Numeri - Welkom bij Succat Yeshua
Numeri - Welkom bij Succat Yeshua Numeri - Welkom bij Succat Yeshua
Numeri 35 de hand van de bloedwreker, en de gemeenschap° moet hem laten terugkeren naar zijn vrijstad, waarheen hij gevlucht was. Dan moet hij daar blijven tot de dood van de hogepriester, die men met de heilige olie gezalfd heeft. Er zijn gevallen dat de doodslager in de vrijstad mag wonen. Dat is het geval als de doodslager iemand per ongeluk een duw of een klap heeft gegeven of met een steen geraakt en de ander gedood heeft. Deze gebeurtenis heeft dan plaatsgevonden zonder het doel de ander kwaad te doen. Dan is er sprake van dood zonder opzet. Wie dat overkomt, mag in de vrijstad blijven, hij hoeft niet te sterven, de bloedwreker mag hem niet doden. Al wordt hem genade bewezen dat hij niet hoeft te sterven, hij mag niet terugkeren naar zijn erfdeel. Pas na de dood van de hogepriester die er is ten tijde van de doodslag, is de doodslager helemaal vrij om weer terug te keren tot zijn erfdeel. Dit aspect wordt alleen in Numeri behandeld. De dood van de hogepriester stelt in type het eind van het hogepriesterschap van de Heer Jezus voor zoals Hij dat nu uitoefent. Het priesterschap van Christus nu is een getuigenis dat Israël nog steeds verworpen is. Het is een hogepriesterschap in de hemel waarin Hij ‘‘met onze zwakheden kan mee lijden’’ (Hb 4:15). Dit hogepriesterschap zien we in beeld in Aäron. Als Hij ons, de gemeente, uit deze wereld heeft weggenomen, hebben we Hem als zodanig niet meer nodig. Maar dan zal Hij voor Israël verschijnen als de hogepriester naar de orde van Melchizédek om Zijn volk weer in het bezit van hun erfdeel te stellen. Alleen veilig in de vrijstad | verzen 26-29 332 26 Maar als hij die een doodslag begaan heeft, de grens van zijn vrijstad, waarheen hij gevlucht was, ook maar even overschrijdt, 27 en de bloedwreker vindt hem buiten de grens van zijn vrijstad, dan mag de bloedwreker hem die een doodslag begaan heeft, doden; [dan] is het voor hem geen bloedschuld. 28 Want hij die een doodslag begaan heeft, had in zijn vrijstad moeten blijven tot de dood van de hogepriester; pas na de dood van de hogepriester mag hij terugkeren naar het land dat hij bezit. 29 Dit zal voor u als een rechtsverordening gelden, [al] uw generaties door, in al uw woongebieden.
De doodslager is alleen veilig in de vrijstad. Als hij zich buiten de vrijstad begeeft en hij valt in handen van de bloedwreker, wordt hij alsnog gedood. De vrijstad is een plaats van afzondering, met het karakter van een Levietenstad. Gelovigen die zich buiten de plaatselijke gemeente gaan begeven, daar niet meer hun heil zoeken, zullen het leven verliezen. We kunnen dit toepassen op het nalaten van het bezoeken van de samenkomsten tot opbouw van het geloof. Als er geen behoefte meer is aan geestelijk voedsel en geestelijke vorming en als gelegenheden waar Gods Woord wordt gebracht niet meer worden bezocht, heeft dat in het algemeen de geestelijke dood tot gevolg. Twee getuigen | vers 30 30 [Wat betreft] allen die iemand om het leven gebracht hebben: op grond van de verklaring van [meerdere] getuigen moet men degene die een doodslag begaan heeft, doodslaan. Er mag echter niet [slechts] één getuige tegen een persoon getuigen, zodat die zou moeten sterven. Om tot een afdoend getuigenis te komen in een zaak van een doodslager moeten minstens twee getuigen een verklaring afleggen. Eén getuige is niet voldoende. Het is naar Gods gedachten zo, en Paulus handelt daarnaar: ‘‘In de mond van twee of drie getuigen zal elke zaak vast staan’’ (2Ko 13:1; zie ook Mt 18:16; 1Tm 5:19). Zelfs de Heer Jezus zegt dat Zijn getuigenis niet waar is als Hij van Zichzelf getuigt (Jh 5:31), dat wil zeggen dat het niet aanvaard kan worden. Zo heeft Hij het Zelf in de wet laten vastleggen (zie Dt 19:15). Een getuigenis kan alleen aanvaard worden als er getuigen zijn die de zaak kunnen bevestigen. Geen losgeld | verzen 31-32 Numeri 35 Als Ik van Mijzelf getuig, is mijn getuigenis niet waar. (Jh 5:31) 31 U mag geen losgeld aannemen voor het leven van degene die een doodslag begaan heeft die des doods schuldig is. Ja, hij moet zeker gedood worden. 32 U mag ook geen losgeld aannemen voor degene die naar zijn vrijstad is gevlucht, zodat hij voor de dood van de [hoge]priester terug kan keren om in het land te wonen. Geen bedrag, hoe hoog ook, geen enkele inspanning, hoe groot ook, kan een schuldige doodslager zijn straf doen ontlopen. Voor ons geldt 333
- Page 282 and 283: Numeri 29 282 zonder enig gebrek, 1
- Page 284 and 285: Numeri 29 volgt de eeuwigheid. Daar
- Page 286 and 287: Hoofdstuk 30 Het gaat nog steeds om
- Page 288 and 289: Numeri 30 bedoelingen waren toch ni
- Page 290 and 291: Numeri 30 13 Elke gelofte en elke v
- Page 292 and 293: Numeri 31 vanwege de eigen ontrouw
- Page 294 and 295: Numeri 31 hoofden van Midianietisch
- Page 296 and 297: Numeri 31 gevolg van onze ontrouw.
