Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

10 Perceptie actieve burgers
Resumerend kan gesteld worden dat sprake is van een brede probleemfocus en daarom
nabijheid. Deze wordt echter enigszins belemmerd door een tekort aan ondersteuning
van de buurtregisseur vanuit zijn eigen organisatie en afhankelijkheid van derden bij
de aanpak van leefbaarheidsproblemen.
10.5 Aard van samenwerking
Binnen buurtregie kan vooral sprake zijn van brede samenwerking, dat wil zeggen
inclusief participatie van burgers of enge samenwerking, waarbij de nadruk ligt op
toezicht en handhaving en het samenwerken met professionals. Bij een brede samenwerking
functioneren burgers als gelijkwaardig partner, bij een meer beperkte samenwerkingsvorm
blijft hun rol beperkt tot die van informant. Brede samenwerking
bevordert nabijheid tot burgers, enge samenwerking eerder distantie tot burgers.
Respondenten hebben een beperkt zicht op het professionele netwerk van de buurtregisseurs,
een enkeling noemt een hele rij instanties, anderen noemen vooral die professionals,
waar de buurtregisseur frequent mee samenwerkt. Meest genoemd worden
medewerkers van het stadsdeel, de woningcorporaties en het opbouwwerk en in één
geval ook nadrukkelijk de bewonersorganisaties en zelforganisaties. In twee buurten
is eenvoudig geen zicht op die samenwerking en daarom geen oordeel daarover. In
twee buurten zijn respondenten onomwonden positief over de samenwerking, met als
uitschieter de buurt in Noord met het sms-alert. Daar is de samenwerking tussen de
beheerder van de woningbouw, de buurtregisseur en de leden van het sms-alert hecht
en structureel en is sprake van een uitstekende onderlinge communicatie.
‘Vooral de samenwerking tussen de buurtregisseur en de molenmeester is heel hecht. Bij de
sms-alertvergaderingen nemen zij beiden deel, de andere instanties niet, maar zij worden
wel via de mail in kennis gesteld van bepaalde problemen. De onderlinge communicatie
verloopt in ieder geval heel goed. Het is in alle opzichten een gelijkwaardige samenwerking.
De buurtregisseur is weliswaar de aanstichter, maar de bewonersgroep doet veel zelf
door middel van onderlinge communicatie. De buurtregisseur is van alles op de hoogte,
maar heeft daarin zeker geen storende rol.’
Dit riep de vraag op of een dergelijke vorm van samenwerking ook in andere buurten
zou kunnen werken. De betrokken respondenten twijfelen en leggen uit dat het in
hun buurt gelukt is jongeren te laten zien dat sms-alert en politie er ook zijn voor hun
bescherming. Toen een grote groep jongeren uit de Bijlmer naar de buurt kwam om
verhaal te halen, ging daar een sms-alert voor uit, met als gevolg dat de politie kwam
en de wraakactie geen doorgang kon vinden. De jeugd heeft daardoor ervaren dat
het sms-alert en de politie er ook voor de jongeren zijn. In andere buurten met grote
groepen hangjongeren daarentegen kun je wraakacties tegenover sms-bewoners verwachten.
257