ATJEHSCH LEGER MUSEUM - the Aceh Books website
ATJEHSCH LEGER MUSEUM - the Aceh Books website
ATJEHSCH LEGER MUSEUM - the Aceh Books website
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
c<br />
Lf&l<br />
<strong>ATJEHSCH</strong> <strong>LEGER</strong> <strong>MUSEUM</strong><br />
TE KOETARADJA<br />
OPGERICHT 7 JANUARI 1937<br />
9 E<br />
SUPPLEMENT<br />
OP DEN<br />
INVENTARIS<br />
DER<br />
TEN GESCHENKE ONTVANGEN (C. Q AANGEKOCHTE)<br />
BOEKWERKEN - FOTO'S-WAPENS- EERETEEKENS ENZ.<br />
V/M 1 JANUARI 1939 T/M 30 JUNI 1939<br />
NIET TE B E S C H O U W E N ALS<br />
C A T A L O G U S .<br />
TÏP ATJEH DRUKKERIJ.
2<br />
BESCHERMHEER:<br />
Kolonel der Infanterie G.F.V. GOSENSON, Ridder 4e kl. der M.W.O.,<br />
Territoriaal Commandant van Atjeh en Onderhoorigheden en S. O. K.<br />
BESTUUR:<br />
Voorzitter: Majoor der Infanteiie A. D O U P, Cdt. v/h Korps Marechaussee<br />
van A. en O.<br />
Secretaris-Penningmeester: le Luit. Adj. v/h Korps Marechaussee F. D R IJ B E R.<br />
Leden: Majoor der Infanterie A. M. DE TORBAL, fgd. PI. Mil.<br />
Cdt. te Koeta Radja.<br />
Heer J. BOON Jz.<br />
Biblio<strong>the</strong>caris, tevens Explicateur: Eur. Sergt. M. C. AALBERTS.<br />
Het Bestuur wordt in Nederland welwillend vertegenwoordigd door den<br />
Kapitein b. d. M. S C H O U T E N, Ridder 4e kl. der M.W.O. 's GRAVENHAGE<br />
Berkstraat 5.
RECTIFICATIE:<br />
Abusievelijk werden in het jaarverslag 1938 vermeld de data:<br />
1 Februari 1901 voor de bestorming van Batèë Ilieë en 14 Juni 1902 voor<br />
den glewangaanval op de colonne Mat<strong>the</strong>s in Seunagan.<br />
Deze data behooren te worden gelezen respectievelijk:<br />
3 Februari 1901 en 13 Juli 1902.<br />
MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUUR.<br />
1. Onder leiding van den le Luit. der Mar. K. B. A. Blom en met<br />
medewerking der Marechaussee's van het detachement te Djeuram is<br />
thans een eenvoudig gedenkteeken in den vorm van een steenen pyramide<br />
met kruis en marmeren grafsteen opgericht op het massagraf van de<br />
gesneuvelden van de colonne Mat<strong>the</strong>s. (13 Juli 1902).<br />
2. Op overeenkomstige wijze zal door het detachement Seulimeum op<br />
het massagraf der gesneuvelde militairen tijdens de bestorming van Glé<br />
Jeuëng in den nacht van 15 op 16 Mei 1897 een gedenkteeken worden<br />
opgericht. De namen der 25 gesneuvelde minderen zijn bekend. (De<br />
gesneuvelde Cies Cdtn H. Jacobs en G. M. P. Scheuer liggen begraven<br />
te Peutjoet, de overigen te Indrapoeri).<br />
3. Op 22 Juni heeft Z. E. de Commandant van het Leger in Ned. Indië<br />
Luit. Generaal M. Boerstra het Atjehsche Leger Museum met een bezoek<br />
vereerd. Hierbij waren o.a. aanwezig : de Territoriaal Commandant<br />
en de te Koeta Radja woonachtige gepensionneerde militairen Ridders<br />
der M. W. O.<br />
4 In verband met het vrijkomen van nog één localiteit, zal deze zaal<br />
worden ingericht en gewijd aan de herinneringen van Batèë Ilieë in de<br />
perioden : Karei van der Heijden en J. B. van Heutsz.<br />
5. Nu de plannen om een eigen en doelmatig Museumgebouw op te<br />
richten, waarin ook de lijkwagen van de Atjehtram kan worden ondergebracht,<br />
vaste vormen hebben aangenomen, heeft het bestuur besloten<br />
de exploitatie uitgaven voor het Museum voorloopig te beperken tot<br />
het hoog noodzakelijke.<br />
Aan de uitbreiding van het in ad 4 gestelde, zijn haast geen onkosten<br />
verbonden, aangezien het materiaal hiervoor in ruime mate aanwezig is.<br />
3
4<br />
INVENTARIS van foto's — boekwerken — wapens — eereteekens enz., welke ten ge<br />
schenke zijn ontvangen of werden aangekocht gedurende het tijdvak:<br />
1 Januari 1939 — 30 Juni 1939.<br />
F O T O 'S (c.q. vergroot en ingelijst) Bijdrage van :<br />
557 Olieverfschilderij van den Kap. der Inf. R. H. Mevr. de Weduwe<br />
Beijen, Ridder M. W. O. M. C. Beijen.<br />
558 Gouverneur A. Pruys van der Hoeven. —<br />
559 Generaal J. A. Vetter. —<br />
560 Olifantentransport door de Kroeëng Barö. Maj. L.N.W. Vogelesang.<br />
561 Een receptie bij den Ass. Res. van Groot-Atjeh. Generaal H.N.A. Swart.<br />
562 Vervoer van een dame per draagstoel naar<br />
Blang Kedjeren. Mevr. J. v.d. Meijde.<br />
563 Dr. C. Snouck Hurgronje. Resident J. Pauw.<br />
564 Zilveren plaquette van H. M. de Koningin. afkomstig v/h op 19-6-39<br />
Uniformplaten (gekleurd) van militairen der: opgeheven det. Nieuw-<br />
565 Artillerie (groot tenue) 1896. Singkel.<br />
566 Marechaussee 1896.<br />
567 Infanterie (marsch en klein tenue) 1896. idem<br />
568 Infanterie (groot en klein tenue) 1896.<br />
569 Bergartillerie (marschtenue) 1896. J<br />
570 Het station van de Atjehtram te Padang Tidji<br />
1902. Luit. P. van Ham.<br />
571 Eur. Sergt. J. Hanff (Ridder M. W. O.) Heer J. Hanff.<br />
572 Kolonel A. W. A. Michielsen (Ridder (M.W.O.) Gen. Maj. tit. b/d<br />
A.W.A. Michielsen.<br />
573 le Luit. Inf. J. H. C. van Dompseler (Ridder Mevr. de Weduwe van<br />
M. W. O.) Dompseler.<br />
574 Kolonel der Art. J.C.P.W.A. Steenkamp (Ridder Kolonel b/d J.C.P.W.A.<br />
M.W.O.) Steenkamp.<br />
575 le Luit. der Mar. J. Ch. A. Fischer (gesneuveld<br />
1900). —<br />
576 J. B. van Heutsz in Gouverneur-Generaalsuniform.<br />
—<br />
577 Dr. J. Van Leent (Ridder M.W.O.) Dr. J. Van Leent.<br />
578 Gezaghebber F. W. Stammeshaus. Hr. F.W. Stammeshaus.<br />
579 Kapt. der Mar. C. F. A. Wagener (gesneuveld<br />
1897). —
Volg<br />
