Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

Buurtregie met mate
Resumé laagdrempeligheid en geringe burgerbetrokkenheid
Respondenten zijn unaniem van mening dat het bij buurtregie gaat om laagdrempeligheid
in de vorm van kennen en gekend worden. Dit is zowel wat de politie wil realiseren
als wat burgers wensen. Wijkteamchefs leggen daarbij de nadruk op het professionele
netwerk en het leggen van contacten met de buurt in het kader van informatie
verzamelen en de-escalerend optreden. Buurtregisseurs benadrukken de noodzaak van
vele individuele contacten met mensen uit de buurt en van laagdrempeligheid en inlevingsvermogen.
Burgers benadrukken zichtbare aanwezigheid van de buurtregisseur,
hij is zowel vertrouweling als aanspreekpunt, ze willen hem niet kwijt. Volgens politie
en burgers is daadwerkelijke fysieke aanwezigheid in de buurt daarbij onontbeerlijk,
maar staat die volgens beide partijen onder druk.
Alle respondenten ervaren een geringe mate van burgerbetrokkenheid. Politierespondenten
zien een zeer geringe burgerbetrokkenheid van bewoners. Wijkteamchefs wijten
dit aan de aard van de bevolking in de betrokken buurten. Burgers fungeren vooral
als informant en hebben vrijwel uitsluitend door het melden van problemen invloed
op de aanpak van politie en professionele partners. Dit wordt bevestigd doordat in de
aanpak zelf voornamelijk wordt samengewerkt met professionele partners en de inzet
van toezicht en handhaving. Politierespondenten zien meer burgerbetrokkenheid bij
ondernemers, die vaker een rol spelen bij het prioriteren en aanpakken van problemen.
Ook bewoners zien een geringe burgerbetrokkenheid. Zij ervaren een beperkte invloed
op de aanpak van problemen door politie en professionele partners. Dit wijten zij mede
aan de houding van politie en partners, bewoners ervaren een ongelijkwaardige positie
ten opzichte van professionele partners. Ondernemers zijn positiever over de feitelijke
samenwerking met de buurtregisseur, maar plaatsen kanttekeningen over de mate van
invloed op en steun die de buurtregisseur kan verwachten van zijn eigen organisatie en
professionele partners in de probleemaanpak. Alle burgerrespondenten ervaren verder
een relatief eenzijdige informatiestroom naar de buurtregisseur toe en zouden een
meer wederkerige informatie-uitwisseling prefereren.
Alle respondenten onderschrijven daarom het ideaal van nabijheid in de zin van een
combinatie van laagdrempeligheid en burgerbetrokkenheid, maar menen dat dit in
de praktijk onvoldoende tot zijn recht komt. Beide aspecten van nabijheid staan in de
praktijk van buurtregie onder druk en vooral de burgerbetrokkenheid blijft ver achter
bij het community policing ideaal.
Verschillen tussen respondenten: een visuele indicatie
Zoals uit het voorgaande blijkt, bestaan er verschillen in de antwoordpatronen van de
verschillende respondentengroepen, voor wat betreft de mate van nabijheid in de relatie
tussen politie en burgers. Tabel 8 geeft de antwoordpatronen van alle vier te onderscheiden
respondentengroepen per dimensie grafisch weer. De grafische weergaven
302