Numeri - Welkom bij Succat Yeshua
Numeri - Welkom bij Succat Yeshua Numeri - Welkom bij Succat Yeshua
Numeri 31 hoofden van Midianietische stammen (zie Numeri 25:15, waar Zur ‘stamhoofd’ wordt genoemd, en Jozua 13:21 waar over ‘vorsten’ wordt gesproken). Ook Bileam ontkomt niet aan het oordeel. Zijn naam wordt verbonden aan die van de vijf koningen. Het lijkt erop dat hij hun adviseur is geweest. Hij valt met de vijanden van Gods volk met wie hij zich had verbonden. Hij had gewenst de dood van de oprechten te sterven (Nm 23:10), maar hij bleef in zijn boosheid leven. Tot het volk van de oprechten had hij niet willen toetreden. Waar hij in zijn leven van was gescheiden, was hij in zijn dood van gescheiden en dat zal hij tot in eeuwigheid blijven. In Zijn genade geeft God een grote overwinning met veel buit. Hij strijdt voor Zijn volk, omdat Zijn eer ermee gemoeid is. Als wij door valse invloeden worden meegesleept, is daar ook Gods eer mee gemoeid. Nadere bevelen van Mozes | verzen 13-20 294 13 Mozes, de priester Eleazar en alle leiders van de gemeenschap° gingen buiten het kamp, hun tegemoet. 14 Mozes werd erg kwaad op de aanvoerders van het leger, de bevelhebbers van duizend en de bevelhebbers van honderd die van de krijgsdienst [terug]kwamen. 15 En Mozes zei tegen hen: Hebt u alle vrouwen laten leven? 16 Zie, zíj waren door de raad van Bileam voor de Israëlieten de aanleiding tot trouwbreuk tegen de HEERE, in het geval van Peor, waardoor de plaag kwam onder de gemeenschap° van de HEERE. 17 Nu dan, dood al wie mannelijk is onder de kleine kinderen, en dood elke vrouw die gemeenschap met een man heeft gehad door met een man te slapen. 18 Maar laat alle kinderen van het vrouwelijk geslacht die [nog] geen gemeenschap gehad hebben door met een man te slapen, voor u in leven. 19 En u, sla uw kamp op buiten het kamp, zeven dagen [lang]. Ieder die een persoon gedood en ieder die een verslagene aangeraakt heeft, moet zich op de derde dag en op de zevende dag ontzondigen, u en uw gevangenen. 20 Ook moet u alle kleding, alle leren voorwerpen, alles wat van geiten[haar] gemaakt is, en alle houten voorwerpen ontzondigen.
Aan de zijde van het volk is er geen enkel verlies (vers 49), een bewijs dat deze strijd van en voor God is. Maar nu moet het volk nog leren dat het kwaad radicaal moet worden uitgeroeid. Dat moeten wij ook leren. De mannen werden wel gedood, want zij vormden een groot gevaar door hun kracht. Maar ook de vrouwen moesten worden gedood, want hun gevaar was nog groter door hun verleiding. Juist zij waren het die het volk zoveel onheil hadden bezorgd. Maar de maagden van Midian hoefden niet te worden gedood. Zij hadden zich niet geleend voor de hoererij. Dat leert ons dat wij onderscheid moeten maken in het uitoefenen van het oordeel. Verder leren we dat bezig zijn met kwaad, ook al is het in opdracht van de Heer, verontreinigt. Het is noodzakelijk zich ervan te reinigen, zich te ontzondigen, door gebruik te maken van het reinigingswater. Het lezen van Gods Woord bewerkt die reiniging. Voorschriften voor ontzondiging | verzen 21-24 Numeri 31 21 En de priester Eleazar zei tegen de krijgslieden die ten strijde getrokken waren: Dit is de wetsverordening die de HEERE Mozes geboden heeft. 