Met stijgende verbazing - Hans Vervoort
Met stijgende verbazing - Hans Vervoort Met stijgende verbazing - Hans Vervoort
voor nodig, nee hij belt naar het secretariaat of zij meneer X wil aanvragen en gaat dan zitten wachten. De secretaresse belt naar de secretaresse van meneer X en als alles meevalt ben je na een paar minuten verbonden. Ga maar eens na wat dat een tijd kost, op jaarbasis.' `Maar daar zijn ze toch voor áángenomen. Waar heb je anders een secretariaat voor.' `Hans, laten we daar nou niet opnieuw over beginnen,' zei Ruud, en tegen Theo: `Dat is Hans zijn hobby, daar hebben we geregeld over geknokt. Wij vinden nu eenmaal dat het wat meer stijl heeft, het stáát beter met een secretaresse, Hans.' `Laten we dáár maar niet opnieuw over beginnen,' zei ik. `Er is nu trouwens een nieuwe directeur die er óók zo over denkt,' zei Theo Bruins. `Dat is me niet ontgaan.' `Mooi.' De stemming was wat realistischer geworden, het mes op tafel. Maar hoe verder? Ik nam een slokje van de sherry en zag Theo en Ruud elkaar aankijken. Bert leek in slaap, voorzover dat mogelijk is met een grote sigaar in je mond. `We zijn een beetje op een dwaalspoor geraakt,' zei Ruud tenslotte, `zullen we even opnieuw beginnen? Het gaat erom dat we een tijdje gepraat hebben over de problemen waar Bert mee zit. Eh, de moeilijkheden.' 'Nou kijk,' zei Theo, `om het lang en kort te maken, we zijn tot het besluit gekomen dat het goed voor Bert zou zijn om er eens twee weken helemaal uit te gaan met Maartje. Een extra vakantie, zeg maar. Maartje hebben we gebeld en die heeft er veel zin in. En Bert ook, niet?' Hij knikte. `Maar dan zitten we met het werk en dan kom jij als geroepen. Als jij Berts werk over neemt, dan zijn we uit de problemen. Denk je dat je het aankunt? Ik bedoel dus alleen het kantoorwerk en een paar contacten, het echte buitendienstwerk nemen wij van Bert over, vanwege jouw, eh, je probleem.' Ik zag Bert even zijn ogen openen, de heren hadden het gehad over mijn complex: Hans is een prima jongen, maar die vlek daar zit hij mee en sommige klanten vinden het ook een beetje eng. Waarom laat hij het niet weghalen? Ja, waarom laat hij het niet weghalen, dat moet je hem zelf maar vragen. `Welk probleem?' vroeg ik, omdat ik het niet laten kon.
`Nou, eh, ik heb begrepen dat je een beetje gespannen bent, hoe noem je dat, je houdt niet zo van klantencontact.' `Nieuwe klanten,' zei Bert, `kom Hans, geen spelletjes.' Ik knikte. `OK, ik heb moeite met nieuwe contacten.' `Nou, dat vangen Ruud en ik voor je op. Als jij de rest doet, dus de contacten die je kent en de rest van het werk, dan kan Bert op vakantie. Je krijgt Jenny natuurlijk onder je.' `Weet ze daarvan?' `Nee, maar dat is functioneel, ze viel ook onder Bert. We zullen het haar uitleggen, maar je hebt toch geen problemen met Jenny?' `Neenee.' `Mooi, doe je het?' Ik haalde mijn schouders op. `Natuurlijk, dat is toch normaal?' Er heerste een onbegrijpelijke opluchting, maar het werd me even later duidelijk toen Bert enigszins beschaamd zijn portefeuille overdroeg. Er waren drie rapporten te schrijven die al over tijd waren, vier rapporten die tegen de deadline aanleunden, en een grote reeks onderzoekvoorstellen en vragenlijsten. We zaten in het kleine klantenkamertje, Jenny erbij, toen hij de briefings doorgaf. We noteerden met z'n tweeën alles wat hij zei. Het was mager, van sommige onderzoeken kon hij zich nauwelijks herinneren waar ze over gingen. Hij had een gigantische achterstand. `Mijn god Bert,' zei ik toen Jenny even weg was, `wat ben je toch een lul. Je hebt wel werk voor drie man op je rug genomen, en dat naast al je contactwerk. Geen wonder dat je eraan kapotgaat.' `Ach welnee,' zei hij, `dat komt door de achterstand. Het spijt me dat je ermee blijft zitten.' Hij dronk nu ge- staag rode wijn en begon er steeds slaperiger uit te zien. `Maar laat maar liggen, laat maar zitten wat je niet aankunt. Over een weekje ben ik weer terug hoor. Even uitslapen.' Hij knipperde met zijn ogen achter het donkere brilleglas. `Ben je betoeterd. Jij blijft twee weken weg, en langer als het nodig is. Geef mij maar de kans om te laten zien dat ik het nog kan.' `Meen je dat?' vroeg hij geïnteresseerd. 'Natuurlijk,' loog ik, `na zo'n tijd rust wil ik wel weer eens.' `Echt waar?' O jee, als ik het er te dik oplegde zou hij nog bang voor
- Page 2 and 3: Hans Vervoort Met stijgende verbazi
- Page 4 and 5: stijl heeft, sober en exact, melanc
- Page 6 and 7: van Amsterdam die ik niet uit elkaa
- Page 8 and 9: soldiers never die, nietwaar. We zi
- Page 10 and 11: Hij stak zijn hand uit in de richti
