02.05.2013 Views

Bijlage: acta-1981.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1981.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1981.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Ik zeg het alleen tot roem van Gods genade, die sinds de opening van de School der kerken op 6 december 1854,<br />

dus aan het eind van dit jaar reeds gedurende 125 jaar, ervoor gezorgd heeft, dat zij dezelfde gebleven is. Dank<br />

zij die genade mag zij nog altijd zijn de school van „de zonen der Scheiding", die naar een woord van Prof. H. J.<br />

Schilder in 1955:<br />

„het hart zoeken van hen, die leiding geven aan de afval van het geloof in de Schriften naar de oude<br />

confessie, „zonen der Scheiding", die zich niet schromen de groten der wetenschappelijke aarde aan te<br />

spreken en de Naam Gods in concrete verbanden te belijden voor de oren der wereld".<br />

Daardoor kan ik ook met een geringe wijziging hier het woord van Prof. Helenius de Cock herhalen, gesproken op<br />

10 december 1879 en door Prof. dr. C. Trimp bij de viering van het eeuwfeest van het Kamper studentencorps<br />

„Fides Quadrat Intellectum" geciteerd in de Almanak 1963 van dit Corps:<br />

„Diep te beklagen voorzeker zouden wij zijn en te betreuren zou het wezen voor School en Kerk beide,<br />

indien wij niet met de tijd hadden meegeleefd, indien wij vreemd waren gebleven van de strijd op<br />

theologisch en godsdienstig gebied gestreden. Maar niet te betreuren is het dat dezelfde belijdenis" - nu<br />

bijna 125 - „jaren wordt vastgehouden, indien zij de belijdenis der waarheid is."<br />

In dat licht bezien hebben de deputaten-curatoren dan ook terecht aan de kerken geschreven het voor de goede<br />

voortgang in de aangelegen vakken niet verantwoord te achten, „dat de aanwijzing van een opvolger eerst in<br />

1981 zal plaats vinden. Op grond onder meer van de overweging, dat het onderwijs in alle onderdelen van de<br />

opleiding tot de dienst des Woords zo regelmatig voortgang dient te hebben, zijn deputaten-curatoren van<br />

oordeel, dat een eerdere benoeming van een opvolger dringend gewenst, ja noodzakelijk is".<br />

Er is dan ook reden voor blijdschap vandaag te mogen constateren, hoe snel de kerken op deze dringende<br />

oproep van deputaten-curatoren antwoord gegeven hebben. Ruim vier maanden na hun schrijven mag U hier<br />

vergaderd zijn.<br />

Met deze beperkte opdracht! Die tegelijk een geweldige is! Want de kritiek moet blijven. Daarom moet zo spoedig<br />

mogelijk de open plaats worden bezet. Daarom is het eveneens van belang, wie straks de leerstoel van de<br />

dogmatiek bezetten zal. Hij zal een man moeten zijn, die in staat is critisch antwoord te geven aan- maar daarin<br />

tegelijk het hart te zoeken van- hen, die met steeds fellere kracht zich inzetten om de dogmata van de Kerk, ons<br />

in de Schriften gegeven en daarna door de leiding van de Heilige Geest ook in de belijdenissen samengevat,<br />

omver te rammeien. Dat maakt Uw verantwoordelijkheid groot. U zult een keuze moeten doen, waardoor onze<br />

Hogeschool blijft, wat ze is: bolwerk van de gereformeerde theologie tot dienst aan de kerken in Nederland en de<br />

broederschap in de wereld en tegelijk tot behoud van hen, die zich niet naar de gezonde woorden van onze Here<br />

Jezus Christus en de leer der godsvrucht voegen.<br />

Alleen, had dit niet anders en vlugger gekund?<br />

U weet, hoe in de achter ons liggende maanden deze vraag aan de orde is gesteld. En wie op data let, kan<br />

geneigd zijn de vragers in het gelijk te stellen.<br />

Nietwaar?<br />

De brief van deputaten-curatoren is gedateerd: 9 oktober 1978.<br />

Slaat u daarbij de Acta op van de generale synode van Groningen-Zuid, u ontdekt dat zij vierdagen daarvoor, op<br />

donderdag 5 oktober, gesloten werd. Waarom nu de lange weg via de kerken met extra classisvergaderingen en<br />

buitengewone particuliere synoden naar Arnhem toe?<br />

Het lijkt me overbodig te herhalen, wat reeds door ds. C. J. Breen in het „Gereformeerd Kerkblad voor Overijssel,<br />

Gelderland, Utrecht en Noord-Holland" geschreven werd over de zichzelf continuerende synode van 1939, die op<br />

eigen autoriteit een opvolger voor prof. dr. S. Greijdanus benoemde, en over de critiek van prof. dr. K. Schilder<br />

daarop. Het is u zonder meer duidelijk, dat de synode, die een nieuwe regel stelt, niet ook tegelijk mag handelen<br />

náár die regel. Eerst moeten de kerken oordelen óver die regel. Niet voor niets heeft de eerste hoogleraar in de<br />

ecclesiologische vakken na de Vrijmaking op 28 januari 1946 zijn ambt aanvaard met een rede over. „De<br />

ratificering der besluiten van meerdere vergaderingen"! En terecht heeft daarom de generale synode van<br />

Groningen-Zuid op vrijdag 9 juni 1978 niet aan deputaten-curatoren een nieuwe opdracht gegeven, maar hen<br />

van het door hen gevoerde beleid décharge verleend!<br />

De zaken, die haar met betrekking tot de Theologische Hogeschool ter behandeling waren opgedragen had ze<br />

afgewerkt.<br />

Eerder schijnt een andere vraag recht van spreken te hebben, nl. of niet zowel door deputaten-curatoren als door<br />

de kerkeraad van Arnhem te vlug gehandeld is. Immers, de oproep voor deze vergadering is uitgegaan op 20<br />

december 1978, d.i. op het moment, waarop de kerkeraden zo ongeveer de Acta van de synode van<br />

Groningen-Zuid ontvingen.<br />

M.a.w. op het moment, waarop de kerken met het toetsen van de besluiten konden beginnen, werden zij reeds<br />

ter synode geroepen.<br />

Dit feit heeft de kerkeraad van Eindhoven ertoe gebracht om in de brief die u gisteravond gegeven werd voor de<br />

toekomst tot grotere voorzichtigheid te manen. Want terwijl ook hij zelf aan het bijeenkomen van Uw vergadering<br />

van harte had meegewerkt, kreeg hij na het lezen van de Handelingen zulke bezwaren, dat hij U zelfs in<br />

overweging geeft om het Reglement van de Theologische Hogeschool op het punt van de emeriteringsleefdjd te<br />

herzien.<br />

Nu is het aan U om te besluiten, wat U met dit bezwaar wilt doen. Ik noem de brief, omdat hij in zeker opzicht<br />

ook de kerkeraad van Arnhem raakt. Is hij als Raad van de roepende kerk te haastig geweest? Had hij op zijn<br />

minst niet moeten wachten tot het moment, waarop de Acta verschenen waren?

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!