Numeri - Welkom bij Succat Yeshua
Numeri - Welkom bij Succat Yeshua Numeri - Welkom bij Succat Yeshua
Numeri 28 daarover met Hem spreken. Vandaar Zijn voorschrift er zorg voor te dragen Hem ‘‘Mijn offergave -- Mijn voedsel voor Mijn vuuroffers, voor Mij een aangename geur’’ (Nm 28:1) te brengen. Zoals gezegd spreekt God met ons over het alles overtreffende offer van Zijn Zoon in zijn grote rijkdom als wij aan het eind van onze woestijnervaringen gekomen zijn. Het is namelijk zo dat hoe meer ervaring we in de woestijn hebben opgedaan over wie we zelf zijn en Wie Hij is, des te meer we er ook naar zullen verlangen Hem te eren en te aanbidden. Het dagelijks brandoffer | verzen 3-8 3 U moet tegen hen zeggen: Dit is het vuuroffer dat u de HEERE moet aanbieden: elke dag twee lammeren van een jaar oud, zonder enig gebrek, als een voortdurend brandoffer. 4 Het ene lam moet u ’s morgens bereiden, het andere lam moet u tegen het vallen van de avond bereiden, 5 met een tiende efa meelbloem als graanoffer°, gemengd met een kwart hin gestoten olie. 6 Het is het voortdurende brandoffer, dat op de berg Sinaï werd ingesteld als een aangename geur, een vuuroffer voor de HEERE. 7 Het bijbehorende plengoffer moet een kwart hin zijn per lam; in het heiligdom moet u het plengoffer van sterkedrank voor de HEERE uitgieten. 8 En het andere lam moet u tegen het vallen van de avond bereiden. U moet het bereiden zoals het ochtendgraanoffer° en als het bijbehorende plengoffer, een vuuroffer van aangename geur voor de HEERE. Het eerste offer waarover God spreekt, is het dagelijks brandoffer. Dat bestaat uit een schaap of een lam. Elke dag wordt er een lam in de morgen en in de avond gebracht, dat wil zeggen ‘‘voortdurend’’ (vers 10; zie ook Ex 29:38). Het is de voortdurende voorstelling van de waarde van Christus. God wil graag dagelijks, dat wil zeggen onafgebroken, aan Christus herinnerd worden. Als we dat doen, verzekert ons dat er tevens van dat we Hem niet vergeten. We mogen daarin ook zien dat God ons, Zijn kinderen, aanziet in Zijn Zoon als het brandoffer. Bij het brandoffer moet ook een spijsoffer gebracht worden. Dat spreekt van het leven van de Heer Jezus. We mogen vertellen aan God dat díe Mens dat heerlijke werk volbracht. Het komt God toe. We mogen Hem 272
danken voor alle goede dingen in de schepping, maar bovenal wil Hij van ons horen Wie de Heer Jezus is voor Hem. Het brandoffer op de sabbat | verzen 9-10 9 Maar op de sabbatdag twee lammeren van een jaar oud, zonder enig gebrek, met twee tiende [efa] meelbloem als graanoffer°, met olie gemengd, en het bijbehorende plengoffer. 10 Het is het sabbatsbrandoffer voor elke sabbat, naast het voortdurende brandoffer en het bijbehorende plengoffer. Op de sabbat moeten extra offers worden gebracht. Het is het dubbele van wat dagelijks wordt gebracht. De dagelijkse kostbaarheid van Christus blijft tot in eeuwigheid dezelfde. Het vrederijk en de eeuwigheid bevestigen wat in de tijd elke dag door ons van Christus wordt (en dan: werd) gezien en wat altijd voor Gods aandacht heeft gestaan. Een toepassing kan zijn dat wij bij bepaalde gelegenheden, waarbij we bijzonder onder de indruk komen van Gods werk in Christus, Hem daarvoor des te krachtiger zullen eren. Als de ware sabbat, dat wil zeggen de rust die het deel zal zijn van de schepping tijdens het duizendjarig vrederijk, is aangebroken, zal de aangename geur van het brandoffer in dubbele mate opstijgen. De waardering van het offer zal veel voller en wijder verspreid, in de hele schepping, aanwezig zijn. De sabbat in geestelijke zin spreekt van de rust die God in het werk van de Heer Jezus heeft gevonden en die ook de gelovige in dat werk heeft gevonden. In een lied 1 brengen we dat zo onder woorden: Hij in Wie God Zelf kan rusten, is het rustpunt ook voor mij. Inleiding op de feestoffers Numeri 28 In de rest van het hoofdstuk en het hele volgende hoofdstuk (Nm 28:11-29:40) gaat het over de zes jaarlijkse feesten en de offers die daarop worden gebracht. Ze vallen in twee series van drie feesten uiteen. De 1 Lied 128 vers 2 uit de bundel ‘Geestelijke liederen’ 273
- Page 222 and 223: Numeri 22 Balak zoekt overigens nie
- Page 224 and 225: Numeri 22 gebruikt deze woorden als
- Page 226 and 227: Numeri 22 om voort te gaan op een b
- Page 228 and 229: Numeri 22 Vervolgens maakt Hij Bile
- Page 230 and 231: Numeri 23 Voorbereidingen op de ver
- Page 232 and 233: Numeri 23 geweest. Zo is het bijvoo
- Page 234 and 235: Numeri 23 In zijn reactie zegt Bala
- Page 236 and 237: Numeri 23 De tweede zegenspreuk is
- Page 238 and 239: Numeri 23 ‘‘Het is gebeurd’
