Numeri - Welkom bij Succat Yeshua
Numeri - Welkom bij Succat Yeshua Numeri - Welkom bij Succat Yeshua
Numeri 26 Efraïm geteld | verzen 35-37 35 Dit zijn de nakomelingen van Efraïm, [ingedeeld] naar hun geslachten: van Sutelah het geslacht van de Sutelahieten; van Becher het geslacht van de Becherieten; van Tahan het geslacht van de Tahanieten. 36 En dit zijn de nakomelingen van Sutelah: van Eran het geslacht van de Eranieten. 37 Dit waren de geslachten van de nakomelingen van Efraïm, overeenkomstig [het aantal] van hen die geteld waren: tweeëndertigduizend vijfhonderd. Dit waren de nakomelingen van Jozef, naar hun geslachten. De telling van Efraïm, de tweede zoon van Jozef (Gn 41:52), omvat vier geslachten. Benjamin geteld | verzen 38-41 38 De nakomelingen van Benjamin, [ingedeeld] naar hun geslachten: van Bela het geslacht van de Belaïeten; van Asbel het geslacht van de Asbelieten; van Ahiram het geslacht van de Ahiramieten; 39 van Sefufam het geslacht van de Sufamieten; van Hufam het geslacht van de Hufamieten. 40 En de zonen van Bela waren Ard en Naäman; [van Ard] het geslacht van de Ardieten; van Naäman het geslacht van de Naämieten. 41 Dit waren de nakomelingen van Benjamin, [ingedeeld] naar hun geslachten, en [het aantal] van hen die geteld waren: vijfenveertigduizend zeshonderd. De telling van Benjamin omvat zeven geslachten. Dan geteld | verzen 42-43 42 Dit zijn de nakomelingen van Dan, [ingedeeld] naar hun geslachten: van Suham het geslacht van de Suhamieten; dat zijn de geslachten van Dan, [ingedeeld] naar hun geslachten. 43 Al de geslachten van de Suhamieten, overeenkomstig [het aantal] van hen die geteld waren, waren vierenzestigduizend vierhonderd [man]. De telling van Dan betreft één geslacht. Aser geteld | verzen 44-47 260 De tweede gaf hij de naam Efraïm. Want, [zei hij,] God heeft mij vruchtbaar doen worden in het land van mijn verdrukking. (Gn 41:52) 44 De nakomelingen van Aser, [ingedeeld] naar hun geslachten, waren: van Imna het geslacht van de Imnaïeten; van Isvi het geslacht
van de Isvieten; van Beria het geslacht van de Beriïeten. 45 De nakomelingen van Beria waren: van Heber het geslacht van de Heberieten; van Malchiël het geslacht van de Malchiëlieten. 46 De naam van de dochter van Aser was Serah. 47 Dit waren de geslachten van de nakomelingen van Aser, overeenkomstig [het aantal] van hen die geteld waren: drieënvijftigduizend vierhonderd. De telling van Aser omvat vijf geslachten. Ook wordt er een dochter genoemd. Naftali geteld | verzen 48-50 48 De nakomelingen van Naftali, [ingedeeld] naar hun geslachten: van Jahzeël het geslacht van de Jahzeëlieten; van Guni het geslacht van de Gunieten; 49 van Jezer het geslacht van de Jezerieten; van Sillem het geslacht van de Sillemieten. 50 Dit waren de geslachten van Naftali, [ingedeeld] naar hun geslachten, en [het aantal] van hen die geteld waren: vijfenveertigduizend vierhonderd. De telling van Naftali omvat vier geslachten. Alle getelde Israëlieten | vers 51 51 Dit was [het aantal] van de nakomelingen van Israël die geteld waren: zeshonderdeenduizend zevenhonderddertig. In de woestijn zijn meer dan zeshonderdduizend leden van Gods volk omgekomen. Maar het volk telt nog steeds meer dan zeshonderdduizend leden, hoewel iets minder daar overheen (zie tabel bij verzen 1-4). Het is een groot wonder van God en een bewijs van Zijn genade, dat ondanks alle plagen het volk nauwelijks in aantal is afgenomen. De grootte van het erfdeel | verzen 52-56 Numeri 26 52 En de HEERE sprak tot Mozes: 53 Onder deze [stammen] moet het land als erfelijk bezit verdeeld worden, overeenkomstig het aantal namen. 54 Voor degenen die [met velen] zijn, moet u het erfelijk bezit groot maken en voor degenen die [met] weinig zijn, moet u het erfelijk bezit minder [groot] maken; aan ieder moet zijn erfelijk bezit gegeven worden overeenkomstig degenen van hen die geteld zijn. 55 Het land zal echter door het lot verdeeld worden; volgens de namen van de stammen van hun vaderen zullen zij [het] in erfelijk bezit 261
- Page 210 and 211: Numeri 21 De koperen slang werd doo
- Page 212 and 213: Numeri 21 brengen (Jh 4:14). Door h
- Page 214 and 215: Numeri 21 29 Wee u, Moab, u bent ve
- Page 216 and 217: Numeri 21 ook (willen) hebben, zond
- Page 218 and 219: Numeri 21 De overwinning op Sihon e
- Page 220 and 221: Numeri 22 zien altijd gevaren waar
- Page 222 and 223: Numeri 22 Balak zoekt overigens nie
- Page 224 and 225: Numeri 22 gebruikt deze woorden als
- Page 226 and 227: Numeri 22 om voort te gaan op een b
- Page 228 and 229: Numeri 22 Vervolgens maakt Hij Bile
- Page 230 and 231: Numeri 23 Voorbereidingen op de ver
- Page 232 and 233: Numeri 23 geweest. Zo is het bijvoo
- Page 234 and 235: Numeri 23 In zijn reactie zegt Bala
- Page 236 and 237: Numeri 23 De tweede zegenspreuk is
- Page 238 and 239: Numeri 23 ‘‘Het is gebeurd’
- Page 240 and 241: Numeri 24 hun beenderen zal hij bre
- Page 242 and 243: Numeri 24 gehouden. Het koninkrijk
- Page 244 and 245: Numeri 24 19 Uit Jakob zal hij heer
- Page 246 and 247: Numeri 24 ‘‘Amalek’’ was de
- Page 248 and 249: Numeri 25 Uit Sittim kwam ook het h
- Page 250 and 251: Numeri 25 het is een volk dat allee
- Page 252 and 253: Numeri 25 priester. Aäron was gest
- Page 254 and 255: Opdracht om te tellen | verzen 1-4
- Page 256 and 257: Numeri 26 Ruben geteld | verzen 5-1
- Page 258 and 259: Numeri 26 geslacht van de Oznieten;
- Page 262 and 263: Numeri 26 nemen. 56 Volgens het lot
- Page 264 and 265: Numeri 27 De dochters van Zelafead
- Page 266 and 267: Numeri 27 Als de vrouwen met hun vr
- Page 268 and 269: Numeri 27 dat God Zijn soevereinite
- Page 270 and 271: Hoofdstuk 28 De hoofdstukken 28 en
- Page 272 and 273: Numeri 28 daarover met Hem spreken.