N o<br />
6<br />
FOTO'S (c.q. vergroot en ingelijst). Bijdrage van<br />
580 Gen. Maj. J. P.J. Verberne. Gen. Maj. tit. b/d<br />
J. P.J. Verberne.<br />
581 Luit. Kol. Th. van Ardenne ex. Cdt. Korps Mar. Luit. Kol. b/d Th. van<br />
Ardenne.<br />
582 Kapt. v.d. Staf G. C. E. van Daalen (Vader van Mevr. B. Wagner-Van<br />
Generaal G. C. E. van Daalen). Daalen.<br />
V<br />
Nr 8<br />
FOTO'S (voorloopig) op karton geplakt Bijdrage van<br />
582a Gezicht op het bivak Lampasai 1875 (orig. Mevr. v.d. Mijll Dekker,<br />
schets).<br />
583 Gezicht op het bivak Poe Oe 1875 [idem], idem<br />
584 Dr. C. Snouck Hurgronje in 1899. —<br />
585 le Luit. G. Wieland [Ridder M.W.O.] Kap. H. Scheffraen.<br />
586 le Luit. H. Colijn in het bivak Tripa. —<br />
587 Uitreiking van ridderdiploma's door den Kan- Bond van Ridders beselier<br />
der Ned. Orden, Luit. Gen. b.d. S. A. neden den rang van<br />
Drijber. Officier.<br />
588 Het massagraf van Sergt. Gruneveld 1926. —<br />
589 Officieren en brig. Cdtn. van Takengon 1912.<br />
[Luit. H. Meijer, Luit. L. H. C. P. D. Engles]. Heer Bartelink.<br />
590 Een rottanhangbrug. Luit. E. L F. Couvreur.<br />
591 Boschbivak aan de Kr. Gapa. Maj. b.d. J. C. Lamster.<br />
592 Familie Colijn, Luit. Lamster, Vis enz. in 1896<br />
te Tjot Iri. i d e m<br />
593 Het marschbivak Beutong met rottan hangbrug. Luit. E. L. F. Couvreur.<br />
594 Kapt. der Mar. M.W.C. van Bloemen Waanders<br />
in een bendy te Samalanga [1902]. Legaat Ds. Thenu.<br />
595 Kapt. der Mar. M.W.C. van Bloemen Waanders<br />
met Officieren en brig. Comdtn. in Samalanga<br />
[1902]. idem<br />
596 Het bivak Samalanga in 1902. idem<br />
597 Majoor Gallas met zijn Bataljon in het bivak<br />
Bajan 1899. Kol. b.d. G. Nypels.<br />
598 Gezicht op den post Lampeureunoet. —<br />
599 Een afdeeling Mariniers 1897. _<br />
5
6<br />
Volg FOTO'S (voorloopig) op karton geplakt. Bijdrage van<br />
Nr.<br />
600 Ridderfuif te Koeta Alam 1905 [Lawalata-<br />
Sitania-Pattiasina]. Gep. Sergt. Pattiasina.<br />
601 Pötjoet Barin te midden van Officieren en<br />
personeel van het landschapskantoor. Kapt. der Mar. H. Pel.<br />
602 Pastoor H.C. Verbraak 1889. Mevr. v.d. Mijll Dekker.<br />
603 De eerste Glenn Martin bommenwerper in<br />
Lhö' Nga [1939]. —<br />
604 2e Luitenant H. Colijn. —<br />
605 Generaal C.J. Snijders en autoriteiten tijdens<br />
het défilé der troepen bij de onthulling van<br />
het Riddermonument der Genisten. Kol. P. W. Scharroo.<br />
606 Het Riddermonument der Genisten in de Kromhoutkazerne,<br />
'dem<br />
607 De eerste auto van Blang Kedjeren naar<br />
Agoesan. Mevr. J. v.d. Meijde.<br />
608 Koeala Simpang 1913. Generaal H.N.A. Swart.<br />
609 Troepentransport per Atjehtram. Legaat Ds. Thênu.<br />
610 Kapt. H. v. Stipriaan Luiscius, de Luitenants<br />
Darlang- en Dutrie v. Haeften met Marechaussees<br />
in Boni [1905]. Maj. b.d. Walangitan.<br />
611 Hotel de 1'Europe te Koeta Radja. Majoor J.C. Lamster.<br />
612 Met de familie Polém op reis naar Glé Jeuèng. idem<br />
613 Feestelijke inwijding van de Atjehtram Koeta-<br />
Radja — Indrapoeri. idem<br />
614 Bivak van Teukoe Oemar te Padang Tidji<br />
[1898]. 'dem<br />
615 Overste Van Daalen met zijn officieren in het<br />
Officiersdagverblijf te Penampakan [Gajö<br />
Loeös 1904]. idem<br />
616 Gewondentransport langs de Triparivier [Gajö<br />
Loeös 1904]. idem<br />
617 De Meusigit Raja met één koepel. —<br />
618 De Meusigit Raja met drie koepels. —
BOEKWERKEN - SCHRIFTUUR - KAARTEN. Bijdrage van<br />
214 Opsporing van de patrouille Nutters [dagboek<br />
van den Luit. Van Arkel]. Cdt. bivak Tangsé.<br />
215 Een episode uit den Sumatraanschen peperhandel<br />
met Amerika. [De slag van Kwala<br />
Batoe in 1831, door G. G. van der Kop]. Cdt. bivak Blang Pidië.<br />
216 Het conflict Snouck Hurgronje-Van Heutsz-<br />
Van Daalen [Dr. J.W. Naarding]. Kapt. b.d. CA. Ruempol.<br />
217 Het Brakel-Harderwijksche Geslacht Van Daalen. Heer O. L. Eschauzier.<br />
218 Een bericht te velde geschreven door Luit.<br />
Kolonel K. v. d. Heijden aan den Kapt. v.d.<br />
Staf: G.C.E. van Daalen. Mevrouw van Daalen.<br />
219 Het Officiersgeslacht Ruempol. Kapt. b d. CA. Ruempol.<br />
220 Een ongewone promotie. [De Standaard van<br />
15 October 1938]. idem<br />
221 De Moderne Museumgedachte. Heer G. H. von Faber<br />
222 Expeditieherinneringen [berijmd verslag van<br />
7<br />
[directeur Prov. en Stedelijk<br />
Museum te Soerabaia].<br />
Nicodemus]. Gen. H. M. Luchsinger.<br />
223 Een wapenpas van Teukoe Bin Sarong, afge-<br />
teekend door Kapt. W.B.J.A. Scheepens,<br />
Sigli 1910]. Cdt. bivak Kwala Bhèë.<br />
224 De gevangenneming van den ex-Pretendent<br />
Sultan in 1907. [Overdruk uit de Indische<br />
Gids]. Generaal R.G. Doorman.<br />
225 Wereldkroniek Maart 1897 [het 3e Bat. Inf]. Lt. Kol. b.d H. A. Messe-<br />
maeckers v/d. Graaff.<br />
226 idem Mei 1897 [Glé Jeuëng], idem<br />
227 Beelden uit het bezette gebied van Groot<br />
Atjeh in 1890. aangekocht.<br />
228 Koeta Radja in 1881 [Uit: Eigen Haard]. Dr. W. F. Bax.<br />
229 Verslag van den aanslag op Luitenant Kolonel<br />
W.B.J.A. Scheepens op 10 October 1913<br />
te Sigli. Cdt. bivak Lam Meulo.<br />
230 Militaire Nota van het troepen Co. Tjalang I. —<br />
230a idem II. _
8<br />
Vo<br />
'g<br />
No.<br />
BOEKWERKEN — SCHRIFTUUR — KAARTEN. Bijdrage van<br />
231a. Jaarverslag 1935 van het Koloniaal Instituut. Secr. v/h Kol. Instituut.<br />
