Numeri - Welkom bij Succat Yeshua
Numeri - Welkom bij Succat Yeshua Numeri - Welkom bij Succat Yeshua
Numeri 3 In dit hoofdstuk zien we dat de Levieten naar de gedachten van God worden afgezonderd voor de dienst. Ze zijn een type van de gemeente, of liever van de leden van de gemeente, in hun dienst voor God, zoals de priesters een beeld van de christenen zijn die tot de troon van God naderen voor aanbidding of in voorbede ten behoeve van anderen. Er zijn drie beginselen die voor ons bij de dienst voor de Heer van belang zijn: 1. we zijn verlost uit Egypte (beeld van de wereld; zie Ex 12); 2. als gevolg daarvan behoren we God toe (1Ko 6:20); 3. we zijn aan Christus gegeven voor de dienst van de hemelse tabernakel (Nm 3:6). De Levieten zijn als enige stam uitverkoren om de heilige dingen van de tabernakel te dragen en daarin te dienen. Voor de gemeente wil dat zeggen dat ieder lid, elke gelovige, verantwoordelijk is zijn bijdrage aan het gemeente zijn te leveren. Van alles wat God ons in de gemeente heeft geschonken, heeft Hij ons de verantwoordelijkheid gegeven dat alles door de woestijn heen te dragen en ongeschonden aan het eind te brengen. Elk kind van God is een Leviet, maar de vraag is wel wie die dienst ook werkelijk uitoefent. Elke Leviet heeft zijn eigen taak. God heeft ons allemaal een genadegave gegeven, maar gebruiken we die ook? Dat is anders dan bij de priesters. Alle zonen van Aäron zijn priesters, daarin is geen onderscheid. Zo komen we op zondagmorgen samen. Alle broeders en zusters verrichten priesterdienst. In het naderen tot God verdwijnt alle onderscheid, want wie en wat zijn wij in Zijn tegenwoor- digheid? Als Levieten is er wel onderscheid. Dit onderscheid is door God Zelf aangebracht (1Ko 12:5). Ieder heeft een eigen taak, die anders is dan de taak van de ander. 40 Want u bent voor een prijs gekocht; verheerlijkt dan God in uw lichaam! (1Ko 6:20) ... er is verscheidenheid van bedieningen, en het is dezelfde Heer; ... (1Ko 12:5)
De nakomelingen van Aäron | verzen 1-4 1 Dit nu zijn de afstammelingen van Aäron en Mozes op de dag dat de HEERE met Mozes sprak op de berg Sinaï. 2 Dit nu zijn de namen van de zonen van Aäron: Nadab, de eerstgeborene; verder Abihu, Eleazar en Ithamar. 3 Dit zijn de namen van de zonen van Aäron, de gezalfde priesters, die gewijd zijn om als priester te dienen. 4 Nadab en Abihu waren voor het aangezicht van de HEERE gestorven, toen zij in de woestijn Sinaï vreemd vuur voor het aangezicht van de HEERE gebracht hadden. En zij hadden geen zonen, zodat Eleazar en Ithamar als priester dienden tijdens [het leven] van hun vader Aäron. Mozes en Aäron worden samen als de geestelijke vaders van het geslacht van Levi aangeduid, zowel priesters als Levieten. In Mozes komt het aspect van het gezag van het Woord van God naar voren. In Aäron zien we meer het medegevoel met onze zwakheden. Samen zijn zij een beeld van de Heer Jezus in Wie beide aspecten volmaakt verenigd zijn (zie Hb 3:1; zie ook Hb 4:12-16). Nadab en Abihu hadden geen rekening gehouden met het gezag van het woord dat God gesproken had en waren het heiligdom binnengegaan in de mening dat zij op hun eigen manier tot God konden naderen. Dat is een eigen verzonnen priesterdienst. Een dergelijk priesterschap sterft uit, het houdt voor God geen stand omdat God het niet in stand houdt, er is niets van Hem in aanwezig. Zij hadden geen zonen, geen nageslacht dat hen opvolgde. Hun dood, zo spoedig al na de instelling van het priesterschap, moet een afschrikwekkend voorbeeld zijn en oproepen tot heiligheid bij het uitoefenen van het priesterambt. Het noemen van hun namen en hun einde maakt duidelijk dat het priesterschap niet verbonden is aan de voornaamheid van de familie, maar aan de soevereine keus van God. Het laat ook zien dat het krijgen van een voorrecht niet automatisch trouw inhoudt, maar dat de mens in staat is zijn voorrecht te verderven. De overgebleven zonen dienen als priester tijdens het leven van Aäron. Het is goed als jongeren dienen onder het toeziend oog van ouderen. Het moet ook voor Aäron een vreugde zijn geweest in deze twee jongens waardige opvolgers te zien (vgl. 3Jh :4). Numeri 3 Ik heb geen grotere blijdschap dan deze, dat ik hoor dat mijn kinderen in de waarheid wandelen. (3Jh :4) 41
- Page 1: Numeri Toegelicht & toegepast
- Page 4 and 5: Uitgeverij: Johannes Multimedia e-m