- Page 274 and 275: Numeri 28 eerste serie kunnen we to
- Page 276 and 277: Numeri 28 De uitdrukking ‘‘het
- Page 278 and 279: Numeri 28 komst houden; geen enkel
- Page 280 and 281: Numeri 29 Offers bij het Feest van
- Page 282 and 283: Numeri 29 282 zonder enig gebrek, 1
- Page 284 and 285: Numeri 29 volgt de eeuwigheid. Daar
- Page 286 and 287: Hoofdstuk 30 Het gaat nog steeds om
- Page 288 and 289: Numeri 30 bedoelingen waren toch ni
- Page 290 and 291: Numeri 30 13 Elke gelofte en elke v
- Page 292 and 293: Numeri 31 vanwege de eigen ontrouw
- Page 294 and 295: Numeri 31 hoofden van Midianietisch
- Page 296 and 297: Numeri 31 gevolg van onze ontrouw.
- Page 298 and 299: Numeri 31 den gehad door met een ma
- Page 300 and 301: Numeri 31 alle eeuwigheid de lof wo
- Page 302 and 303: Numeri 32 land waarvan Hij zegt:
- Page 304 and 305: Numeri 32 Mozes wijst op de gevaren
- Page 306 and 307: Numeri 32 De Gadieten en Rubenieten
- Page 308 and 309: Numeri 32 Verdeling van het Overjor
van de Isvieten; van Beria het geslacht van de Beriïeten. 45 De<br />
nakomelingen van Beria waren: van Heber het geslacht van de<br />
Heberieten; van Malchiël het geslacht van de Malchiëlieten. 46 De<br />
naam van de dochter van Aser was Serah. 47 Dit waren de geslachten<br />
van de nakomelingen van Aser, overeenkomstig [het aantal] van<br />
hen die geteld waren: drieënvijftigduizend vierhonderd.<br />
De telling van Aser omvat vijf geslachten. Ook wordt er een dochter<br />
genoemd.<br />
Naftali geteld | verzen 48-50<br />
48 De nakomelingen van Naftali, [ingedeeld] naar hun geslachten:<br />
van Jahzeël het geslacht van de Jahzeëlieten; van Guni het geslacht<br />
van de Gunieten; 49 van Jezer het geslacht van de Jezerieten; van<br />
Sillem het geslacht van de Sillemieten. 50 Dit waren de geslachten<br />
van Naftali, [ingedeeld] naar hun geslachten, en [het aantal] van<br />
hen die geteld waren: vijfenveertigduizend vierhonderd.<br />
De telling van Naftali omvat vier geslachten.<br />
Alle getelde Israëlieten | vers 51<br />
51 Dit was [het aantal] van de nakomelingen van Israël die geteld<br />
waren: zeshonderdeenduizend zevenhonderddertig.<br />
In de woestijn zijn meer dan zeshonderdduizend leden van Gods volk<br />
omgekomen. Maar het volk telt nog steeds meer dan zeshonderdduizend<br />
leden, hoewel iets minder daar overheen (zie tabel <strong>bij</strong> verzen 1-4). Het<br />
is een groot wonder van God en een bewijs van Zijn genade, dat<br />
ondanks alle plagen het volk nauwelijks in aantal is afgenomen.<br />
De grootte van het erfdeel | verzen 52-56<br />
<strong>Numeri</strong> 26<br />
52 En de HEERE sprak tot Mozes: 53 Onder deze [stammen] moet<br />
het land als erfelijk bezit verdeeld worden, overeenkomstig het aantal<br />
namen. 54 Voor degenen die [met velen] zijn, moet u het erfelijk bezit<br />
groot maken en voor degenen die [met] weinig zijn, moet u het<br />
erfelijk bezit minder [groot] maken; aan ieder moet zijn erfelijk bezit<br />
gegeven worden overeenkomstig degenen van hen die geteld zijn. 55<br />
Het land zal echter door het lot verdeeld worden; volgens de namen<br />
van de stammen van hun vaderen zullen zij [het] in erfelijk bezit<br />
261