01.05.2013 Views

VIESMANN - Viessmann

VIESMANN - Viessmann

VIESMANN - Viessmann

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Opbergen:<br />

Ordner Vitotec Ontwerphandleiding,<br />

register 4<br />

<strong>VIESMANN</strong><br />

Ontwerphandleiding<br />

VITOCROSSAL 200 type CM2<br />

HR-ketel op gas voor aardgas E en LL<br />

87 tot 311 kW, met MatriX-stralingsbrander<br />

VITOCROSSAL 300 type CM3<br />

HR-ketel op gas voor aardgas E en LL<br />

87 tot 142 kW, met MatriX-stralingsbrander<br />

VITOCROSSAL 300 type CT3<br />

HR-ketel op gas voor aardgas E, LL en propaan<br />

187 tot 635 kW<br />

187 tot 314 kW, met MatriX-stralingsbrander (voor aardgas<br />

EenLL)<br />

5819 198-6 NL 4/2007<br />

VITOCROSSAL 300 type CR3<br />

HR-ketel op gas voor aardgas E, LL en propaan<br />

787 tot 978 kW<br />

VITOTRANS 300<br />

VITOCROSSAL<br />

VITOTRANS 300<br />

Rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

voor verwarmingsketel met gas- en oliestook tot 6600 kW


Inhoudsopgave<br />

Inhoudsopgave<br />

1. Productinformatie 1. 1Vitocrossal200 ...................................................... 5<br />

&Voordelen ......................................................... 5<br />

1. 2Vitocrossal300 ...................................................... 5<br />

&Voordelen ......................................................... 5<br />

1. 3Bedrijfsvoorwaarden.................................................. 6<br />

1. 4 Ketelcircuitregelingen . ................................................ 6<br />

&Bedrijfvaninstallatiesmet1ketel...................................... 6<br />

&Bedrijfvaninstallatiesmetmeerdereketels.............................. 7<br />

&Regelingsuitrusting installatie met meerdere ketels . . ..................... 7<br />

&Schakelpunten . .................................................... 8<br />

1. 5Vitotrans300........................................................ 8<br />

&Voordelen ......................................................... 8<br />

&Naschakeling van een Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor rendementsverhoging<br />

. . ................................................ 8<br />

&Energiebesparing door gebruik van Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar.............................................................<br />

9<br />

&Berekening van de mogelijke energiebesparing . . . . . ..................... 9<br />

&Toepassingsvoorbeelden ............................................ 10<br />

2. Ontwerphandleiding 2. 1Levering,verplaatsingenopstelling ..................................... 10<br />

&Levering........................................................... 10<br />

&Verplaatsingenopstelling ............................................ 10<br />

&Installatieruimte .................................................... 10<br />

2. 2Configuratievandeinstallatie .......................................... 11<br />

&Vermogensgrenzen in voorschriften .................................... 11<br />

&Aanvoertemperaturen................................................ 11<br />

&Pompgestuurde drukregelsystemen .................................... 12<br />

&Veiligheidstemperaturen . ............................................ 12<br />

&Eisenaanverwarmingsbelasting....................................... 12<br />

&Keuze van het nominale vermogen . .................................... 12<br />

2. 3Hydraulischeintegratie ............................................... 13<br />

&Verwarmingsaanlsuitingen. ........................................... 13<br />

&Op condensatie gerichte integratie . .................................... 13<br />

&AanwijzingvoorCV-pompen.......................................... 13<br />

&Systeemaccessoires ................................................ 14<br />

&Toepassingsvoorbeelden . ............................................ 14<br />

2. 4 Veiligheidstechnische uitrusting. ........................................ 15<br />

&Algemene aanwijzingen . . ............................................ 15<br />

&Keuzetabel voor veiligheidstechnisch accessoires van de Vitocrossal . . . ..... 16<br />

&Veiligheidstechnische uitrusting van de Vitotrans 300. ..................... 16<br />

2. 5 Brandstoffen ........................................................ 16<br />

&Vitocrossal......................................................... 16<br />

&Vitotrans300....................................................... 16<br />

2. 6 Brander ............................................................ 17<br />

&Geschikte brander . . ................................................ 17<br />

&Montage van de brander . ............................................ 17<br />

2. 7Rookgasgeleiding.................................................... 17<br />

&RookgasinstallatiesvoorHR-ketels .................................... 18<br />

&Inbouwmogelijkheden van de rookgasinstallatie voor Vitocrossal . . . ......... 18<br />

&RookgasinstallatiesvoorVitotrans300.................................. 20<br />

2. 8RookgassysteemvoorVitocrossal,87tot508kW.......................... 21<br />

&CE-certificaatvoordePPs-rookgassystemenbijVitocrossal................ 22<br />

&OpenwerkingvanVitocrossal200enVitocrossal300 ..................... 23<br />

&GeslotenwerkingmetVitocrossal200 .................................. 25<br />

&Bepaling van de max. buislengten en buisdiameter van het PPs-rookgassysteem<br />

bij gebruik van MatriX-stralingsbranders ............................ 29<br />

&Bepaling max. buislengten, buisdiameter en totale druk van het rookgassysteem<br />

bij branders van derden . ........................................ 30<br />

&Aparte onderdelen bij het rookgassysteem van kunststof . . ................. 31<br />

&Aansluiting met rookgasleiding van kunststof (PPs) op een vochtongevoelige<br />

schoorsteen . . . .................................................... 37<br />

&Rookgasverzamelleiding van roestvast staal voor installatie met twee ketels<br />

Vitocrossal200..................................................... 37<br />

2. 9 Geluiddemping . . .................................................... 38<br />

&Luchtgeluidsisolatie................................................. 39<br />

&Contactgeluidsisolatie ............................................... 39<br />

2 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Inhoudsopgave (vervolg)<br />

2.10Richtwaardenvoordewaterkwaliteit..................................... 39<br />

