02.05.2013 Views

Bijlage: acta-1981.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1981.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1981.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

18 Geest Here; en toch zijn zij niet drie Heren, maar één Here. Want zoals de<br />

19 christelijke waarheid ons noodzaakt elke Persoon afzonderlijk als God en als<br />

20 Here te belijden, zo belet het algemeen geloof ons van drie Goden of Heren te spreken.<br />

21/22 De Vader is door niemand gemaakt of geschapen of voortgebracht. De Zoon is 23 door de Vader<br />

alleen, niet gemaakt of geschapen, maar voortgebracht. De Heilige Geest is door de Vader en de<br />

Zoon niet gemaakt of geschapen of voortgebracht, maar Hij gaat van Hen uit. Eén Vader dus, niet<br />

drie Vaders;<br />

24 één Zoon, niet drie Zonen; één Heilige Geest, niet drie Heilige Geesten. En in<br />

25 deze Drieëenheid is niets eerder of later, niets groter of kleiner, maar alle drie<br />

26 Personen zijn aan elkaar gelijk in eeuwigheid en in hoedanigheden. Daarom moet, zoals reeds<br />

gezegd werd, in alle opzichten zowel de Eenheid in de<br />

27 Drieheid als de Drieheid in de Eenheid vereerd worden.<br />

28 Wie dus behouden wil worden, moet deze overtuiging hebben aangaande de Drieëenheid.<br />

29 Maar het is voor zijn eeuwig behoud noodzakelijk, dat hij ook de vleeswording<br />

30 van onze Here Jezus Christus oprecht gelooft. Het rechte geloof nu is, dat wij<br />

31 geloven en belijden, dat onze Here Jezus Christus, Gods Zoon, God en mens is. God is Hij uit het<br />

wezen van de Vader, voortgebracht vóór de tijden en mens is Hij uit het wezen van zijn moeder,<br />

geboren in de tijd, volkomen God en<br />

32 volkomen mens, met een menselijke ziel en een menselijk lichaam; gelijk aan<br />

33 de Vader naar zijn goddelijke natuur, minder dan de Vader naar zijn menselijke<br />

34 natuur. En hoewel Hij God en mens is, is Hij toch niet twee maar één Christus.<br />

35 Eén is Hij, echter niet doordat zijn goddelijke natuur in de menselijke veranderde, maar doordat Hij<br />

als God de menselijke natuur aannam. Eén is<br />

36 Hij, volstrekt niet door vermenging van naturen, maar door eenheid van<br />

37 Persoon. Want zoals ziel en lichaam één mens zijn, zo zijn God en mens één Christus.<br />

38 Hij heeft geleden voor ons behoud, is neergedaald in de hel en op de derde dag<br />

39 opgestaan uit de doden. Hij is opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechter<br />

40 hand van God, de almachtige Vader; vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de<br />

doden. Bij zijn komst zullen alle mensen opstaan met hun<br />

41 lichaam en zij zullen rekenschap afleggen van hun daden. En zij die het goede gedaan hebben,<br />

zullen het eeuwige leven ingaan, maar zij die het kwade gedaan hebben, het eeuwige vuur.<br />

42 Dit is het algemeen geloof. Wie dit niet oprecht en standvastig gelooft, zal niet behouden kunnen<br />

worden.<br />

Artikel 50.1 02.06.81<br />

Onderwerp : agenda I 1, 7, 11, 13, 18, 24, 26, 30<br />

Nederlandse Geloofsbelijdenis<br />

Voorstel : commissie I<br />

Rapporteur : H. Hidding<br />

Bij de besprekingen van de voorgestelde tekst van de N.G.B. zijn tijdens één of meer zittingen aanwezig de<br />

adviseur prof. J. Kamphuis en de deputaten dr. R. H. Bremmer, drs. J. A. Meijer, ds. W. Triemstra en drs. M.<br />

Wilcke-van der Linden.<br />

Voordat overgegaan wordt tot behandeling van de concept-tekst per artikel, wordt een algemene ronde van<br />

bespreking gehouden.<br />

In deze ronde wordt door de rapporteur, door de adviseur en door de praeses benadrukt dat, nu het gaat om de<br />

definitieve vaststelling van deze belijdenistekst, deze arbeid met grote accuratesse verricht moet worden.<br />

De adviseur informeert naar de werkwijze van de deputaten. Voorts vraagt hij zich af of de commissie niet<br />

gewerkt heeft op een te smalle basis, namelijk: alleen de verschillen beoordelen tussen de Proeve van<br />

Groningen-Zuid en het deputaten-voorstel. Tenslotte vraagt hij naar de functie en de waarde van de opmerking<br />

in het deputatenrapport op pag. 21 regel 7 - 11.<br />

De rapporteur antwoordt dat zowel de deputaten als de commissie wel hun uitgangspunt hebben genomen in de<br />

Proeve van Groningen-Zuid, maar toch ook het gehéél hebben overzien. De passage op pag. 21 wordt, na overleg<br />

tussen deputaten en commissie, geschrapt. De rapporteur spreekt grote waardering uit voor het werk van<br />

deputaten.<br />

Prof. Kamphuis sluit zich hierbij aan.<br />

Hierna wordt overgegaan tot artikelgewijze bespreking en besluitvorming. Bij de meeste artikelen stelt de<br />

commissie een enkele wijziging voor in de tekst van deputaten. Vele adviezen tot tekstwijziging van prof. J.<br />

Kamphuis worden bf door de commissie overgenomen óf door één der afgevaardigden als amendement

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!