22 Alleen het goud, het zilver, het koper, het ijzer, het tin en het lood, 23 elk ding dat vuurvast is, moet u door het vuur laten gaan, zodat het rein wordt; alleen moet het door het reinigingswater ontzondigd worden. Maar alles wat niet vuurvast is, moet u [alleen] door het water laten gaan. 24 Ook moet u op de zevende dag uw kleren wassen, zodat u rein wordt; daarna mag u [weer] in het kamp komen. Alles wat Israël heeft buit gemaakt, moet worden gereinigd. De reiniging vindt plaats door het in het vuur te brengen en daarna met water te wassen. Wat het vuur niet kan verdragen moet alleen met water worden gereinigd. De uitvoering van de reiniging gebeurt onder verantwoording van Eleazar, die als hogepriester erop moet toezien dat de reiniging strikt naar het voorschrift van hoofdstuk 19 gebeurt. Niets kan door Israël worden gebruikt als het niet eerst door het vuur is gegaan. De buit die voortkomt uit onze ontrouw moet ook worden gereinigd, om zo geschikt te worden voor eigen gebruik. Alles wat in de handen van Midian is geweest en daardoor onrein is, moet worden gereinigd. Alle onbijbelse praktijken van doop en avondmaal zijn een 295
- Page 244 and 245: Numeri 24 19 Uit Jakob zal hij heer
- Page 246 and 247: Numeri 24 ‘‘Amalek’’ was de
- Page 248 and 249: Numeri 25 Uit Sittim kwam ook het h
- Page 250 and 251: Numeri 25 het is een volk dat allee
- Page 252 and 253: Numeri 25 priester. Aäron was gest
- Page 254 and 255: Opdracht om te tellen | verzen 1-4
- Page 256 and 257: Numeri 26 Ruben geteld | verzen 5-1
- Page 258 and 259: Numeri 26 geslacht van de Oznieten;
- Page 260 and 261: Numeri 26 Efraïm geteld | verzen 3
- Page 262 and 263: Numeri 26 nemen. 56 Volgens het lot
- Page 264 and 265: Numeri 27 De dochters van Zelafead
- Page 266 and 267: Numeri 27 Als de vrouwen met hun vr
- Page 268 and 269: Numeri 27 dat God Zijn soevereinite
- Page 270 and 271: Hoofdstuk 28 De hoofdstukken 28 en
- Page 272 and 273: Numeri 28 daarover met Hem spreken.
- Page 274 and 275: Numeri 28 eerste serie kunnen we to
- Page 276 and 277: Numeri 28 De uitdrukking ‘‘het
- Page 278 and 279: Numeri 28 komst houden; geen enkel
- Page 280 and 281: Numeri 29 Offers bij het Feest van
- Page 282 and 283: Numeri 29 282 zonder enig gebrek, 1
- Page 284 and 285: Numeri 29 volgt de eeuwigheid. Daar
- Page 286 and 287: Hoofdstuk 30 Het gaat nog steeds om
- Page 288 and 289: Numeri 30 bedoelingen waren toch ni
- Page 290 and 291: Numeri 30 13 Elke gelofte en elke v
- Page 292 and 293: Numeri 31 vanwege de eigen ontrouw
- Page 296 and 297: Numeri 31 gevolg van onze ontrouw.
