Met stijgende verbazing - Hans Vervoort
Met stijgende verbazing - Hans Vervoort Met stijgende verbazing - Hans Vervoort
7 De veertiende dag zorgde ik ervoor tijdig thuis te zijn. Ik had er zelfs aan gedacht bloemen te kopen en een welkomstbriefje op de mat te leggen. Maar alles lag er nog net zo toen ik van kantoor kwam. Pas om acht uur werd er aangebeld. Beneden stond Maartje wat hulpeloos tussen drie grote koffers. `Wat is er in godsnaam aan de hand?' vroeg ik, terwijl ik hielp sjouwen. `Ik weet het niet,' zei ze, `alles ging goed, mooie vakantie gehad. En toen we de koffers uitgeladen hadden zei hij ineens dat hij nog even weg moest.' We keken elkaar met opgetrokken wenkbrauwen aan en schudden het hoofd. Ik warmde wat bami op en bakte er eieren bij. `Hoor eens, als hij nu weer weg blijft dan wordt het gedonder op kantoor,' zei ik. `Dat lijkt me nog het minst belangrijke.' `En we zijn nota bene helemaal bij, hij kan met een schone lei beginnen.' Ze stak een vork bami in haar mond, proefde en nam een slok water. `Wat is dit in vredesnaam?' `Bami van de slager,' zei ik, `daar blijf je mager bij.' `Hoezo?' `Hoeveel denk je ervan te eten?' Ze knikte korzelig. `Maar jij bént toch al mager?' `Precies.' De maaltijd was snel afgelopen, daarna zaten we bedrukt bijeen met een kop koffie in de hand. `Je bent wel bruin geworden,' zei ik ten slotte. `O, overal,' zei ze en begon enthousiast te vertellen over de nudistencamping waar ze geweest waren, maar Bert had het vertikt om uit de tent te komen. Hij zat maar te lezen en te drinken. Al pratend luisterden we voortdurend met een half oor naar de deur, maar er kwam geen geluid. `Heb je nou een flauw idee waar hij zit?' vroeg ik na een tijdje. Ze zuchtte en nam een besluit. `Het kan zijn dat hij gewoon de kroeg is ingegaan, maar ik denk het niet. Als hij lang wegblijft dan gaat hij op pad. Het heeft iets met vroeger te maken, dat zei hij tenminste een keer toen hij een hele nacht niet geslapen had. Ik ook niet, in zo'n tent merk je alles wat een ander doet en hij lag maar te woelen en te boeren van al die
drank. Iets met school. Het had iets met school te maken, dat hij niet kon verwerken. Of zo iets.' School, zowat de helft van het verleden was school. `Je weet het niet preciezer. Was het in Indonesië, of hier op de lagere of middelbare school?' `Nee, hij zei alleen iets over school.' We wachtten de hele avond, maar hij kwam niet opdagen. Toen Maartje om elf uur luid geeuwend naar bed ging stak ik me zelf gewoontegetrouw achter Berts bureau om nog een uurtje te werken. Op zoek naar een pen kwam ik de benzinebonnen weer tegen, met daaronder de klassefoto. Eén van de bonnen was van een benzinepompstation in Gelderland, Erkelo. Ik kende het plaatsje wel, we hadden er een keer een werkweek gehad met de school, in een jeugdherberg. Niks dan bossegroen. Ik zag Welter nog voor me, met zijn grijnzende dikke kop. `Hé Celebes.' Ik kwam inderdaad van Celebes, maar Bert ook. 'Waarom noemt hij mij eigenlijk zo?' vroeg ik Bert. Hij wees met een dikke wijsvinger naar de plek naast mijn neus. Het zweet brak me uit. Bij de eerste de beste gelegenheid ging ik naar de wc en keek in de spiegel. Celebes? Ik herkende het niet. Peinzend staarde ik naar mijn zeventienjarige hoofd, een gewoon hoofd verder, mager, met wat pukkels en grote oren. Alleen die wijnvlek. Maar Celebes? Dat lag eerder andersom. Andersom? Natuurlijk, ik kende me zelf alleen in spiegelbeeld. Ik zocht in mijn zakken naar een papiertje, tekende uit mijn hoofd Celebes en hield het papiertje voor de spiegel, naast mijn hoofd. Mijn hart zonk, het leek precies. Ik stond al een tijd zo toen Welter binnenkwam en onmiddellijk zag waar ik mee bezig was. `Klopt het?' vroeg hij en ging fluitend staan pissen in het urinoir, `nou nog een wratje op de goede plats en je hebt hoofdstad Makasar.' Ik stond met ziedend verdriet naar zijn rug te kijken en probeerde iets kwetsends te bedenken. `Zittenblijvers,' zei ik stotterend, `alleen zzittenblijvers kennen de kaart zo goed.' Hij had een korte plas, gunde zich niet eens de tijd om zijn lul weer in het gareel te steken en greep me bij de strot. Hij was twee jaar ouder en ongehoord sterk. Half gebukt onderging ik zijn greep, mijn nek in zijn oksel, terwijl hij met zijn vrije hand iets zocht. `Hou je stil of ik prik in je oog,' siste hij. Ik zag hoe hij de dop van zijn vulpen afduwde en zijn klem verschoof totdat mijn hoofd vastzat. `Daar zit Makassar,'
- Page 4 and 5: stijl heeft, sober en exact, melanc
- Page 6 and 7: van Amsterdam die ik niet uit elkaa
- Page 8 and 9: soldiers never die, nietwaar. We zi
- Page 10 and 11: Hij stak zijn hand uit in de richti
