Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

11 Perceptie sleutelpersonen
activiteiten. Via opbouwwerk en het sms-alert is het gelukt een geheel nieuwe, jongere
groep actieve bewoners aan te spreken.
‘Mijn ervaringen in de Molenwijk met actieve bewoners zijn heel erg goed. Ik had nooit
gedacht dat er zo veel vrijwilligers zouden zijn, het is hier op mijn kantoor altijd een komen
en gaan van mensen…Die mentaliteit is traditie vanaf de oplevering van de Molenwijk.
Toen werd de vereniging Molenwijk opgericht waaraan 700 huishoudens deelnamen. Zij
hebben het Molenhuis, de dierentuin en de Heemtuin gesticht en zijn actief geweest voor
de buurt van 1968 tot ongeveer 2004. In die tijd zijn de bestuursleden oud geworden en
dan neemt ook de behoefte af om die activiteiten nog langer voort te zetten, bovendien
kwam de subsidie te vervallen. Nu hebben we met het opbouwwerk met “De buurt die
stuurt” en het sms-alert een hele andere groep bewoners actief dan de oorspronkelijke vaste
vrijwilligers.’
Volgens respondenten geven bewoners veelal uit zichzelf informatie aan de buurtregisseur
en hoeft daar niet specifiek om gevraagd te worden, al gebeurt dat ook. In Noord
haakt de buurtregisseur vaak aan bij de wijkbeheerder, die binnen zijn eigen steunpunt
een voortdurende aanloop van buurtbewoners heeft. De wijkbeheerder vult aan, dat
hij burgerbetrokkenheid ook stimuleert door bijvoorbeeld de sms-deelnemers bij succesvolle
acties tegen jeugdoverlast in een van de flats te belonen door hun flat op te
laten knappen.
‘In een flat hadden we bijvoorbeeld echt een probleem met jongerenoverlast en dat is mede
via het sms-alert gereduceerd tot 10% van wat het geweest is. Als bewoners op die manier
meewerken aan het oplossen van het probleem, dan geef ik ook opvolging aan die samenwerking,
we hebben geïnvesteerd in die flat en de boel op laten knappen.’
Ook in de buurt met een buurtsteunpunt is dat de plek waar bewoners met hun informatie
naar de buurtregisseur komen. De respondente daar merkt echter op, dat de in
het kader van het buurtveiligheidsteam opgezette buurtenquête te haastig is uitgevoerd
en daardoor te weinig bekend is geworden onder buurtbewoners.
‘In het kader van het buurtveiligheidsteam zijn burgers bevraagd, hoe is dat ervaren? Ik weet
dat niet precies. Het had mijns inziens beter opgezet kunnen worden. Het is heel kort dag
opgezet, als daar meer tijd en aandacht aan besteed was dan hadden meer mensen kunnen
reageren.’
De respondent vanuit het Keurmerk Veilig Ondernemen legt uit dat de buurtregisseur
altijd vraagt naar bijzonderheden bij de bijeenkomsten van het KVO en zelf zaken
inbrengt. Zo heeft hij ondernemers geadviseerd contact te leggen en afspraken te
maken met de schooldirecteur van de nabijgelegen middelbare school in verband met
277