mag geen enkel voertuig, container of groot materieel binnen de
omheining of in de brandgangen komen. Op bevel van de brandweer mag geen enkel voertuig, hefbrug,
compressor of ander gemotoriseerd materieel dat niet voor tentoonstelling bestemd is, in de paleizen
parkeren buiten deze uren.
(b) Standverantwoordelijke
Tijdens de gehele periode van opbouw en afbouw moet een standverantwoordelijke van de exposant op de
stand aanwezig zijn.
2

(c) Paleiszones met beperkte draagkracht
Voor het aanvoeren of weghalen van hun materiaal in de paleizen mogen de exposanten nooit zware
vrachtwagens of toestellen voor goederenbehandeling gebruiken waarvan de last per m² de toegelaten
vloerbelasting in bepaalde paleiszones overschrijdt.
(d) Materiaal
Het is ten strengste verboden tentoonstellings-, stand- of verpakkingsmateriaal te plaatsen op de
standplaats van andere exposanten of in de gangpaden.
De gangen moeten ook tijdens de op- en afbouw vrij zijn voor eventuele evacuatie van gewonden- en/of
beschadigd materiaal.
(e) Goederenbehandeling
De behandeling van tentoonstellingsgoederen, hun ontvangst en terugzending zijn ten laste van de
exposanten.
(f) Tijdens de openingsperiode van de vakbeurs mag geen enkel tentoonstellingsvoertuig of -materiaal
worden weggehaald of vervangen zonder toestemming van het secretariaat van de vakbeurs. Dit moet
gebeuren buiten de openingsuren voor het publiek, met toestemming van de organisatoren en mits betaling
van de veroorzaakte kosten, meer bepaald voor bewaking en verwarming. Bij opening van een karrenpoort
of bij langdurige opening van een voetgangersdoorgang zal een minimum van € 150,00 worden gefactureerd
voor verwarmingskosten.
Deze maatregel zal eveneens worden toegepast bij leveringen per voertuig tijdens de openingsuren (bv
speciale dienst traiteur).
Tijdens de openingsuren voor het publiek is het ten strengste verboden met een voertuig door de overdekte
doorgangen te rijden.
(g) Tijdens opbouw- en afbouwperiode is de toegang strikt verboden voor personen die niet betrokken zijn
bij de op- en afbouw zonder begeleiding en in het bijzonder aan kinderen. Het Comité wijst elke
verantwoordelijkheid af voor gebeurlijke ongevallen.
(h) Er is strikt rookverbod in de Paleizen (wet van 19.01.2005) ook tijdens opbouw- en afbouwperiode.
3.2. Opbouw
(a) Data en uren:
Data Paleis 11 Paleis 12
Begin woensdag 9 januari 2013 07:00 – 21:00 07:00 – 21:00
donderdag 10 januari 2013 07:00 – 24:00 07:00 – 24:00
(b) Einde opbouwwerken
De standen moeten klaar zijn en schoongemaakt tegen donderdag 10 januari 2013 om 24:00.
Al het materiaal (werkbanken, kisten, verpakkingen, enz.) en afval (plastic) moet ten laatste tegen 18:00
verwijderd zijn. Het Comité zal op kosten en risico van de exposanten al het materiaal dat niet binnen de
voorgeschreven termijn verwijderd is, laten weghalen.
Na 17:00 zullen er geen voertuigen meer in de paleizen worden toegelaten. Ook de gangpaden moeten
vrijgemaakt zijn tegen uiterlijk 18:00.
(c) De exposanten die hun stand niet bezet hebben op donderdag 10 januari 2013 om 10:00 verliezen hun
recht op deelname. Het Comité kan vanaf dat ogenblik vrij over de standruimte beschikken.
(d) Het binnenbrengen van materiaal zal geweigerd worden aan exposanten die de verzekeringsformaliteiten
niet vervuld hebben, de verschuldigde bijdrage voor de standplaats, de waarborgsom en/of de
verzekeringspremie niet hebben betaald.
3

3.3. Afbouw
(a) Data en uren
Data Paleis 11 Paleis 12
Begin maandag 14 januari 2013 Om 22:15 Om 22:15
Einde op dinsdag 15 januari 2013 Om 24:00 Om 24:00
Er kan ononderbroken gewerkt worden (dag en nacht).