231b idem 1937 idem<br />
231c idem 1938 idem<br />
232 Verslag van de Jubileumfeesten van het Korps<br />
Marechaussee in 1930. —<br />
233 Extra jubileum nummer ter gelegenheid van<br />
het Marechaussee Jubileum in 1930 [Nieuws<br />
van den Dag]. —<br />
234 Idem [Algemeen Indisch Dagblad]<br />
235 Wet van 30 April 1815 Nr. 5 houdende de<br />
instelling v/d Militaire Willemsorde.<br />
236 De A jeh Onlusten in 1896. Mevrouw Korndörffer.<br />
237 Het familie en kampongleven op Groot Atjeh<br />
[Dr. Julius Jacobs] deel I aangekocht.<br />
237a idem deel II. idem<br />
238 Jaarverslag 1937 van het Nederlandsche Gen. Maj. tit. A. W. A.<br />
Museum. Michielsen.<br />
239 Colijn over Indiè [Prof. Dr.C.SnoukHurgronje]. idem<br />
240 Het conflict Van Heutsz-Van Daalen. idem<br />
241 Koloniale vraagstukken van heden en morgen<br />
[H. Colijn]. idem<br />
242 Roseboek van de Muiterij. idem<br />
243 Een strijd in Atjeh [Een oogarts op het oorlogspad],<br />
idem<br />
244a Franr^ois Valentijn's oud en nieuw Oost Indien<br />
[deel I]. idem<br />
244b idem [deel II]. idem<br />
244c idem [deel III]. idem<br />
245 Ned. Indië onder het regentschap van Koningin<br />
Emma. idem<br />
246 De Atjeh Oorlog. E. S. de Klerck deel I. idem<br />
247 Bundel afschriften Stamboeken van:<br />
Generaal G.CE. van Daalen.<br />
Generaal H. N. A. Swart. I _<br />
Generaal K. v d. Maaten.<br />
Generaal S. A. Drijber.<br />
Kolonel H. Behrens. J
§ BOEKWERKEN — SCHRIFTUUR — KAARTEN. Bijdrage van<br />
No.<br />
V o l<br />
Luit. Kolonel W.B.J.A. Scheepens. \<br />
Luit. Kolonel G. G J. Notten. I —<br />
Luit. Kolonel Jhr. G.J.W C. H. Graafland. J<br />
248 Jubileummarsch [opgedragen a/d Oud-Cadetten<br />
te Koeta Radja ter gelegenheid vh 110 jarig Kapelmeester<br />
bestaan der K. M. A ] Sergt. D. van Zanten.<br />
249 Bij het Regeeringsjubileum 1898-1938. —<br />
250 Bundel: oprichting van het Van Heutszmonument<br />
en van de Marechaussee monumenten<br />
te Peutjoet en op het Vredespark. Heer J. Boon Jz.<br />
251 Pastoor H. C. Verbraak [S. Kalff]. Heer Van Oyen.<br />
252a Militaire Nota v/h troepen Co. Lhö' Soekoen<br />
deel I.<br />
252b idem deel II. —<br />
253a Militaire Nota van het troepen Co. te Tapa<br />
Toean deel I. —<br />
253b idem deel II.<br />
254 idem van het troepen Co. te Sigli. —<br />
255 idem van het troepen Co. Lam Meulo.<br />
256a idem v/h troepen te Takengon deel I. —<br />
256b idem idem deel II. —<br />
257a idem v/h troepen Co. te Meulaboh dl. I. —<br />
257b idem idem deel II.<br />
258 Afstandwijzer van het gewest Atjeh. aangekocht.<br />
259 Topografische kaart van den aanval op Batèë<br />
Ilië op 3 Februari 1901 [schaal 1 : 20.000]. —<br />
260 fdem van Samalanga en omstreken<br />
met de schootsrichtingen van het land- en<br />
zeegeschut [schaal 1 : 80.000]. —<br />
261 Hikajat Prang Atjeh [Maleisch karakterschrift]. Kapt. Adj. H.J.M. Klaar.<br />
262 Indeeling en standplaatsen van het Korps Mar.<br />
en van de Garnizoens Infanterie in 1921. —<br />
263 Commandementsorder van 1912. [Algemeene<br />
instructie voor Commandanten van patrouilles<br />
en colonnes]. —<br />
264 Topografische kaart van de geconcentreerde Kapt. der Mar. F. A. M.<br />
linie in 1894 [4 bladen. Schaal 1 : 20.000]. Harterink.<br />
9
10<br />
V o l g<br />
No.<br />
BOEKWERKEN —SCHRIFTUUR —KAARTEN. Bijdrage van<br />
265 Bundel afschriften Stamboeken van:<br />
le Luit. J. W. C. Vuyk.<br />
„ C. F. A. Wagener.<br />
ii H.M. Vis. _<br />
„ E. L A. Bouman.<br />
„ J.J. Burger.<br />
„ P. A. Charbon.<br />
266 Idem van:<br />
Kapitein G.J.A. Webb.<br />
„ M. J. J. B. Campioni.<br />
J. Paris.<br />
„ C. E. Schmid.<br />
A.J. Haga.<br />
le Luit. T. van der Zee.<br />
„ J. H. C. Vastenou.<br />
„ W. A. Molenaar.<br />
„ J. C. A. Fischer.<br />
267 Heldenserie IV: De oudste geschiedenis v/d<br />
Kraton en zijn verdere ontwikkeling tot het<br />
huidige Koeta Radja van af 24 Januari 1874 —<br />
24 Januari 1939. —<br />
268 Heldenserie V: [Van Heutsz in 1899 Van Seulimeum<br />
tot Paja BakongJ. —<br />
269 25 jaar Militaire Luchtvaart. aangekocht.<br />
270 Hikajat Prang Sabil [Pameuë]. Kapt. der Mar. H. Pel.<br />
271 Jaarverslag 1938 Atjehsch Leger Museum. —<br />
272 Land en Volk van Atjeh vroeger en nu. Oud Res. J. Jongejans.
WAPENS — GESCHUT — EERETEEKENS — enz. Bijdrage van<br />
210 Steekwapen [gegolfde kris] uit Padang Tidji. Sergt. Mangelep.<br />
211 Gouden medaille voor trouwen dienst. Wed. van den te Paja<br />
Bakong in 1938 verdronken<br />
Amb. Mar. Souissa.<br />
212 Staande koperen Atjehsche lamp. aangekocht.<br />
213 Glewang uit Keumala Dalem. Kapt. Mar. M.Kooistra.<br />