- Page 12 and 13: `Wat worden we toch snel oud,' zei
- Page 14 and 15: schatten, touwtjes en papiertjes, e
- Page 16 and 17: Het fotootje van mijn vader gaf ik
- Page 18 and 19: Ze keek me niet aan. `Poetsen, Bert
- Page 20 and 21: Toen de adoptie beklonken was zei B
- Page 22 and 23: als ik erg mijn best had gedaan. He
- Page 24 and 25: Tahiti-meisje in burger, dat met za
- Page 26 and 27: 3 Om halfnegen reden we naar kantoo
- Page 28 and 29: `Niet meer dan prijs en datum en ee
- Page 30 and 31: `Dat zou ik niet weten,' zei hij ve
- Page 32 and 33: Toen alle huisvrouwen zich voorgest
- Page 34 and 35: `Zou je dat nou wel doen?' vroeg ik
- Page 36 and 37: Na een tijdje beklom ik de trap naa
- Page 38 and 39: Ik trok haar pyjamahemd over haar h
- Page 40 and 41: `Nou, misgegaan.' `Kom even binnen,
- Page 42 and 43: iets aan de hand zijn. `Als hij van
- Page 44 and 45: `Bert is heel punctueel, dat weet j
- Page 48 and 49: zijn positie worden óók. De zwakk
- Page 50 and 51: 6 De volgende twee weken gingen sne
- Page 52 and 53: ami en een schaal roerloze saté-st
- Page 54 and 55: 7 De veertiende dag zorgde ik ervoo
- Page 56 and 57: zei hij. Ik voelde de harde punt va
- Page 58 and 59: maar er was wel een heer B. Maas in
- Page 60 and 61: schrijven. Hé Bert, zou je niet to
- Page 62 and 63: in de buurt enze-enze. Is de bezett
- Page 64 and 65: `Celebes,' zei ik. `Celebes?' herha
- Page 66 and 67: af te helpen.' Ik zweeg, ik wist ni
- Page 68 and 69: 9 Hij stond in de telefoongids, sla
- Page 70 and 71: zei ik. We namen het lijstje nog ee
- Page 72 and 73: verwelkomde me als een langverwacht
- Page 74 and 75: op de vloer bij de deur. Op de een
- Page 76 and 77: vragen, en weer kregelig worden ove
- Page 78 and 79: hij is tenslotte je broer. Maar ech
- Page 80 and 81: niet beter wordt dan moeten we hem
- Page 82 and 83: vastmaken,' zei hij, `laat staan de
- Page 84 and 85: op en ik kijk uit het zolderraam. H
- Page 86 and 87: te woelen. `Bert, alles wordt betaa
- Page 88 and 89: `Karnemelk,' herhaalde hij, `met wa
- Page 90 and 91: de trap op. Het was twaalf uur, een
- Page 92 and 93: geweest, maar we hebben hem niet bi
- Page 94 and 95: `Wat een eer, zo'n onverwacht bezoe
`Nou, eh, ik heb begrepen dat je een beetje gespannen<br />
bent, hoe noem je dat, je houdt niet zo van klantencontact.'<br />
`Nieuwe klanten,' zei Bert, `kom <strong>Hans</strong>, geen spelletjes.'<br />
Ik knikte. `OK, ik heb moeite met nieuwe contacten.'<br />
`Nou, dat vangen Ruud en ik voor je op. Als jij de rest<br />
doet, dus de contacten die je kent en de rest van het<br />
werk, dan kan Bert op vakantie. Je krijgt Jenny natuurlijk<br />
onder je.'<br />
`Weet ze daarvan?'<br />
`Nee, maar dat is functioneel, ze viel ook onder Bert.<br />
We zullen het haar uitleggen, maar je hebt toch geen<br />
problemen met Jenny?'<br />
`Neenee.'<br />
`Mooi, doe je het?'<br />
Ik haalde mijn schouders op. `Natuurlijk, dat is toch<br />
normaal?'<br />
Er heerste een onbegrijpelijke opluchting, maar het<br />
werd me even later duidelijk toen Bert enigszins beschaamd<br />
zijn portefeuille overdroeg. Er waren drie rapporten<br />
te schrijven die al over tijd waren, vier rapporten<br />
die tegen de deadline aanleunden, en een grote reeks onderzoekvoorstellen<br />
en vragenlijsten.<br />
We zaten in het kleine klantenkamertje, Jenny erbij,<br />
toen hij de briefings doorgaf. We noteerden met z'n<br />
tweeën alles wat hij zei. Het was mager, van sommige<br />
onderzoeken kon hij zich nauwelijks herinneren waar ze<br />
over gingen.<br />
Hij had een gigantische achterstand.<br />
`Mijn god Bert,' zei ik toen Jenny even weg was, `wat<br />
ben je toch een lul. Je hebt wel werk voor drie man op je<br />
rug genomen, en dat naast al je contactwerk. Geen wonder<br />
dat je eraan kapotgaat.'<br />
`Ach welnee,' zei hij, `dat komt door de achterstand.<br />
Het spijt me dat je ermee blijft zitten.' Hij dronk nu ge-<br />
staag rode wijn en begon er steeds slaperiger uit te zien.<br />
`Maar laat maar liggen, laat maar zitten wat je niet<br />
aankunt. Over een weekje ben ik weer terug hoor. Even<br />
uitslapen.'<br />
Hij knipperde met zijn ogen achter het donkere brilleglas.<br />
`Ben je betoeterd. Jij blijft twee weken weg, en langer<br />
als het nodig is. Geef mij maar de kans om te laten zien<br />
dat ik het nog kan.'<br />
`Meen je dat?' vroeg hij geïnteresseerd.<br />
'Natuurlijk,' loog ik, `na zo'n tijd rust wil ik wel weer<br />
eens.'<br />
`Echt waar?'<br />
O jee, als ik het er te dik oplegde zou hij nog bang voor