Numeri - Welkom bij Succat Yeshua
Numeri - Welkom bij Succat Yeshua Numeri - Welkom bij Succat Yeshua
De gouden kandelaar | verzen 1-4 Numeri 8 1 De HEERE sprak tot Mozes: 2 Spreek tot Aäron en zeg tegen hem: Wanneer u de lampen aansteekt, moeten de zeven lampen licht verspreiden in de richting van de voorzijde van de kandelaar. 3 Aäron deed dat: aan de voorzijde van de kandelaar stak hij de lampen ervan aan, zoals de HEERE Mozes geboden had. 4 Dit was de bewerking van de kandelaar: tot zijn schacht was hij van gedreven werk van goud, tot zijn bloesem was het van gedreven werk [van goud]; overeenkomstig de verschijning die de HEERE Mozes getoond had, zo maakte hij de kandelaar. De beschrijving van de kandelaar is niet verdwaald en op deze plaats terechtgekomen. De Auteur van de Bijbel, de Heilige Geest, heeft deze beschrijving hier met een doel gegeven. Het sluit direct aan op het laatste vers van het vorige hoofdstuk. Daar zien we dat Mozes in de tent der samenkomst gaat om met de HEERE te spreken. Mozes spreekt het Woord van God tot het volk. Voor de wandel in de woestijn is Gods Woord belangrijk. Daarbij is het doel dat wij zien op de verheerlijkte Heer in de hemel. Maar we kunnen Hem alleen zien in het licht dat de Heilige Geest geeft. Het model voor onze wandel door de woestijn is Christus in de heerlijkheid (Jh 17:19). In het heiligdom zien we Aäron bezig, als een beeld van de Heer Jezus als de hogepriester Die weet wat we nodig hebben op onze reis door de woestijn. Als ons oog op Hem in het heiligdom is gericht, weten onze voeten waar ze in de wereld moeten gaan. De lampen van de kandelaar moeten zo worden opgesteld dat het licht ervan op de kandelaar zelf valt. Het licht van de Heilige Geest valt altijd op de Heer Jezus (Jh 16:14). Ieder die licht verspreidt, moet dit uitstralen van en op de Heer, en niet op zichzelf (vgl. Mt 5:16). De Heer Jezus is de kandelaar die de zeven lampen draagt. De gelovigen zijn de lampen door 94 En Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd zijn door [de] waarheid. (Jh 17:19) Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal uit het mijne nemen en het u verkondigen. (Jh 16:14) Laat zo uw licht schijnen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader die in de hemelen is, verheerlijken. (Mt 5:16)
wie de Heilige Geest heen schijnt. De gelovigen moeten niet zichzelf voorstellen, maar de Heer Jezus, als zij in het heiligdom voor Gods aangezicht staan; als zij samen spreken over de hemelse dingen, over wat ieder heeft gevonden in zijn onderzoek van de Schriften. De kandelaar draagt de lampen. De gelovigen worden ondersteund door de Heer Jezus. Door het priesterschap van de Heer Jezus wordt het licht brandend gehouden. Het gaat om de verbinding met Christus in het heiligdom in de tegenwoordigheid van God waarvan alles afhangt. Dit is alleen te zien door de geestelijke gelovige. De wijding van de Levieten | verzen 5-15 Numeri 8 5 De HEERE sprak tot Mozes: 6 Neem de Levieten uit het midden van de Israëlieten en reinig hen. 7 Dit moet u met hen doen om hen te reinigen: sprenkel op hen ontzondigingswater; dan moeten zij een scheermes over hun hele lichaam laten gaan, zij moeten hun kleren wassen en zich [zo] reinigen. 