Het Comité zal op kosten en risico van de betrokken exposant al het materiaal laten weghalen dat niet
binnen de voorgeschreven termijn verwijderd is.
(b) Uitgangsbonnen (te gebruiken tijdens de afbouwperiode, van 14 t/m 15 januari 2013)
Deze uitgangsbonnen worden afgeleverd door het secretariaat van de vakbeurs na betaling van de facturen.
Ze zullen onverbiddelijk worden geweigerd indien de rekening van de exposant niet volledig vereffend is.
De bonnen worden vanaf zaterdag 12 januari 2013 overhandigd aan de standverantwoordelijken. Ze moeten
in voldoende exemplaren voorzien worden voor alle onderaannemers (transporteurs standenbouwers,
caterers, enz.) die materiaal van de standplaats moeten weghalen.
Een standverantwoordelijke van de exposant moet op de standplaats aanwezig blijven totdat deze volledig
ontruimd is.
4. Regels voor standinrichting
4.1. Algemene maatregelen
(a) Dienstbaarheden
Exposanten met een standplaats waaraan bepaalde beperkingen zijn opgelegd (gewicht, vrije doorgang
of andere dienstbaarheden) moeten zich strikt houden aan de instructies ter zake.
Waterkranen, alarmknoppen, brandhaspels en blusapparaten moeten op elk moment (dag en nacht)
duidelijk zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar blijven. Elektrische koffers en kasten moeten op elk
moment (dag en nacht) volledig ongehinderd en zonder problemen bereikbaar zijn.
(b) Staat van bevinding, herstellingswerken.
Staat van bevinding: de exposanten moeten hun standplaats verlaten binnen de gestelde termijn. Ze
moeten de standplaats teruggeven in de staat waarin ze deze bij aankomst hebben aangetroffen.
Herstellingswerken: olie- en verfplekken, kleefbanden, nagels, vijzen en alle gebruikte of tentoongestelde
materialen moeten binnen de voorgeschreven termijn worden verwijderd. Zoniet zal het Comité zelf alle
herstellingen laten uitvoeren en alle achterblijvende voorwerpen laten verwijderen en/of opslaan op
kosten en risico van de betrokken exposant.
(c) Verwijdering van afval:
De exposanten zijn verantwoordelijk voor de verwijdering en behandeling van alle afval dat door het
Comité als abnormaal wordt beschouwd.
Worden beschouwd als abnormale afval:
- tapijten, panelen, planken vloeren, onafgezien het tijdstip waarop het werd geproduceerd (opbouw of
afbouw)
- alle mogelijke andere afval (bv plastic, papier, stukken stof of hout) wanneer gedurende de normale
gecumuleerde periodes van op- en afbouw een volume gegenereerd wordt dat hoger ligt dan 1 m³ per
100 m² toegewezen standoppervlakte.
De exposanten moeten al het hiervoor beschreven abnormale afval verwijderen en meenemen. Ze
kunnen dit ook op hun kosten laten uitvoeren door een gespecialiseerde firma van hun keuze. Ze kunnen
ook een beroep doen op de firma die belast is met de schoonmaak van de vakbeurs en die bovendien
permanent op de vakbeurs aanwezig is. Doen ze dit niet, dan zal het Comité het initiatief nemen het afval
te doen verwijderen. De kosten hiervan worden aan de exposanten doorgerekend tegen een forfaitair
bedrag van
€ 60,00 per m³ + BTW. Dit bedrag zal worden afgehouden bij de terugbetaling van de waarborgsom. De
raming van het aantal m³ gebeurt enkel door het Comité of door een door hem aangestelde
gespecialiseerde firma.
4

Er wordt aangeraden dat de exposanten bij het verlaten van de standplaats de bewakingsdienst of het
secretariaat van de vakbeurs verwittigen om te laten vaststellen dat ze aan hun verplichting betreffende
afvalverwijdering hebben voldaan.
Tussen het Comité en Brussels Expo worden eventuele beschadigingen achteraf ontegensprekelijk
vastgelegd tijdens de definitieve staat van bevinding.
(d) Opstelling van standconstructies en materiaal
Om een overzichtelijk geheel te bereiken worden de exposanten van groepen 1 à 3 verzocht een
minimum afstand van 0.50 m vrij te laten tussen hun standconstructie en de rand van het gangpad.
