Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

Buurtregie met mate
2010: 198). Een dergelijk structureel overleg met burgers zou geënt kunnen worden op
het model van het buurtpanel (zie hoofdstuk 2).
De prominentenmethodiek zoals uiteengezet in paragraaf 4.2.2 kan begrepen worden
als middel om enerzijds te zorgen voor meer focus binnen buurtregie en dus als
sturingsmechanisme en anderzijds als middel om de buurtregisseur steun in de rug te
geven voor realisatie van frontlijnsturing. Buurtregisseurs en wijkteamchef formuleren
gezamenlijk tien prominenten per buurtregiebuurt. Elke prominent wordt voorzien
van een eenvoudige werkinstructie en is voor elke politiemedewerker opvraagbaar via
een toegankelijk computersysteem, dat geografische locatie en kern van de prominent
in een oogopslag zichtbaar maakt.
Prioritering van problemen die burgers belangrijk vinden heeft binnen de prominentenaanpak
echter geen vaste plaats gekregen. Gezien de uitkomsten van dit onderzoek
zullen de meeste buurtregisseurs aan de hand van individuele klachten en contacten
met burgers zeker een aantal problemen opnemen die naar hun inschatting belangrijk
zijn voor burgers. Systematische bevraging van burgers voor een drietal concrete
problemen als onderdeel van de door buurtregisseur en wijkteamchef geformuleerde
prominenten zou ook een vaste plek kunnen krijgen.
(2) Organiseer betere ondersteuning
De tweede aanbeveling betreft het organiseren van een betere ondersteuning van
buurtregie door de politieorganisatie, zowel vanuit het eigen wijkteam als vanaf centraal
niveau. Introductie van sturing door de wijkteamchef op het proces van community
policing, verwezenlijken van een intern netwerk voor de buurtregisseur, een zekere
taakverdeling bij het netwerken tussen wijkteamprojectleiders en buurtregisseurs en
een simpele maatregel als het structureel wekelijks verschaffen van registratieanalyses
aan de buurtregisseur zouden de buurtregisseur meer tijd voor de buurt en meer steun
vanuit het eigen wijkteam opleveren. Daarnaast zou een vorm van centrale ondersteuning
behulpzaam kunnen zijn bij het faciliteren en verbeteren van structureel overleg
van burgers met de politie op buurtniveau en het gezamenlijk formuleren van prioriteiten
en aanpak in de vorm van maandelijkse buurtpanels.
Uit dit onderzoek komt naar voren dat niet of nauwelijks wordt aangestuurd op het
proces van community policing en dan gaat het vooral om het element probleemgericht
werken in netwerkverband samen met burgers en partners. De wijkteamchef zou meer
aandacht kunnen besteden aan het coachen en ondersteunen van het proces van community
policing en zou dit onderdeel moeten maken van het wijkteambeleid. Dat zou
betekenen dat wijkteamchefs daarover vragen stellen als: zijn burgers geconsulteerd,
zijn politieresultaten op buurtniveau bekend gemaakt aan burgers, welke afspraken
zijn gemaakt met burgers en netwerkpartners en welke buurtproblemen worden hoe
en met welk resultaat opgepakt? Controle en sturing hierop zou net zo relevant moeten
zijn als het bestrijden van bijvoorbeeld het aantal inbraken.
330