Community policing - VU-DARE Home - Vrije Universiteit Amsterdam

8.5 Aard van samenwerking
8 Perceptie buurtregisseurs
De buurtregisseur kan zich bij de uitvoering van buurtregie beperken tot een enge
samenwerking of de nadruk leggen op een brede samenwerking. Bij een meer enge
samenwerking, waarbij de nadruk ligt op samenwerken met professionals en toezicht
en handhaving, blijft de rol van burgers beperkt tot die van informant, wat in potentie
resulteert in meer distantie tot burgers. Bij een brede samenwerking spelen burgers
nadrukkelijk een rol en functioneren zij als gelijkwaardig partner en participeren in
bepalen en aanpakken van problemen, wat in potentie nabijheid tot burgers betekent.
Burgerparticipatie versus nadruk op professionele partners
De meerderheid van de buurtregisseurs geeft aan dat de nadruk bij de uitvoering van
buurtregie meer ligt op de samenwerking met professionals en het inzetten van toezicht
en handhaving. Wel geven zij daarbij aan, dat het belangrijk is burgers op hun
eigen verantwoordelijkheid te wijzen. Samenwerking met burgers heeft volgens buurtregisseurs
pas kans van slagen als burgers ook daadwerkelijk zelf actie ondernemen, of
enige zelfredzaamheid vertonen.
‘Ik accepteer geen houding van “wij hebben een probleem en u moet dat oplossen” nee, het
is “jullie hebben een probleem en ik wil u helpen bij het oplossen”. Veel mensen vinden
dat onprettig, want dan moeten ze zelf iets gaan doen, soms gaan ze dan het probleem
relativeren en is het opeens niet zo ernstig meer. Maar ik heb ook meegemaakt dat mensen
mij opbelden en vertelden dat ze zelf actie ondernomen hadden op een probleem en elkaar
aangesproken hebben, maar dat ze er onderling niet uitkomen. Dan ben ik natuurlijk
bereid in te springen.’
In de multiculturele buurten van dit onderzoek levert de bevolkingssamenstelling volgens
buurtregisseurs een extra uitdaging bij het bevorderen van burgerparticipatie.
Veelal is sprake van een kloof tussen culturen en generaties; van enige polarisatie. Veel
burgers zijn daardoor bang om openlijk hun mening te geven. Waar sprake is van
jeugdoverlast of zelfs criminele jongeren laten bewoners het melden van ongeoorloofd
gedrag achterwege uit vrees voor wraakacties van de jeugd. In buurten waar bewoners
bang zijn om overlastgevende jongeren zelf aan te spreken, lijkt burgerparticipatie
bovendien een brug te ver, al ervaren buurtregisseurs die angst van bewoners soms als
wat overtrokken. Daarbij zijn diverse buurtregisseurs van mening dat sprake is van een
zekere desinteresse van bewoners voor door het stadsdeel georganiseerde bewonersoverleggen.
201