- Page 12 and 13: `Wat worden we toch snel oud,' zei
- Page 14 and 15: schatten, touwtjes en papiertjes, e
- Page 16 and 17: Het fotootje van mijn vader gaf ik
- Page 18 and 19: Ze keek me niet aan. `Poetsen, Bert
- Page 20 and 21: Toen de adoptie beklonken was zei B
- Page 22 and 23: als ik erg mijn best had gedaan. He
- Page 24 and 25: Tahiti-meisje in burger, dat met za
- Page 26 and 27: 3 Om halfnegen reden we naar kantoo
- Page 28 and 29: `Niet meer dan prijs en datum en ee
- Page 30 and 31: `Dat zou ik niet weten,' zei hij ve
- Page 32 and 33: Toen alle huisvrouwen zich voorgest
- Page 34 and 35: `Zou je dat nou wel doen?' vroeg ik
- Page 36 and 37: Na een tijdje beklom ik de trap naa
- Page 38 and 39: Ik trok haar pyjamahemd over haar h
- Page 40 and 41: `Nou, misgegaan.' `Kom even binnen,
- Page 42 and 43: iets aan de hand zijn. `Als hij van
- Page 44 and 45: `Bert is heel punctueel, dat weet j
- Page 46 and 47: voor nodig, nee hij belt naar het s
- Page 48 and 49: zijn positie worden óók. De zwakk
- Page 50 and 51: 6 De volgende twee weken gingen sne
- Page 52 and 53: ami en een schaal roerloze saté-st
- Page 56 and 57: zei hij. Ik voelde de harde punt va
- Page 58 and 59: maar er was wel een heer B. Maas in
- Page 60 and 61: schrijven. Hé Bert, zou je niet to
- Page 62 and 63: in de buurt enze-enze. Is de bezett
- Page 64 and 65: `Celebes,' zei ik. `Celebes?' herha
- Page 66 and 67: af te helpen.' Ik zweeg, ik wist ni
- Page 68 and 69: 9 Hij stond in de telefoongids, sla
- Page 70 and 71: zei ik. We namen het lijstje nog ee
- Page 72 and 73: verwelkomde me als een langverwacht
- Page 74 and 75: op de vloer bij de deur. Op de een
- Page 76 and 77: vragen, en weer kregelig worden ove
- Page 78 and 79: hij is tenslotte je broer. Maar ech
- Page 80 and 81: niet beter wordt dan moeten we hem
- Page 82 and 83: vastmaken,' zei hij, `laat staan de
- Page 84 and 85: op en ik kijk uit het zolderraam. H
- Page 86 and 87: te woelen. `Bert, alles wordt betaa
- Page 88 and 89: `Karnemelk,' herhaalde hij, `met wa
- Page 90 and 91: de trap op. Het was twaalf uur, een
- Page 92 and 93: geweest, maar we hebben hem niet bi
- Page 94 and 95: `Wat een eer, zo'n onverwacht bezoe
- Page 96 and 97: een gebeuren. `Het ga je goed jonge
- Page 98 and 99: 13 Theo stond keurig te wachten bij
- Page 100 and 101: ik een maandje rust neem, af en toe
- Page 102 and 103: van de wil, een keihard zakelijk ge
7<br />
De veertiende dag zorgde ik ervoor tijdig thuis te zijn. Ik<br />
had er zelfs aan gedacht bloemen te kopen en een welkomstbriefje<br />
op de mat te leggen.<br />
Maar alles lag er nog net zo toen ik van kantoor kwam.<br />
Pas om acht uur werd er aangebeld. Beneden stond<br />
Maartje wat hulpeloos tussen drie grote koffers.<br />
`Wat is er in godsnaam aan de hand?' vroeg ik, terwijl<br />
ik hielp sjouwen.<br />
`Ik weet het niet,' zei ze, `alles ging goed, mooie vakantie<br />
gehad. En toen we de koffers uitgeladen hadden zei hij<br />
ineens dat hij nog even weg moest.'<br />
We keken elkaar met opgetrokken wenkbrauwen aan<br />
en schudden het hoofd.<br />
Ik warmde wat bami op en bakte er eieren bij.<br />
`Hoor eens, als hij nu weer weg blijft dan wordt het<br />
gedonder op kantoor,' zei ik.<br />
`Dat lijkt me nog het minst belangrijke.'<br />
`En we zijn nota bene helemaal bij, hij kan met een<br />
schone lei beginnen.'<br />
Ze stak een vork bami in haar mond, proefde en nam<br />
een slok water.<br />
`Wat is dit in vredesnaam?'<br />
`Bami van de slager,' zei ik, `daar blijf je mager bij.'<br />
`Hoezo?'<br />
`Hoeveel denk je ervan te eten?'<br />
Ze knikte korzelig. `Maar jij bént toch al mager?'<br />
`Precies.'<br />
De maaltijd was snel afgelopen, daarna zaten we bedrukt<br />
bijeen met een kop koffie in de hand.<br />
`Je bent wel bruin geworden,' zei ik ten slotte.<br />
`O, overal,' zei ze en begon enthousiast te vertellen<br />
over de nudistencamping waar ze geweest waren, maar<br />
Bert had het vertikt om uit de tent te komen. Hij zat<br />
maar te lezen en te drinken. Al pratend luisterden we<br />
voortdurend met een half oor naar de deur, maar er<br />
kwam geen geluid.<br />
`Heb je nou een flauw idee waar hij zit?' vroeg ik na<br />
een tijdje.<br />
Ze zuchtte en nam een besluit.<br />
`Het kan zijn dat hij gewoon de kroeg is ingegaan,<br />
maar ik denk het niet. Als hij lang wegblijft dan gaat hij<br />
op pad. Het heeft iets met vroeger te maken, dat zei hij<br />
tenminste een keer toen hij een hele nacht niet geslapen<br />
had. Ik ook niet, in zo'n tent merk je alles wat een ander<br />
doet en hij lag maar te woelen en te boeren van al die