02.05.2013 Views

Bijlage: acta-1981.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1981.pdf - Kerkrecht

Bijlage: acta-1981.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

opdracht van Christus was wegens eenheid in leer, dienst en tucht naar Zijn Woord en dat het zich<br />

afzonderlijk houden van de christelijke gereformeerden van toen niet gerechtvaardigd was.<br />

Toch hebben wij na de Vrijmaking met nadruk vanwege het gebod van Christus gezegd en betoond,<br />

dat verschil over ..1892" geen verhindering mocht zijn om te komen tot eenheid van kerkelijk<br />

samenleven. Onzerzijds werden deputaten benoemd om samen te spreken teneinde te komen tot die<br />

eenheid van kerkelijke gemeenschap in kerkverband en plaatselijk. Maar van christelijke<br />

gereformeerde zijde werden deputaten benoemd voor kontakt met gereformeerde belijders. Deze<br />

deputaten gingen samenspreken gelijkelijk met die van onze kerken en met die van de synodale<br />

kerken en zochten eenzelfde soort kontakt met de Gereformeerde Gemeente en met de<br />

Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk.<br />

Onzerzijds werd steeds weer voorgesteld op grond van eenheid van belijden en kerkregering te<br />

komen tot voorbereiding van hereniging, maar door de christelijke gereformeerde deputaten werd dit<br />

afgewezen, op de duur vooral vanwege door hen genoemde verschillen inzake de toeëigening van<br />

het heil en het hanteren van de belijdenis aangaande de kerk. Maar zij weigerden te voldoen aan het<br />

verzoek van onze deputaten - die ook door schriftelijke nota's zich moeite gegeven hadden<br />

rekenschap van gevoelen te geven -hunnerzijds deze verschillen konkreet te omschrijven en met<br />

bewijzen aan te geven, hoe door of in onze kerken zo struikelblokken gelegd werden op weg naar<br />

eenheid. Evenals deputaten spraken ook de chr. ger. synoden van verhinderingen op de weg naar<br />

eenheid van kerkelijk samenleven, maar weigerden die schrftelijk aan te wijzen. Zij droegen<br />

deputaten op hierover te spreken maar ook deze namen geen verantwoordelijkheid voor enige<br />

schriftelijke vastlegging. Toch bleven zij het wegnemen van verhinderingen als voorwaarde stellen om<br />

de weg tot eenheid te gaan betreden. Voor de bewijsvoering van een en ander mogen wij u<br />

verwijzen naar het hierbij gaande rapport van de kommissie van de G. S. van Hoogeveen1969 dat bij<br />

besluit van deze synode ook afzonderlijk werd uitgegeven onder de titel "Om de ware katholiciteit van<br />

de Kerk"; zie o.m. blz. 16 e.v.; blz. 25, 26 e.v.; blz. 30 en 31.<br />

b. In een later stadium van de kontaktoefening en samenspreking van deputaten, hebben de christ.<br />

geref. kerken zich aangesloten bij de GOS. Hiertegen hebben onze deputaten en generale synoden<br />

(evenals tegen haar deelnemen aan de ICCC dat intussen beëindigd is) bezwaar gemaakt. Wij<br />

hebben op hen een appèl gedaan om met deze GOS te breken en liever de ware oekumene te<br />

zoeken, allereerst in eenheid van kerkelijk samenleven met onze kerken. Zie hiervoor het sub a<br />

genoemde rapport en besluit van de synode van Hoogeveen-1969 en de brochure Om de ware<br />

oekumene" over de GOS.<br />

c. Intussen hebben onze synoden, zoals m.n. uit de brief van die van Groningen-Zuid 1978 kan blijken,<br />

ook moeilijk kunnen rijmen de houding die de christelijke gereformeerde kerken aannemen tegenover<br />

de "Nederlands Gereformeerde Kerken" ("buitenverbandse kerken"). Indertijd beklaagden hun<br />

deputaten zich tegenover de onze in samensprekingen over de leringen van ds. B. Telder en het<br />

independentisme en vroegen naar onze kerkelijke behandeling daarvan (zie rapport-1969). Intussen<br />

hebben sinds 1969 dit independentisme en konfessioneel relativisme bij de kerken, die buiten het<br />

verband onzer kerken zijn gekomen, zich nog veel sterker doorgezet. Wij verwijzen u naar de<br />

informatie onder 6 door ons te geven. Toch gaan christelijke gereformeerde kerken en voorgangers<br />

plaatselijk allerlei kerkelijke gemeenschap en zelfs kanselruil en avondmaalsgemeenschap aan met<br />

deze kerken, met wie voor ons momenteel geen kerkelijke gemeenschap mogelijk blijkt.<br />

Wij wijzen u in deze ook naar het betreffende gedeelte van het interview van prof. dr. J.P. Versteeg,<br />

waarin hij uitspraken doet die wel persoonlijk zijn maar toch ook temeer wegen, omdat zij komen uit<br />

de mond van een lid van het deputaatschap voor eenheid gereformeerde belijders en voor<br />

korrespondentie met buitenlandse kerken van CGKN, terwijl hij ook optreedt als sekretaris voor<br />

laatstgenoemde korrespondentie.<br />

d. Ook heeft ons als deputaten en ook anderen in onze kerken getroffen, wat prof. Versteeg heeft<br />

gezegd in genoemd interview over de dogmatische uitspraken van Assen-1926. Onze kerken nemen<br />

nog steeds deze beslissingen ter bewaring van de belijdenis van het goddelijk gezag en de<br />

betrouwbaarheid van de Heilige Schrift tegenover de Schriftkritiek van toen en nu, van harte voor<br />

haar rekening. Wij hebben dan ook in brief en toelichting (van het moderamen van de generale<br />

synode van Kampen-1975) blijk gegeven van onze bezorgdheid over de instemming van prof. dr B.J.<br />

Oosterhof met het opheffen van de binding aan deze uitspraak door de synode der syn. GKN en<br />

voorts zijn eigen kritiek op deze uitspraak in zijn boek "Hoe lezen wij Gen. 2 en 3?" Wij meenden ons

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!