Studiegids - Theologische Universiteit Kampen
Studiegids - Theologische Universiteit Kampen
Studiegids - Theologische Universiteit Kampen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
16<br />
118<br />
Studieprogramma Bachelor Theologie<br />
16.0 Periode 3D<br />
16.1 Bachelorproef<br />
Coördinator:<br />
Collegeperiode:<br />
Code:<br />
Toetsvorm:<br />
Ingangseis:<br />
Bachelorproef<br />
I.D. Haarsma<br />
D<br />
BA3dBF<br />
eindscriptie, presentatie<br />
120 ECTS behaald op de eerste maandag<br />
van periode 3C<br />
ECTS:<br />
Begeleidingsuren:<br />
Leerdoelen<br />
De student<br />
a kan een beperkt onderzoek opzetten en uitvoeren over een theologisch onderwerp;<br />
b kan wetenschappelijk rapporteren over de resultaten in een scriptie en een presentatie;<br />
c kan antwoord geven op vragen en kritiek naar aanleiding van zijn scriptie en presentatie.<br />
Inhouden<br />
De opleiding wordt afgesloten met een bachelorproef. Studenten laten hiermee zien dat zij<br />
voldoende academische vaardigheden bezitten om een in de regel interdisciplinair theologisch<br />
onderzoek uit te voeren en daarover wetenschappelijk te rapporteren.<br />
Werkvormen<br />
De docent methodologie is coördinator van de bachelorproef. Het schrijven van de scriptie wordt<br />
begeleid en beoordeeld door twee vakdocenten: een begeleider en een tweede beoordelaar. De<br />
studenten kiezen een onderwerp en benaderen vakdocenten met de vraag of zij de scriptie willen<br />
begeleiden. De docenten geven aan of zij daarmee akkoord gaan of doen eventueel andere suggesties<br />
aan de student.<br />
Ook is het mogelijk dat de student docenten benadert om in overleg een afstudeeronderwerp te<br />
kiezen. In beide gevallen kunnen de docenten suggesties doen bijvoorbeeld voor literatuur. In de regel<br />
zullen de begeleider en tweede beoordelaar voortkomen uit de twee theologische disciplines van<br />
waaruit het onderzoek is opgezet. In onvoorziene situaties worden de begeleider en tweede<br />
beoordelaar door de rector of de periodecoördinator aangewezen. De student wordt daarvan op de<br />
hoogte gesteld.<br />
Na het eerste overleg met docenten krijgen de studenten in de loop van periode C de mogelijkheid om<br />
een eerste en eventueel een tweede keuze voor een begeleider door te geven aan de<br />
periodecoördinator.<br />
Omdat er een maximum wordt gesteld aan het aantal studenten per docent kan het zijn dat niet alle<br />
studenten worden geplaatst bij de begeleider van hun eerste keuze. Uiteindelijk maakt de<br />
periodecoördinator de indeling.<br />
Tijdens periode D zijn vier vaste begeleidingsmomenten gepland.<br />
Voor begeleiding op het gebied van methodologie en het verloop van het proces is de docent<br />
methodologie beschikbaar. Deze begeleiding wordt gegeven op initiatief van de student of de<br />
begeleidende docent.<br />
Toetsing<br />
De omvang van de scriptie mag in de regel minimaal 30 en maximaal 40 pagina's A4-formaat<br />
bedragen (oftewel 15.000 tot 20.000 woorden), exclusief eventuele bijlages. De scriptie wordt<br />
beoordeeld.<br />
14<br />
4