Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Werk<br />
De <strong>be</strong>wening van Christus (kleine Nood Gods) hing boven<br />
een altaar dat Abbé Cesare Alessandro Scaglia in de<br />
Antwerpse Recollettenkerk had laten oprichten. Van Dyck<br />
moet de opdracht tijdens zijn verblijf in Vlaanderen, in de<br />
winter van 1633 -1634, heb<strong>be</strong>n ontvangen; aangezien het<br />
altaar pas in 1637 werd gewijd, schilderde hij het stuk<br />
waarschijnlijk toen hij weer terug was in Londen. Ook<br />
stilistische overwegingen spreken voor deze latere<br />
datering. Het hoekige karakter van deze Bewening<br />
verschilt totaal van de veel zintuiglijker versies die<br />
Van Dyck eerder schilderde."<br />
Hoewel Van Dycks nadruk op de smart van de Maagd<br />
heel goed paste bij een altaarstuk dat <strong>be</strong>stemd was voor<br />
de kapel van de Zeven Smarten van Maria, was het<br />
concept ook in overeenstemming met een van de meest<br />
fundamentele stellingen van het contrareformatorische<br />
denken, de leer van de transsubstantiatie. Christus wordt,<br />
hoewel gedeeltelijk omhuld door een lijkwade en liggend<br />
met het hoofd op Maria's knie, vrijwel geheel frontaal<br />
weergegeven zodat zijn lichaam en bloed aan de kijker<br />
zeer duidelijk worden gepresenteerd. Hij ligt op een platte<br />
rechthoekige steen, die symbool staat voor een altaar.<br />
De doctrine zoals die tijdens het Concilie van Trente werd<br />
geformuleerd, stelt dat door de consecratie de substantie<br />
van het brood en de wijn overgaat in die van het lichaam<br />
en bloed van Christus, 'maar zo dat daarbij de uiterlijke<br />
gestalten van brood en wijn <strong>be</strong>houden blijven'.<br />
26<br />
Het schilderij zou daarom een extra dimensie heb<strong>be</strong>n<br />
toegevoegd aan het misoffer dat op het altaar eronder<br />
werd opgedragen.<br />
Helaas heeft het schilderij nogal geleden en heeft het<br />
iets van zijn dramatische kracht verloren doordat er in de<br />
lucht en in de engel in de wolken bovenaan rechts vrij<br />
veel overschilderingen voorkomen.<br />
Interessant is echter de vergelijking met het grotere<br />
altaarstuk dat Van Dyck zo'n acht jaar eerder geschilderd<br />
had. Hoewel hier ook diezelfde dramatische spanning te<br />
<strong>be</strong>speuren valt, is de sfeer anders. De Mariafiguur is veel<br />
minder uitbundig in het tonen van haar leed, wat het<br />
schilderij als het ware intiemer maakt. Deze intimiteit<br />
wordt nog versterkt door het zachte gebaar van Maria<br />
Magdalena en het openlijk tonen van Johatmes' verdriet.<br />
Het kleurenschema komt wel grotendeels overeen,<br />
evenals de achtergrond. Maar door het grotere werk in de<br />
hoogte te schilderen <strong>be</strong>reikt Van Dyck wel een totaal<br />
ander effect. De Christusfiguur ligt op een rots voor<br />
Maria.<br />
Opmerkelijk is de woeste, woestijnachtige achtergrond<br />
die hier wordt gebruikt. Deze is onmiskenbaar ontleend<br />
aan Titiaan, die voor het eerst zijn personages buiten de<br />
gebruikelijke religieuze interieurs situeerde.<br />
De <strong>be</strong>wening van Christus<br />
(de 'kleine Nood Gods')<br />
Ca. 1636, olieverf op doek,<br />
115 x 208 cm<br />
Antwerpen, Koninklijk Museum<br />
voor Schone Kunsten