Numeri - Welkom bij Succat Yeshua

Numeri - Welkom bij Succat Yeshua Numeri - Welkom bij Succat Yeshua

succatyeshua.nl
from succatyeshua.nl More from this publisher
02.05.2013 Views

Numeri 1 De Levieten | verzen 47-53 47 Maar de Levieten uit de stam van hun vaderen werden onder hen niet [mee]geteld, 48 want de HEERE had tot Mozes gesproken: 49 Alleen de stam Levi mag u niet [mee]tellen en hun aantal mag u niet onder de Israëlieten opnemen. 50 Wat u betreft, stel de Levieten aan over de tabernakel van de getuigenis en over alle bijbehorende voorwerpen, ja, over alles wat erbij hoort. Zíj moeten de tabernakel en alle bijbehorende voorwerpen dragen. Zíj moeten dienen, en zij moeten hun kamp rondom de tabernakel opslaan. 51 En wanneer de tabernakel moet opbreken, dienen de Levieten hem uit elkaar te nemen, en wanneer de tabernakel halt moet houden, dienen de Levieten hem [weer] op te bouwen. En de onbevoegde die te dicht bij komt, moet ter dood gebracht worden. 52 De Israëlieten moeten hun kamp opslaan, ieder bij zijn [eigen] kamp en ieder bij zijn [eigen] vaandel, [ingedeeld] overeenkomstig hun legers, 53 maar de Levieten moeten hun kamp opslaan rondom de tabernakel van de getuigenis; dan zal er geen grote toorn op de gemeenschap° van de Israëlieten [komen]. Zo moeten de Levieten de voorschriften met betrekking tot de tabernakel van de getuigenis in acht nemen. De Levieten worden niet tot de strijders gerekend. Zij hebben de zorg voor de tabernakel en legeren zich direct rondom hem. De tabernakel wordt hier ‘‘de tabernakel van de getuigenis’’ genoemd. Het gaat om het aspect van het getuigenis naar buiten toe. Dat is ook een aspect van de gemeente, die ‘‘de pilaar en grondslag van de waarheid’’ is (1Tm 3:15). De gemeente heeft in de wereld het getuigenis van de waarheid hoog te houden. Dat wekt tegenstand op en vraagt om strijd, verdediging. De gelovigen zijn priesters, maar ook Levieten en ook strijders. Afhankelijk van zijn bezigheid is de gelovige een priester, een Leviet of een strijder. Hij is als priester bezig als hij in het heiligdom is om God te prijzen. Hij is een Leviet als hij de gemeente dient. Hij is een strijder als hij voor de waarheid opkomt, als die wordt aangevallen. De opdracht wordt uitgevoerd | vers 54 54 De Israëlieten deden het. Overeenkomstig alles wat de HEERE Mozes geboden had, zo deden zij. Het volk wordt gekenmerkt door gehoorzaamheid. 32

Numeri 2 Het kamp moet worden opgeslagen | verzen 1-2 1 De HEERE sprak tot Mozes en tot Aäron: 2 De Israëlieten moeten hun kamp opslaan, ieder bij zijn vaandel, bij de herkenningstekens [die behoren bij] hun familie; zij moeten op enige afstand hun kamp opslaan rondom de tent van ontmoeting°. Alles in de strijd draait om de tabernakel die het middelpunt van het leger vormt, hier genoemd ‘‘tent der samenkomst’’ (vgl. Nm 1:50,53). Het getuigenis van God in deze wereld wordt gegeven door de gemeente, vooral als de gemeente samenkomt. Dat is een bijzonder mikpunt van de aanvallen van de vijand. Daarom moet dat beschermd worden. Daarvoor moet elke stam zijn plaats daar rondom innemen. Elke gelovige moet weten wat zijn plaats is met betrekking tot het samenkomen van Gods volk. Het aanbrengen van de orde in het opslaan van het kamp wijst op het belang van de plaats die iedere stam inneemt. Daarbij moet ieder lid van de stam weten waar die plaats is. Het is niet alleen van belang als een getelde tot het leger te behoren, maar ook te weten wat zijn plaats is met betrekking tot de woonplaats van God. Het leger beschermt de tabernakel. God geeft elke stam zijn eigen plaats. Zo geeft Hij ook ons een eigen plaats rondom Hemzelf (vgl. 1Ko 12:18). Wij zijn persoonlijk geroepen, Israël per stam. Stammen kun- Maar nu heeft God de leden, elk van hen, in het lichaam gesteld zoals Hij heeft gewild. (1Ko 12:18) nen niet onderling ruilen. Wie tot een bepaalde stam behoort, kan niet zomaar van stam veranderen. De plaats die God ons geeft in Zijn leger, geeft Hij ons omdat Hij ons daar het best gebruiken kan. Drie stammen zijn telkens op een speciale manier aan elkaar verbonden, onder één vaandel. Zo zijn ook plaatselijke gemeenten door hun ligging op een speciale manier met elkaar verbonden. Tevens moet het oog gehouden worden op het volk als geheel. Vaandels die in de christenheid zijn gehesen, bewerken geen eenheid, maar verdeeldheid. Er zijn er die een vaandel hijsen met daarop de naam van een mens of de naam van een leerstelling. Allen die het 33