- Page 298 and 299: Numeri 31 den gehad door met een ma
- Page 300 and 301: Numeri 31 alle eeuwigheid de lof wo
- Page 302 and 303: Numeri 32 land waarvan Hij zegt:
- Page 304 and 305: Numeri 32 Mozes wijst op de gevaren
- Page 306 and 307: Numeri 32 De Gadieten en Rubenieten
- Page 308 and 309: Numeri 32 Verdeling van het Overjor
- Page 310 and 311: Numeri 33 Er worden wel bepaalde ge
- Page 312 and 313: Numeri 33 Plaatsen en voorvallen ti
- Page 314 and 315: Numeri 33 heel voor ons krijgen als
- Page 316 and 317: Numeri 33 Hoe het volk in het land
- Page 318 and 319: Numeri 33 verbinding met hen. Het g
- Page 320 and 321: Numeri 34 De grens van het land is
- Page 322 and 323: Numeri 34 u een lijn tekenen naar L
- Page 324 and 325: Numeri 34 Paltiël, zoon van Azzan;
- Page 326 and 327: Numeri 35 Grootte van de weidegrond
- Page 328 and 329: Numeri 35 [bloed]wreker, opdat dege
- Page 330 and 331: Numeri 35 de Heer Jezus door Zijn W
- Page 334 and 335: Numeri 35 dat er alleen door geloof
- Page 336 and 337: Numeri 36 wat we hebben gekregen. A
- Page 338: Numeri 36 De dochters van Zelafead
- Page 341 and 342: Zie, een volk, een toelichting op H
- Page 343: Europa herleeft, Droom of nachtmerr
De doodslager is alleen veilig in de vrijstad. Als hij zich buiten de<br />
vrijstad begeeft en hij valt in handen van de bloedwreker, wordt hij<br />
alsnog gedood. De vrijstad is een plaats van afzondering, met het<br />
karakter van een Levietenstad. Gelovigen die zich buiten de plaatselijke<br />
gemeente gaan begeven, daar niet meer hun heil zoeken, zullen het<br />
leven verliezen. We kunnen dit toepassen op het nalaten van het<br />
bezoeken van de samenkomsten tot opbouw van het geloof. Als er geen<br />
behoefte meer is aan geestelijk voedsel en geestelijke vorming en als<br />
gelegenheden waar Gods Woord wordt gebracht niet meer worden<br />
bezocht, heeft dat in het algemeen de geestelijke dood tot gevolg.<br />
Twee getuigen | vers 30<br />
30 [Wat betreft] allen die iemand om het leven gebracht hebben: op<br />
grond van de verklaring van [meerdere] getuigen moet men degene<br />
die een doodslag begaan heeft, doodslaan. Er mag echter niet [slechts]<br />
één getuige tegen een persoon getuigen, zodat die zou moeten sterven.<br />
Om tot een afdoend getuigenis te komen in een zaak van een doodslager<br />
moeten minstens twee getuigen een verklaring afleggen. Eén getuige<br />
is niet voldoende. Het is naar Gods gedachten zo, en Paulus handelt<br />
daarnaar: ‘‘In de mond van twee of drie getuigen zal elke zaak vast staan’’ (2Ko<br />
13:1; zie ook Mt 18:16; 1Tm 5:19). Zelfs de Heer Jezus zegt dat Zijn getuigenis<br />
niet waar is als Hij van Zichzelf getuigt (Jh<br />
5:31), dat wil zeggen dat het niet aanvaard<br />
kan worden. Zo heeft Hij het Zelf in de wet<br />
laten vastleggen (zie Dt 19:15). Een getuigenis kan alleen aanvaard worden<br />
als er getuigen zijn die de zaak kunnen bevestigen.<br />
Geen losgeld | verzen 31-32<br />
<strong>Numeri</strong> 35<br />
Als Ik van Mijzelf getuig, is mijn<br />
getuigenis niet waar. (Jh 5:31)<br />
31 U mag geen losgeld aannemen voor het leven van degene die een<br />
doodslag begaan heeft die des doods schuldig is. Ja, hij moet zeker<br />
gedood worden. 32 U mag ook geen losgeld aannemen voor degene<br />
die naar zijn vrijstad is gevlucht, zodat hij voor de dood van de<br />
[hoge]priester terug kan keren om in het land te wonen.<br />
Geen bedrag, hoe hoog ook, geen enkele inspanning, hoe groot ook,<br />
kan een schuldige doodslager zijn straf doen ontlopen. Voor ons geldt<br />
333