Numeri - Welkom bij Succat Yeshua
Numeri - Welkom bij Succat Yeshua Numeri - Welkom bij Succat Yeshua
Numeri 1 aantal namen, van twintig jaar oud en daarboven, allen die met het leger uittrokken, 35 zij die geteld waren uit de stam Manasse: tweeëndertigduizend tweehonderd. 36 Van de zonen van Benjamin, hun afstammelingen, [ingedeeld] naar hun geslachten [en] naar hun families, overeenkomstig het aantal namen, van twintig jaar oud en daarboven, allen die met het leger uittrokken, 37 zij die geteld waren uit de stam Benjamin: vijfendertigduizend vierhonderd. 38 Van de zonen van Dan, hun afstammelingen, [ingedeeld] naar hun geslachten [en] naar hun families, overeenkomstig het aantal namen, van twintig jaar oud en daarboven, allen die met het leger uittrokken, 39 zij die geteld waren uit de stam Dan: tweeënzestigduizend zevenhonderd. 40 Van de zonen van Aser, hun afstammelingen, [ingedeeld] naar hun geslachten [en] naar hun families, overeenkomstig het aantal namen, van twintig jaar oud en daarboven, allen die met het leger uittrokken, 41 zij die geteld waren uit de stam Aser: eenenveertigduizend vijfhonderd. 42 Van de zonen van Naftali, hun afstammelingen, [ingedeeld] naar hun geslachten [en] naar hun families, overeenkomstig het aantal namen, van twintig jaar oud en daarboven, allen die met het leger uittrokken, 43 zij die geteld waren uit de stam Naftali: drieënvijftigduizend vierhonderd. 44 Dit waren degenen die Mozes telde, samen met Aäron en de leiders van Israël, twaalf mannen waren er, één man namens zijn familie.\45 Allen van de Israëlieten die geteld waren, allen die met het leger uittrokken in Israël, naar hun familie, van twintig jaar oud en daarboven; 46 allen die geteld waren, waren zeshonderddrieduizend vijfhonderdvijftig [man]. Wie tot de getelden wil behoren, moet zijn afkomst verklaren (zie vers 18 SV). Verklaren gaat verder dan een innerlijke overtuiging. Iemand die door de Heer in Zijn leger wordt genomen, moet voor anderen getuigenis afleggen van zijn geloof en zich daarvoor niet schamen of daarover in onzekerheid zijn (2Tm 1:8,12). Wie in onzekerheid is 30 Schaam je dus niet voor het getuigenis van onze Heer, noch voor mij, zijn gevangene, maar lijd verdrukking met het evangelie, naar [de] kracht van God, ... (2Tm 1:8) Om die reden lijd ik ook deze dingen, maar ik schaam mij niet, want ik weet Wie ik geloofd heb, en ik ben overtuigd dat Hij machtig is mijn [aan Hem] toevertrouwde pand te bewaren tot die dag. (2Tm 1:12)
over zijn behoudenis, worstelt met zichzelf en is niet in staat de strijd met anderen aan te gaan. Dit is overigens geen worsteling of strijd waartoe God oproept. God op Zijn woord geloven maakt een eind aan die worsteling. Dit verklaren van hun afkomst is nodig vanwege ‘‘een grote [groep van] mensen van allerlei herkomst’’ (Ex 12:38; Nm 11:4) die zich onder hen bevindt. Er zijn mensen meegetrokken uit Egypte die geen Israëliet zijn. Dit kunnen we toepassen op mensen die zich wel bij het gezelschap van christenen hebben gevoegd, maar geen leven uit God hebben. Zij zijn niet in staat om voor God te verklaren dat zij bij Hem horen en kunnen ook geen strijd leveren voor Hem. Dat willen ze ook niet. Als we de getallen wat leesbaarder maken, ziet de tabel er zo uit: 1 Ruben 46.500 2 Simeon 59.300 3 Gad 45.650 4 Juda 74.600 5 Issaschar 54.400 6 Zebulon 57.400 7 Efraïm 40.500 8 Manasse 32.200 9 Benjamin 35.400 10 Dan 62.700 11 Aser 41.500 12 Naftali 53.400 Totaal 603.550 Numeri 1 Dit getal komt overeen met een eerdere telling, ongeveer negen maanden eerder (zie Ex 38:25-26). Bij die telling moest iedere getelde een halve sikkel zilver betalen als losgeld. Door het zilver werd de Israëliet losgekocht. Daarom is zilver een beeld van de prijs van de verlossing. 31
- Page 1: Numeri Toegelicht & toegepast
- Page 4 and 5: Uitgeverij: Johannes Multimedia e-m
- Page 6 and 7: Inhoud verzen 14-20 Opdracht om de
- Page 8 and 9: Inhoud Numeri 10 109 verzen 1-10 De
- Page 10 and 11: Inhoud Numeri 19 187 verzen 1-2 De
- Page 12 and 13: Inhoud Numeri 27 264 verzen 1-4 De
- Page 14 and 15: Inhoud verzen 7-8 Achtenveertig Lev
- Page 16 and 17: Vooraf Heer Jezus. Dat zal zijn tot
- Page 18 and 19: Tekstgebruik taar naar meerdere tek
