02.05.2013 Views

Bijlage: acta-1981.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1981.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1981.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ARTIKEL 15<br />

De erfzonde<br />

Wij geloven dat door de ongehoorzaamheid van Adam de erfzonde zich over heel het<br />

menselijk geslacht heeft verbreid. Zij is een verdorvenheid van de gehele natuur en een<br />

erfelijk kwaad, waarmeezelfs de kleine kinderen in de moederschoot besmet zijn. Zij is<br />

namelijk de wortel waaruit allerlei zonden in de mens voortkomen.<br />

Daarom is ze zo gruwelijk en afzichtelijk voor God dat zij reden genoeg is om het menselijk<br />

geslacht te verdoemen. Zelfs door de doop is zij niet geheel vernietigd of uitgeroeid, omdat<br />

de zonde altijd uit deze verdorvenheid ontspringt als opwellend water uit een giftige bron.<br />

Zij wordt evenwel de kinderen van God niet toegerekend om hen te veroordelen, maar door<br />

zijn genade en barmhartigheid vergeven; niet opdat zij zorgeloos in de zonde zouden<br />

voortleven, maar opdat het besef van deze verdorvenheid de gelovigen dikwijls zou doen<br />

zuchten van verlangen om uit het lichaam dat in de macht van de dood is, verlost te<br />

worden.<br />

Rom. 7 : 24 Op dit punt verwerpen wij de dwaling van de Pelagianen, die zeggen dat de zonde slechts<br />

uit navolging ontstaat.<br />

De eeuwige verkiezing door God<br />

De belofte van de Verlosser<br />

ARTIKEL 16<br />

Wij geloven dat, toen het gehele geslacht van Adam door de zonde van de eerste mens in<br />

verderf en ondergang was gestort, God bewezen heeft dat Hij barmhartig en rechtvaardig<br />

is. Barmhartig, doordat Hij diegenen uit dit verderf trekt en verlost, die Hij in zijn eeuwige<br />

en onveranderlijke raad uit louter genade verkoren heeft in Jezus Christus, onze Here,<br />

zonder ook maar enigszins hun werken in rekening te brengen. Rechtvaardig, doordat Hij de<br />

anderen laat in hun val en verderf, waarin zij zichzelf gestort hebben.<br />

ARTIKEL 17<br />

Wij geloven dat onze goede God, toen Hij zag dat de mens zich zo in de lichamelijke en<br />

geestelijke dood gestort had en zich volkomen rampzalig gemaakt had, hem in zijn<br />

wonderbare wijsheid en goedheid zelf is gaan zoeken, toen hij bevend voor Hem vluchtte.<br />

Gal. 4 : 4 God heeft hem getroost met de belofte hem zijn Zoon te geven, die geboren zou worden uit<br />

Gen. 3 : 15 een vrouw, om de kop van de slang te vermorzelen, en hem gelukzalig te maken.<br />

De menswording van Gods Zoon<br />

ARTIKEL 18<br />

Wij belijden dus dat God de belofte die Hij aan de vaderen gedaan had bij monde van zijn<br />

heilige profeten, vervuld heeft door zijn eigen, eniggeboren en eeuwige Zoon in de wereld<br />

te zenden op de door Hem bepaalde tijd.<br />

Filip. 2 : 7 Deze heeft de gestalte van een dienstknecht aangenomen en is aan de mensen gelijk<br />

geworden door werkelijk een echte menselijke natuur aan te nemen met al haar<br />

zwakheden, uitgezonderd de zonde. Hij is ontvangen in de schoot van de gezegende maagd<br />

Maria door de kracht van de Heilige Geest, zonder toedoen van een man. Hij heeft niet<br />

alleen de menselijke natuur aangenomen wat het lichaam betreft, maar ook een echte<br />

menselijke ziel om werkelijk mens te zijn. Want omdat de ziel evenzeer verloren was als het<br />

Hebr. 2 : 14 lichaam, moest Hij ze beide aannemen om beide te redden.<br />

Hand. 2 : 30 Tegenover de ketterij van de Wederdopers, die ontkennen dat Christus van zijn moeder de<br />

Rom. 1 : 3 menselijke natuur aangenomen heeft, belijden wij daarom dat Hij deel gekregen heeft aan<br />

Luc. 1 : 42 het vlees en bloed van Gods kinderen;<br />

Gal. 4 : 4 dat Hij een vrucht van Davids lendenen is, naar het vlees voortgekomen uit het geslacht van<br />

Jer. 33 : 15 David; vrucht van Maria's schoot; geboren uit een vrouw; spruit van David;<br />

Jes. 11 : 1 scheut uit de wortel van Isaï; gesproten uit Juda; wat het vlees betreft afkomstig uit de<br />

Hebr. 7 : 14 Joden; uit het nageslacht van Abraham, omdat Hij dat heeft aangenomen en in alle<br />

Rom. 9 : 5 opzichten aan zijn broeders gelijk is geworden met uitzondering van de zonde.<br />

Hebr. 2 : 16, Zo is Hij werkelijk onze Immanuël:<br />

17; 4 : 15 Matt. 1 : 23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!