&Verwarmingsinstallaties met bedrijfstemperaturen tot 100 ºC volgens voorschrift<br />

(VDI 2035) . . . ................................................ 39<br />

&Vermijding van schade door corrosie aan waterzijde. . ..................... 40<br />

2.11 Condenswater en neutralisering ........................................ 40<br />

&Ontwerpinstructies voor de condenswaterafvoerleiding . . . ................. 41<br />

&Neutraliseringsinrichtingen . . . ........................................ 41<br />

2.12 Belangrijke veiligheidsvoorschriften en bepalingen . . . ..................... 41<br />

&Algemeen ......................................................... 41<br />

&Gasinstallatie ...................................................... 41<br />

&Leidingaansluitingen ................................................ 41<br />

&Elektrischeinstallatie................................................ 42<br />

&Bedieningshandleiding. . . ............................................ 42<br />

&Rookgasinstallatie .................................................. 42<br />

&Vulwater en toegevoegd water ........................................ 42<br />

&Test in het kader van de bouwtechnische keuringsprocedure. . . ............. 42<br />

3. Toepassingsvoorbeelden 3. 1 Toepassingsvoorbeeld 1. . . ............................................ 44<br />

&Installatiemet1Vitocrossal-verwarmingsketel ........................... 44<br />

3. 2 Toepassingsvoorbeeld 2. . . ............................................ 48<br />

&Installatie met 1 verwarmingsketel Vitocrossal 300 met meerdere verwarmingscircuits<br />

en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit . . ..................... 48<br />

3. 3 Toepassingsvoorbeeld 3. . . ............................................ 53<br />

&Installatie met meerdere Vitocrossal verwarmingsketels met meerdere verwarmingscircuits<br />

en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit . ................. 53<br />

3. 4 Toepassingsvoorbeeld 4. . . ............................................ 61<br />

&Meerketelinstallatie met Vitocrossal- en Vitoplex-verwarmingsketel met meerdere<br />

verwarmingscircuits en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit . . . ..... 61<br />

3. 5 Toepassingsvoorbeeld 5. . . ............................................ 68<br />

&Meerketelinstallatie met Vitocrossal- en Vitoplex-verwarmingsketel met meerdere<br />

verwarmingscircuits en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit -<br />

Vitoplex met bijmengpomp. ........................................... 68<br />

3. 6 Toepassingsvoorbeeld 6. . . ............................................ 75<br />

&Meerketelinstallatie met Vitocrossal- en Vitoplex-verwarmingsketel met meerdere<br />

verwarmingscircuits en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit -<br />

VitoplexmetTherm-Controlenketelcircuitpomp.......................... 75<br />

3. 7 Toepassingsvoorbeeld 7. . . ............................................ 82<br />

&Meerketelinstallatie met Vitocrossal- en Vitoplex-verwarmingsketel met 3-wegmengklep<br />

en meerdere verwarmingscircuits evenals een laagtemperatuur-verwarmingscircuit.....................................................<br />

82<br />

3. 8 Toepassingsvoorbeeld 8. . . ............................................ 89<br />

3. 9 Toepassingsvoorbeeld 9. . . ............................................ 91<br />

&Installatie met meerdere verwarmingsketels met Vitotrans 300 rookgas-/waterwarmtewisselaar<br />

op laagtemperatuur-verwarmingscircuits met bijmengpomp . . 91<br />

3.10 Toepassingsvoorbeeld 10. . ............................................ 93<br />

&Installatie met meerdere verwarmingsketels met Vitotrans 300 rookgas-/waterwarmtewisselaar<br />

op laagtemperatuur-verwarmingscircuits met ketelcircuitpomp<br />

............................................................. 93<br />

3.11 Tapwaterverwarming met het boilerlaadsysteem . . . . . . ..................... 95<br />

3.12 Aanwijzingen voor de toepassingsvoorbeelden ............................ 97<br />

4. Aanwijzingen voor regelingen 4. 1 Extra functies voor installaties met 1 ketel met Vitotronic 200, type GW1 of<br />

Vitotronic 300, type GW2 . . ............................................ 97<br />

&Stekker aVD ....................................................... 97<br />

&Stekker aVH ....................................................... 98<br />

4. 2 Extra functies voor installaties met meerdere ketels met Vitotronic 300-K en<br />

Vitotronic 100, type GC1 via LON . . . .................................... 98<br />

&Stekker aVD en aVH op Vitotronic 300-K ................................ 98<br />

&Stekker aVD op Vitotronic 100, type GC1 ................................ 99<br />

4. 3 Aansluiting van lokale regelingen op de Vitotronic 100, type GC1 bij installaties<br />

met1ketel.......................................................... 99<br />

&Werking met tweetraps brander. ....................................... 99<br />

&Bedrijf met modulerende brander . . .................................... 100<br />

4. 4 Schakeling ketelvolgorde met lokale cascaderegeling — Aansluitingen op de<br />

Vitotronic 100, type GC1. . . ............................................ 101<br />

&Werking met tweetraps brander. ....................................... 101<br />

&Bedrijf met modulerende brander op de Vitocrossal . . ..................... 102<br />

&Bedrijf met modulerende brander op de laagtemperatuur-verwarmingsketel . . . 103<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 3


Inhoudsopgave (vervolg)<br />

4. 5 Functies in combinatie met functie-uitbreiding 0 – 10V(accessoires).......... 103<br />

&Functies........................................................... 103<br />

&Functie-uitbreidingininstallatiesmet1ketel............................. 104<br />

&Functie-uitbreidinginmeerketelinstallaties .............................. 104<br />

4. 6 Functies in combinatie met stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen<br />

(accessoires)........................................................ 104<br />

4. 7 Bijschakeling van lokale regelapparaten via LON . . . . . ..................... 105<br />