- Page 298 and 299: Numeri 31 den gehad door met een ma
- Page 300 and 301: Numeri 31 alle eeuwigheid de lof wo
- Page 302 and 303: Numeri 32 land waarvan Hij zegt:
- Page 304 and 305: Numeri 32 Mozes wijst op de gevaren
- Page 306 and 307: Numeri 32 De Gadieten en Rubenieten
- Page 308 and 309: Numeri 32 Verdeling van het Overjor
- Page 310 and 311: Numeri 33 Er worden wel bepaalde ge
- Page 312 and 313: Numeri 33 Plaatsen en voorvallen ti
- Page 314 and 315: Numeri 33 heel voor ons krijgen als
- Page 316 and 317: Numeri 33 Hoe het volk in het land
- Page 318 and 319: Numeri 33 verbinding met hen. Het g
- Page 320 and 321: Numeri 34 De grens van het land is
- Page 322 and 323: Numeri 34 u een lijn tekenen naar L
- Page 324 and 325: Numeri 34 Paltiël, zoon van Azzan;
- Page 326 and 327: Numeri 35 Grootte van de weidegrond
- Page 328 and 329: Numeri 35 [bloed]wreker, opdat dege
- Page 330 and 331: Numeri 35 de Heer Jezus door Zijn W
- Page 332 and 333: Numeri 35 de hand van de bloedwreke
- Page 334 and 335: Numeri 35 dat er alleen door geloof
- Page 336 and 337: Numeri 36 wat we hebben gekregen. A
- Page 338: Numeri 36 De dochters van Zelafead
- Page 341 and 342: Zie, een volk, een toelichting op H
- Page 343: Europa herleeft, Droom of nachtmerr
Aan de zijde van het volk is er geen enkel verlies (vers 49), een bewijs dat<br />
deze strijd van en voor God is. Maar nu moet het volk nog leren dat het<br />
kwaad radicaal moet worden uitgeroeid. Dat moeten wij ook leren. De<br />
mannen werden wel gedood, want zij vormden een groot gevaar door<br />
hun kracht. Maar ook de vrouwen moesten worden gedood, want hun<br />
gevaar was nog groter door hun verleiding. Juist zij waren het die het<br />
volk zoveel onheil hadden bezorgd. Maar de maagden van Midian<br />
hoefden niet te worden gedood. Zij hadden zich niet geleend voor de<br />
hoererij. Dat leert ons dat wij onderscheid moeten maken in het uitoefenen<br />
van het oordeel.<br />
Verder leren we dat bezig zijn met kwaad, ook al is het in opdracht van<br />
de Heer, verontreinigt. Het is noodzakelijk zich ervan te reinigen, zich<br />
te ontzondigen, door gebruik te maken van het reinigingswater. Het<br />
lezen van Gods Woord bewerkt die reiniging.<br />
Voorschriften voor ontzondiging | verzen 21-24<br />
<strong>Numeri</strong> 31<br />
21 En de priester Eleazar zei tegen de krijgslieden die ten strijde<br />
getrokken waren: Dit is de wetsverordening die de HEERE Mozes<br />
geboden heeft. 22 Alleen het goud, het zilver, het koper, het ijzer, het<br />
tin en het lood, 23 elk ding dat vuurvast is, moet u door het vuur<br />
laten gaan, zodat het rein wordt; alleen moet het door het reinigingswater<br />
ontzondigd worden. Maar alles wat niet vuurvast is, moet u<br />
[alleen] door het water laten gaan. 24 Ook moet u op de zevende dag<br />
uw kleren wassen, zodat u rein wordt; daarna mag u [weer] in het<br />
kamp komen.<br />
Alles wat Israël heeft buit gemaakt, moet worden gereinigd. De reiniging<br />
vindt plaats door het in het vuur te brengen en daarna met water<br />
te wassen. Wat het vuur niet kan verdragen moet alleen met water<br />
worden gereinigd. De uitvoering van de reiniging gebeurt onder verantwoording<br />
van Eleazar, die als hogepriester erop moet toezien dat<br />
de reiniging strikt naar het voorschrift van hoofdstuk 19 gebeurt.<br />
Niets kan door Israël worden gebruikt als het niet eerst door het vuur<br />
is gegaan. De buit die voortkomt uit onze ontrouw moet ook worden<br />
gereinigd, om zo geschikt te worden voor eigen gebruik. Alles wat in<br />
de handen van Midian is geweest en daardoor onrein is, moet worden<br />
gereinigd. Alle on<strong>bij</strong>belse praktijken van doop en avondmaal zijn een<br />
295