Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

Buurtregie met mate
willen (ver)helpen. Een aantal buurtregisseurs benadrukt dat het juist hier aankomt
op regie voeren en daarin is de ondersteuning vanuit het wijkteam onontbeerlijk. Dit
onderzoek levert in dat opzicht twee mooie voorbeelden hoe dit regie voeren in zijn
werk kan gaan.
Holendrecht
De buurt Holendrecht in Zuidoost werd geteisterd door zware overlast van een groep
jongeren in het sterk verloederde winkelcentrum Holendrecht. Terwijl de Bijlmerbuurten
onderwerp waren van stadsvernieuwing en veel geld in het opknappen gestoken
werd in de buurten daar, werd in diezelfde periode nauwelijks omgekeken naar het
naburig gelegen gebied van het wijkteam Remmerdenplein.
De beide buurtregisseurs van Holendrecht is het gelukt om, door samen een goede
analyse, visie en doelstelling te bepalen en te schrijven voor het gebied, de problemen
in Holendrecht op de agenda te krijgen bij het bestuur en bij de eigen wijkteamchef,
waardoor uiteindelijk besloten is de noodzakelijke maatregelen te nemen voor
het opknappen van het winkelcentrum en een heel stelsel van andere maatregelen.
Dit geeft de buurtregisseurs de ruimte om zich te gaan richten op de achterliggende
problematiek, namelijk de concentratie van eenoudergezinnen in sociale achterstandsposities
die in een deel van de aan het winkelcentrum grenzende buurt wonen en waar
veel van de probleemjongeren vandaan komen. Door probleemgericht werken met
professionals hebben zij ruimte gecreëerd voor laagdrempelige contacten met buurtbewoners.
Chassébuurt
De Chassébuurt in West werd eveneens geteisterd door aanhoudende en ernstige
overlast door een grote groep van ongeveer veertig jongeren. De twee betrokken
buurtregisseurs hebben toen zij hoorden van het bestaan van buurtveiligheidsteams
aangedrongen op het opstarten van een dergelijk team in hun buurt. Achterliggende
gedachte was enerzijds meer toezicht op buurtniveau te kunnen organiseren door de
beide extra agenten en toezichthouders voor een buurtveiligheidsteam en anderzijds
op deze wijze het stadsdeel te kunnen binden aan deelname in de aanpak.
In samenwerking met daderregie van het wijkteam is allereerst de jeugdgroep gedetailleerd
in kaart gebracht, zowel individueel en als groep, en vervolgens is een sterk
repressieve aanpak ingezet. Buurtvaders (buurtbetrokken bewoners) zijn ingezet, er is
een buurtsteunpunt geopend in het centrum van de overlastlocatie en de buurtregisseurs
hebben de burgercursus en een cursus aanspreken van jongeren verzorgd voor
de buurtvaders. Beide buurtregisseurs hadden een taakverdeling, waarin de een zich
voornamelijk en heel intensief richtte op de jeugd en hun ouders, terwijl de ander zich
richtte op het mobiliseren van het stadsdeel en andere partijen in de aanpak.
316