5. Index ........................................................................ 106<br />

4 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Productinformatie<br />

1.1 Vitocrossal 200<br />

HR-ketel op gas, 87 tot 311 kW voor aardgas E en LL met Inox-<br />

Crossal verwarmingsoppervlak.<br />

Nominaal vermogen: 87 tot 311 kW<br />

Toegestane werktemperatuur: tot 95 ºC<br />

Toegestane veiligheidstemperatuur: tot 110 ºC<br />

Toegestane werkdruk: 4 bar<br />

Voordelen<br />

& HR-ketelunit met MatriX-gasbrander, 87 tot 311 kW, als dubbele<br />

cascade tot 622 kW.<br />

& Normrendement: tot 97% (Hs)/108% (Hi).<br />

& Grote bedrijfszekerheid en lange levensduur door corrosiebestendig<br />

Inox-Crossal verwarmingsoppervlak van roestvast<br />

staal.<br />

& Inox-Crossal verwarmingsoppervlak voor zeer doeltreffende<br />

wamteoverdracht en hoog condensatiepercentage.<br />

1.2 Vitocrossal 300<br />

HR-ketel op gas<br />

& 87 tot 314 kW voor aardgas E en LL<br />

& 187 tot 978 kW voor aardgas E, LL en propaan<br />

met Inox-Crossal verwarmingsoppervlak.<br />

Nominaal vermogen: 87 tot 978 kW<br />

Toegestane werktemperatuur<br />

87 tot 142 kW (type CM3): tot 95 ºC<br />

187 tot 635 kW (type CT3): tot 100 ºC<br />

787 en 978 kW (type CR3): tot 100 ºC<br />

Toegestane veiligheidstemperatuur: tot 110 ºC<br />

Toeg. werkdruk<br />

87 tot 142 kW (type CM3): 4 bar<br />

Voordelen<br />

& Verticaal geplaatst Inox-Crossal verwarmingsoppervlak van<br />

roestvast staal voor grote betrouwbaarheid en lange levensduur.<br />

– Door verticaal geplaatste rookgaspijpen kan het ontstane<br />

condenswater ongehinderd naar beneden afvloeien. Daardoor<br />

ontstaat geen sterker gehalte van het condenswater<br />

door herverdamping.<br />

– Versterkt zelfreinigend effect door een glad oppervlak van<br />

roestvast staal.<br />

& Effectieve warmteoverdracht en hoog condensatiepercentage<br />

door<br />

– Warmtewisselaaroppervlak dat de rookgasstroom intensief<br />

doet wervelen.<br />

– Tegenstroomprincipe van ketelwater en rookgas.<br />

Voor de werking met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur.<br />

CE-markering volgens de Europese richtlijn inzake gastoestellen<br />

Type CM2 CE-0085 BQ 0021<br />

& Zelfreinigend effect door het gladde oppervlak van roestvast<br />

staal.<br />

& Schone verbranding door geringe belasting van de verbrandingsruimte<br />

en het gebruik van een doorgaande verbrandingskamer.<br />

& MatriX-stralingsbrander tot 311 kW voor milieuvriendelijke werking<br />

met een modulatiebereik van 33 tot 100%.<br />

& Bijzonder geruisloze werking.<br />

& Naar keuze gesloten en open werking.<br />

& Alle hydraulische aansluitingen van boven af monteerbaar.<br />

187 tot 314 kW (type CT3): 4 bar<br />

408 tot 635 kW (type CT3): 5,5 bar<br />

787 en 978 kW (type CR3): 6 bar<br />

Voor de werking met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur.<br />

CE-markering volgens de Europese richtlijn inzake gastoestellen:<br />

Type CM3 CE-0085 BN 0569<br />

Type CT3 CE-0085 AQ 0257<br />

Type CR3 CE-0085 AQ 0315<br />

& Normrendement: tot 98% (H s)/109 % (H i).<br />

& Twee retouraansluitingen – de verwarmingscircuits met lagere<br />

retourtemperatuur worden apart aangesloten. Daardoor wordt<br />

de condensatie van de rookgassen versterkt.<br />

& Schone verbranding – door geringe belasting van de verbrandingsruimte<br />

en het gebruik van een doorgaande verbrandingskamer.<br />

& Gemakkelijke verplaatsing naar stookruimtes door smalle constructie<br />

en gering gewicht; vanaf 187 kW ook demonteerbaar in<br />

2 delen.<br />

& Brander tot 978 kW – afgeregeld en met stekkers en bedrading.<br />

Ketelcapaciteit 87 tot 314 kW met modulerende <strong>Viessmann</strong><br />

MatriX-stralingsbrander voor bijzonder geluidsarme en milieuvriendelijke<br />

werking.<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 5<br />

1


1<br />

Productinformatie (vervolg)<br />

1.3 Bedrijfsvoorwaarden<br />

Vereisten<br />

1. Debiet verwarmingswater Geen<br />

2. Ketelretourtemperatuur (min. waarde) Geen<br />

3. Laagste ketelwatertemperatuur Geen<br />

4. Tweetraps branderwerking Geen<br />

5. Modulerende branderwerking Geen<br />

6. Verlaagde werking Geen – een totale verlaging is mogelijk<br />

7. Weekendverlaging Geen – een totale verlaging is mogelijk<br />

Opmerking<br />

Eisen aan de waterkwaliteit zie pagina 39.<br />

1.4 Ketelcircuitregelingen<br />

(uitvoerige beschrijving zie gegevensbladen van de ketelcircuitregelingen)<br />

Tot de leveringsomvang van elke <strong>Viessmann</strong> verwarmingsketel<br />

behoort een speciaal op de ketel afgestemde ketelcircuitregeling.<br />

Deze werd voor een energiebesparende en milieuvriendelijke<br />

werking ontwikkeld.<br />

De temperatursensoren komen precies overeen met de karakteristiek<br />

van de verwarmingsketel.<br />

Bedrijf van installaties met 1 ketel<br />

Schakelkasten Vitocontrol met weersafhankelijke regeling<br />

Vitotronic 300-K (type MW1S) voor 1 tot 4 verwarmingsketels en 2<br />

verwarmingscircuits met mengklep en overige Vitotronic 200-H<br />

(type HK1S of HK3S) voor 1 resp. max. 3 verwarmingscircuits met<br />

mengklep kunnen voor Vitocrossal 300 worden geleverd.<br />

Voor de HR-ketels zijn de hierna genoemde regelingen leverbaar.<br />

Vitotronic 100 (type GC1) Vitotronic 200 (type GW1) Vitotronic 300 (type GW2)<br />

