Jaarboek_2005_06_Volk+ - Publicaties - Vlaanderen.be

3.1 Lokaal cultuurbeleid “Het
decreet lokaal cultuurbeleid heeft tot doel gemeenten te
stimuleren om te komen tot een kwalitatief en integraal
cultuurbeleid.
Het voorziet ondersteuning aan gemeenten voor:
1 de opmaak en de uitvoering van een gemeentelijk
cultuurbeleidsplan;
2 de uitbouw van de werking van een cultuurcentrum;
3 de uitbouw van de werking van de openbare bibliotheek opdat
elke burger via deze voorziening gelijke en vrije toegang krijgt
tot kennis, cultuur en informatie, opgeslagen in gedrukte en
andere informatiedragers. De openbare bibliotheek schept een
voorwaarde voor levenslang leren, culturele ontwikkeling van
individuen en het democratisch functioneren van de
samenleving.”
Artikel 3 uit het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren
van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid.
3 U I T V O E R I N G V A N B E G R O T I N G E N B E L E I D 1 L O K A A L C U LT U U R B E L E I D
Regelgeving
· Decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van
een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid (Belgisch
Staatsblad, 29-09-2001), gewijzigd bij decreet van 5
juli 2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de
aanpassing van de begroting 2002 (Belgisch Staatsblad,
19-09-2002), bij decreet van 20 december 2002 houdende
bepalingen tot begeleiding van de begroting 2003 (Belgisch
Staatsblad, 31-12-2002), bij decreet van 21 maart 2003
houdende wijziging van het decreet van 13 juli 2001
houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal
lokaal cultuurbeleid (Belgisch Staatsblad, 16-05-2003), bij
decreet van 24 december 2004 houdende bepalingen tot
begeleiding van de begroting 2005 (Belgisch Staatsblad,
31-12-2004), bij decreet van 24 december 2004 houdende
bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van
de begroting 2004 (Belgisch Staatsblad, 21-02-2005), bij
decreet van 23 december 2005 houdende wijziging van
het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van
een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid (Belgisch
Staatsblad, 16-05-2006) en bij decreet van 30 juni 2006
houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing
van de begroting 2006 (Belgisch Staatsblad, 13-12-2006)
· Besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari
2002 ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2001
houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal
lokaal cultuurbeleid (Belgisch Staatsblad, 21-03-2002),
gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei
2004 (Belgisch Staatsblad, 5-08-2004), bij besluit van
de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot oprichting van
het intern verzelfstandigd agentschap Sociaal-Cultureel
Werk (Belgisch Staatsblad, 08-07-2004) en bij besluit van
de Vlaamse regering van 15 september 2006 houdende
wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 11
januari 2002 ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2001
houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal
lokaal cultuurbeleid (Belgisch Staatsblad, 17-10-2006)
· Ministerieel besluit van 29 mei 2002 houdende vastlegging
van de structuur van een gemeentelijk cultuurbeleidsplan,
een beleidsplan van een bibliotheek en een beleidsplan van
een cultuurcentrum (Belgisch Staatsblad, 19-06-2002,
editie 2) gewijzigd door ministerieel besluit van 13 februari
2007.
Een overzicht van de regelgeving met alle omzendbrieven,
administratieve richtlijnen en formulieren, en een
officieus gecoördineerde tekst van het decreet vindt u op
www.vlaanderen.be/lokaalcultuurbeleid
Lokaal cultuurbeleid op 31 december 2005
· Goedgekeurde aanvragen: 202
· Gesubsidieerde cultuurbeleidscoördinatoren: 188
· Cultuurbeleidsplannen: 185 ingediend, 185 goedgekeurd
· Openbare bibliotheken: 291 voor 308 gemeenten in
Vlaanderen en 13 voor de 19 gemeenten van Brussel-
Hoofdstad en de VGC
· Cultuurcentra: 61
In tabel 1 vindt u een overzicht van de subsidies 2005 voor
lokaal cultuurbeleid.
INLEIDING
Het decreet lokaal cultuurbeleid bestaat uit een
verplichtend gedeelte en een facultatief gedeelte.