Voor de veiligheid moeten de exposanten minimum 1 m (gemeten tussen openstaande deuren) vrij laten
tussen tentoongestelde voertuigen of tentoongesteld materiaal.
Geen enkel paneel, stof of ander materiaal mag rechtstreeks worden bevestigd op muren, zuilen of dak
van het paleis. Een minimum afstand van 20 cm tussen de achterwand van de stand en de muur is
verplicht.
De gangpaden naar nooduitgangen moeten volledig vrij blijven. Geen enkele standconstructie,
tentoonstellingselement, of individueel naambord of verlichtingssysteem mag in of boven de gangpaden
uitsteken.
Het is verboden in de paleisvloer te boren.
De exposanten (naakte vloeroppervlak) moeten op eigen kosten een los tapijt of een andere losse
vloerbekleding plaatsen. Ze mogen deze tapijten vasthechten met zelfklevende strips. Deze moeten
echter van die aard zijn dat ze gemakkelijk terug los worden gemaakt en geen lijmvlekken achterlaten.
De strips moeten bij de afbouw worden weggehaald en eventuele lijmsporen moeten worden verwijderd.
Zoniet zal dit op kosten van de exposant worden uitgevoerd.
Elk niveauverschil in vloerbedekking met aanpalende standen moet zorgvuldig geëffend worden in
onderling overleg, tenzij de standen gescheiden zijn door een gangpad voor het publiek. Maximale hoogte
voor plankenvloeren is vastgelegd op 12 cm.
Om een harmonieus geheel te bekomen en de doorgang van het publiek te vergemakkelijken worden de
exposanten verzocht het bouwen van scheidingswanden zoveel mogelijk te vermijden.
Constructies boven publieke gangpaden zijn strikt verboden.
In principe zijn constructies boven nooduitgangen niet toegelaten. Wanneer nooduitgangen geïntegreerd
zijn in de stand is de constructie van een loopbrug echter toegelaten onder bepaalde voorwaarden. In
geen geval mogen hierop publicitaire boodschappen over de types, modellen of prijzen van de
tentoongestelde voertuigen worden aangebracht. Enkel neutrale afbeeldingen of versieringen mogen
hierop worden aangebracht. Het Comité behoudt het recht om constructies die aan de veiligheidsnormen
niet voldoen, te weigeren.
Tenzij afwijking is toegestaan, mogen dergelijke constructies enkel langs de zijwanden en kopwanden
van de paleizen worden gebouwd. Er moet op worden gelet dat de toevoer- en afvoerkanalen van
verwarmingsinstallaties volledig ongehinderd blijven, en dit over een voldoende afstand om een optimale
werking van deze installaties en een vrije doorstroming van warme lucht door de paleizen te verzekeren.
Het Comité wijst elke verantwoordelijkheid af voor temperatuurongemakken die de exposanten zouden
kunnen ondervinden door het feit dat ze een constructie in de hoogte hebben gebouwd binnen de
actieradius van een verwarmingsrooster.
Exposanten van groep 7 (toebehoren, -onderdelen en -uitrustingen) mogen enkel audiosonisch materiaal
demonstreren binnen een volledig geluidsisolerend systeem (cabine of koptelefoon).
4.2. Voorschriften voor standinrichting
(a) Kantoren en andere lokalen
Muurstand: constructie toegelaten tegen de zijmuren van de paleizen (een minimum afstand van 20 cm
van de muren is verplicht, zie bovenvermeld).
Vanaf de zijmuren van de paleizen, mag de diepte van alle wanden maximaal 1/3 van de totale diepte
van de stand bedragen.
5

Eilandstand: constructie toegelaten in het midden van de stand.
Voor deze standen, mag de oppervlakte van de constructie maximaal 30% van de totaaloppervlakte van
de stand bedragen.
Stand met 3 open zijden: constructie tegen de scheidingslijn met de buurstand.
Voor deze standen, mag de oppervlakte van de constructie maximaal 30% van de totaaloppervlakte van
de stand bedragen.
(b) Hoogte van de standconstructies:
Maximaal toegelaten hoogte voor constructies.
De maximale hoogte voor constructies is vastgelegd op 2,80 m.
(c) Constructie met verdieping.
Constructies met verdieping zijn niet toegelaten.