- Page 20 and 21: Tekstgebruik haakjes geven aan dat
- Page 22 and 23: Het boek Numeri Daarbij merken we v
- Page 24 and 25: Numeri 1 Het boek begint met tellen
- Page 26 and 27: Numeri 1 geloof wordt niet verwacht
- Page 28 and 29: Numeri 1 Om toch een betekenis van
- Page 32 and 33: Numeri 1 De Levieten | verzen 47-53
- Page 34 and 35: Numeri 2 daarmee eens zijn, verzame
- Page 36 and 37: Numeri 2 geslachtsregister in Matth
- Page 38 and 39: Numeri 2 24 Allen die geteld waren
- Page 40 and 41: Numeri 3 In dit hoofdstuk zien we d
- Page 42 and 43: Numeri 3 De Levieten zijn een gesch
- Page 44 and 45: Numeri 3 dat er in die tijd van voo
- Page 46 and 47: Numeri 3 De Kahathieten en hun taak
- Page 48 and 49: Numeri 3 tweeëntwintigduizend. 40
- Page 50 and 51: Numeri 4 Dienst van de Kahathieten
- Page 52 and 53: Numeri 4 de Heer Jezus voor waarsch
- Page 54 and 55: Numeri 4 lampen, de bijbehorende sn
- Page 56 and 57: Numeri 4 zij niet sterven. Dit is w
- Page 58 and 59: Numeri 4 Dienst van de Gersonieten
- Page 60 and 61: Numeri 4 ven (Ko 2:5; 1Ko 1:10b). D
- Page 62 and 63: Numeri 5 Alles in het kamp is geord
- Page 64 and 65: Numeri 5 schuldig. 7 Zij moeten hun
- Page 66 and 67: Numeri 5 hij achterdochtig geworden
- Page 68 and 69: Numeri 5 Ten slotte zien we dat de
- Page 70 and 71: Numeri 5 beeld van de priester die
- Page 72 and 73: Numeri 6 God heeft een speciale sta
- Page 74 and 75: Numeri 6 Niets van de wijnstok eten
- Page 76 and 77: Numeri 6 De Heer Jezus heeft zich n
- Page 78 and 79: Numeri 6 Het is een verootmoedigend
<strong>Numeri</strong> 1<br />
aantal namen, van twintig jaar oud en daarboven, allen die met het<br />
leger uittrokken, 35 zij die geteld waren uit de stam Manasse:<br />
tweeëndertigduizend tweehonderd.<br />
36 Van de zonen van Benjamin, hun afstammelingen, [ingedeeld]<br />
naar hun geslachten [en] naar hun families, overeenkomstig het<br />
aantal namen, van twintig jaar oud en daarboven, allen die met het<br />
leger uittrokken, 37 zij die geteld waren uit de stam Benjamin:<br />
vijfendertigduizend vierhonderd.<br />
38 Van de zonen van Dan, hun afstammelingen, [ingedeeld] naar<br />
hun geslachten [en] naar hun families, overeenkomstig het aantal<br />
namen, van twintig jaar oud en daarboven, allen die met het leger<br />
uittrokken, 39 zij die geteld waren uit de stam Dan: tweeënzestigduizend<br />
zevenhonderd.<br />
40 Van de zonen van Aser, hun afstammelingen, [ingedeeld] naar<br />
hun geslachten [en] naar hun families, overeenkomstig het aantal<br />
namen, van twintig jaar oud en daarboven, allen die met het leger<br />
uittrokken, 41 zij die geteld waren uit de stam Aser: eenenveertigduizend<br />
vijfhonderd.<br />
42 Van de zonen van Naftali, hun afstammelingen, [ingedeeld] naar<br />
hun geslachten [en] naar hun families, overeenkomstig het aantal<br />
namen, van twintig jaar oud en daarboven, allen die met het leger<br />
uittrokken, 43 zij die geteld waren uit de stam Naftali: drieënvijftigduizend<br />
vierhonderd.<br />
44 Dit waren degenen die Mozes telde, samen met Aäron en de<br />
leiders van Israël, twaalf mannen waren er, één man namens zijn<br />
familie.\45 Allen van de Israëlieten die geteld waren, allen die met<br />
het leger uittrokken in Israël, naar hun familie, van twintig jaar oud<br />
en daarboven; 46 allen die geteld waren, waren zeshonderddrieduizend<br />
vijfhonderdvijftig [man].<br />
Wie tot de getelden wil behoren, moet zijn<br />
afkomst verklaren (zie vers 18 SV). Verklaren<br />
gaat verder dan een innerlijke overtuiging.<br />
Iemand die door de Heer in Zijn leger<br />
wordt genomen, moet voor anderen getuigenis<br />
afleggen van zijn geloof en zich daarvoor<br />
niet schamen of daarover in onzekerheid<br />
zijn (2Tm 1:8,12). Wie in onzekerheid is<br />
30<br />
Schaam je dus niet voor het getuigenis<br />
van onze Heer, noch voor mij,<br />
zijn gevangene, maar lijd verdrukking<br />
met het evangelie, naar [de]<br />
kracht van God, ... (2Tm 1:8)<br />
Om die reden lijd ik ook deze dingen,<br />
maar ik schaam mij niet, want ik<br />
weet Wie ik geloofd heb, en ik ben<br />
overtuigd dat Hij machtig is mijn<br />
[aan Hem] toevertrouwde pand te<br />
bewaren tot die dag. (2Tm 1:12)