- Page 240 and 241: Numeri 24 hun beenderen zal hij bre
- Page 242 and 243: Numeri 24 gehouden. Het koninkrijk
- Page 244 and 245: Numeri 24 19 Uit Jakob zal hij heer
- Page 246 and 247: Numeri 24 ‘‘Amalek’’ was de
- Page 248 and 249: Numeri 25 Uit Sittim kwam ook het h
- Page 250 and 251: Numeri 25 het is een volk dat allee
- Page 252 and 253: Numeri 25 priester. Aäron was gest
- Page 254 and 255: Opdracht om te tellen | verzen 1-4
- Page 256 and 257: Numeri 26 Ruben geteld | verzen 5-1
- Page 258 and 259: Numeri 26 geslacht van de Oznieten;
- Page 260 and 261: Numeri 26 Efraïm geteld | verzen 3
- Page 262 and 263: Numeri 26 nemen. 56 Volgens het lot
- Page 264 and 265: Numeri 27 De dochters van Zelafead
- Page 266 and 267: Numeri 27 Als de vrouwen met hun vr
- Page 268 and 269: Numeri 27 dat God Zijn soevereinite
- Page 270 and 271: Hoofdstuk 28 De hoofdstukken 28 en
- Page 274 and 275: Numeri 28 eerste serie kunnen we to
- Page 276 and 277: Numeri 28 De uitdrukking ‘‘het
- Page 278 and 279: Numeri 28 komst houden; geen enkel
- Page 280 and 281: Numeri 29 Offers bij het Feest van
- Page 282 and 283: Numeri 29 282 zonder enig gebrek, 1
- Page 284 and 285: Numeri 29 volgt de eeuwigheid. Daar
- Page 286 and 287: Hoofdstuk 30 Het gaat nog steeds om
- Page 288 and 289: Numeri 30 bedoelingen waren toch ni
- Page 290 and 291: Numeri 30 13 Elke gelofte en elke v
- Page 292 and 293: Numeri 31 vanwege de eigen ontrouw
- Page 294 and 295: Numeri 31 hoofden van Midianietisch
- Page 296 and 297: Numeri 31 gevolg van onze ontrouw.
- Page 298 and 299: Numeri 31 den gehad door met een ma
- Page 300 and 301: Numeri 31 alle eeuwigheid de lof wo
- Page 302 and 303: Numeri 32 land waarvan Hij zegt:
- Page 304 and 305: Numeri 32 Mozes wijst op de gevaren
- Page 306 and 307: Numeri 32 De Gadieten en Rubenieten
- Page 308 and 309: Numeri 32 Verdeling van het Overjor
- Page 310 and 311: Numeri 33 Er worden wel bepaalde ge
- Page 312 and 313: Numeri 33 Plaatsen en voorvallen ti
- Page 314 and 315: Numeri 33 heel voor ons krijgen als
- Page 316 and 317: Numeri 33 Hoe het volk in het land
- Page 318 and 319: Numeri 33 verbinding met hen. Het g
- Page 320 and 321: Numeri 34 De grens van het land is
<strong>Numeri</strong> 28<br />
daarover met Hem spreken. Vandaar Zijn voorschrift er zorg voor te<br />
dragen Hem ‘‘Mijn offergave -- Mijn voedsel voor Mijn vuuroffers, voor Mij<br />
een aangename geur’’ (Nm 28:1) te brengen.<br />
Zoals gezegd spreekt God met ons over het alles overtreffende offer<br />
van Zijn Zoon in zijn grote rijkdom als wij aan het eind van onze<br />
woestijnervaringen gekomen zijn. Het is namelijk zo dat hoe meer<br />
ervaring we in de woestijn hebben opgedaan over wie we zelf zijn en<br />
Wie Hij is, des te meer we er ook naar zullen verlangen Hem te eren en<br />
te aanbidden.<br />
Het dagelijks brandoffer | verzen 3-8<br />
3 U moet tegen hen zeggen: Dit is het vuuroffer dat u de HEERE<br />
moet aanbieden: elke dag twee lammeren van een jaar oud, zonder<br />
enig gebrek, als een voortdurend brandoffer. 4 Het ene lam moet u<br />
’s morgens bereiden, het andere lam moet u tegen het vallen van de<br />
avond bereiden, 5 met een tiende efa meelbloem als graanoffer°,<br />
gemengd met een kwart hin gestoten olie. 6 Het is het voortdurende<br />
brandoffer, dat op de berg Sinaï werd ingesteld als een aangename<br />
geur, een vuuroffer voor de HEERE. 7 Het <strong>bij</strong>behorende plengoffer<br />
moet een kwart hin zijn per lam; in het heiligdom moet u het<br />
plengoffer van sterkedrank voor de HEERE uitgieten. 8 En het<br />
andere lam moet u tegen het vallen van de avond bereiden. U moet<br />
het bereiden zoals het ochtendgraanoffer° en als het <strong>bij</strong>behorende<br />
plengoffer, een vuuroffer van aangename geur voor de HEERE.<br />
Het eerste offer waarover God spreekt, is het dagelijks brandoffer. Dat<br />
bestaat uit een schaap of een lam. Elke dag wordt er een lam in de<br />
morgen en in de avond gebracht, dat wil zeggen ‘‘voortdurend’’ (vers 10;<br />
zie ook Ex 29:38). Het is de voortdurende voorstelling van de waarde van<br />
Christus. God wil graag dagelijks, dat wil zeggen onafgebroken, aan<br />
Christus herinnerd worden. Als we dat doen, verzekert ons dat er<br />
tevens van dat we Hem niet vergeten. We mogen daarin ook zien dat<br />
God ons, Zijn kinderen, aanziet in Zijn Zoon als het brandoffer.<br />
Bij het brandoffer moet ook een spijsoffer gebracht worden. Dat spreekt<br />
van het leven van de Heer Jezus. We mogen vertellen aan God dat díe<br />
Mens dat heerlijke werk volbracht. Het komt God toe. We mogen Hem<br />
272