01.05.2013 Views

Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

3 <strong>Community</strong> <strong>policing</strong> in Nederland<br />

gold voor de toenmalige gemeentepolitie <strong>Amsterdam</strong> was vergelijkbaar met de situatie<br />

in de rest van het land (Fijnaut, 2007b: 150-152).<br />

Hieruit voortgekomen hervormingen van de politie waren in eerste instantie gericht<br />

op veranderingen in de organisatie van de politie. Professionalisering werd gezocht in<br />

een zekere mate van centralisering, die resulteerde in het opheffen en samenvoegen<br />

van kleinere lokale politiebureaus tot grotere politiebureaus. Technologische vernieuwingen,<br />

in het bijzonder invoering van het gebruik van de portofoon en het gebruik<br />

van auto’s voor de surveillancedienst, maakten centraal aansturen en controleren van<br />

surveillance-eenheden mogelijk. De politie concentreerde zich daarbij op efficiencyverhoging<br />

door alle aandacht te richten op het verhogen van oplossingspercentages<br />

van misdrijven, aanrijtijden en op reactie- en behandeltijden van assistentieverleningen.<br />

De voet- en fietssurveillance maakten plaats voor gemotoriseerde surveillance<br />

en aantallen, snelheid en technische deskundigheid werden maatstaf voor kwaliteit.<br />

Deze efficiencyslag had een ongunstig effect op het directe contact met het publiek<br />

en zicht op de behoeften van de burgerij was men grotendeels verloren (Bastiaenen &<br />

Vriesema, 1981: 11; Gemeentepolitie <strong>Amsterdam</strong>, 1974).<br />

3.3 Wijkagenten in de jaren zeventig<br />

Politie ‘in blik’, de term waarmee al spoedig gerefereerd werd aan de gemotoriseerde<br />

surveillance, had dus nadelige gevolgen. Contact met het publiek beperkte zich tot<br />

assistentieverlening bij allerhande onprettige zaken, zoals aanrijdingen en ruzies en<br />

berispingen in het verkeer. De politie onderkende dat ‘De door iedereen gekende en<br />

aanspreekbare politieman die in rustig tempo in zijn wijk surveilleerde en daarbij aandacht<br />

kon hebben voor de bevolking en voor de aangelegenheden die in de wijk onrust<br />

of ergernis teweeg brachten, was verdwenen wat een ernstig manco veroorzaakte in<br />

het contact tussen de politie en de bevolking’ (Gemeentepolitie <strong>Amsterdam</strong>, 1974: 1).<br />

Ook landelijk ging het publiek dientengevolge steeds harder roepen om een aanspreekbare<br />

politieagent, die de mensen kent en gekend wordt. Bovenstaande onpersoonlijke<br />

aanpak leverde slechts tijdelijke oplossingen, het oplossingspercentage van misdrijven<br />

daalde en langzaam kwam het besef dat medewerking van het publiek voor het oplossen<br />

van misdrijven onontbeerlijk is. Het aantal klachten over politieoptreden nam toe,<br />

het aantal vragen om hulpverlening door de politie steeg en binnen de politie wonnen<br />

nieuwe taakopvattingen terrein, zoals het idee van de politie Projectgroep Organisatie<br />

Structuren om welzijnsbevordering in plaats van wets- en ordehandhaving doel van de<br />

politie te maken (Bastiaenen & Vriesema, 1981: 11).<br />

In <strong>Amsterdam</strong> werd om deze manco’s te verhelpen al vanaf 1968 geëxperimenteerd<br />

met de inzet van wijkagenten (Hoogewoning, 1993: 54) en gedurende de jaren zestig<br />

en zeventig deden ook andere korpsen dat en verspreidde dit fenomeen zich over de<br />

diverse gemeentepolitiekorpsen. In 1979 kenden zestig van de 139 gemeentepolitiekorpsen<br />

een of andere vorm van wijksurveillance. Overigens werd de uiteindelijke<br />

51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!