- Page 6 and 7: Inhoud verzen 14-20 Opdracht om de
- Page 8 and 9: Inhoud Numeri 10 109 verzen 1-10 De
- Page 10 and 11: Inhoud Numeri 19 187 verzen 1-2 De
- Page 12 and 13: Inhoud Numeri 27 264 verzen 1-4 De
- Page 14 and 15: Inhoud verzen 7-8 Achtenveertig Lev
- Page 16 and 17: Vooraf Heer Jezus. Dat zal zijn tot
- Page 18 and 19: Tekstgebruik taar naar meerdere tek
- Page 20 and 21: Tekstgebruik haakjes geven aan dat
- Page 22 and 23: Het boek Numeri Daarbij merken we v
- Page 24 and 25: Numeri 1 Het boek begint met tellen
- Page 26 and 27: Numeri 1 geloof wordt niet verwacht
- Page 28 and 29: Numeri 1 Om toch een betekenis van
- Page 30 and 31: Numeri 1 aantal namen, van twintig
- Page 32 and 33: Numeri 1 De Levieten | verzen 47-53
- Page 34 and 35: Numeri 2 daarmee eens zijn, verzame
- Page 36 and 37: Numeri 2 geslachtsregister in Matth
- Page 38 and 39: Numeri 2 24 Allen die geteld waren
- Page 42 and 43: Numeri 3 De Levieten zijn een gesch
- Page 44 and 45: Numeri 3 dat er in die tijd van voo
- Page 46 and 47: Numeri 3 De Kahathieten en hun taak
- Page 48 and 49: Numeri 3 tweeëntwintigduizend. 40
- Page 50 and 51: Numeri 4 Dienst van de Kahathieten
- Page 52 and 53: Numeri 4 de Heer Jezus voor waarsch
- Page 54 and 55: Numeri 4 lampen, de bijbehorende sn
- Page 56 and 57: Numeri 4 zij niet sterven. Dit is w
- Page 58 and 59: Numeri 4 Dienst van de Gersonieten
- Page 60 and 61: Numeri 4 ven (Ko 2:5; 1Ko 1:10b). D
- Page 62 and 63: Numeri 5 Alles in het kamp is geord
- Page 64 and 65: Numeri 5 schuldig. 7 Zij moeten hun
- Page 66 and 67: Numeri 5 hij achterdochtig geworden
- Page 68 and 69: Numeri 5 Ten slotte zien we dat de
- Page 70 and 71: Numeri 5 beeld van de priester die
- Page 72 and 73: Numeri 6 God heeft een speciale sta
- Page 74 and 75: Numeri 6 Niets van de wijnstok eten
- Page 76 and 77: Numeri 6 De Heer Jezus heeft zich n
- Page 78 and 79: Numeri 6 Het is een verootmoedigend
- Page 80 and 81: Numeri 6 Het haar wordt geofferd |
- Page 82 and 83: Numeri 6 Er zijn drie paar zegening
- Page 84 and 85: Numeri 7 Dag 12, eerste maand Offer
- Page 86 and 87: Numeri 7 De Gersonieten krijgen twe
- Page 88 and 89: Numeri 7 88 de offergave van Eliab,
<strong>Numeri</strong> 3<br />
In dit hoofdstuk zien we dat de Levieten naar de gedachten van God<br />
worden afgezonderd voor de dienst. Ze zijn een type van de gemeente,<br />
of liever van de leden van de gemeente, in hun dienst voor God, zoals<br />
de priesters een beeld van de christenen zijn die tot de troon van God<br />
naderen voor aanbidding of in voorbede ten behoeve van anderen.<br />
Er zijn drie beginselen die voor ons <strong>bij</strong> de dienst voor de Heer van<br />
belang zijn:<br />
1. we zijn verlost uit Egypte (beeld van de wereld; zie Ex 12);<br />
2. als gevolg daarvan behoren we God<br />
toe (1Ko 6:20);<br />
3. we zijn aan Christus gegeven voor de<br />
dienst van de hemelse tabernakel (Nm<br />
3:6).<br />
De Levieten zijn als enige stam uitverkoren om de heilige dingen van<br />
de tabernakel te dragen en daarin te dienen. Voor de gemeente wil dat<br />
zeggen dat ieder lid, elke gelovige, verantwoordelijk is zijn <strong>bij</strong>drage aan<br />
het gemeente zijn te leveren. Van alles wat God ons in de gemeente<br />
heeft geschonken, heeft Hij ons de verantwoordelijkheid gegeven dat<br />
alles door de woestijn heen te dragen en ongeschonden aan het eind te<br />
brengen.<br />
Elk kind van God is een Leviet, maar de vraag is wel wie die dienst ook<br />
werkelijk uitoefent. Elke Leviet heeft zijn eigen taak. God heeft ons<br />
allemaal een genadegave gegeven, maar gebruiken we die ook? Dat is<br />
anders dan <strong>bij</strong> de priesters. Alle zonen van Aäron zijn priesters, daarin<br />
is geen onderscheid. Zo komen we op zondagmorgen samen. Alle<br />
broeders en zusters verrichten priesterdienst. In het naderen tot God<br />
verdwijnt alle onderscheid, want wie en wat zijn wij in Zijn tegenwoor-<br />
digheid? Als Levieten is er wel onderscheid.<br />
Dit onderscheid is door God Zelf<br />
aangebracht (1Ko 12:5). Ieder heeft een eigen<br />
taak, die anders is dan de taak van de<br />
ander.<br />
40<br />
Want u bent voor een prijs gekocht;<br />
verheerlijkt dan God in uw lichaam!<br />
(1Ko 6:20)<br />
... er is verscheidenheid van bedieningen,<br />
en het is dezelfde Heer; ...<br />
(1Ko 12:5)