214 Gouden Atjehsche munt [durham]. Kapt J F.A. van de Wall.<br />
215 Rapa'i [Atjehsche hand trom]. Luit. W. Rumemper.<br />
216 Bronzen plaquette van Karei v.d. Heijden. •> Gen. Maj. b/d A.W.A.<br />
217 Bronzen plaquette van Generaal C.J. Snijders.) Michielsen.<br />
218 Eereteeken en lint voor belangrijke krijgsverrichtingen<br />
Atjeh 1873 - 1878. Mejuf. A H. van Deun.<br />
219 idem 1873 1880. idem<br />
220 Het Commandeurskruis der M. W. O. van Generaal<br />
G. C E. van Daalen. In bruikleen afgestaan.<br />
221 Het Ridderkruis der Orde van den Nederlandschen<br />
Leeuw van Generaal G.C.E. van Daalen. idem<br />
222 Officierspistool van 1877 [gevonden te Meu-<br />
'aböh[. Kapt. der Mar. H. Pel.<br />
223 Steekwapen uit de Alaslanden. aangekocht.<br />
224 Rentjong uit Groot-Atjeh. idem<br />
225 Brisante granaat landgeschut. gevonden in Toengkob.<br />
226 Zilveren ster van verdienste met brevet [af<br />
komstig van een overleden Atjehsch hoofd]. Kapt Adj. H.J.M. Klaar.<br />
227 Het dagboek van een spion ] 1926 - 1927]. idem<br />
228 De zwarte uniform van wijlen Kapitein der Mevrouw C. Hendriks-<br />
Mar. M.J.J.B. H. Campioni, bestaande uit: Kerlen.<br />
atilla met vergulde tressen<br />
broek<br />
3 oranje sjerpen<br />
buiten model Mar. distinctieven<br />
zwarte helm compleet.<br />
229 Oud model wandelsabel met dragon van idem. idem<br />
230 M W.O. 4e kl. „ „ idem<br />
231 Eereteeken voor eervolle vermelding |<br />
met 2 gespen. \ „ „ idem<br />
232 Lombokkruis. J<br />
11
12<br />
Volg WAPENS - GESCHUT — EERETEEKENS — enz. Bijdrage van<br />
No. i .<br />
Atjehsche wapens afkomstig van wijlen Kapt. Mevrouw C. Hendriks -<br />
der Mar. M.J.J.B. H. Campioni: Kerlen.<br />
233<br />
t/m<br />
236<br />
Rentjongs<br />
5<br />
237 Gegolfde kris<br />
238 Badé<br />
^1<br />
240/<br />
Glewangs s<br />
241 Oud model kapmes<br />
242 Klein model rentjong Kapt. A.J. de Wilde.<br />
243 Kapt. A. J. de Wilde,<br />
t/m Drie bade s.<br />
246 Oud model Officierssabel uit 1874.<br />
M e v r<br />
i d e m<br />
" ^ Mij»<br />
247 Oud model Officiersuniform, bestaande uit witte aangemaakt door firma<br />
attila met tressen, witte broek en oud model<br />
A l S a v e I k o u l<br />
zwarte pet. ^ n<br />
248 Atjehsch schild van rottan met koper beslag.<br />
K a<br />
P L<br />
J-<br />
u v a n o r<br />
~<br />
molen.<br />
249 1 stel model uitrusting van een Inl. veroordeelde,<br />
ingedeeld bij den trein van een mi<br />
litaire patrouille (1938).<br />
-
KASOVERZICHT<br />
OVER HET<br />
1* EN 2e KWARTAAL 1939.
14<br />
<strong>ATJEHSCH</strong> <strong>LEGER</strong> <strong>MUSEUM</strong><br />
O N T V A N G S T E N<br />
K A S O V E R Z I C H T over het<br />
Saldo kas op 1 Januari 1939 . . . . f 12249<br />
Bijdragen Marechaussee Detachementen :<br />
Lho Soekoen . . . . . f 15 —<br />
Panton Laboe . . . . . . „ 5 —<br />
Blang Kedjeren . . . . . . „ 1 5 —<br />
Takengon . . . . . 15 —<br />
Koeala Bhèë . . . . . 15 —<br />
Lam Meulo . . . . . . 25— „ 90 —<br />
Bijdragen Infanterie Detachementen:<br />
Meureudoe . . . . . f 5 40<br />
Bireuën . . . . . . 8 05<br />
Sigli 25 —<br />
Lokop . . . . . . „ 15 —<br />
Tapa Toean . . . . . . 15— „ 6845<br />
Bijdragen Officieren :<br />
Luitenant van Dormolen J. G. . . . f 5 —<br />
Lamers J. J. F. . . . . 8 50<br />
Kolonel b.d. A. Geertsema Beckeringh . . 5 —<br />
Luit. Adj. Korps Mar. . . . . 10 —<br />
Generaal b d. S. A. Drijber . . . . „ 25— ,, 5350<br />
Bijdragen Particulieren :<br />
Heer F. Bronsing. Dir. Mij. „Nederland" . f 25 —<br />
„ Crena de Iongh . . . . ,, 25 —<br />
„ G. Schmidbauer . . . . . „ 5 —<br />
„ A. M. Luymes . . . ,, 5 —<br />
„ J. Ch. Goedman . . . . ,, 5 — ., 65 —<br />
'l 2 Opbrengst Museumbus (') • . . . . . ,, 6—<br />
Opbrengst verkoop briefkaarten . . . ,, 678<br />
id. id. Heldenseries . . . . .,, 126 20<br />
id. id. Luxe uitgave Mar. lied . . . 117 50<br />
Rentebijschrijving 1938 (Spaarboekje) . . . . „ '156<br />
(') Een gelijk bedrag werd gestort in het fonds der<br />
Ver. onder de Zinspreuk: „Moed-Beleid en Trouw". T O T A A L f 657|48
le KWARTAAL 193 9.<br />
U I T G A V E N<br />
15<br />
KOETARADJ A.<br />
1. Reproductiekosten . . . . . f 40 25<br />
2. Lijstwerk . . . . 27 75<br />
3. Teeken en verfwerk . . , . . „ 18 —<br />
4. Meubilair en aankleeding . . . . . , , 125 69<br />
4a. Wapens, modellen, maquettes, affuiten e.d . . „ 49 —<br />
5. Porto , . . . . . . 30 —<br />
6. Postpakketten . . . . . . ,,<br />
7. Administratiekosten . . . . . „ 19 29<br />
8. Tik en schrijfloon . . . . . „<br />
9. Onderhoudkosten . . . . 8 50<br />
10. Telegrammen . . . . , , ,,<br />