<strong>Numeri</strong> 2<br />

Het kamp moet worden opgeslagen | verzen 1-2<br />

1 De HEERE sprak tot Mozes en tot Aäron: 2 De Israëlieten moeten<br />

hun kamp opslaan, ieder <strong>bij</strong> zijn vaandel, <strong>bij</strong> de herkenningstekens<br />

[die behoren <strong>bij</strong>] hun familie; zij moeten op enige afstand hun kamp<br />

opslaan rondom de tent van ontmoeting°.<br />

Alles in de strijd draait om de tabernakel die het middelpunt van het<br />

leger vormt, hier genoemd ‘‘tent der samenkomst’’ (vgl. Nm 1:50,53). Het<br />

getuigenis van God in deze wereld wordt gegeven door de gemeente,<br />

vooral als de gemeente samenkomt. Dat is een <strong>bij</strong>zonder mikpunt van<br />

de aanvallen van de vijand. Daarom moet dat beschermd worden.<br />

Daarvoor moet elke stam zijn plaats daar rondom innemen. Elke gelovige<br />

moet weten wat zijn plaats is met betrekking tot het samenkomen<br />

van Gods volk.<br />

Het aanbrengen van de orde in het opslaan van het kamp wijst op het<br />

belang van de plaats die iedere stam inneemt. Daar<strong>bij</strong> moet ieder lid<br />

van de stam weten waar die plaats is. Het is niet alleen van belang als<br />

een getelde tot het leger te behoren, maar ook te weten wat zijn plaats<br />

is met betrekking tot de woonplaats van God. Het leger beschermt de<br />

tabernakel.<br />

God geeft elke stam zijn eigen plaats. Zo<br />

geeft Hij ook ons een eigen plaats rondom<br />

Hemzelf (vgl. 1Ko 12:18). Wij zijn persoonlijk<br />

geroepen, Israël per stam. Stammen kun-<br />

Maar nu heeft God de leden, elk van<br />

hen, in het lichaam gesteld zoals Hij<br />

heeft gewild. (1Ko 12:18)<br />

nen niet onderling ruilen. Wie tot een bepaalde stam behoort, kan niet<br />

zomaar van stam veranderen. De plaats die God ons geeft in Zijn leger,<br />

geeft Hij ons omdat Hij ons daar het best gebruiken kan.<br />

Drie stammen zijn telkens op een speciale manier aan elkaar verbonden,<br />

onder één vaandel. Zo zijn ook plaatselijke gemeenten door hun<br />

ligging op een speciale manier met elkaar verbonden. Tevens moet het<br />

oog gehouden worden op het volk als geheel.<br />

Vaandels die in de christenheid zijn gehesen, bewerken geen eenheid,<br />

maar verdeeldheid. Er zijn er die een vaandel hijsen met daarop de<br />

naam van een mens of de naam van een leerstelling. Allen die het<br />

33

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!