Twee onderdelen van het decreet hebben een ver-
plichtend karakter:
· elke gemeente (met meer dan 750 inwoners )
moet een openbare bibliotheek inrichten
· elke gemeente moet een adviesorgaan voor cul-
tuur (her)oprichten
De andere onderdelen van het decreet zijn niet
verplichtend. Alle gemeenten kunnen onder be-
paalde voorwaarden subsidies verkrijgen voor:
· de opmaak en uitvoering van een gemeentelijk
cultuurbeleidsplan
· de uitbouw en de werking van een cultuurcen-
trum
lokaal cultuurbeleid:
stimuleren van cultuurbeleid
in de gemeenten
Het decreet lokaal cultuurbeleid wil de gemeenten
stimuleren om een kwalitatief en integraal cultuur-
beleid uit te bouwen. Het biedt ondersteuning voor
de opmaak en de uitvoering van een gemeentelijk
cultuurbeleidsplan en voor de werking van een cul-
tuurcentrum en een openbare bibliotheek.
Belangrijke eecten van het decreet zijn een
vereenvoudiging van de voordien gefragmenteerde
regelgeving voor bibliotheken en cultuurcentra en
de erkenning van het gemeentelijke niveau in de
sturing van het lokale cultuurbeleid. In grote lijnen
wil het decreet lokaal cultuurbeleid volgende doel-
stellingen realiseren:
· de aandacht voor cultuur op gemeentelijk vlak
vergroten;
· een integraal cultuurbeleid op gemeentelijk vlak
stimuleren. Daartoe krijgen gemeentebesturen een
grote beleidsruimte en worden ze geresponsabili-
seerd voor hun cultuurbeleid;
· een kwalitatief lokaal cultuurbeleid bevorderen
door professionalisering, dynamiek en vernieu-
wing;
· de cultuurcentra een duidelijke plaats geven in het
culturele landschap met het oog op het spreiden
van cultuur, het bevorderen van de gemeenschaps-
vorming en het bevorderen van de cultuurparticipa-
tie;
· de taken van de openbare bibliotheken actualise-
ren;
· een aanzet geven tot intergemeentelijke samen-
werking.
lokaal cultuurbeleid in 2005:
een overzicht
De in 2004 aangekondigde decreetswijziging met
het oog op een structurele planlastvermindering
werd in 2005 grondig voorbereid en uitgevoerd. Op
23 december 2005 bekrachtigde de Vlaamse Re-
gering de wijziging van het decreet. Enkele van de
belangrijkste wijzigingen in het kader van planlast-
vermindering zijn:
· de gemeenten maken voortaan één geïntegreerd
cultuurbeleidsplan, dit omvat het algemene ge-
meentelijke cultuurbeleid alsook de beleidslijnen
voor de openbare bibliotheek en desgevallend ook
de beleidslijnen voor het cultuurcentrum;
· de inhoudelijke bepalingen waaraan een cultuur-
beleidsplan moet voldoen, worden teruggebracht
tot de essentie;
· de beleidsplannen worden niet langer inhoudelijk
goedgekeurd door de minister van cultuur, ze wor-
den op basis van structurele elementen al dan niet
aanvaard door de administratie;
· de verplichte tussentijdse evaluatie van het be-
leidsplan valt weg;
· de verantwoording van de supplementaire sub-
sidie voor bijzondere en vernieuwende initiatieven
(de 1-eurosubsidie) gebeurt voortaan via een voort-
gangsrapport;
· de administratie vervult voortaan een regiefunctie
in het opvragen van gegevens bij lokale besturen.
De bedoeling is om het opvragen van gegevens bij
de lokale besturen door verschillende actoren te
beperken en beter op elkaar af te stemmen;
· de indiendata van de attesten en de gegevens ter
verantwoording van de subsidies worden op elkaar
afgestemd (1 juni).
Om de vermelde wijzigingen uitvoerbaar te laten
worden, werd uiteraard ook het uitvoeringsbesluit
bij het decreet lokaal cultuurbeleid aangepast.
Hierin werd ondermeer opgenomen dat de actie-
plannen en de werkingsverslagen niet meer moe-
ten worden ingediend bij de administratie.
In financieel opzicht kunnen we spreken van een
status quo ten opzichte van de vorige jaren. Voor
2005 werden geen bijkomende middelen voorzien
om nieuwe gemeenten die wensten in te stappen
in het decreet te subsidiëren. Voor gemeenten die
al eerder waren ingestapt en reeds gesubsidieerd
werden, liep de subsidiëring onverminderd door.
45