Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De geestelijke, hemelse zegeningen waarmee<br />
God de gelovige heeft gezegend (Ef 1:3)<br />
vervagen, als we ons tekortgedaan voelen<br />
ten opzichte van de weelde waarin de<br />
mensen van deze wereld soms baden. Maar de werkelijke reden is dat<br />
we het voedsel dat God geeft, het manna, verachten.<br />
Het manna is een beeld van de Heer Jezus<br />
als het brood dat uit de hemel is neergedaald<br />
(Jh 6:48-51). Hij is ons voedsel. We<br />
voeden ons met Hem als we over Hem<br />
lezen in de evangeliën, als we denken aan<br />
de wijze waarop Hij op aarde Zijn weg<br />
ging, de gezindheid waarin Hij alles deed,<br />
de woorden die Hij sprak, de daden die Hij<br />
deed, de gevoelens die Hij had. Dit voedsel<br />
is het voedsel van de eeuwigheid. Als<br />
<strong>Numeri</strong> 11<br />
Gezegend zij de God en Vader van<br />
onze Heer Jezus Christus, die ons<br />
gezegend heeft met alle geestelijke<br />
zegening in de hemelse [gewesten]<br />
in Christus, ... (Ef 1:3)<br />
Ik ben het brood van het leven. Uw<br />
vaderen hebben het manna gegeten<br />
in de woestijn en zijn gestorven. Dit<br />
is het brood dat uit de hemel neerdaalt,<br />
opdat men daarvan eet en niet<br />
sterft. Ik ben het levende brood dat<br />
uit de hemel is neergedaald; als iemand<br />
van dit brood eet, zal hij leven<br />
tot in eeuwigheid. En het brood dat<br />
Ik zal geven, is mijn vlees voor het leven van de wereld.<br />
(Jh 6:48-51)<br />
we nu niet aan Hem genoeg hebben, hoe zal dat dan in de eeuwigheid<br />
moeten? In de hemel hebben we niets en niemand anders dan Hij.<br />
Het enige verschil tussen nu en straks is dat we straks het vlees niet<br />
meer hebben. De Heer Jezus is en blijft Dezelfde, maar het vlees<br />
verlangt naar de dingen van de wereld. We willen het plezierige van<br />
de wereld, maar niet het oordeel. Als de wereld ons weer aantrekt, komt<br />
dat omdat we de Heer Jezus als het ware manna verachten, dat we<br />
vinden dat Hij ons niet genoeg te bieden heeft. Het hart kent dan niet<br />
meer de kracht van de woorden die de Heiland eens sprak: ‘‘Wie tot Mij<br />
komt, zal nooit meer honger hebben’’ (Jh 6:35).<br />
De beschrijving van het manna gebeurt in termen van vergelijking (vers<br />
7; zie ook Ex 16:14,31). Het wordt vergeleken met korianderzaad en met<br />
balsemhars of (meer waarschijnlijk) de bedólah, een edelsteen. Het<br />
geeft de kenmerken van het leven van de Heer Jezus. Dat is als het<br />
korianderzaad: wit, volmaakt rein en volkomen evenwichtig. Wie Hem<br />
zag en er oog voor had, zag in Hem ‘‘een uitverkoren, kostbare hoeksteen’’<br />
(1Pt 2:6).<br />
Het volk handelt met het manna op een manier die God niet had<br />
bevolen (vers 8). Het is ermee als met het op smaak brengen van de Bijbel.<br />
Dat herkennen we in het maken van <strong>bij</strong>belvertalingen met het doel om<br />
121