11. Transportkosten . . . . . 9 98<br />
12. Reclamedoeleinden . . . . . . . . — —<br />
13. Drukwerk . . . . . . . . .<br />
13a. Drukwerk (Heldenseries) . . . . 12515<br />
14. Briefkaarten bestemd v.d. verkoop . . . ,, 15 75<br />
15. Archief en biblio<strong>the</strong>ek . . . . „ 5 40<br />
16. Diversen . . . . . . 17 95<br />
Saldo kas op 1 April 1939 . . ,. 164 77<br />
T O T A A L f 657 48
16<br />
<strong>ATJEHSCH</strong> <strong>LEGER</strong> <strong>MUSEUM</strong><br />
O N T V A N G S T E N<br />
KASOVERZICHT over het<br />
Saldo kas op 1 April 1939 f 16477<br />
Bijdragen van Mil. Sociëteiten . . f 300 —<br />
Bijdragen Mar. Detachementen:<br />
Blang Kedjeren . . . f 15 —<br />
Paja Bakong . . . . 15 —<br />
Djeuram . . . . „ 20 —<br />
Lam lë . . . 10 —<br />
Bakongan . . . . 20 — „ 80 —<br />
Bijdragen Inf. Detachementen :<br />
Bireuën . . . . . . „ 535<br />
Bijdragen Officieren :<br />
Lt. J. H. W. Nix . . f 5 —<br />
„ F. de Raadt . . . „ 5 —<br />
„ J. C. A. Faber . . 10 —<br />
„ P. FJ. van Veen . . . 10— „ 30 —<br />
Opbrengst verkoop briefkaarten. . . „ 1 15<br />
.. „ Heldenseries . . . 10130<br />
., „ Luxe uitgave Mar. lied . . „ 44 —<br />
'/ 2 opbrengst Museumbus ') . . ,, 9 75<br />
Totaal ontvangen 2e kwartaal 1939 „ 57155<br />
') Een gelijk bedrag werd gestort in het fonds der TOTAAL f 736 32<br />
Ver. onder de Zinspreuk: „Moed-Beleid en Trouw".
2e KW A'R TAAL 1939<br />
U I T G A V E N<br />
17<br />
KOETARA DJ A.<br />
1. Reproductiekosten . . . • • . f 40 20<br />
2. Lijstwerk . . • • • 19 95<br />
3 Teeken en verfwerk • . • • • ><br />
4. Meubilair en aankleeding . . • • 59 05<br />
4a. Wapens, modellen, maquettes, affuiten e.d. . . 1190<br />
5. Porti . . . • • • • . „ 55 —<br />
6. Postpakketten . • . • • • »<br />
7. Administratiekosten . . • • • 27 35<br />
8. Tik en schrijfloon . . . • • . . .<br />
9. Onderhoudskosten . . . • • . ,, 3 40<br />
10. Telegrammen . . • • • i » 9 65<br />
11. Transportkosten . . • • . ,, 0 45<br />
12. Reclamedoeleinden ') . . 1^9 06<br />
13. Drukwerk (Jaarverslag) . . • • 57 65<br />
13a. Drukwerk (Heldenseries) . , . • . , , 11150<br />
14. Briefkaarten bestemd voor verkoop . . • . ,, 5 75<br />
15. Archief en biblio<strong>the</strong>ek . . • • . ,, 15 20<br />
16. Diversen . . • • • • 27 35<br />
Zie voor de verantwoording der bijdragen<br />
t.b.v. het Museumgebouw de laatste bladzijde<br />
van dit supplement.<br />
') N. L. kleurfoto's bestemd voor het jaarverslag 1938<br />
TOTAAL f 633 46<br />
Saldo 1 -7- 1939 „ 102 86<br />
TOTAAL f 736 32
18<br />
Grepen uit dagbladartikels, voorkomende in de Nederlandsch Indische<br />
en Nederlandsche pers inzake de oprichting van het Atjehsch Leger<br />
Museum :<br />
De Java Bode 19 Augustus 1936<br />
Militaria.<br />
Met een enkel woord werd onlangs in dit blad melding gemaakt van<br />
het plan tot stichting eener „Heldengalerij" van het Korps Marechaussee.<br />
Het is, meenen wij, de eerste poging van dezen aard : het verzamelen<br />
van materiaal dat de schitterende daden van een corps van ons Leger<br />
voortdurend in herinnering houdt.<br />
Natuurlijk moet die herinnering blijven leven ; alleen met het aaneggen<br />
van een soort museum of galerij is men er niet. Er zal moeten<br />
worden gezorgd voor levend contact tusschen deze oude herinneringen en<br />
een jonger militair geslacht, en dan op eene andere dan de conventioneele<br />
wijze, welke zoo spoedig doodloopt in dorre vormen.<br />
Met tact moet worden gewerkt aan de geestelijke benutting der<br />
waarden, welke door het herinneringsmateriaal worden vertegenwoordigd;<br />
uit den aard der zaak zal dit bij de officieren der Marechaussee in goede<br />
handen zijn.<br />
A. I. D. 5 - 9 - '3 6.<br />
Heldengalerij der Marechaussee.<br />
De bedoeling is dat het instituut ten slotte groeit tot een algemeen<br />
militair museum.<br />
Eervolle herinnering.<br />
In het Korpsbureau der Marechaussee te Koeta Radja zijn twee eenvoudige<br />
lokalen ingericht tot een merkwaardig museum, dat een aandenken<br />
vormt aan de roemruchtige Atjehsche jaren, waarin vele gebeurtenissen en<br />
feiten waardig zijn in herinnering gehouden te worden voor het nageslacht.<br />
Het is thans nog een eenvoudige inrichting, die speciaal bedoeld is voor<br />
het Korps Mareehaussee, doch in de toekomst hoopt men haar te kunnen<br />
uitbreiden tot een historisch krijgsmuseum voor Atjeh, dat de dagen van<br />
strijd en heldenmoed uit de laatste zeventig jaren door middel van foto's,<br />
kaarten, wapenen en verdere geschenken zal toonen.<br />
In de eenvoudige kamer blikken vele helden in zwijgende staring<br />