– Elektronische ketelcircuitregeling voor<br />

verhoogde ketelwatertemperatuur of<br />

weersafhankelijke werking in combinatie<br />

met een schakelkast Vitocontrol met<br />

Vitotronic 300-K (type MW1S) of externe<br />

regeling<br />

– Voor tweetraps of modulerende brander<br />

– Met boilertemperatuurregeling<br />

– Met regeling voor boilerlaadsystemen met<br />

menggroep of als alternatief voor de regeling<br />

een constante retourregeling met<br />

geregelde 3-weg klep<br />

– Met geïntegreerd diagnosesysteem<br />

– Functie-uitbreiding voor de instelling van<br />

de gewenste ketelwatertemperatuur via<br />

een 0 - 10 V-ingang aansluitbaar (accessoires).<br />

(volgens de verordening voor energiebesparing<br />

moet een weersafhankelijke of<br />

ruimtegestuurde regeling met tijdprogramma<br />

voor verlaagde werking worden<br />

bijgeschakeld.)<br />

Externe vereisten:<br />

– Ketelvrijgave/smoorklep op<br />

– 1. brandertrap aan<br />

– 1. en 2. brandertrap aan<br />

Voor elk van de vereisten moet een spanningsloos<br />

contact beschikbaar worden<br />

gesteld.<br />

De spanningsloze contacten worden op de<br />

laagspanningsstekkers aVD en aVH aangesloten.<br />

– Weersafhankelijke, digitale ketelcircuitregeling:<br />

– Voor installaties met 1 ketel<br />

– Voor tweetraps of modulerende brander<br />

– Met schakelklok met dag- en weekprogramma<br />

– Met bedieningseenheid en ondersteuning<br />

in volle tekst<br />

– Met gescheiden instelbare periodes<br />

– Met boilertemperatuurregeling<br />

– Met regeling voor boilerlaadsystemen<br />

met menggroep of als alternatief voor de<br />

regeling een constante retourregeling<br />

met geregelde 3-weg klep<br />

– Met geïntegreerd diagnosesysteem<br />

– Functie-uitbreiding voor de instelling van<br />

de gewenste ketelwatertemperatuur via<br />

een 0 - 10 V-ingang aansluitbaar (accessoires).<br />

– Weersafhankelijke, digitale ketel- en verwarmingscircuitregeling<br />

– Voor installaties met 1 ketel<br />

– Voor max. 2 verwarmingscircuits met<br />

mengklep<br />

– Voor tweetraps of modulerende brander<br />

– Met schakelklok met dag- en weekprogramma<br />

– Met bedieningseenheid en ondersteuning<br />

in volle tekst<br />

– Met gescheiden instelbare periodes en<br />

stooklijnen<br />

– Met boilertemperatuurregeling<br />

– Met regeling voor boilerlaadsystemen met<br />

menggroep of als alternatief voor de regeling<br />

een constante retourregeling met<br />

geregelde 3-weg klep<br />

– Met geïntegreerd diagnosesysteem<br />

– Functie-uitbreiding voor de instelling van<br />

de gewenste ketelwatertemperatuur via<br />

een 0 - 10 V-ingang aansluitbaar (accessoires).<br />

Voor elk verwarmingscircuit met mengklep<br />

is een uitbreidingsset nodig. Voor communicatie<br />

(LON-BUS) is de<br />

communicatiemodule LON nodig.<br />

6 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Productinformatie (vervolg)<br />

Bedrijf van installaties met meerdere ketels<br />

Elke verwarmingsketel van een installatie met meerdere ketels<br />

moet met een Vitotronic 100 (type GC1) zijn uitgerust. De<br />

Vitotronic 300-K (type MW1) wordt bij elke verwarmingsketel geleverd<br />

(zie prijslijst) en moet afzonderlijk worden gemonteerd.<br />

In de Vitotronic 100 moet de communicatiemodule LON worden<br />

ingebouwd. Zie prijslijst.<br />

Vitotronic 100 (type GC1) Vitotronic 300-K (type MW1)<br />

– Elektronische ketelcircuitregeling<br />

– Voor tweetraps of modulerende brander<br />

– Communicatie via LON-BUS.<br />

Regelingsuitrusting installatie met meerdere ketels<br />

Bij installaties met meerdere ketels en externe regeling moet lastafhankelijke<br />

brander- en ketelschakeling, evenals de boilertemperatuurregeling,<br />

door de bovenliggende (externe) regeling<br />

plaatsvinden.<br />

– Weersafhankelijke cascaderegeling voor installaties met maximaal<br />

4 verwarmingsketels met Vitotronic 100 (type GC1)<br />

– Voor max. 2 verwarmingscircuits met mengklep<br />

– Met schakelklok met dag- en weekprogramma<br />

– Met bedieningseenheid en ondersteuning in volle tekst<br />

– Met boilertemperatuurregeling<br />

– Met regeling voor boilerlaadsystemen met menggroep<br />

– Met keuzeschakeling hoofdketel<br />

– Communicatie via LON-BUS<br />

– Met geïntegreerd diagnosesysteem en overige functies<br />

– Functie-uitbreiding voor de instelling van de gewenste installatieaanvoertemperatuur<br />

