01.05.2013 Views

Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

3 <strong>Community</strong> <strong>policing</strong> in Nederland<br />

met andere lokale partijen noodzakelijk wordt. Voordelen van dergelijke netwerken<br />

kunnen zijn dat door het informele karakter, dat is gebaseerd op persoonlijke bekendheid<br />

en onderling vertrouwen, problemen snel en flexibel worden opgepakt, gebruikmakend<br />

van de deskundigheid en middelen van de afzonderlijke partijen. Nadeel is<br />

dat de samenwerking vaak veel tijd kost en stroperig verloopt, vooral in de beginfase<br />

(Terpstra, 2008: 249-250).<br />

Voor wijkagenten is overleg met partners meestal alleen zinvol als het hen steunt in de<br />

aanpak van concrete problemen. Gebeurt dat niet dan wordt de samenwerking gezien<br />

als te zacht en te vrijblijvend. Wijkagenten storen zich aan het in hun ogen optredende<br />

gebrek aan daadkracht en doortastendheid, terwijl omgekeerd de externe partners<br />

zich storen aan het impulsieve kortetermijnreageren van wijkagenten op incidenten<br />

( Terpstra, 2008: 248-255).<br />

De laatste jaren heeft de samenwerking van wijkagenten met andere organisaties meer<br />

vorm gekregen. Er zijn duidelijker afspraken, een betere verantwoordelijkheidsverdeling<br />

en de regie ligt niet meer per definitie bij de politie. De motieven voor de samenwerking<br />

zijn enerzijds dat integrale samenwerking effectiever zal zijn en anderzijds dat<br />

vragen die bij de politie komen en niet stroken met hun kerntaken of de beschikbare<br />

capaciteit weggezet moeten worden bij anderen. Bij dit wegzetten speelt de wijkagent<br />

een cruciale rol. Terpstra constateert dat het gebiedsgebonden werken hierdoor een<br />

opvallende verandering ondergaat. Terwijl het oorspronkelijk bedoeld was om de<br />

politie meer open te laten staan voor externe ontwikkelingen en vragen lijkt het nu<br />

ook een manier om vragen af te houden en te verwijzen. Daarenboven ontstaat een<br />

schemer zone tussen wegzetten en afschuiven (Terpstra, 2008: 255-257).<br />

De professionaliteit van de ondersteuning die wijkagenten kunnen krijgen, blijkt vaak<br />

beperkt. Bovendien hebben zij, terwijl oude taken gebleven zijn, te maken met nieuwe<br />

inhoudelijke eisen en prioriteiten. Terpstra stelt dan ook dat deze situatie erop duidt<br />

‘dat in de organisatie onvoldoende steun en draagvlak bestaat voor het gebiedsgebonden<br />

werk. Een interne regietaak die alleen steunt op de schouders van de wijkagent zal<br />

moeilijk van de grond komen, tenzij het gebiedsgebonden werken breder in de organisatie<br />

is ingepast en vanuit de top gesteund wordt’ (Terpstra, 2008: 127-142).<br />

Een vijfde kenmerk van gebiedsgebonden politie houdt volgens Terpstra in dat er naast<br />

reactief ook proactief en preventief gewerkt wordt. Terpstra omschrijft preventie als<br />

‘het door middel van doelgerichte, georganiseerde activiteiten voorkomen van ernstige<br />

problemen’ (Terpstra, 2008: 225). Het gebiedsgebonden werk is dan ook bedoeld om<br />

bij te dragen aan het voorkomen van maatschappelijke onveiligheid en criminaliteit.<br />

In de praktijk van wijkagenten blijkt dat preventie slechts in beperkte mate tot ontwikkeling<br />

gekomen is (Terpstra, 2008: 244). Terpstra (2008: 237-243) noemt een viertal<br />

preventieve strategieën van wijkagenten, namelijk preventie door persoonlijk contact,<br />

door informatie, via samenwerking met partners en door strikte op specifieke overlast<br />

gerichte handhaving.<br />

75

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!