voor zich uit, gekleed in de uniformen die zij droegen tot het einde, hun
orst gesierd met de eereteekenen die slechts den besten worden uitgereikt.<br />
En temidden van dit alles staat het vaandel, ontplooid en gedecoreerd<br />
met de door H. M. de Koningin geschonken Militaire Willemsorde,<br />
aan de voet getooid met zilveren lauwerkransen, een symbool van de eenheid<br />
die onder allen bestond en die hen bond tot de macht en den wil,<br />
die tot de overwinning voerde.<br />
Behoefte aan ruimte.<br />
De opzet der heldengalerij is zeer eenvoudig : men heeft een kleine<br />
kamer volledig tot zijn beschikking en daarnaast ten deele nog de kamer<br />
van den Korps Commandant. Er is echter over eenigen tijd dringend behoefte<br />
aan uitbreiding en het is in Atjeh een vurigen wensch, dat men<br />
toestemming zal kunnen verkrijgen tot het maken van een uitbreiding, die<br />
een zorgvuldig en doelmatig bewaren en exposeeren van de voorwerpen<br />
mogelijk zal maken.<br />
Indië- Hou zee. 14 Mei (Bloeimaand) 1938.<br />
Te Koeta Radja heeft zich een evenement voorgedaan, waaraan-met<br />
een enkele gunstige uitzondering-door de Indische pers geen aandacht is<br />
besteed, terwijl het naar onze meening die aandacht juist ten volle waard is.<br />
De Commandant der Marechaussee in Atjeh met garnizoensplaats<br />
Koeta Radja, heeft aldaar een Legermuseum opgericht.<br />
Het doel van dit Museum is : het levendig houden van de prestaties<br />
door het Koninklijk Nederlandsch-Indische Leger in Atjeh verricht, zoowel<br />
op militair als civiel gebied.<br />
Deze daad en het streven dat eraan ten grondslag ligt, moet naar<br />
onze overtuiging hartelijk worden toegejuicht, omdat hierdoor gaandeweg<br />
ook onder het „groote publiek'' de wetenschap zal doordringen, dat de<br />
pacificatie van de gewesten, waarin zij thans op zoo rustige wijze hun belegde<br />
boterham verdienen, slechts ten koste van welhaast bovenmenschelijken<br />
moed, taaie volharding en schitterende plichtsbetrachting, gevoegd bij<br />
tallooze offers aan menschenlevens, is tot stand gebracht.<br />
Dcli Courant, 20 Maart 1939.<br />
Sumatra nieuws<br />
Het Leger Museum te Koeta Radja. Twintig mille voor den bouw<br />
noodig.<br />
Zooals men uit vorige berichten in dit blad weet bestond reeds geruimen<br />
tijd het voornemen het Leger Museum te Koeta Radja in een eigen<br />
19
20<br />
gebouw onder te brengen. Er is nu een aantal lokalen in de marechausseekazerne<br />
voor ingeruimd, maar men gevoelt hoe langer hoe meer het gebrek<br />
aan plaatsruimte De kostbare en boeiende verzameling curiositeiten uit<br />
Atjeh's rijke militaire historie breidt zich gedurig uit. Wie deze schepping<br />
wel eens gezien heeft, zal haar niet spoedig vergeten zijn.<br />
Zij maakt op iederen bezoeker een grooten indruk.<br />
Naar wij vernemen zijn de teekeningen voor het nieuwe gebouw<br />
thans door het Departement van Oorlog geheel goedgekeurd. Men zou<br />
dus met den bouw kunnen beginnen<br />
Echter, de omstandigheden hebben meegebracht dat voor dezen bouw<br />
van Landswege niet voldoende geld beschikbaar is. De noodzaak om de<br />
financiën voor Defensie voor vliegtuigen en andere bewapeningsmiddelen<br />
aan te wenden ligt voor de hand.<br />
Naar wij hooren ligt het nu in de bedoeling over eenigen tijd een<br />
beroep op het particulier initiatief te doen teneinde de benoodigde gelden<br />
bijeen te brengen.<br />
Het gaat hier om een bedrag van rond twintig mille.<br />
Wij hopen en vertrouwen, dat dit beroep niet tevergeefs zal worden<br />
gedaan.<br />
En men bedenke in dit verband, dat het corps marechaussee in Atjeh<br />
het volgend jaar een halve eeuw bestaat. Een mooie gelegenheid voor<br />
hen, die dank zij de door het keurcorps geschapen orde en rust dit land<br />
tot welvaart en ontwikkeling konden brengen, om hunne erkentelijkheid<br />
met een daad te betoonen 1<br />
Sumatra Post - 20 Maart 1939.<br />
Leger Museum krijgt een eigen gebouw.<br />
Naast het kleedingmagazijn te Koeta Radja. Kosten ad f 20.000<br />
moeten door giften worden bestreden.<br />
Naar wij vernemen ligt het in de bedoeling om het Atjehsch Leger<br />
Museum binnen afzienbaren tijd in een nieuw en eigen gebouw onder te<br />
brengen dat opgericht moet worden op een nog open terrein naast het<br />
Kleedingmagazijn te Koeta Radja aan den weg welke naar Oleh leh leidt.<br />
Deze verplaatsing, welke allerwegen ongetwijfeld ten zeerste zal worden<br />
toegejuicht, zal de interessante collectie van dit museum zeer zeker ten<br />
goede komen en het lijdt dan ook geen twijfel of het benoodigde! bedrag<br />
zal ten spoedigste bijeen zijn.
