Met stijgende verbazing - Hans Vervoort

Met stijgende verbazing - Hans Vervoort Met stijgende verbazing - Hans Vervoort

hansvervoort.nl
from hansvervoort.nl More from this publisher
02.05.2013 Views

te woelen. `Bert, alles wordt betaald,' zei Ruud, `als je verdomme maar eens bereid bent je onder behandeling te stellen. Je mag je wat mij betreft ook dood drinken, maar dan graag niet als directeur van ons bedrijf rondhollen en van onze klanten geld lenen.' `Ik ben helemaal niet aan de drank,' zei Bert, `heb je nog een biertje voor me, Hans? Geef maar een glaasje jonge jenever eigenlijk. Ik ben uit het lood, er is me veel overkomen de laatste tijd, je weet toch dat Maartje van me is weggelopen? Nou, verdomme. Maar dan ben je nog niet ineens een alcoholist.' `Nou, als je geen alcoholist bent, dan ben je er ook zo weer uit.' `Waaruit?' 'Die kliniek.' `Welke kliniek?' `Ontwenningskliniek.' `Ik pieker er niet over. Moet je horen, mij mankeert niks.' Ruud en ik keken elkaar aan, en besloten toch maar door te drukken. Na een uur praten had Bert een aanval, dronk zich erdoorheen, maar om twee uur 's nachts ging hij door de knieën, nam een paar tabletten Librium die hij op zak bleek te hebben, praatte nog wat door en viel ten slotte in zijn stoel in slaap. Ruud en ik waren al betogend zelf ook behoorlijk aangeschoten geraakt. `Ongelooflijk, wat een energie heeft hij toch,' zei Ruud, `total loss, meer alcohol dan bloed in zijn lichaam, en hij kwekt je de oren van het hoofd. En dan moet hij nog tabletten hebben om in slaap te komen.' We twijfelden aan onze overwinning. Morgen zou hij misschien weer weigeren. Ruud had voor zijn komst al een afspraak gemaakt dat Bert eventueel om elf uur 's ochtends opgenomen kon worden. We dronken koffie, koffie en koffie en tenslotte was Ruud zover dat hij in zijn auto kon stappen om naar huis te rijden. Ik toddelde nog een halfuur rond en zocht wat kleren van Bert bijeen.

11 De ontwenningskliniek was gevestigd in een grachtenhuis. Ik kon geen parkeerruimte vlakbij vinden, we moesten een paar honderd meter lopen. Ik was benauwd dat hij op het laatste moment nog van mening zou veranderen, het was al een wonder dat hij mijn commando's gevolgd had en trillend en doodziek in de auto was gekropen. Zonder omkijken liep ik voor hem uit, droeg zijn koffertje de geveltrap op en duwde de deur open. Tot mijn opluchting bleek hij nog steeds te volgen. Hij keek omhoog, zuchtte en beklom de trap. Een grote marmeren hal met een statige trap naar boven. Rechts de balie. Of we maar even op de maatschappelijk werkster wilden wachten. We gingen op een van de wachtbanken zitten. De voordeuren stonden open. Buiten scheen de zon. Er kwam een jonge man met grote maar ongelijke stappen binnen. Hij had een regenjas over zijn arm en hield hem voor zich uit alsof hij er een klacht over ging melden. Alhoewel hij strak in de richting van de balie keek voerden zijn benen hem in een scheve lijn onherroepelijk onze richting uit. Pas op het laatste moment kon hij zijn koers corrigeren en kwam tot stilstand bij het loket. Maar daar ontbrak hem de kracht om iets te zeggen. Hij hapte een paar maal naar adem en de receptioniste werd zienderogen mens. `Ach Hugo,' zei ze, `is het weer zover? Ik zal juffrouw Franken bellen. 'Wacht daar maar.' Hij kwam naar ons toe en liet zich voorzichtig zakken op de bank tegenover ons. Een mager lichaam, met een verbaasd hoofd waarvan een klein gedeelte op de kruin kaalgeschoren was en voorzien van een degelijk pleisterkruis. Hij had fletse blauwe ogen die geen punt konden vasthouden. Hij kreeg ons globaal in beeld, keek lang naar ons en zei met een hoge hese stem: `Ook stout geweest?' Bert gaf geen sjoege. `Eh...' begon ik. `Ik ook,' zei hij, `ik ben stout geweest.' Hij bewoog even gekweld het bovenlichaam en liet een korte boer los. `Sorry,' zei hij, `moet jij eens raden wat eigenlijk mijn lievelingsdrank is.' Zo te ruiken was hij niet eenkennig. `Moet jij eens raden, je zult het niet geloven.' Ik haalde zo geïnteresseerd mogelijk mijn schouders op. `Karnemelk!' riep hij triomfantelijk, `daar sta je van te kijken niet, wel?' Ik knikte.

te woelen.<br />

`Bert, alles wordt betaald,' zei Ruud, `als je verdomme<br />

maar eens bereid bent je onder behandeling te stellen.<br />

Je mag je wat mij betreft ook dood drinken, maar dan<br />

graag niet als directeur van ons bedrijf rondhollen en van<br />

onze klanten geld lenen.'<br />

`Ik ben helemaal niet aan de drank,' zei Bert, `heb je nog<br />

een biertje voor me, <strong>Hans</strong>? Geef maar een glaasje jonge<br />

jenever eigenlijk. Ik ben uit het lood, er is me veel overkomen<br />

de laatste tijd, je weet toch dat Maartje van me is<br />

weggelopen? Nou, verdomme. Maar dan ben je nog niet<br />

ineens een alcoholist.'<br />

`Nou, als je geen alcoholist bent, dan ben je er ook zo<br />

weer uit.'<br />

`Waaruit?'<br />

'Die kliniek.'<br />

`Welke kliniek?'<br />

`Ontwenningskliniek.'<br />

`Ik pieker er niet over. Moet je horen, mij mankeert<br />

niks.'<br />

Ruud en ik keken elkaar aan, en besloten toch maar<br />

door te drukken. Na een uur praten had Bert een aanval,<br />

dronk zich erdoorheen, maar om twee uur 's nachts ging<br />

hij door de knieën, nam een paar tabletten Librium die<br />

hij op zak bleek te hebben, praatte nog wat door en viel<br />

ten slotte in zijn stoel in slaap.<br />

Ruud en ik waren al betogend zelf ook behoorlijk aangeschoten<br />

geraakt.<br />

`Ongelooflijk, wat een energie heeft hij toch,' zei Ruud,<br />

`total loss, meer alcohol dan bloed in zijn lichaam, en hij<br />

kwekt je de oren van het hoofd. En dan moet hij nog tabletten<br />

hebben om in slaap te komen.'<br />

We twijfelden aan onze overwinning. Morgen zou hij<br />

misschien weer weigeren. Ruud had voor zijn komst al<br />

een afspraak gemaakt dat Bert eventueel om elf uur 's<br />

ochtends opgenomen kon worden. We dronken koffie,<br />

koffie en koffie en tenslotte was Ruud zover dat hij in zijn<br />

auto kon stappen om naar huis te rijden.<br />

Ik toddelde nog een halfuur rond en zocht wat kleren<br />

van Bert bijeen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!