Met stijgende verbazing - Hans Vervoort
Met stijgende verbazing - Hans Vervoort Met stijgende verbazing - Hans Vervoort
Toen de adoptie beklonken was zei Berts moeder: `Je hoort nu bij ons Hans, je bent nu ons kind, dus als je wilt vind ik het wel leuk als je mij mama noemt en oom Fred papa. Net zoals Bert, je nieuwe broertje. Maar het hóéft niet hoor, denk er maar rustig over na.' Ik kon het niet. Papa zou nog wel gaan, want ik had nooit een echte papa gehad, tenminste niet dat ik me herinnerde. Maar van mijn mama wist ik nog hoe ze eruitzag, en al had ze me in de steek gelaten door dood te gaan, ik was nu oud genoeg om zeker te weten dat ze dat niet expres gedaan had. Na een week `tante Beb' en `oom Fred' begon ze me langzaam te corrigeren. `Mag ik uw potlood even lenen, oom Fred' werd beantwoord door `Papa, mag Hans je potlood even?' `Mag ik nog wat suiker op de pap, tante?' kwam terug als `Zéker mag je van mama nog wat suiker op je pap, zoveel als je maar wilt hoor.' Het stille gevecht duurde lang, ik probeerde de woorden tante en oom te vermijden zodat ik ook niet papa en mama hoefde te zeggen, maar het was erg moeilijk. Op een avond kwam ik met een scheur in mijn broek thuis en werd beknord, en om het weer goed te maken (want ik had spijt) zei ik bij het naar bed gaan `welterusten moeder'. Ik was dankbaar voor haar verheugde blik. Ze omhelsde me stevig. `Welterusten mijn jongen,' en toen we in bed lagen kwam ze nog even zeggen `ik ben blij dat je me eindelijk moeder wilt noemen, dat heb ik dan eindelijk verdiend hè?' Ik wilde haar nog uitleggen dat het een afkorting van pleegmoeder was, dat had ik voor me zelf bedacht, maar ik was toch al wijs genoeg om te beseffen dat ik beter kon zwijgen. Naast Berts `mama' bleef mijn `moeder' gehandhaafd, desgevraagd hield ik laf vol dat ik `moeder' een mooier woord vond. Maar eigenlijk vond ik haar niet aardig en wilde ik niet haar kind zijn. Moeder was een nerveuze vrouw, mager en met kort blond haar. Ze gaf in Holland geen les meer, zoals in Indië, omdat er hier geen baboes waren voor het huishouden en de kinderen. Ze was de hele dag in de weer alles voor iedereen het best te organiseren en verwachtte van ons ook het beste. Het minste dat Bert en ik moesten doen was het behalen van een goed rapport, nee de twee beste rapporten van de klas. Maar we moesten ook leren ons te gedragen, met twee woorden spreken, netjes eten, foutloos bood-
schappen doen. En verder moesten we populair zijn, vriendjes mee naar huis nemen, aardig zijn voor de onderwijzers, aan sport doen, spelletjes op straat spelen. Ze programmeerde al onze tijd, en 's avonds waren we doodmoe. Vooral Bert stond onder druk. Hij was een dikke zenuwachtige jongen, die in de klas niet goed lag omdat hij al te gretig slimme antwoorden op moeilijke vragen klaar had en vaak klikte over anderen. Elk goedkeurend knikje van de onderwijzers was een nagel aan zijn doodkist. De minder slimme kinderen namen in het speelkwartier wraak want hij kon niet goed hardlopen en was als de dood voor een klap. 's Nachts in bed hoorde ik hem eens zuchten en een snik laten, maar wij waren niet écht vriendjes en ik luisterde koel toe. Pas toen we ouder werden en op de HBS zaten begon ik meegevoel met hem te krijgen. Op een kwartaalrapport had ik niet alleen betere cijfers voor gymnastiek dan hij, dat was gebruikelijk, maar ook hogere cijfers voor Engels en geschiedenis. Toen we de rapporten vergeleken werd hij al erg zenuwachtig en begon met zijn ogen te knipperen. We fietsten naar huis, maar onderweg stopte hij en vroeg of ik het rapport wilde verliezen, dan zou ik een halfjaar zijn zakgeld krijgen. Ik weigerde verbaasd en toen barstte hij los over dat rotwijf dat altijd maar wilde dat hij de hoogste cijfers haalde, behalve voor gymnastiek want dat was niet zo belangrijk. `Ik krijg op mijn kop, joh,' zei hij voortdurend en keek zenuwachtig om zich heen. `Maar je bent toch nog steeds nummer 1 van de klas?' `Jij begrijpt het niet. Als jij een 8 1/2 voor Engels en geschiedenis hebt en ik maar een 8, dan heb ik er niet genoeg aan gedaan. Snap je?' schreeuwde hij wanhopig, `ik moet nu eenmaal de beste zijn. Dus beter dan jij. Want ik bén toch beter dan jij. Ik heb toch altijd de hoogste cijfers gehaald ?' We delibereerden geruime tijd. Het wegmaken van mijn rapport zou niets uithalen, want er was vast wel een afschrift van. Ik opperde dat ik zou bekennen afgekeken te hebben, maar dat zou ook niet helpen, want degene van wie ik afgekeken had zou dan toch beter dan Bert geweest moeten zijn. Ten slotte reden we maar naar huis, Bert in angstige afwachting van de reactie van zijn moeder, en ik medelijdend en peinzend. Het kwam voor het eerst bij me op dat moederliefde nog weleens lastiger kon zijn dan de hartelijkheid waar ik als pleegzoon maximaal op kon rekenen,