via een 0 - 10 V-ingang aansluitbaar (accessoires).<br />

Voor elk verwarmingscircuit met mengklep is een uitbreidingsset<br />

nodig.<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 7<br />

1


1<br />

Productinformatie (vervolg)<br />

Schakelpunten<br />

A Instelmogelijkheden van de veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

van de Vitotronic ketelcircuitregelingen (bij levering 110 ºC,<br />

kan op 100 of 95 ºC worden gezet)<br />

B Instelmogelijkheden van de temperatuurregelaar (ketelwatertemperatuur)<br />

van de Vitotronic ketelcircuitregelingen (bij levering<br />

95 ºC)<br />

1.5 Vitotrans 300<br />

& Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar in combinatie<br />

met Vitoplex-, Vitorond- en Vitomax-verwarmingsketel als HReenheid<br />

& Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex en<br />

Vitorond tot 500 kW.<br />

Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot<br />

110 ºC. Toegestane werkdruk 4 bar.<br />

& Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex en<br />

Vitorond vanaf 500 kW evenals Vitomax tot 6600 kW. Toegestane<br />

aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot 110 ºC<br />

. Toegestane werkdruk 6 of 10 bar.<br />

Voordelen<br />

& Grote bedrijfszekerheid en lange levensduur door corrosievast<br />

roestvast staal. Roestvast staal RVS 316Ti voor werking op gas<br />

en kortstondige werking op olie, roestvast staal RVS 904L voor<br />

permanente werking op olie.<br />

& Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar met Inox-Crossal<br />

verwarmingsoppervlak voor verwarmingsketels van 80 tot<br />

1750 kW.<br />

& Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar met Inox-Tubal<br />

verwarmingsoppervlak voor verwarmingsketels van 1860 tot<br />

6600 kW.<br />

& Verticaal geplaatst Inox-Tubal verwarmingsoppervlak voor een<br />

grote bedrijfszekerheid en lange levensduur.<br />

C Ingestelde stooklijn<br />

D Ingestelde maximale ketelwatertemperatuur<br />

– Door verticaal geplaatste rookgaspijpen kan het ontstane<br />

condenswater ongehinderd naar beneden afvloeien. Daardoor<br />

ontstaat geen sterker gehalte van het condenswater<br />

door herverdamping.<br />

– Versterkt zelfreinigend effect door een glad oppervlak van<br />

roestvast staal.<br />

& Effectieve warmteoverdracht en hoog condensatiepercentage<br />

door<br />

– Warmtewisselaaroppervlak dat de rookgasstroom intensief<br />

doet wervelen.<br />

– Tegenstroomprincipe van ketelwater en rookgas.<br />

& Voor de Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar zijn<br />

afgestemde neutraliseringsinrichtingen leverbaar.<br />

Naschakeling van een Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor rendementsverhoging<br />

Het naschakelen van een Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

bij een verwarmingsketel geeft een duidelijke verhoging<br />

van het rendement. Door condensatie van de rookgassen in de<br />

warmtewisselaar wordt de verwarmingsketel volgens de vereisten<br />

van de rendementsrichtlijn 92/42/EEG een HR-ketel.<br />

& Bij gasgestookte verwarmingsketels bedraagt de rendementsverhoging<br />

max. 12 %.<br />

& Bij werking op olie wordt op basis van het geringere watergehalte<br />

en de lage dauwpunttemperatuur ten opzichte van gas<br />

een rendementsverhoging van max. 6 % bereikt.<br />

8 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Productinformatie (vervolg)<br />

De Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar is zo ontwopren<br />

dat deze ook op een bestaande installatie kan worden aangesloten.<br />

Vitotrans 300 voor oliestook<br />

Voor de permanente of langere werking op olie is de Vitotrans 300<br />

rookgas-/water-warmtewisselaar op plaatsen waar contact is met<br />

rookgas leverbaar met het hoogwaardige roestvast staal RVS<br />

904L.<br />

Energiebesparing door gebruik van Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

De rendementsverhoging en daarmee de energiebesparing ten<br />

opzichte van installaties zonder rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

wordt aanzienlijk bepaald door de temperatuur van het retourwater<br />

dat door de warmtewisselaar stroomt.<br />

De retourtemperaturen worden door het ontwerp van de installatie<br />

bepaald en nemen bij stijgende buitentemperatuur af. Voor verwarmingssystemen<br />

met ontwerptemperaturen van 75/60 ºC en<br />

40/30 ºC is het verloop van de retourtemperatuur in relatie tot de<br />

buitentemperatuur in het diagram op pagina 9 weergegeven.<br />

Ontwerptemperatuur verwarmingssyteem<br />

Rendementsverhoging<br />

door Vitotrans 300 met Vitoplex 300,<br />

Vitomax 200 en 300<br />

90/70 ºC 6,0 % 7,0 %<br />

75/60 ºC 9,0 % 10,0 %<br />

60/50 ºC 10,0 % 11,0 %<br />

40/30 ºC 11,5 % 12,5 %<br />

Het totale rendement van de HR-eenheid bestaande uit gasgestookte<br />

verwarmingsketel en Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

resulteert uit de optelling van het ketelrendement en<br />

de voor de betreffende systeemtemperatuur bepaalde rendementsverhoging<br />

van de warmtewisselaar.<br />

Voorbeeld:<br />

Rendement Vitoplex 300 = 96 %<br />

Rendementsverhoging Vitotrans 300 bij 75/60 ºC = 9 % geeft een<br />

totaal rendement van de HR-eenheid van 96 % + 9 % = 105 %.<br />

Berekening van de mogelijke energiebesparing<br />

& Jaarcapaciteit Qa van een ketelinstallatie met ²k = 460 kW en<br />

1650 uur max. capaciteit (b a) per jaar:<br />

De rendementsverhoging die door het naschakelen van een rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

wordt bereikt, is voor verschillende<br />

temperaturen van verwarmingssystemen in de tabel hierna weergegeven.<br />

De mogelijke rendementsverhoging is gebaseerd op het<br />

glijdende verloop van de retourtemperatuur in relatie tot de buitentemperatuur.<br />