8 Daarna moeten zij een jonge stier nemen, het jong van een rund, met het bijbehorende graanoffer° van meelbloem gemengd met olie; en een tweede jonge stier, het jong van een rund, moet u als zondoffer nemen. 9 Vervolgens moet u de Levieten naderbij laten komen, vóór de tent van ontmoeting°; en u moet heel de gemeenschap° van de Israëlieten bijeenroepen. 10 U moet de Levieten voor het aangezicht van de HEERE naderbij laten komen, de Israëlieten moeten hun handen op de Levieten leggen, 11 en Aäron moet uit de Israëlieten de Levieten bewegen als beweegoffer voor het aangezicht van de HEERE; zij zijn bestemd om de dienst van de HEERE te verrichten. 12 Dan moeten de Levieten hun handen op de kop van de jonge stieren leggen; bereid daarna de ene als zondoffer en de andere als brandoffer voor de HEERE, om voor de Levieten verzoening te doen. 13 U moet de Levieten vóór Aäron en vóór zijn zonen plaatsen, en u moet hen als beweegoffer voor de HEERE bewegen. 14 Zo moet u de Levieten uit het midden van de Israëlieten afzonderen, opdat de Levieten Mij toebehoren. 15 En daarna moeten de Levieten binnenkomen om de tent van ontmoeting° te bedienen; u moet hen reinigen en hen als beweegoffer bewegen. 95
- Page 44 and 45: Numeri 3 dat er in die tijd van voo
- Page 46 and 47: Numeri 3 De Kahathieten en hun taak
- Page 48 and 49: Numeri 3 tweeëntwintigduizend. 40
- Page 50 and 51: Numeri 4 Dienst van de Kahathieten
- Page 52 and 53: Numeri 4 de Heer Jezus voor waarsch
- Page 54 and 55: Numeri 4 lampen, de bijbehorende sn
- Page 56 and 57: Numeri 4 zij niet sterven. Dit is w
- Page 58 and 59: Numeri 4 Dienst van de Gersonieten
- Page 60 and 61: Numeri 4 ven (Ko 2:5; 1Ko 1:10b). D
- Page 62 and 63: Numeri 5 Alles in het kamp is geord
- Page 64 and 65: Numeri 5 schuldig. 7 Zij moeten hun
- Page 66 and 67: Numeri 5 hij achterdochtig geworden
- Page 68 and 69: Numeri 5 Ten slotte zien we dat de
- Page 70 and 71: Numeri 5 beeld van de priester die
- Page 72 and 73: Numeri 6 God heeft een speciale sta
- Page 74 and 75: Numeri 6 Niets van de wijnstok eten
- Page 76 and 77: Numeri 6 De Heer Jezus heeft zich n
- Page 78 and 79: Numeri 6 Het is een verootmoedigend
- Page 80 and 81: Numeri 6 Het haar wordt geofferd |
- Page 82 and 83: Numeri 6 Er zijn drie paar zegening
- Page 84 and 85: Numeri 7 Dag 12, eerste maand Offer
- Page 86 and 87: Numeri 7 De Gersonieten krijgen twe
- Page 88 and 89: Numeri 7 88 de offergave van Eliab,
- Page 90 and 91: Numeri 7 vijf rammen, vijf bokken,
- Page 92 and 93: Numeri 7 als brandoffer en nog meer
- Page 96 and 97: Numeri 8 Het zien van Christus in h
- Page 98 and 99: Numeri 8 eerstgeborene in het land
- Page 100 and 101: Numeri 8 Er komt ook een tijd dat d
- Page 102 and 103: Numeri 9 onze woestijnreis (Numeri)
- Page 104 and 105: Numeri 9 zo iemand op een verre rei
- Page 106 and 107: Numeri 9 werd, dan braken zij op; o
- Page 108 and 109: Numeri 9 handelen en het tijdstip w
- Page 110 and 111: Numeri 10 van de Heer Jezus is de s
- Page 112 and 113: Numeri 10 als er gevaar dreigt of a
- Page 114 and 115: Numeri 10 In de geschiedenis van he
- Page 116 and 117: Numeri 10 misschien een rol? Hobab
- Page 118 and 119: Numeri 11 In dit hoofdstuk wordt on
- Page 120 and 121: Numeri 11 ervan leek op de smaak va
- Page 122 and 123: Numeri 11 die verkoopbaar te maken.