- Page 2 and 3: Hans Vervoort Met stijgende verbazi
- Page 4 and 5: stijl heeft, sober en exact, melanc
- Page 6 and 7: van Amsterdam die ik niet uit elkaa
- Page 8 and 9: soldiers never die, nietwaar. We zi
- Page 10 and 11: Hij stak zijn hand uit in de richti
- Page 12 and 13: `Wat worden we toch snel oud,' zei
- Page 14 and 15: schatten, touwtjes en papiertjes, e
- Page 16 and 17: Het fotootje van mijn vader gaf ik
- Page 18 and 19: Ze keek me niet aan. `Poetsen, Bert
- Page 22 and 23: als ik erg mijn best had gedaan. He
- Page 24 and 25: Tahiti-meisje in burger, dat met za
- Page 26 and 27: 3 Om halfnegen reden we naar kantoo
- Page 28 and 29: `Niet meer dan prijs en datum en ee
- Page 30 and 31: `Dat zou ik niet weten,' zei hij ve
- Page 32 and 33: Toen alle huisvrouwen zich voorgest
- Page 34 and 35: `Zou je dat nou wel doen?' vroeg ik
- Page 36 and 37: Na een tijdje beklom ik de trap naa
- Page 38 and 39: Ik trok haar pyjamahemd over haar h
- Page 40 and 41: `Nou, misgegaan.' `Kom even binnen,
- Page 42 and 43: iets aan de hand zijn. `Als hij van
- Page 44 and 45: `Bert is heel punctueel, dat weet j
- Page 46 and 47: voor nodig, nee hij belt naar het s
- Page 48 and 49: zijn positie worden óók. De zwakk
- Page 50 and 51: 6 De volgende twee weken gingen sne
- Page 52 and 53: ami en een schaal roerloze saté-st
- Page 54 and 55: 7 De veertiende dag zorgde ik ervoo
- Page 56 and 57: zei hij. Ik voelde de harde punt va
- Page 58 and 59: maar er was wel een heer B. Maas in
- Page 60 and 61: schrijven. Hé Bert, zou je niet to
- Page 62 and 63: in de buurt enze-enze. Is de bezett
- Page 64 and 65: `Celebes,' zei ik. `Celebes?' herha
- Page 66 and 67: af te helpen.' Ik zweeg, ik wist ni
- Page 68 and 69: 9 Hij stond in de telefoongids, sla
schappen doen. En verder moesten we populair zijn,<br />
vriendjes mee naar huis nemen, aardig zijn voor de onderwijzers,<br />
aan sport doen, spelletjes op straat spelen.<br />
Ze programmeerde al onze tijd, en 's avonds waren we<br />
doodmoe.<br />
Vooral Bert stond onder druk. Hij was een dikke zenuwachtige<br />
jongen, die in de klas niet goed lag omdat hij<br />
al te gretig slimme antwoorden op moeilijke vragen klaar<br />
had en vaak klikte over anderen. Elk goedkeurend knikje<br />
van de onderwijzers was een nagel aan zijn doodkist. De<br />
minder slimme kinderen namen in het speelkwartier<br />
wraak want hij kon niet goed hardlopen en was als de<br />
dood voor een klap. 's Nachts in bed hoorde ik hem eens<br />
zuchten en een snik laten, maar wij waren niet écht<br />
vriendjes en ik luisterde koel toe.<br />
Pas toen we ouder werden en op de HBS zaten begon<br />
ik meegevoel met hem te krijgen. Op een kwartaalrapport<br />
had ik niet alleen betere cijfers voor gymnastiek<br />
dan hij, dat was gebruikelijk, maar ook hogere cijfers<br />
voor Engels en geschiedenis. Toen we de rapporten vergeleken<br />
werd hij al erg zenuwachtig en begon met zijn<br />
ogen te knipperen. We fietsten naar huis, maar onderweg<br />
stopte hij en vroeg of ik het rapport wilde verliezen, dan<br />
zou ik een halfjaar zijn zakgeld krijgen. Ik weigerde verbaasd<br />
en toen barstte hij los over dat rotwijf dat altijd<br />
maar wilde dat hij de hoogste cijfers haalde, behalve voor<br />
gymnastiek want dat was niet zo belangrijk. `Ik krijg op<br />
mijn kop, joh,' zei hij voortdurend en keek zenuwachtig<br />
om zich heen.<br />
`Maar je bent toch nog steeds nummer 1 van de klas?'<br />
`Jij begrijpt het niet. Als jij een 8 1/2 voor Engels en geschiedenis<br />
hebt en ik maar een 8, dan heb ik er niet genoeg<br />
aan gedaan. Snap je?' schreeuwde hij wanhopig, `ik<br />
moet nu eenmaal de beste zijn. Dus beter dan jij. Want ik<br />
bén toch beter dan jij. Ik heb toch altijd de hoogste cijfers<br />
gehaald ?'<br />
We delibereerden geruime tijd. Het wegmaken van<br />
mijn rapport zou niets uithalen, want er was vast wel een<br />
afschrift van. Ik opperde dat ik zou bekennen afgekeken<br />
te hebben, maar dat zou ook niet helpen, want degene van<br />
wie ik afgekeken had zou dan toch beter dan Bert geweest<br />
moeten zijn.<br />
Ten slotte reden we maar naar huis, Bert in angstige afwachting<br />
van de reactie van zijn moeder, en ik medelijdend<br />
en peinzend. Het kwam voor het eerst bij me op<br />
dat moederliefde nog weleens lastiger kon zijn dan de<br />
hartelijkheid waar ik als pleegzoon maximaal op kon rekenen,