Numeri - Welkom bij Succat Yeshua

Numeri - Welkom bij Succat Yeshua Numeri - Welkom bij Succat Yeshua

succatyeshua.nl
from succatyeshua.nl More from this publisher
02.05.2013 Views

Numeri 4 lampen, de bijbehorende snuiters, de bijbehorende vuurschalen, en alle olievaatjes waarmee ze daaraan de dienst verrichten. 10 Zij moeten hem ook met alle bijbehorende voorwerpen in een dekkleed van zeekoeienhuiden leggen en [hem] op de draagbaar zetten. Over de kandelaar moeten twee kleden worden gespreid. De kandelaar geeft licht in het heiligdom. Het heiligdom spreekt van de hemelse gewesten en de voorwerpen in het heiligdom spreken van de hemelse dingen (Hb 9:23). Om hemelse waarheden te kunnen kennen is het licht van de hemel nodig, dat ons wordt gegeven door de Heilige Geest. Dat zien we voorgesteld in de kandelaar die eerst met een blauwpurperen kleed wordt bedekt. Het dekkleed van zeekoeienhuiden is zichtbaar voor de wereld. Dat wijst erop dat het licht dat wij verspreiden en dat hemels van karakter behoort te zijn, voor de wereld niet aantrekkelijk is. Bedekking van het gouden altaar | verzen 11-12 11 En over het gouden altaar moeten zij een blauwpurperen kleed uitspreiden en dat met een dekkleed van zeekoeienhuiden bedekken, en zij moeten zijn draagbomen aanbrengen. 12 Zij moeten verder alle voorwerpen voor de dienst nemen, waarmee zij in het heiligdom de dienst verrichten, en die in een blauwpurperen kleed leggen, en die met een dekkleed van zeekoeienhuiden bedekken en het op de draagbaar zetten. Over het gouden reukaltaar gaat eerst een blauwpurperen kleed. De gebeden en aanbidding waaraan dit altaar doet denken (Ps 141:2; zie ook Op 8:3), zijn nodig voor de ge- Het was dus nodig dat wel de zinnebeelden van de dingen die in de hemelen zijn hierdoor gereinigd werden, maar de hemelse dingen zelf door betere slachtoffers dan deze. (Hb 9:23) Laat mijn gebed als reukwerk voor Uw aangezicht staan, laat mijn opgeheven handen als het avondoffer zijn. (Ps 141:2) meente, opdat zij hun hemels karakter bewaren tijdens de reis door de woestijn. Het dekkleed van zeekoeienhuiden brengt symbolisch tot uitdrukking dat dit soort activiteiten voor de wereld niets aantrekkelijks bezitten. De hemelse waarde ervan is verborgen voor de wereld. Zo is het met alle dienst die in het heiligdom gebeurt: ze is hemels van karakter, verborgen voor de wereld en wat ze ervan ziet is voor haar onaantrekkelijk. 54

Bedekking van het koperen altaar | verzen 13-14 13 Zij moeten de as van het altaar verwijderen, en daarover een roodpurperen kleed uitspreiden, 14 en daarop al zijn voorwerpen leggen, waarmee zij de dienst met betrekking tot [het altaar] verrichten: de vuurschalen, de vorken, de scheppen, de sprengbekkens, [kortom] alle voorwerpen voor het altaar; en zij moeten daarover een deken van zeekoeienhuiden uitspreiden, en zijn draagbomen aanbrengen. Het koperen altaar behoort ook tot de dienst van de Kahathieten, omdat het, net als bij de gouden vaten het geval is, een openbaring van God voorstelt. Dit altaar spreekt van het werk van Christus voor de zondaar, waarin God de zondaar uitnodigt tot Hem te komen. Het koperen altaar wordt niet bedekt door een blauwpurperen kleed, omdat het niet een hemels karakter tot uitdrukking moet brengen, maar het werk dat op aarde werd verricht. Het roodpurper spreekt van de koninklijke waardigheid van de Heer Jezus. De Heer Jezus zal als Koning regeren op grond van Zijn werk. Hij is nu door lijden tot heerlijkheid gebracht (Hb 2:9). Deze heerlijkheid zal in het vrederijk voor allen zichtbaar zijn. Het lijden en de heerlijkheid daarna horen bij elkaar (1Pt 1:11). Ook die waarheid heeft voor de wereld geen aantrekkelijkheid. Dat wordt tot uitdrukking gebracht in het buitenste kleed, dat van zeekoeienhuiden. Numeri 4 ...; maar wij zien Jezus, die een weinig minder dan [de] engelen gemaakt was vanwege het lijden van de dood met heerlijkheid en eer gekroond, ... (Hb 2:9) ..., terwijl zij navorsten welke of wat voor tijd de Geest van Christus die in hen was, aanduidde, toen Hij tevoren getuigde van het lijden dat over Christus [zou komen] en van de heerlijkheden daarna. (1Pt 1:11) Alles wat de Kahathieten is toevertrouwd, moeten zij met hun handen dragen, hetzij aan draagbomen, hetzij op een draagbaar (zie de verzen 6,8,10,11,12,14). Niets ervan mag met het zand van de woestijn in aanraking komen. Wat de Kahathieten moeten dragen | vers 15 15 Als Aäron en zijn zonen bij het opbreken van het kamp het bedekken van het heiligdom en van alle voorwerpen in het heiligdom voltooid hebben, mogen de nakomelingen van Kahath daarna komen om [alles] te dragen; maar zij mogen dat heilige niet aanraken, opdat 55

