Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

Buurtregie met mate
belangrijk dat alle deelnemers, zowel politiefunctionarissen als betrokken veldwerkers
en burgers, niet alleen de bevoegdheid krijgen prioriteiten en aanpak te bepalen, maar
dat zij daarin ook voor de inzet van de politie bindende beslissingen kunnen nemen
en gezamenlijk verantwoordelijk gehouden worden voor het geboekte resultaat. De
centrale ondersteuning zou daarom ook een monitoringsfunctie moeten vervullen.
In het kader van draagvlak en reikwijdte zou het verstandig zijn om een dergelijk programma
samen met de gemeente op te zetten, omdat betrokkenheid van de gemeente
bij problemen die burgers prioriteren onvermijdelijk is en ook gemeentelijke diensten
gebonden zouden moeten zijn aan door lokale politiefunctionarissen, veldwerkers en
burgers bepaalde prioriteiten. Een realistische afbakening van soort en hoeveelheid
problemen mag daarbij niet ontbreken. Het moet gaan om problemen die concreet
zijn en op lokaal niveau door inspanning van politie, veldwerkers en burgers samen
aan te pakken zijn.
Ten slotte komt uit dit onderzoek naar voren dat de zo belangrijke fysieke aanwezigheid
van de buurtregisseur in de buurt mede onder druk staat door de toename van
het aantal taken en protocollen die vanuit centrale korpsonderdelen zijn kant opgaan.
Ieder afzonderlijk lijken zij prima bij buurtregie te passen, maar allemaal samen lijken
ze een onevenredige belasting te vormen voor buurtregisseurs, waardoor de tijd die
beschikbaar blijft voor het eigenlijke buurtregiewerk sterk kan afnemen. De inventarisatie
van 101 taken van buurtregie van Miltenburg (2011) bevestigt dat buurtregisseurs
in toenemende mate druk ervaren van te veel opgelegde taken. Bovendien bevestigt
zij de ervaring van een geringe verbondenheid met het wijkteam. Buurtregisseurs
ervaren dat veel werk door collegae ‘over de schutting gegooid wordt’ door beperkt
begrip voor en beperkt inzicht in het brede taakveld van buurtregie.
Heroverweging en afstemming van het totale takenpakket dat nu vanuit centrale
korpsonderdelen bij buurtregisseurs is neergelegd is dan ook bittere noodzaak. De
vanzelfsprekendheid van alles wat met de buurt verband houdt naar buurtregie doorschuiven
zou aangepakt moeten worden door ook andere wegen te bewandelen. Vooral
afstemming en overleg met de buurtregisseurs zelf en de wijkteamchefs lijkt aangewezen
alvorens nieuwe taken toe te voegen.
(3) Optimaliseer communicatie naar burgers
Een derde aanbeveling betreft het optimaliseren van de informatievoorziening door
het structureel terugkoppelen van ondernomen actie en geboekte resultaten aan
burgers op buurtniveau. In de praktijk van buurtregie krijgen burgers vaak wel op
individueel niveau vooraf inspraak en achteraf tekst en uitleg van de buurtregisseur,
maar zelden op collectief niveau. Burgers ervaren een eenzijdige informatiestroom
van burgers naar de politie en een gebrek aan terugkoppeling en gelegenheid voor
eigen inbreng. Burgers worden gezien als informant. Deze instrumentele insteek zorgt
ervoor dat in de dagelijkse praktijk van buurtregie afstand tot burgers ontstaat.
332