De verschillende rendementsverhogingen resulteren<br />

uit de verschillende rookgastemperaturen van de voorgeschakelde<br />

verwarmingsketels<br />

Rendementsverhoging<br />

door Vitotrans 300 met Vitoplex 100,<br />

Vitoplex 200, Vitorond 200 en Vitomax 100<br />

A Aanvoertemperatuur bij verwarmingssysteem 75/60 ºC<br />

B Retourtemperatuur bij verwarmingssysteem 75/60 ºC<br />

C Aanvoertemperatuur bij verwarmingssysteem 40/30 ºC<br />

D Retourtemperatuur bij verwarmingssysteem 40/30 ºC<br />

& Jaarverbruik BN van aardgas LL (stookwaarde Hu =<br />

8,83 kWh/m 3 ) bij gebruik van een laagtemperatuurketel<br />

Vitoplex 300 met een rendement van η N =96%:<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 9<br />

1


2<br />

Productinformatie (vervolg)<br />

& Rendementsverhoging η AWT door het naschakelen van een<br />

Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar. De ontwerptemperatuur<br />

van het verwarmingssysteem dat via de warmtewisselaar<br />

werkt, is 75/60 ºC.<br />

η AWT = 9 % (volgens tabel op pagina 9)<br />

η tot = η N + η AWT = 96 % + 9 % = 105 %<br />

& Jaarverbruik B B van aardgas LL (stookwaarde H u =<br />

8,83 kWh/m 3 ) bij gebruik van een Vitoplex 300 met nageschakelde<br />

Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar:<br />

Toepassingsvoorbeelden<br />

Zie toepassingsvoorbeelden 8 tot 10 (vanaf pagina 89).<br />

Ontwerphandleiding<br />

2.1 Levering, verplaatsing en opstelling<br />

Levering<br />

Wij leveren met kraanwagens tot de locatie, inclusief uitladen zonder<br />

hindernissen.<br />

Verplaatsing en opstelling<br />

De verwarmingsketels hebben een voldoende aantal ogen waarop<br />

hefwerktuigen kunnen worden aangeslagen.<br />

Vitocrossal 300 (type CT3) van 187 tot 635 kW kan naar wens in<br />

delen worden geleverd. Het voorste gedeelte van de vuurhaard is<br />

voor gemakkelijke verplaatsing afneembaar (meerprijs, bij bestelling<br />

aangeven).<br />

Bij Vitocrossal 300 (type CR3) kunnen vuurhaard en warmtewisselaar<br />

naar wens in delen worden geleverd en dan afzonderlijk<br />

worden verplaatst (meerprijs, bij bestelling aangeven). De voetrails<br />

in lengterichting vereenvoudigen de verplaatsing. Verplaatsing<br />

en opstelling op voorbereide fundamenten kan op verzoek,<br />

tegen kosten, door onze vakmensen plaatsvinden.<br />

Installatieruimte<br />

Algemene eisen<br />

De installatieruimte moet aan de richtlijnen van de stookverordening<br />

van het betreffende land voldoen. De verwarmingsketel mag<br />

in ruimten, waarin luchtverontreiniging door halogeenhoudende<br />

koolwaterstoffen mogelijk is, zoals kapsalons, drukkerijen, chemische<br />

reinigingen, laboratoria enz., slechts worden opgesteld als<br />

er voldoende maatregelen worden getroffen voor de aanvoer van<br />

schone verbrandingslucht. Bij twijfel contact met ons opnemen.<br />

Verwarmingsketels mogen niet in ruimten met veel stof of een<br />

hoge luchtvochtigheid worden geplaatst. De installatieruimte moet<br />

vorstvrij en goed geventileerd zijn. De garantie vervalt als de ketel<br />

beschadigd raakt doordat bovenstaande aanwijzingen niet worden<br />

opgevolgd. De verwarmingsketels zijn bijzonder geschikt<br />

voor opstelling op zolder. Ze hebben geen hoge schoorsteen<br />

nodig omdat ze met overdruk in de vuurhaard werken.<br />

& Besparing van aardgas LL in m 3 /a :<br />

& Procentuele besparing:<br />

Door het gebruik van een nageschakelde Vitotrans 300 rookgas-/<br />

water-warmtewisselaar kan ca. 8,5 % brandstof worden bespaard.<br />

Bij de modernisering van verouderde ketelinstallaties met een<br />

laag rendement worden aanzienlijke besparingen bereikt.<br />

De verwarmingsketels kunnen zonder speciaal fundament op<br />

beton worden geplaatst. Voor reiniging van de ketelruimte is het<br />

echter zinvol de verwarmingsketel op een sokkel te plaatsen.<br />

Zie voor geadviseerde minimumafstanden tot de wanden voor<br />

montage en onderhoudswerkzaamheden het gegevensblad van<br />

de betreffende verwarmingsketel.<br />

Als geluiddemping nodig is, kunnen de verwarmingsketels op trillingsdempers<br />

worden geplaatst.<br />

Verbrandingsluchttoevoer<br />

Voor open stookinrichtingen met een totaal nominaal vermogen<br />

van meer dan 35 kW is de verbrandingsluchttoevoer gewaarborgd<br />

als de stookinrichtingen in ruimten zijn opgesteld die een opening<br />

of leiding naar de buitenlucht hebben. De doorsnede van de opening<br />

moet min. 150 cm 2 en voor elke kW nom. vermogen boven<br />

het nom. vermogen van 35 kW2 cm 2 meer bedragen. Leidingen<br />

moeten stromingstechnisch equivalent bemeten zijn. De vereiste<br />

doorsnede mag over hoogstens 2 openingen of leidingen zijn verdeeld.<br />

10 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Σ² n = som van alle nom. vermogens in kW<br />

