Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

Buurtregie met mate
268
bellen en op die manier kan ik relevante van niet-relevante zaken scheiden voor ik ze doorgeef
aan de buurtregisseur.’
Respondenten bevestigen dat slechts enkele bewoners het mobiele nummer van de
buurtregisseur hebben. In twee buurten in West stappen bewoners bovendien liever
niet direct of openlijk naar de politie of de buurtregisseur. In de eerste buurt stappen
bewoners dan wel naar de huismeesters. Deze adviseren de bewoner eventueel om toch
de buurtregisseur te bellen en bieden tevens vrijblijvend aan bij een eventueel gesprek
aanwezig te zijn. In de tweede buurt speelt het midden in het overlastgebied gevestigde
buurtpunt een belangrijke rol. Er zijn gordijnen en bewoners kunnen daar ongezien
met de buurtregisseur praten, dus zonder dat de hangjeugd het ziet en de betrokken
bewoner achteraf gaat lastig vallen. Nadeel is volgens respondent echter de beperkte
tijden waarop het buurtpunt open is en de buurtregisseurs daar aanwezig zijn.
‘Sommige mensen durven de politie er niet bij te halen als ze een probleem hebben omdat
het probleem dan soms alleen maar groter wordt. Ze schakelen dan graag de huismeesters
in, liever dan de politie. Als de situatie daar aanleiding toe geeft dan adviseren wij de
bewoner om toch de buurtregisseur te bellen. Als de bewoner dat wil, dan gaan wij erbij
zitten als het gesprek met de buurtregisseur plaatsvindt. Als wij zelf een klacht aan de
buurtregisseur doorgeven van een bewoner dan gaat een van ons er altijd bij zitten als de
buurtregisseur het gesprek aangaat.’
De frequentie waarin sleutelpersonen contact hebben met de buurtregisseur varieert,
het gemiddelde is één keer per week. In een van de buurten in West werkt het duo
huismeesters vrij geregeld samen met de buurtregisseur, ze spreken regelmatig samen
de buurt door, spelen bewonersklachten door, leggen gezamenlijk huisbezoeken af,
doen samen surveillance in de nieuwbouw en ondersteunen elkaars acties. De andere
respondenten vanuit woningcorporatie en/of opbouwwerk vertellen dat hun eigen
contacten met bewoners evenals die van de buurtregisseurs zich concentreren rondom
contacten met een selecte groep, namelijk de beperkte groep actieve bewoners en degenen
die klagen of overlast bezorgen.
Bij respondenten uit de verschillende winkelcentra is veelal sprake van een spanningsveld,
in het bijzonder ten aanzien van horecaondernemers. Enerzijds tracht de buurtregisseur
afspraken te maken met ondernemers, anderzijds moet hij optreden als zij
overtredingen begaan. Een ondernemer vindt het teleurstellend dat buurtregisseurs
in eerste instantie een intensieve vorm van samenwerking met de ondernemersvereniging
aangaan en zich vervolgens na verloop van tijd steeds meer daaruit terugtrekken,
omdat ze door capaciteitsproblemen worden ingezet voor andere werkzaamheden.
‘De samenwerking begint intensief en vervolgens worden ze te vaak en te veel ingezet voor
allerlei andere werkzaamheden en verdwijnen ze weer uit beeld. Ik vind dat een fout van