<strong>Numeri</strong> 4<br />

lampen, de <strong>bij</strong>behorende snuiters, de <strong>bij</strong>behorende vuurschalen, en<br />

alle olievaatjes waarmee ze daaraan de dienst verrichten. 10 Zij<br />

moeten hem ook met alle <strong>bij</strong>behorende voorwerpen in een dekkleed<br />

van zeekoeienhuiden leggen en [hem] op de draagbaar zetten.<br />

Over de kandelaar moeten twee kleden worden gespreid. De kandelaar<br />

geeft licht in het heiligdom. Het heiligdom spreekt van de hemelse<br />

gewesten en de voorwerpen in het heiligdom<br />

spreken van de hemelse dingen (Hb<br />

9:23). Om hemelse waarheden te kunnen<br />

kennen is het licht van de hemel nodig, dat<br />

ons wordt gegeven door de Heilige Geest.<br />

Dat zien we voorgesteld in de kandelaar<br />

die eerst met een blauwpurperen kleed wordt bedekt. Het dekkleed<br />

van zeekoeienhuiden is zichtbaar voor de wereld. Dat wijst erop dat<br />

het licht dat wij verspreiden en dat hemels van karakter behoort te zijn,<br />

voor de wereld niet aantrekkelijk is.<br />

Bedekking van het gouden altaar | verzen 11-12<br />

11 En over het gouden altaar moeten zij een blauwpurperen kleed<br />

uitspreiden en dat met een dekkleed van zeekoeienhuiden bedekken,<br />

en zij moeten zijn draagbomen aanbrengen. 12 Zij moeten verder<br />

alle voorwerpen voor de dienst nemen, waarmee zij in het heiligdom<br />

de dienst verrichten, en die in een blauwpurperen kleed leggen, en<br />

die met een dekkleed van zeekoeienhuiden bedekken en het op de<br />

draagbaar zetten.<br />

Over het gouden reukaltaar gaat eerst een blauwpurperen kleed. De<br />

gebeden en aanbidding<br />

waaraan dit altaar doet<br />

denken (Ps 141:2; zie ook Op 8:3),<br />

zijn nodig voor de ge-<br />

Het was dus nodig dat wel de zinnebeelden<br />

van de dingen die in de hemelen<br />

zijn hierdoor gereinigd werden,<br />

maar de hemelse dingen zelf<br />

door betere slachtoffers dan deze.<br />

(Hb 9:23)<br />

Laat mijn gebed als reukwerk voor Uw aangezicht staan,<br />

laat mijn opgeheven handen als het avondoffer zijn.<br />

(Ps 141:2)<br />

meente, opdat zij hun hemels karakter bewaren tijdens de reis door de<br />

woestijn. Het dekkleed van zeekoeienhuiden brengt symbolisch tot<br />

uitdrukking dat dit soort activiteiten voor de wereld niets aantrekkelijks<br />

bezitten. De hemelse waarde ervan is verborgen voor de wereld.<br />

Zo is het met alle dienst die in het heiligdom gebeurt: ze is hemels van<br />

karakter, verborgen voor de wereld en wat ze ervan ziet is voor haar<br />

onaantrekkelijk.<br />

54

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!