(d) Naambord, reclamebord, scherm, foto, tekst, totem
Maximale hoogte: exposanten mogen hun reclameborden of teksthoogte plaatsen tot 5 m hoog (uiterste
grens).
(e) Sokkels en draaiplatformen: Max. 0.50 m hoog in het midden.
Ze zijn, tenzij afwijking is toegestaan, niet toegankelijk voor het publiek.
(f) Verlichtingssystemen
Omwille van veiligheid moet elke bijkomende verlichting uitgerust zijn met afdoende bescherming.
Elektrische aansluitingen moeten vanaf de grond gebeuren.
Bijkomende verlichting van kantoren: maximaal zo hoog als de kantoren zelf
Bijkomende verlichting van voertuigen: maximaal toegelaten hoogte is 6 m onder de rigging. De lichtbron
moet op de voertuigen gericht worden en mag geen hinder vormen voor het publiek (verblinding).
Opgehangen verlichting
Het ophangen van verlichting vanaf het plafond of vanaf de muren is toegelaten in Paleis 11. In Paleis 12
is opgehangen verlichting enkel toegelaten na consultatie en goedkeuring van de Salonarchitect en de
diensten van Brussels Expo.
- Een opgehangen verlichtingssysteem is aan een strikte reglementering onderworpen. De rails of spots
mogen niet uitsteken boven de publieksgang. Bevestigingskabels moeten door Brussels Expo getrokken
worden. Het totale systeem moet worden goedgekeurd door een door het Comité erkend
controleorganisme en gedekt zijn door de verzekeringspolissen van de exposant (brand, burgerlijke
aansprakelijkheid, enz.).
- Het Comité rekent deze controlekosten door aan alle betrokken exposanten. Ze bedragen minimum
€ 160,00 + BTW per behandeld dossier.
- De rails waaraan de verlichtingspunten zijn vastgemaakt die deel uitmaken van een dergelijk opgehangen
systeem mogen eenvormig op 6 m hoog (onderkant) worden opgehangen. Afwijking voor paleis 11 is
mogelijk mits uniform akkoord van de betrokken exposanten.
- De exposant moet bij het Comité schriftelijk een aanvraag indienen vóór 1 november 2010. Hij moet een
bijkomend plan indienen met volgende informatie:
- juiste inplanting en hoogte van rails en spots
- totaal elektrisch vermogen uitgedrukt in Watt
- aantal ophangpunten met belasting in kg
- naam en adres van gekozen aannemingsfirma.
(g) Drankgelegenheden
Moeten zo discreet mogelijk worden ingericht en mogen in geen geval langs buiten zichtbaar zijn. Ze moeten
op het plan vermeldt worden.
Nood- en uitgangen moeten duidelijk zijn aangegeven. Een noodverlichting moet voorzien worden. Ze
moeten bovendien uitgerust zijn met de voorgeschreven brandbeveiligingssystemen.
(h) Tapijt in de gangpaden
Exposanten die gangpaden voor het publiek of doorgangen naar nooduitgangen in hun stand integreren,
mogen deze op gelijke hoogte brengen met een maximale hoogte van 6 cm. Het overblijvende
niveauverschil moet duidelijk zichtbaar zijn. Ze moeten deze bekleden met een tapijt van contrasterende
kleur of ze duidelijk zichtbaar maken met zijbanden of stippen van een andere kleur. Deze gangen moeten
duidelijk vermeld worden op het plan en volledig vrij gehouden worden.
(i) Kunstmatige rook
Exposanten mogen geen apparaten gebruiken die kunstmatige rook produceren.
6

(j) Gebruik van water
Aërosolproducerende systemen en andere waterinstallaties zijn toegelaten maar moeten door de
exposant dagelijks regelmatig gecontroleerd worden op het risico van besmetting met bijvoorbeeld
Legionella pneumophila, zoals bepaald in artikel 6 van het Ministerieel Besluit van 11 juni 2004 van de
Vlaamse Gemeenschap.
(k) Brandpreventie
Er moet verplicht een noodverlichting worden voorzien in lokalen en evacuatiegangen die leiden naar
nooduitgangen. In- en uitgang(en)/nooduitgang(en) moeten duidelijk worden aangeduid (AREI).
De nodige brandblussers moeten waar noodzakelijk aanwezig zijn; o.a. in keukens, opslagplaatsen,
eetruimtes, enz.
