Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

Bijlage 2 Interviewformat niet-politie 62
Vragen actieve burgers
Achtergrond
1. Woonduur buurt, geslacht, leeftijd, gezinssamenstelling, opleiding, werk
2. Omschrijving buurt volgens respondent
3. Belangrijkste verschillen verleden - heden
4. Voornaamste problemen buurt
Interne/externe gerichtheid
1. In welke mate kent u de buurtregisseur?
2. Kunt u gemakkelijk bij hem terecht en hoe gaat dat?
3. Hoe vaak heeft u gemiddeld op enigerlei wijze contact met hem en waaruit bestaat
dat contact dan?
4. Heeft u vertrouwen in de buurtregisseur en wat betekent dat voor u?
5. Wat voor informatie geeft u aan de buurtregisseur?
6. Hoe vaak geeft u informatie?
7. Wat voor informatie geeft hij u?
8. Is de buurtregisseur goed bekend met de buurt en wat er speelt?
9. Denkt u dat zijn informatie vooral uit de buurt komt van bewoners en lokale
ondernemers of vooral uit politieregistraties en professionele partners?
10. Heeft de buurt veel invloed op wat de buurtregisseur en via hem politie en partners
doen in de buurt?
11. Zijn er bewoners in de buurt waarmee de buurtregisseur moeilijk contact maakt?
12. Hoe komt dat volgens u?
13. Is de buurtregisseur van belang voor de buurt of kan de buurt zonder?
Bepalen aanpak
1. Bent u in enig georganiseerd ‘burgerverband’ actief met als doel de veiligheid of
leefbaarheid van uw buurt te bevorderen?
2. Zo ja, wat is uw motivatie om u in te zetten voor de buurt?
3. Op welke manier is de buurtregisseur bij uw ‘burgerverband’ betrokken?
62 De naamgeving van de dimensies is na afloop van het empirisch onderzoek gedurende de schrijffase aangepast
aan de definitieve aanduiding van de afzonderlijke dimensies in het model van nabijheid en distantie.
359