Verbrandingsluchtopeningen en -leidingen mogen niet worden<br />

afgesloten of dichtgezet als niet door speciale veiligheidsinrichtingen<br />

is gewaarborgd dat de stookinrichtingen uitsluitend bij geopende<br />

afsluiting kunnen werken. De vereiste doorsnede mag door<br />

het afsluitmiddel of door roosters niet worden verkleind. Voldoende<br />

verbrandingsluchttoevoer kan ook op andere wijze worden<br />

aangetoond.<br />

Installatieruimten voor stookinrichtingen<br />

Stookinrichtingen voor gasvormige en vloeibare brandstoffen met<br />

een totaal nom. vermogen van meer dan 50 kW mogen alleen<br />

onder de volgende voorwaarden in ruimten worden opgesteld:<br />

& Geen ander gebruik, behalve de opstelling van warmtepompen,<br />

blokverwarmingscentrales en vast opgestelde verbrandingsmotoren<br />

evenals de opslag van brandstof<br />

& Geen openingen naar overige ruimten, uitgezonderd deurope-<br />

ningen<br />

2.2 Configuratie van de installatie<br />

Vermogensgrenzen in voorschriften<br />

In vele voorschriften zijn de eisen waaraan moet worden voldaan<br />

afhankelijk van het nom. vermogen van de verwarmingsketel.<br />

Doorslaggevend is hierbij het vermogen bij TV/TR 80/60 ºC.<br />

Aanvoertemperaturen<br />

Om de verdelingsverliezen gering te houden, adviseren wij de<br />

& Warmteverdelingsinstallatie en<br />

& Tapwaterverwarming op max. 70 ºC (aanvoertemperatuur) te<br />

configureren.<br />

& Afdichtende en zelfsluitende deuren<br />

& Ventilatiemogelijkheid<br />

Brander en transportinrichtingen voor brandstof naar de stookinrichtingen<br />

moeten met een schakelaar buiten de installatieruimte<br />

(noodschakelaar) te allen tijde uitgeschakeld kunnen worden. Bij<br />

de noodschakelaar moet een plaatje met de tekst ”NOODSCHA-<br />

KELAAR-STOKEN” aanwezig zijn.<br />

Afwijkend van de eisen aan de installatieruimte mogen de stookinrichtingen<br />

onder een van de volgende voorwaarden ook in andere<br />

ruimten worden opgesteld:<br />

& Het gebruik van deze ruimten vereist dit en de stookinrichtingen<br />

kunnen veilig werken.<br />

& Deze ruimten bevinden zich in vrijstaande gebouwen die alleen<br />

dienen voor de stookinrichting en de opslag van brandstof.<br />

Overige eisen aan de opstelling van stookinrichtingen<br />

Brandstofleidingen moeten direct voor de ruimte, waarin gasgestookte<br />

inrichtingen zijn opgesteld, van een inrichting zijn voorzien<br />

die aan de volgende voorwaarden voldoet:<br />

& Bij een externe thermische belasting van meer dan 100 ºC moet<br />

de brandstoftoevoer automatisch worden geblokkeerd.<br />

& Deze is zo ontworpen dat tot een temperatuur van 650 ºC in een<br />

periode van min. 30 minuten niet meer dan 30 l/h (gemeten als<br />

luchthoeveelheid) kan door- of uitstromen.<br />

Stookinrichtingen voor vloeibaar gas (propaan, butaan en mengsels<br />

hiervan) mogen in ruimten waarvan de vloer op elk punt meer<br />

dan 1 m onder het maaiveld ligt, uitsluitend onder de volgende<br />

voorwaarden worden opgesteld:<br />

& De stookinrichtingen hebben een vlambewaking.<br />

& Het is gegarandeerd dat ook bij uitgeschakelde stookinrichting<br />

vloeibaar gas niet in gevaarlijke hoeveelheden uit de brandstofleidingen<br />

in de installatieruimte kan stromen of via mechanische<br />

ventilatie veilig wordt afgevoerd.<br />

Stookinrichtingen moeten van elementen van brandbaar materiaal<br />

en vast meubilair zo ver zijn verwijderd of zodanig zijn afgeschermd<br />

dat hier bij nominaal vermogen van de stookinrichtingen<br />

geen hogere temperatuur dan 85 ºC kan optreden. Anders moet<br />

een afstand van min. 40 cm worden aangehouden.<br />

De vermogensgegevens in deze ontwerphandleiding hebben bij<br />

HR-ketels echter betrekking op het gemiddelde gegeven bij TV/<br />

TR 50/30 ºC (type CM2, CM3 en CR3) en 40/30 ºC (type CT3).<br />

De overeenkomstige vermogens bij beide TV/TR kunnen aan de<br />

tabel op pagina 12 worden ontleend.<br />

Bij de verwarmingsketels met meegeleverde ketelcircuitregeling<br />

is de max. ketelwatertemperatuur begrensd tot 75 ºC. Voor verhoging<br />

van de aanvoertemperatuur kan de temperatuurregelaar worden<br />

omgezet.<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 11<br />

2


2<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Pompgestuurde drukregelsystemen<br />