Nieuwsblad voor de Residentie Atjeh en Onderhoorigheden. •—<br />
Het Atjehsch Leger Museum-<br />
21<br />
25 Maart 1939.<br />
Voor de burgerij van Koeta Radja en voor de meeste Europeesche<br />
inwonners in Atjeh zal dit eerste Leger Museum van Ned. Indië, dat op<br />
bescheiden schaal ter stede is opgebouwd, geen onbekende instelling meer<br />
zijn.<br />
Uit het door ons gepubliceerde jaarverslag van .het Museumbestuur<br />
is gebleken, dat de krijgshistorische verzameling zich met den dag uitbreidt,<br />
zoodat het bestuur hoe langer hoe meer behoefte gevoelt aan meerdere<br />
plaatsruimte en vooral aan localiteiten, welke voldoen aan de eischen om<br />
de merkwaardige verzameling goed tot haar recht te doen komen.<br />
De tijdsomstandigheden laten echter niet toe, dat het nieuwe gebouw,<br />
waarvan het ontwerp geheel door de Genie ter plaatse is uitgewerkt, van<br />
Landswege wordt bekostigd. Het militaire terrein naast het kleedingmagazijn<br />
(opzij van het Atjeh Hotel) is welwillend door het Leger Bestuur ter<br />
beschikking gesteld voor den bouw van het nieuwe Museum.<br />
Het Bestuur zal thans wel een beroep moeten doen op het particuliere<br />
initiatief in Nederlandsch-Indië en in Nederland om de benoodigde<br />
fondsen bijeen te brengen.<br />
De bouwkosten worden geraamd op twintig mille.<br />
Waar de belangstelling voor het Museum in dit Gewest in populariteit<br />
toeneemt hopen wij, dat niet vergeefs een beroep zal worden gedaan<br />
op den financieelen steun van Atjeh's inwoners en van handels- en<br />
cultuurlichamen.<br />
Deli Courant 10 Mei 1939.<br />
Het Atjeh Museum.<br />
In het wekelijksche koloniale bijblad van de ..Avondpost" van<br />
9 April komt een hoofdartikel van den kolonel b.d. de Winter voor,<br />
waarin hij pleit voor den nieuwbouw van het Atjehsch Leger Museum te<br />
Koeta Radja. Er wordt een beroep gedaan op allen in Holland, die in<br />
Atjeh hebben gediend, om het bekende plan met giften te steunen. Voorts<br />
wordt het idéé geopperd van een loterij ten bate van het Atjehsch Leger<br />
Museum-gebouw, waarbij de verkoop van loten zich niet tot Indië zou<br />
behoeven te beperken.<br />
De schrijver noemt dit museum voor het latere geslacht van „groote
22<br />
moreele beteekenis". Het is, betoogt hij, de plicht van deze generatie om<br />
alles in het werk te stellen om het Museum een passend gebouw te verschaffen.<br />
Ten slotte beveelt kolonel de Winter de door de officieren te Koeta<br />
Radja aangevangen actie warm in de daadwerkelijke belangstelling van het<br />
publiek in Nederland aan.<br />
Telegraaf 5 Mei 1939.<br />
Atjehsch Leger Museum. — Permanent gebouw noodig.<br />
Naar aanleiding van het feit, dat besloten is het Atjehsch Leger<br />
Museum een nieuw gebouw te geven en het op te richten naast het militaire<br />
kleedingmagazijn aan de Gouverneur van Akenlaan te Koeta Radja,<br />
geeft de ,,Deli Crt" eenige bijzonderheden omtrent dit Museum.<br />
De stichting Atjehsch Leger Museum is geen museum in de beteekenis<br />
die daaraan meestal wordt gehecht. Zij is spontaan voortgekomen<br />
uit het gewest Atjeh zelve, omdat zooveel recente krijgsfeiten en herinneringen<br />
voortleven bij de vele nog steeds in dienst zijnde militairen, zoowel<br />
in hoogere als lagere rangen.<br />
Gaandeweg is men gaan verzamelen al die voorwerpen welke voor<br />
de krijgsfeiten alhier van belang waren. Vele familieleden van inmiddels<br />
overleden helden stonden wapenen, kleeding, zelfs eeremetalen af voor dit<br />
doel-<br />
Weldra kreeg men zoo'n groote hoeveelheid materiaal, dat men naar<br />
een geschikte plaats omzag om een heldengalerij in te richten, waarin tevens<br />
alle bescheiden en verslagen van de voornaamste krijgsfeiten konden bewaard<br />
blijven.<br />
Hiertoe werd een aantal lokaliteiten in het kampement Koeta Alam<br />
beschikbaar gesteld.<br />
Aangezien de Atjeh-episode een geschiedenis op zichzelf vormt en<br />
het als zoodanig een groot deel van zijn beteekenis zou verliezen, indien<br />
ondergebracht in een op te richten leger museum voor geheel Indië, gezien<br />
het feit, dat zooals reeds gezegd, de stichting spontaan is tot stand gekomen<br />
door 't streven van de bevolking van Atjeh zelf, is het duidelijk, dat<br />
men het museum in 't gewest Atjeh wil houden<br />
Het bestuur nu is met het plan gekomen, mede omdat de thans<br />
gebruikte ruimte te klein is geworden, een permanent gebouw te doen<br />
verrijzen op een der mooist gelegen punten van de stad Koeta Radja. Op<br />
deze manier zal een voortbestaan gewaarborgd blijven.<br />
De grond is reeds beschikbaar gesteld, het plan voor het gebouw,
opgemaakt door den eerstaanwezend officier der genie aldaar, is goedgekeurd<br />
door het departement van Oorlog, doch van die zijde is te kennen<br />
gegeven, dat men op geldelijken steun niet zal mogen rekenen.<br />
Volgens raming wordt e.e.a. begroot op f 20.000.<br />
't Teekent wel voor de sympathie, die men met het streven heeft,<br />
dat reeds, zonder dat men per cireulaire of dergelijke daartoe heeft aangespoord,<br />
een kleine duizend gulden is geschonken door verschillende personen<br />
gezamenlijk.<br />
Deli Courant 6 Mei 1939.<br />
Het Legermuseum te Koeta Radja,<br />
f 20.000 noodig.<br />
Wie Koeta Radja bezoekt, bezoekt het Legermuseum, in het kampement<br />
der marechaussee : een der merkwaardigste en imponeerendste verzamelingen<br />
op het gebied van Nederlandsche militaire activiteit. Een zeldzaam<br />
interessante neerslag van een stuk zeer roemruchtige historie, een<br />
monument van strijd en offering, een boeiende, levendige illustratie van het<br />
heroïsch en schitterend pacificatie-werk van ons leger in Atjeh. Het is het<br />
eerste en eenige Legermuseum in Nederlandsch-Indië en het zal voor langen<br />
tijd wel het eerste en het eenige blijven.<br />
Waar vindt men zooveel materiaal op dit gebied geconcentreerd als<br />
in Atjeh ?<br />
Is de plaats van dat Museum, Koeta Radja, zelve niet reeds een<br />
plek vol militair-historische herinneringen ?<br />
Thans is de collectie zóó uitgebreid, dat zij de ruimte van 12 kamers,<br />
elk 5 bij 5 meter, in beslag neemt terwijl in de aangrenzende gaanderijen<br />