(l) Boetes
Elke inbreuk kan bestraft worden met een forfaitaire vergoeding van € 1.500,00 per eenheid. Bij niet
naleving van de beslissingen van het Comité of de Controle Commissie kan de exposant daarenboven zelfs
zijn getrouwheidsvoordelen verliezen.
Indien tijdens de op- en afbouw van de standen – lasapparaten gebruikt worden moet een
vuurvergunning aangevraagd worden. (Brussels Expo).
Hoofdstuk 2 - Veiligheidsmaatregelen
Uittreksels uit het algemeen reglement van veiligheidsmaatregelen tegen brand van Brussels Expo. Het
volledige document wordt apart aan exposanten toegestuurd samen met het Veiligheidscharter.
4. Elektriciteit
4.2. Algemene schikkingen: De elektrische installaties worden vóór indienststelling door een erkend
controleorganisme goedgekeurd op basis van de voorschriften van het AREI (Algemeen
Reglement op de Elektrische Installaties). De elektrische installatie wordt uitgevoerd volgens de
regels van goed vakmanschap (art. 5) door bekwame en gekwalificeerde elektriciens. Het
uitvoeren van de aansluiting, het plaatsen van de hoofdverdeelkasten en de levering van de
elektrische stroom aan de standen geschiedt uitsluitend door personeel van of door Brussels Expo
aangeduid.
4.3. Verdeelbord van de exposant: cfr reglement
4.4. Keuze van de elektrische leidingen: cfr reglement
4.5. Elektrische toestellen: cfr reglement
5. Gas
5.1 Algemene schikkingen
5.1.1. Controle: De gasinstallaties moeten vóór indienststelling worden gekeurd door een erkend
controleorganisme.
5.1.2. Belangrijke opmerking: Wanneer aardgas in de tentoonstellingshal beschikbaar is, is het
gebruik van gasflessen verboden.
5.2. Aardgas: Alle toestellen die aardgas als brandstof gebruiken en in werkende toestand worden
gedemonstreerd, moeten aangesloten zijn op de leiding van Brussels Expo. Opbouw van een
installatie: volgens schikkingen van het Veiligheidsreglement van het Brussels Expo. De
aanvragen voor aansluiting moeten bij Brussel Expo worden ingediend.
5.3. Vloeibaar aardgas: De aanwezigheid en/of het gebruik van gecomprimeerde of tot vloeistof
verdichte brandbare gassen in het Tentoonstellingspark is enkel toegestaan na schriftelijke
toestemming van de plaatselijke brandweer en conform hun voorschriften.
6. Brand
6.1. Het onbelemmerd gebruik van brandbeveiligingsvoorzieningen: Het is verboden de stand op zulke
wijze te ontwerpen of voorwerpen op zodanige wijze te plaatsen dat het onmiddellijk gebruik, de
toegang of de zichtbaarheid wordt belemmerd van
- brandkranen, brandaansluitingen, brandblussers, meldingsknoppen, enz.;
- meldtelefoons;
- signalisatie van de blusmiddelen.
7

6.3. Uitgangen en nooduitgangen: Alle uitgangen, nooduitgangen en ontruimingsgangen moeten op
de plannen aangeduid zijn. Tijdens de openingsuren van de manifestatie moeten alle op de
plannen voorkomende deuren vrijgemaakt en ontgrendeld zijn. Ze moeten onmiddellijk geopend
kunnen worden door een eenvoudige duw of handeling. Vóór deuren of nooddeuren in
doorgangen die kunnen dienen tot uitgang voor de bezoekers, mogen geen brandbare materialen
(doeken, gordijnen, andere stofferingmaterialen) worden aangebracht of standen worden
opgericht. In de gebouwen moeten de uitgangen en nooduitgangen duidelijk aangegeven zijn
door een doeltreffende signalisatie en noodverlichting.
6.5. Algemene bouw- en decoratievoorschriften bij standenbouw
De bij de standenbouw en algemene binneninrichting van de tentoonstellingshallen gebruikte
materialen mogen niet gemakkelijk vuur vatten of onder invloed van warmte schadelijke gassen
afgeven.
De opbouw van de standen dient te geschieden volgens de norm NBN S21-203, namelijk:
- materiaal A3 voor de vloerbekleding op vaste ondergrond (beton, zand, ...),
- materiaal A2 in alle andere gevallen;
- materiaal A2 voor de verticale wanden en het decoratiemateriaal;
- materiaal A1 voor de valse plafonds en velums.
