Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

10 Perceptie actieve burgers
‘G: Vroeger waren de mensen hier veel meer bij elkaar, met elkaar. De buren praatten
toen nog met elkaar. Nu is er meer spanning en denken de mensen dat mensen allemaal
hetzelfde zijn. Wat bedoelt u precies? G: Ja, dat we allemaal moordenaar zijn, zo denken de
mensen. Dat denken ze als je buitenlander bent. Maar het is ook ons land, Nederland. Je
kunt de tijd niet terugdraaien naar 1964, ’65, die tijd is helemaal voorbij. Ik leef hier nu
meer dan veertig jaar, dit is ons land.’
Een Nederlandse respondent uit West spreekt ook over enorme jeugdoverlast, die volgens
hem pas adequaat is aangepakt toen één van de jongeren een agent met een
baksteen heeft geslagen.
‘Hangjongeren veroorzaken hier enorm veel overlast….Overigens is het rustig nu wat betreft
de hangjongeren sinds een van die jongeren een agent met een baksteen heeft geslagen.
Dat was te brutaal, toen heeft de politie eindelijk hard ingegrepen en sindsdien is het
rustig. De overlast heeft veelal te maken met vernielingen van auto’s en ramen. De ene
jeugdgroep wordt opgevolgd door de volgende. Momenteel hebben we alweer te maken
met de vierde lichting hangjongeren.’
Een andere Nederlandse respondent noemt sociaaleconomische zwakte en lage organisatiegraad
van de bevolking als een van de voornaamste problemen. Hij legt desgevraagd
uit dat de sociaaleconomische zwakte blijkt uit de regelmaat van huisuitzettingen
en jongeren die uit frustratie als ze niet aan het werk kunnen komen in
de criminaliteit belanden. Verder blijven vooral de diverse West-Afrikaanse bewoners
binnen hun eigen besloten groepen en hebben geen interesse in deelname aan activiteiten
gericht op opbouw van de buurt.
‘Het voornaamste probleem van deze buurt is de sociaaleconomische zwakte en de lage
organisatiegraad van de bewoners hier. De mensen blijven thuis, ieder blijft binnen zijn
eigen besloten groepje, dat zie je vooral bij de West-Afrikanen, maar bijvoorbeeld ook bij
de Polen. Bij Surinamers en Antillianen zie je wel meer interactie onderling en met Nederlanders,
zij wonen hier al langer, spreken goed Nederlands en kennen mede bewoners. De
Afrikaanse mensen hier daarentegen nemen niet deel aan sociale controle hier of activiteiten
gericht op opbouw van de buurt. Waaruit blijkt die sociaaleconomische zwakte voor
u? Je ziet hier vaak huisuitzettingen en jongeren, die desperaat raken omdat ze niet aan
werk kunnen komen. Vervolgens komen ze in de verkeerde kringen terecht en raken op
het criminele pad.’
Sommige respondenten hebben een positiever insteek. Beide respondenten uit Noord,
de trekkers van het sms-alert daar, zeggen dat ze juist in een zalige buurt wonen en
relativeren de algemene angst voor groepen jongeren. Zij benadrukken juist, dat ze er
ook voor de jongeren zijn. Eén van de respondenten uit West, hoewel kritisch over de
239