01.05.2013 Views

Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Buurtregie met mate<br />

normen en waarden van de bevolking. Bovendien werd het gezag van de overheid en<br />

in haar kielzog het gezag van de politie als vanzelfsprekend aanvaard. Ten slotte was de<br />

omvang van de criminaliteit gering en had de politie alleen te maken met een beperkt<br />

aantal misdadigers van eigen bodem, veelal bekend en goed beheersbaar (Cachet &<br />

Versteegh, 2007: 1049-1050).<br />

3.2 Confrontaties in de jaren zestig<br />

Deze betrekkelijke rust veranderde drastisch in de tweede helft van de jaren zestig. De<br />

welvaart nam toe, de algemene levensstandaard van de bevolking verbeterde, televisie<br />

deed zijn intrede en een proces van snelle maatschappelijke verandering kwam op<br />

gang. Gevolg was toename van maatschappelijke en politiek-bestuurlijke differentiatie<br />

en derhalve ontzuiling; van een gezamenlijk beeld over wat maatschappelijke orde<br />

behelst was al gauw geen sprake meer (Cachet & Versteegh, 2007: 1050/51).<br />

Door de maatschappelijke onrust was de politiefunctie niet langer politiek neutraal en<br />

werd deze controversieel (Cachet & Versteegh, 2007: 1050/51). Dit leidde tot meerdere<br />

harde confrontaties met het publiek. Net als voor de oorlog, tijdens de Jordaanrellen<br />

in 1933, reageerde de politie met veel geweld. Daardoor werd duidelijk dat de politie<br />

niet goed voorbereid of toegerust was om adequaat te reageren op de overwegend<br />

vreedzame en creatieve antigezag-demonstraties van onder andere de provobeweging<br />

(Rood, 2008: 107). Door de wanverhouding tussen de meestal ludieke acties van provo<br />

en de gewelddadige politiereacties daarop, werd de kloof tussen het reactieve en rigide<br />

politieoptreden en de snelle veranderingen in waarden en gedrag van de samenleving<br />

zichtbaar. Er was sprake van een legitimiteitskloof (Punch et al., 2007: 62).<br />

Vooral na de uit de hand gelopen gewelddadige confrontaties van de politie met het<br />

publiek in <strong>Amsterdam</strong>, naar aanleiding van protesten tegen het huwelijk van kroonprinses<br />

Beatrix met de Duitse prins Claus in maart 1966 en de Telegraafrellen van<br />

juni 1966, richtte de kritiek van het publiek en de aandacht van de regering zich op de<br />

politie (Fijnaut, 2007b: 150-152; Van Riessen, 2007: 130). Voor de politie was afstand<br />

houden van de samenleving niet langer een optie, maar het zou nog enige tijd duren<br />

alvorens structurele veranderingen gericht op een beter contact met de samenleving<br />

zouden plaatsvinden.<br />

De regering installeerde in juli 1966 de commissie-Enschede om de oorzaken van de<br />

uit de hand gelopen confrontatie tussen politie en publiek bij de Telegraafrellen te<br />

onderzoeken (Fijnaut, 2007a: 789). De commissie concludeerde dat de <strong>Amsterdam</strong>se<br />

politie weinig bekwaam gehandeld had in de handhaving van de openbare orde. De<br />

mobiele eenheid stond onder leiding van onervaren commandanten, wat zorgde voor<br />

steeds wijzigende tactieken, grote verschillen in de kwaliteit van optreden en gedemotiveerd<br />

personeel. De mobiele eenheid zelf was slecht uitgerust en niet adequaat<br />

opgeleid en getraind. Bovendien was de coördinatie tussen de leden van de driehoek,<br />

verantwoordelijk voor het handhaven van de openbare orde, abominabel geweest. Wat<br />

50

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!