Numeri - Welkom bij Succat Yeshua

Numeri - Welkom bij Succat Yeshua Numeri - Welkom bij Succat Yeshua

succatyeshua.nl
from succatyeshua.nl More from this publisher
02.05.2013 Views

Numeri 23 De tweede zegenspreuk is geen herroeping van de eerste. Het is ook geen herhaling. Het is een bevestiging van de eerste en een uitbreiding ervan. De eerste woorden van deze tweede spreuk rechtvaardigen God, Die niet kan worden vergeleken met een veranderlijk en wispelturig mens. Hij breekt Zijn woord niet. Hij is niet tot andere gedachten te bewegen als het gaat om Zijn voornemen om te zegenen (1Sm 15:29; Rm 11:29). Ook liegt de Onveranderlijke van Israël niet, en Hij heeft er geen berouw over; want Hij is geen mens, dat Hij ergens berouw over hebben zou. (1Sm 15:29) Want de genadegaven en de roeping van God zijn onberouwelijk. (Rm 11:29) Bileam ziet de mensen die het verst bij God vandaan wonen. In die omgeving brandde het vuur van Gods oordeel toen het volk aan het klagen was (Nm 11:1). Als wij denken aan de zwakste gelovigen, zien wij redenen om hen aan te klagen bij God. Maar de taal van God uit de mond van Bileam is anders. God ziet geen onheil bij Jakob, die zwakke, falende gelovige (vers 21). Hij ziet geen boosheid of verderf in Israël, dat zo vaak een handelwijze heeft getoond die in strijd is met die naam die spreekt van hun bevoorrechte plaats. In Numeri is er zoveel onheil en rampspoed als gevolg van de zonde bij het volk openbaar geworden, maar hier gaat God daaraan voorbij. In geen enkele profetie van Bileam is sprake van zonde of schuld. Hoe kan dat? God kan dat doen vanwege het werk dat de Heer Jezus heeft volbracht. Door dat werk is ieder die dat werk wordt toegerekend, rechtvaardig verklaard. Wat voor God niet kon bestaan, is door het werk van Christus voor God weggedaan. Wat alleen voor God kan bestaan, is door het werk van Christus ontstaan. Waardoor de schuld is komen vast te staan, dat is in de noodzakelijkheid van het werk van Christus, daardoor is de schuld ook weggedaan. ‘‘Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn’’ (Rm 8:1). Rechtvaardiging gaat verder dan vergeving. Een rechtvaardige is iemand van wie God verklaart dat hij nooit gezondigd heeft. Zo groot is de waarde van het werk van de Heer Jezus. De waarheid van het rechtvaardig verklaard zijn wordt in de brief aan de Romeinen uitvoerig uiteen gezet. Daarom is het zo belangrijk die brief telkens weer te bestuderen. Met dit gerechtvaardigde volk kan ‘‘de HEERE, zijn God’’ zijn. Zonder Hem zou dit volk geen bestaan kunnen hebben. Een nul is niets, zes 236

nullen is ook niets. Maar plaats je er een één voor, dan heb je ineens een miljoen. Zo is het met het volk van God. Zonder God is er geen volk, maar met God is er een talrijk volk. Over dat volk kan de Koning naar Gods hart regeren onder het gejubel van Zijn volk. Dat is tevens zijn bescherming. God leidde door Zijn kracht Zijn volk uit de slavernij van Egypte (vers 22). Daar ligt het begin van het rechtvaardig zijn. Die rechtvaardiging is tegen elke aanval bestand die kan komen tijdens de reis door de woestijn. Tegen Jakob en Israël is geen enkele boze macht in staat iets in te brengen (vers 23a). God heeft Zijn volk gezegend. Wie zal daaraan iets kunnen veranderen? We horen de taal van de brief aan de Romeinen: ‘‘Wie zal beschuldiging inbrengen tegen uitverkorenen van God? God is het die rechtvaardigt; wie is het die veroordeelt?’’ (Rm 8:33). Elke poging om een scheiding te brengen tussen God en hen die Hij heeft gerechtvaardigd, loopt op niets uit. Niets en niemand is in staat van God te scheiden wat door het werk van Christus met Hem verbonden is (Rm 8:38-39). Als we dit kunnen zeggen, is daar niets van ons bij. Het is Gods werk in Zijn volk waarover ‘‘in deze tijd’’, dat is aan het eind van de woestijnreis, kan worden gesproken (vers 23b). Nu zien we wat God gedaan heeft, evenals we eraan zijn herinnerd wat God gedaan heeft aan het begin van de reis: de verlossing van Zijn volk uit Egypte. God heeft niet alleen gedachten van zegen over Zijn volk gehad, Hij heeft die zegen door het werk van Christus ook aan Zijn volk gegeven. Wat God Zich voorneemt, werkt Hij ook uit (Rm 8:29-30). Zijn werk zien we nu in het behouden van zielen, het vormen van de Zijnen naar het beeld van Zijn Zoon en hen te helpen bij hun gaan door de wereld. Ook in het vrederijk zullen heerlijke resultaten worden gezien en zal Hij worden geëerd voor wat Numeri 23 Want hen die Hij tevoren heeft gekend, heeft Hij ook tevoren bestemd om aan het beeld van zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij [de] eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. En hen die Hij tevoren heeft bestemd, die heeft Hij ook geroepen; en die Hij heeft geroepen, die heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij heeft gerechtvaardigd, die heeft Hij ook verheerlijkt. (Rm 8:29-30) Zij zullen komen en Zijn gerechtigheid verkondigen aan het volk dat geboren zal worden, want Hij heeft het gedaan. (Ps 22:32) Hij heeft gedaan (Ps 22:32). Bij het begin van de eeuwigheid zal van alles wat God Zich had voorgenomen om te doen, gezegd kunnen worden: 237