Een attest dat de brandvastheid van deze materialen bevestigt, moet op elk moment kunnen
worden voorgelegd.
Alle opgehangen inrichtingsmaterialen moeten minstens 50 cm verwijderd blijven van elke
warmtebron zoals spots, verlichtingstoestellen, lichtpanelen, in werking zijnde apparaten, enz.
Het impregneren van brandbare materialen: Het impregneren van materialen mag alleen door
firma's bevoegd op dit domein, worden uitgevoerd.
Het attest moet de volgende gegevens bevatten:
- omschrijving van het behandelde materiaal (naam, aard, kleur, enz.);
- datum van de behandeling;
- toegepast procédé en gebruikt impregneermiddel;
- werkingsduur van de behandeling en de eventueel te treffen voorzorgsmaatregelen om deze
werkingsduur te behouden;
- firmastempel, naam en handtekening uitvoerder.
Gebruik van verven e.d.: Olieverven, lakken, vernissen of andere bedekkingen die brandrisico's
vertonen, zijn uitsluitend toegestaan op materialen van het type A1.
6.6. Hoogte van vrije doorgang: De hoogte van vrije doorgang in de gangpaden, evacuatiewegen,
deuren en hellingen moet ten minste 2.50 m bedragen.
6.7. Afval en verpakkingen: Afval, papier, karton en ander brandbaar materiaal bestemd voor afval,
dient regelmatig ontruimd te worden uit de standen en hun omgeving. Kisten, vaten en
verpakkingen mogen zich niet in of achter de standen bevinden.
6.8. Tentoongestelde producten: Chemicaliën, explosieven en licht ontvlambare producten mogen niet
tentoongesteld worden.
6.9. Motorvoertuigen met benzine- of dieselmotor (ook voor boten en lichte vliegtuigen): Bij het
tentoonstellen van deze voertuigen mag er enkel een minimum (max. 5 liter) aan brandstof
aanwezig zijn in de tanks. De brandstoftank moet degelijk en blijvend zijn afgesloten. De
batterijen zijn weggenomen of veilig afgekoppeld.
6.11. Opblaasbare voorwerpen: Opblaasbare ballonnen met brandbaar of giftig gas mogen noch
tentoongesteld, noch uitgedeeld worden. Enkel helium en lucht zijn toegelaten.
6.14. Keukens: Frituurpannen moeten met een deksel uitgerust zijn. Op de stand is een metalen
vuilbak met deksel aanwezig. Eveneens is er een branddeken en aangepaste brandblussers
voorzien op de stand.
6.15. Huishoudelijke haarden: Apparaten in werking, die brandstof verbruiken (vuren, ovens, open
haarden, verwarmingstoestellen) en hun schouwen moeten hermetisch geïsoleerd worden van
alle ontvlambare materialen.
De installatie en opbouw van de apparaten is zo geconstrueerd dat de temperatuur van grond of
wand waarop ze rusten, niet hoger is dan 90°C.
De exposant dient schermen te gebruiken tegen brand en gloeiende voorwerpen. Het gebruik
van apparaten met infrarode stralen (op gas) en verwarmingstoestellen op petroleum worden
8

niet toegelaten. De exposant dient ervoor te zorgen dat het publiek nooit in aanraking kan
komen met deze verwarmingsapparaten.
6.18. Projectie van films - Inrichting zalen en tribunes - Vergaderingen en concerten: Enkel
toegelaten mits voorafgaande goedkeuring van de organisator en Brussels Expo (zie ook
bijlage II van het Veiligheidsreglement van Brussels Expo).
6.22 Brandbeveiliging – Toezicht: Er moet een doorlopende en actieve bewaking worden uitgeoefend.
De brandweer moet onmiddellijk worden gewaarschuwd, zelfs indien het vuur kan worden
gedoofd met de voorhanden zijnde middelen.
Parkeerverbod in de brandgangen tijdens de openingsuren
Geen enkel voertuig mag parkeren of stationeren in de brandgangen behalve mits een speciale toelating
die enkel door het Comité kan verleend worden. De in overtreding zijnde voertuigen mogen zonder
voorafgaande waarschuwing en op kosten en risico van de eigenaars weggesleept worden.
9