nog maquettes, modellen e.d. moeten worden geplaatst.<br />
Het Atjehsch Legermuseum groeit uit zijn oude kampementsgebouw.<br />
Het verdient een ruimer, eigen plaats.<br />
De bouwkosten zijn op twintigduizend gulden geraamd.<br />
Wel, men kan bijna beginnen. Men heeft de collectie, men heeft<br />
het enthousiasme, men heeft het ontwerp, men heeft den grond en de<br />
geschikte plaats ....<br />
Een ding heeft men nog niet: de 20 mille.<br />
Daar hokt het op.<br />
Mag het daar op hokken ?<br />
23
u<br />
Nieuwe Rotterdamsche Courant 9 Juli 1939.<br />
Het legermuseum in Atjeh.<br />
Hulp gevraagd voor een nieuw gebouw.<br />
De heer J. Jongejans, oud-resident van Atjeh schrijft ons:<br />
Het is nu ongeveer 2'/ 2 jaar geleden — 7 Januari 1937 — dat te<br />
Koetaradja werd opgericht het Atjehsch Legermuseum. Het verrees als het<br />
ware spontaan ; het kwam voort uit het gewest Atjeh zelf, waar de herinneringen<br />
nog levendig zijn aan den langdurigen, harden strijd, die er gewoed<br />
heeft. En al zijn de helden uit den hardsten strijd niet meer in het<br />
gewest aanwezig, toch werken er nog enkele officieren, die de laatste<br />
stuiptrekkingen van dien strijd hebben meegemaakt en het hunne hebben<br />
bijgedragen tot de pacificatie van Atjeh.<br />
Langzamerhand zal wel tot het Nederlandsche publiek zijn doorgedrongen<br />
welk een belangrijke rol ons leger in Atjeh heeft gespeeld, waar<br />
mannen als Van Heutsz, Colijn, Swart, Van Daalen e.a. — om de belang<br />
rijkste te noemen —- hebben gewerkt, mannen van de daad, die niet aarzelden,<br />
maar handelden.<br />
Twijfelaars deden toen geen opgeld. Eén staaltje van Van Heutsz:<br />
èén zijner bivakcommandanten kreeg een spionnenbericht, dat een bende<br />
van plan was om in den komenden nacht een overval op zijn bivak te<br />
ondernemen. Naar aanleiding van dit bericht vroeg de bivakcommandant<br />
telefonisch en vrij geagiteerd instructies aan Van Heutsz: „Wat moet ik<br />
doen?" — ,.Een zegel van f 1.50 koopen en Uw pensioen aanvragen"<br />
luidde het antwoord.<br />
Wij vergeten gauw groote daden en daarom was het een daad van<br />
zuivere piëteit te trachten de herinnering aan dien tijd te bewaren in Atjeh<br />
zelf.<br />
Van alle kanten werd spontaan medewerking toegezegd en men kan<br />
zeggen dat reeds een belangrijke collectie bijeen is gebracht van de uiteenloopendste<br />
voorwerpen, die betrekking hebben op den gestreden strijd.<br />
Vele oud-Atjeh-mannen van naam hebben hun bijdragen geleverd. Anderen<br />
hebben ze na hun dood toegezegd.<br />
Zoo is er in het kampement Koeta Alam te Koeta Radja een collectie<br />
samengebracht, die gezien mag worden. Alles heeft onderdak gevonden<br />
in tijdelijke gebouwen, die reeds vrij spoedig afgebroken zullen moeten<br />
worden in verband met verbouwingen, noodig door de aardbeving die<br />
Koeta Radja in 1936 teisterde<br />
Ook is de beschikbare ruimte thans reeds niet meer voldoende. Er<br />
moet dus een nieuw gebouw verrijzen. De grond er voor is beschikbaar
evenals een door het departement van oorlog goedgekeurd ontwerp. Om<br />
begrijpelijke redenen kan dit departement in deze moeilijke tijden het geld<br />
voor den bouw niet beschikbaar stellen. Dit moet door particuliere giften<br />
bijeenkomen. Reeds is er duizend gulden verzameld, zonder dat het museumbestuur<br />
daarvoor speciale moeite heeft gedaan Kort geleden heeft het bestuur<br />
bepaald, dat het aan die lichamen en corporaties, welke heden ten dage profijt<br />
trekken van het werken van hen, die thans in het Museum vereeuwigd zijn,<br />
een brief zal richten met het verzoek, daadwerkelijk te willen medewerken<br />
aan het tot stand komen van het zoo hoog noodige gebouw.<br />
Het kan en zal er komen 1 Dat is niet meer dan onze plicht 1 De<br />
prestaties, door ons Indisch leger in Atjeh verricht, dienen aan de vergetelheid<br />
te worden ontrukt, vooral nu door de zeer veranderde omstandigheden<br />
de verrichte heldendaden dreigen steeds sneller te worden vergeten en wij<br />
reeds de vruchten plukken van onze politieke en militaire actie.<br />
Mijn bedoeling is een steentje bij te dragen voor dit doel; ik wend<br />
me niet tot militairen en oud-militairen van het Atjehsche leger-die zullen<br />
het hunne wel doen, zooals blijkt uit een courantenberichtje, dat de militaire<br />
kegelclub te Langsa een bedrag van f 225.— voor het groote doel storttemaar<br />
ik wend me tot ambtenaren en particulieren, die Atjeh hebben liefgekregen,<br />
die daar hun levensdoel vonden, in welken vorm ook, tot hen,<br />
die daar nu nog werken, maar ook tot hen die daar vroeger hebben gewerkt<br />
en dit fascineerende land niet hebben kunnen vergeten.<br />
Geeft wat U kunt missen en zendt dit aan Maj. A. Doup, commandant<br />
der marechaussee in Atjeh, te Koeta Radja.<br />
25
26<br />
Bezoek aan Koeta Radja.<br />
Hier kan geen Dietscher komen,<br />
die niet tot in zijn keel<br />
d' ontroering kloppen voelt<br />
voor wat eens hier, op bloeddoordrenkten grond,<br />
een voorgeslacht ? . . . . neen, de oude generatie,<br />
de huidige welhaast.<br />
voor Neerland heeft gelaten.<br />
Die duizenden soldaten,<br />
hun leeuwenmoed zoo voelbaar op een plek,<br />
tentoongesteld vol liefd' en eerbied :<br />
in 't Museum, enz.<br />
A. VAN HEES.
Zeer waarschijnlijk naar aanleiding van den inhoud der hiervoren<br />
(niet volledig) afgedrukte artikels uit verschillende dagbladen, waarin het<br />
nut onzer instelling naar voren werd gebracht en met klem de urgentie<br />
werd betoogd om de waardevolle verzameling onder te brengen in een<br />
eigen gebouw van solider opzet dan de tegenwoordige houten localiteiten,<br />
ontving het Bestuur van het Atjehsche Leger Museum uit Indië en Nederland<br />
bijdragen t.b.v. dit aanstaande Museumgebouw.<br />
Het totale binnengekomen bedrag voor dit doel bedroeg tot en met<br />
30 Juni j.1. f 1528.57.<br />
Genoemd bedrag en alle daarna binnengekomen bijdragen zullen<br />
eerstdaags gespecificeerd worden verantwoord in een afzonderlijke circulaire,<br />
waarbij het Bestuur zelf een beroep zal doen op de steun en de medewerking<br />
van allen, die sympathiek tegenover ons streven staan.<br />
HET BESTUUR.<br />
27