Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

Buurtregie met mate
verkeerde prioritering omdat men te veel op de eigen systemen afgaat in plaats van op
informatie vanuit de buurt.
De meeste respondenten zijn verder van oordeel dat ook buurtregisseurs niet komen
tot een definitieve probleemoplossing. Ze worden te vaak ingezet voor andere taken,
waardoor ze afspraken niet na kunnen komen en onvoldoende toekomen aan structurele
probleemaanpak en aanwezigheid in de buurt.
Respondenten zien bij buurtregisseurs deels een brede probleemfocus, namelijk
gerichtheid op criminogene factoren en deels een enge probleemfocus, waar het betreft
de invloed op prioritering vanuit de eigen organisatie en de mate van inbreuk van
ad-hocwerkzaamheden op het in de buurt bezig zijn met structurele probleemaanpak.
De probleemfocus van buurtregie houdt dus enigszins het midden tussen nabijheid en
distantie.
11.5 Aard van samenwerking
Binnen buurtregie kan vooral sprake zijn van een brede samenwerking, dat wil zeggen
inclusief participatie van burgers, of enge samenwerking, waarbij de nadruk ligt
op toezicht en handhaving en het samenwerken met professionals. Bij een brede
samenwerking functioneren burgers als gelijkwaardig partner, bij een meer beperkte
samenwerkingsvorm blijft hun rol beperkt tot die van informant. Brede samenwerking
bevordert nabijheid tot burgers, enge samenwerking eerder distantie tot burgers.
De meeste respondenten noemen desgevraagd spontaan een rij buurtinstanties waar
de buurtregisseur mee samenwerkt. Globaal gaat het daarbij meestal om stadsdeel,
woningcorporatie, opbouwwerk, jongerenwerk en ondersteunende organisaties, die
bijvoorbeeld mensen met een verstandelijke of lichamelijke handicap ondersteunen of
daklozen en verslaafden. Bij winkelcentra komen daar beheerders, beveiligers, eigenaren
en ondernemersverenigingen bij. Een tweetal respondenten heeft geen zicht op het
netwerk van de buurtregisseur. Een meerderheid van de respondenten is van mening
dat de samenwerking tussen buurtregisseur en partners goed is. Een respondent uit
Zuidoost wijst erop dat de samenwerking met het stadsdeel daar voor iedereen slecht is
vanwege de houding van dit stadsdeel, dat laks is en nooit iets terugkoppelt. Het duo
huismeesters uit West beoordeelt de samenwerking tussen partners als gelijkwaardig
maar ziet geen regiefunctie voor de buurtregisseur.
286
‘Elke zes weken zitten alle partners bij elkaar om te overleggen, maar elke deelnemer heeft
zijn eigen taken en is daarin zijn eigen regisseur. De buurtregisseur is een van de partners,
maar heeft niet zozeer een regiefunctie over die andere partners.’
Gevraagd of de buurtregisseur hen helpt bij het inschakelen van andere instanties
blijkt dat deze professionals over het algemeen zelf die weg vinden. Wel vindt er sporadisch
over en weer hulp plaats bij het inschakelen van derde instanties. Desgevraagd