Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

Buurtregie met mate
de overlast van jeugd op het winkelcentrum. Daar is een vruchtbare samenwerking
uit voortgekomen. De voorzitter van het KVO vertelt dat hij een hotline had met de
school en bij onraad met jeugd via die hotline direct ondersteuning kon krijgen van
de schoolconciërges, waardoor escalaties konden worden voorkomen. Tot zijn spijt
besloot de opvolgende schooldirecteur deze vorm van samenwerking niet te continueren.
278
‘Ik had toen naar aanleiding van de gesprekken met de school een directe hotline met de
school. Als er dan problemen waren met schooljeugd in het winkelcentrum, dan kwamen
de schoolconciërges gelijk met drie man sterk.’
De mate waarin de bewoners zelf kunnen meedenken, en -beslissen over de aanpak
van buurtproblemen lijkt bepalend voor de mate waarin zij actief deelnemen in de
aanpak. In Noord spelen bewoners daadwerkelijk een eigen rol, in Zuidoost houden
professionals bewonerscommissies liever weg bij hun buren om wraakacties te voorkomen,
maar tracht men wel individuele bewoners te bewegen om overlastgevers eerst
zelf aan te spreken. Dat laatste ligt volgens respondente vaak moeilijk uit angst voor
geweld. Voor ondersteuning door middel van een training ‘aanspreken’ hadden bewoners
geen interesse. In West werd extra training in hoe jongeren aan te spreken juist
wel dankbaar ontvangen door de buurtbetrokken bewoners.
‘Bewoners zijn leidend. We maken samen met bewoners een analyse van het probleem en
bespreken daarna hoe we het gaan aanpakken. We vragen aan bewoners wat zij van ons
verwachten en wat zij zelf gaan doen.’ (Noord)
‘Bij overlast trachten we de bewoners aan te sporen de overlastgevers eerst zelf aan te spreken.
Maar de mensen zijn bang om dat te doen, omdat ze bang zijn dat er geweld tegen
ze gebruikt gaat worden. We hebben hier in alle Vogelaarwijken trainingen “ elkaar
aanspreken” aangeboden aan de bewoners, maar daarvoor was hier nauwelijks interesse.’
(Zuidoost)
In hoeverre de buurtregisseur sleutelpersonen en bewoners vraagt een rol te spelen is
voor de meeste respondenten een moeilijk te beantwoorden vraag. Het duo huismeesters
uit West geeft een voorbeeld van een samen met een actieve bewoner uitgevoerde
boxgangcontrole, waaruit blijkt dat de actieve bewoner in kwestie zich maar wat graag
profileert als iemand die regels kan handhaven namens de woningbouw.
‘Laatst kwam er een klacht binnen over een kinderwagen in de hal van het trappenhuis
en er zou ook nog een fiets in de boxgang staan en dat is niet de bedoeling. Dus ben ik
daarop afgegaan met een actieve bewoner, ik heb de fiets gestickerd en vervolgens deden
we de boxgang open en zagen daar tot onze verbazing een groep jonge kinderen aan een