Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

Buurtregie met mate
Verbetervoorstellen burgers en sleutelpersonen
– Een einde maken aan de voortdurende overlast gelieerd aan het roken en verhandelen
van softdrugs door in Zuidoost zoals in de rest van Amsterdam, coffeeshops
toe te staan (Amsterdamse Poort).
– In plaats van bezuinigen op opbouwwerk en buurtwerk juist daarin investeren.
Een buurtanimator aanstellen, die zich juist richt op het organiseren van leuke
dingen met de buurt (K-buurt).
– In het kader van bestrijden van de capaciteitstekorten die burgers waarnemen, zou
de politie goede administratieve krachten moeten aanstellen voor het opnemen van
aangiften, die sneller, beter en foutlozer kunnen typen (Geldbuurt).
– Bij gebrek aan inzetbare politie de wel beschikbare straatcoaches opleiden en de
bevoegdheid geven om voor simpele overtredingen bekeuringen uit te delen (Geldbuurt).
– Instelling van een structurele overlegvorm tussen een vertegenwoordiging van
de ondernemers, vertegenwoordigers van de flats, de buurtregisseur en eventueel
jeugdzorg teneinde de veiligheid rond het Ecuplein verder te bevorderen omdat
sprake is van een sterk aan elkaar verbonden fysieke structuur en gezamenlijk ervaren
problemen (Geldbuurt).
– De lokale politie zou burgers veel vaker meer gedetailleerd en persoonlijk feedback
moeten vragen over haar functioneren (diverse buurten, onder andere de K-buurt).
– Het verschaffen van cijfermatige politiecijfers over hoe de situatie zich in het winkelcentrum
ontwikkelt zou vaker en beter moeten in het kader van de onderlinge
samenwerking die men is aangegaan (Reigersbos).
– Betere back-up bij actief burgertoezicht in de buurt en ook in de nachtelijke uren
een telefoonnummer waarop men een agent die de actieve burgers en hun werkzaamheden
kent kan bellen (Chassébuurt).
– Meerdere buurtregisseurs per buurt, een buurtregisseur voor ouderen en een voor
jongeren of een vaste groep buurtgebonden agenten als oplossing voor capaciteitsproblemen
bij de politie, zodat buurtregisseurs in staat zijn voldoende tijd aan de
buurt te besteden, niet meer ingezet hoeven worden voor niet-buurtregiewerk en
gewone agenten meer binding gaan krijgen met de buurt en daardoor meer zullen
aansluiten bij wat de buurtbewoners willen en behoeven (Dijkgraafpleinbuurt).
– Meer zichtbare en publieksvriendelijke acties van de buurtregisseur in het winkelcentrum,
waardoor mensen uit zichzelf op de buurtregisseur zullen afstappen en
met hun problemen en verhalen over de brug komen (Amsterdamse Poort).
– Winkeliers niet direct hulp weigeren als zij niet zelf voor beveiliging zorgen, gerichte
actie van de buurtregisseur zou bijvoorbeeld een diefstalprobleem althans
enigszins kunnen verlichten voor de betrokken winkelier (Amsterdamse Poort).
320