KADJAREN-KLEDIJ UIT IRAN - Museum Volkenkunde
KADJAREN-KLEDIJ UIT IRAN - Museum Volkenkunde
KADJAREN-KLEDIJ UIT IRAN - Museum Volkenkunde
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofddeksels<br />
<strong>KADJAREN</strong>-<strong>KLEDIJ</strong> <strong>UIT</strong> <strong>IRAN</strong> IN HET RIJKSMUSEUM VOOR VOLKENKUNDE © GILLIAN VOGELSANG-EASTWOOD<br />
Digitale publicatie van het Rijksmuseum voor <strong>Volkenkunde</strong><br />
In tegenstelling tot de rest van hun kledij, bleven de hoofddeksels van de vrouwen tijdens de Kadjarenperiode<br />
relatief bescheiden. Net als in eerdere perioden hadden de meeste vrouwen iets op hun hoofd,<br />
ook als ze binnenshuis waren. De basisvorm van een hoofddeksel (tjarqat), bestond uit een dunne of<br />
transparante driehoek van stof die gebruikt werd om de oren en het grootste gedeelte van het haar te<br />
bedekken. De uiteinden van de sluier werden onder de kin aan elkaar geknoopt en met een broche<br />
vastgezet.<br />
Er is een tjarqat in de Hotz-collectie (503-291). Hij is 113 cm bij 108 cm en gemaakt van katoen, versierd<br />
met een patroon van gestileerde bloemen.<br />
RMV 503-291<br />
Sieraden<br />
Het scala aan sieraden dat door vrouwen tijdens de Kadjaren-periode werd gedragen, was groot. Ze<br />
droegen mouwbanden, ceintuurs, armbanden, broches, kinsieraden, oorbellen, haarsieraden, kettingen<br />
en ringen. Een populair hoofddeksel was een kalotje met een aigrette (pluim), soms versierd met veren.<br />
De Hotz-collectie bevat maar enkele sieraden. Er zijn een aantal armbanden (503-324) en broches met<br />
camee (503-325; 503-326).<br />
RMV 503-325<br />
Make-up<br />
Vrouwen werden geacht veel make-up te gebruiken, waarbij de meeste aandacht naar de ogen uitging.<br />
Met een klein stokje werden lijnen langs de ogen getrokken. Zo leken de ogen groter en donkerder. Kool<br />
had ook een medicinale werking en hielp de gevolgen van zonnestralen tegen te gaan. In de Hotz<br />
verzameling zitten vier kleine zakjes kool (503-317), die Hotz omschrijft als hajj kohl.<br />
16