- Page 124 and 125: Numeri 11 ze verrichten op de voorg
- Page 126 and 127: Numeri 11 voor hen genoeg zal zijn?
- Page 128 and 129: Numeri 11 rein blijft in het uitdel
- Page 130 and 131: Numeri 11 tegen het volk, en de HEE
- Page 132 and 133: Numeri 12 positie, die hun door God
- Page 134 and 135: Numeri 12 Melaatsheid -- belijdenis
- Page 136 and 137: Numeri 12 5:19). Zelfs als het om e
- Page 138 and 139: Numeri 13 Ammiël, de zoon van Gema
- Page 140 and 141: Numeri 13 In de namen van de drie k
- Page 142 and 143: Numeri 13 lezen dat ze de gaven van
De gouden kandelaar | verzen 1-4<br />
<strong>Numeri</strong> 8<br />
1 De HEERE sprak tot Mozes: 2 Spreek tot Aäron en zeg tegen hem:<br />
Wanneer u de lampen aansteekt, moeten de zeven lampen licht<br />
verspreiden in de richting van de voorzijde van de kandelaar. 3<br />
Aäron deed dat: aan de voorzijde van de kandelaar stak hij de lampen<br />
ervan aan, zoals de HEERE Mozes geboden had. 4 Dit was de<br />
bewerking van de kandelaar: tot zijn schacht was hij van gedreven<br />
werk van goud, tot zijn bloesem was het van gedreven werk [van<br />
goud]; overeenkomstig de verschijning die de HEERE Mozes getoond<br />
had, zo maakte hij de kandelaar.<br />
De beschrijving van de kandelaar is niet verdwaald en op deze plaats<br />
terechtgekomen. De Auteur van de Bijbel, de Heilige Geest, heeft deze<br />
beschrijving hier met een doel gegeven. Het sluit direct aan op het<br />
laatste vers van het vorige hoofdstuk. Daar zien we dat Mozes in de<br />
tent der samenkomst gaat om met de HEERE te spreken. Mozes spreekt<br />
het Woord van God tot het volk.<br />
Voor de wandel in de woestijn is Gods Woord belangrijk. Daar<strong>bij</strong> is het<br />
doel dat wij zien op de verheerlijkte Heer in de hemel. Maar we kunnen<br />
Hem alleen zien in het licht dat de Heilige Geest geeft. Het model voor<br />
onze wandel door de woestijn is Christus<br />
in de heerlijkheid (Jh 17:19). In het heiligdom<br />
zien we Aäron bezig, als een beeld van de<br />
Heer Jezus als de hogepriester Die weet<br />
wat we nodig hebben op onze reis door de woestijn. Als ons oog op<br />
Hem in het heiligdom is gericht, weten onze voeten waar ze in de<br />
wereld moeten gaan.<br />
De lampen van de kandelaar moeten zo worden opgesteld dat het licht<br />
ervan op de kandelaar zelf valt. Het licht<br />
van de Heilige Geest valt altijd op de Heer<br />
Jezus (Jh 16:14). Ieder die licht verspreidt,<br />
moet dit uitstralen van en op de Heer, en<br />
niet op zichzelf (vgl. Mt 5:16). De Heer Jezus<br />
is de kandelaar die de zeven lampen<br />
draagt. De gelovigen zijn de lampen door<br />
94<br />
En Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat<br />
ook zij geheiligd zijn door [de]<br />
waarheid. (Jh 17:19)<br />
Hij zal Mij verheerlijken, want Hij<br />
zal uit het mijne nemen en het u<br />
verkondigen. (Jh 16:14)<br />
Laat zo uw licht schijnen voor het<br />
oog van de mensen, opdat zij uw<br />
goede werken zien en uw Vader die<br />
in de hemelen is, verheerlijken.<br />
(Mt 5:16)