nullen is ook niets. Maar plaats je er een één voor, dan heb je ineens een<br />

miljoen. Zo is het met het volk van God. Zonder God is er geen volk,<br />

maar met God is er een talrijk volk. Over dat volk kan de Koning naar<br />

Gods hart regeren onder het gejubel van Zijn volk. Dat is tevens zijn<br />

bescherming.<br />

God leidde door Zijn kracht Zijn volk uit de slavernij van Egypte (vers<br />

22). Daar ligt het begin van het rechtvaardig zijn. Die rechtvaardiging<br />

is tegen elke aanval bestand die kan komen tijdens de reis door de<br />

woestijn.<br />

Tegen Jakob en Israël is geen enkele boze macht in staat iets in te<br />

brengen (vers 23a). God heeft Zijn volk gezegend. Wie zal daaraan iets<br />

kunnen veranderen? We horen de taal van de brief aan de Romeinen: ‘‘Wie<br />

zal beschuldiging inbrengen tegen uitverkorenen van God? God is het die<br />

rechtvaardigt; wie is het die veroordeelt?’’ (Rm 8:33). Elke poging om een<br />

scheiding te brengen tussen God en hen die Hij heeft gerechtvaardigd,<br />

loopt op niets uit. Niets en niemand is in staat van God te scheiden wat<br />

door het werk van Christus met Hem verbonden is (Rm 8:38-39).<br />

Als we dit kunnen zeggen, is daar niets van ons <strong>bij</strong>. Het is Gods werk<br />

in Zijn volk waarover ‘‘in deze tijd’’, dat is aan het eind van de woestijnreis,<br />

kan worden gesproken (vers 23b). Nu zien we wat God gedaan heeft,<br />

evenals we eraan zijn herinnerd wat God gedaan heeft aan het begin<br />

van de reis: de verlossing van Zijn volk uit Egypte.<br />

God heeft niet alleen gedachten van zegen<br />

over Zijn volk gehad, Hij heeft die zegen<br />

door het werk van Christus ook aan Zijn<br />

volk gegeven. Wat God Zich voorneemt,<br />

werkt Hij ook uit (Rm 8:29-30). Zijn werk zien<br />

we nu in het behouden van zielen, het<br />

vormen van de Zijnen naar het beeld van<br />

Zijn Zoon en hen te helpen <strong>bij</strong> hun gaan<br />

door de wereld. Ook in het<br />

vrederijk zullen heerlijke resultaten<br />

worden gezien en zal<br />

Hij worden geëerd voor wat<br />

<strong>Numeri</strong> 23<br />

Want hen die Hij tevoren heeft gekend,<br />

heeft Hij ook tevoren bestemd<br />

om aan het beeld van zijn Zoon gelijkvormig<br />

te zijn, opdat Hij [de]<br />

eerstgeborene zou zijn onder vele<br />

broeders. En hen die Hij tevoren<br />

heeft bestemd, die heeft Hij ook geroepen;<br />

en die Hij heeft geroepen, die<br />

heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die<br />

Hij heeft gerechtvaardigd, die heeft<br />

Hij ook verheerlijkt. (Rm 8:29-30)<br />

Zij zullen komen en Zijn gerechtigheid verkondigen<br />

aan het volk dat geboren zal worden,<br />

want Hij heeft het gedaan. (Ps 22:32)<br />

Hij heeft gedaan (Ps 22:32). Bij het begin van de eeuwigheid zal van alles<br />

wat God Zich had voorgenomen om te doen, gezegd kunnen worden:<br />

237

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!