In verwarmingsinstallaties met automatische en vooral pompgestuurde<br />

drukregelsystemen met geïntegreerde ontgassing, is voor<br />

elke verwarmingsketel een membraanexpansievat voor afzonderlijke<br />

beveiliging voorgeschreven. Daarmee worden de frequentie<br />

en de hoogte van de drukschommelingen verminderd. Dit draagt<br />

aanzienlijk bij tot verhoging van de bedrijfszekerheid en levensduur<br />

van de installatie. Als dit niet wordt gerespecteerd, kan<br />

schade aan de verwarmingsketel of andere installatiecomponenten<br />

ontstaan.<br />

Ketelvermogen (kW) Membraan drukexpansievat<br />

inhoud in liter<br />

tot 300 50<br />

tot 500 80<br />

tot 1000 140<br />

tot 2000 300<br />

tot 5000 800<br />

tot 10000 1600<br />

Veiligheidstemperaturen<br />

De verwarmingsketels van <strong>Viessmann</strong> voldoen aan NEN EN 303<br />

en DIN 4702 en hebben typegoedkeuring. Ze zijn inzetbaar in<br />

gesloten verwarmingsinstallaties volgens NEN EN 12828. Toeg.<br />

aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen): tot 110 ºC.<br />

Max. bereikbare aanvoertemperatuur: ca. 15 K onder de veiligheidstemperatuur.<br />

Veiligheidstemperatuurbegrenzer van de ketelcircuitregeling<br />

Bij levering Om te zetten op<br />

110 ºC 100 ºC<br />

Eisen aan verwarmingsbelasting<br />

Met de weersafhankelijke regelingen wordt voor berekening van<br />

de verwarmingsbelasting voldaan aan de eisen van NEN EN<br />

12831. Om de opwarmbelasting te reduceren wordt de nachtverlaging<br />

bij lage buitentemperaturen verminderd. Om de opwarmtijd<br />

na een verlagingsperiode te verminderen, wordt gedurende een<br />

bepaalde tijd de aanvoertemperatuur verhoogd.<br />

Keuze van het nominale vermogen<br />

Verwarmingsketel volgens de benodigde verwarming selecteren.<br />

Het rendement van laagtemperaturketels en HR-ketels is over een<br />

groot gedeelte van de ketelbelasting stabiel. Daarom mag bij laagtemperatuurketels,<br />

HR-ketels en installaties met meerdere ketels<br />

het vermogen groter zijn dan de berekende verwarmingsbelasting<br />

van het gebouw.<br />

Verder moet erop worden gelet dat uitsluitend corrosietechnisch<br />

gesloten pompgestuurde drukregelsystemen worden gebruikt, die<br />

beschermd zijn tegen indringing van zuurstof in het verwarmingswater.<br />

Anders kan door zuurstofcorrosie schade in de installatie<br />

ontstaan. Pompgestuurde drukregelsystemen met atmosferische<br />

ontgassing door cyclische drukontlasting realiseren weliswaar<br />

achteraf een centrale ontluchting van de verwarmingsinstallatie,<br />

maar verwijderen geen zuurstof in de zin van corrosiebescherming<br />

volgens VDI 2035 blad 2.<br />

Bij de Vitocrossal kan de veiligheidstemperatuurbegrenzer op<br />

100 °C worden omgezet.<br />

Opmerking<br />

De veiligheidstemperatuurbegrenzers kunnen afhankelijk van de<br />

uitvoering na de omzetting niet meer op hogere waarden worden<br />

teruggezet.<br />

Het vermogen van HR-ketels wordt in belangrijke mate bepaald<br />

door de retourtemperatuur en de daarvan afhangende condensatiewinst.<br />

Vooral in de winter, als grote vermogens nodig zijn, kan<br />

echter door de hogere retourtemperaturen een geringere condensatie<br />

optreden. Wij adviseren daarom bij de keuze van het nominale<br />

vermogen de vermogensgegevens bij T V/T R 80/60 ºC als<br />

basis te nemen.<br />

De volgende tabel zet de nom. vermogens af tegen de verschillende<br />

aanvoer- en retourtemperaturen.<br />

Keuze van het nominale vermogen<br />

Temperatuur aanvoer/<br />

retour (TV/TR) Nom. vermogen in kW<br />

40/30 ºC – – – 187 248 314 408 508 635 – –<br />

50/30 ºC 87 115 142 186 246 311 – – – 787 978<br />

80/60 ºC 80 105 130 170 225 285 370 460 575 720 895<br />

12 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

2.3 Hydraulische integratie<br />

Verwarmingsaanlsuitingen<br />

Bestaande installaties<br />

Voordat de HR-toestellen op een bestaande verwarmingsinstallatie<br />

worden aangesloten, moet de verwarmingsinstallatie grondig<br />

worden gespoeld om vuil en slik te verwijderen.<br />

Vuil en slik zetten zich anders in het toestel af en kunnen tot plaatselijke<br />

oververhitting, geruis en corrosie leiden. Voor ketelschade<br />

die hierdoor ontstaat, geldt geen garantie. Eventueel moeten vuilvangers<br />

worden ingebouwd.<br />

Ketelcircuitpompen<br />

De verwarmingsketels hebben op basis van de constructie, de<br />

grote waterinhoud en de geringe interne weerstand van het verwarmingswater<br />

geen ketelcircuitpompen nodig.<br />

Verwarmingsretour<br />

Het retourwater van alle verbruikers resp. verwarmingscircuits<br />

moet via de retouraansluitingen naar het HR-toestel worden teruggeleid.<br />

De Vitocrossal 300 heeft twee ketelretouraansluitingen.<br />

Als maar één verwarmingscircuit aanwezig is, moet dit op de aansluiting<br />

”KR 1” worden aangesloten.<br />

Op condensatie gerichte integratie<br />

& Wegens de voor de condensatiebenutting noodzakelijke lage<br />

retourtemperaturen moeten alleen 3-weg-mengorganen in de<br />

verwarmingscircuits worden ingebouwd. 4-weg-mengkleppen<br />

moeten worden vermeden.<br />

Het hoge rendement van de Vitocrossal HR-ketels resp. HR-eenheden<br />

met Vitotrans 300 kan door de volgende maatregelen nog<br />

worden verbeterd:<br />

& De verwarmingscircuits voor lage temperaturen, bij voorkeur<br />

40/30 ºC of 50/40 ºC, configureren.<br />

& Als meerdere verwarmingscircuits van verschillend temperatuurniveau<br />

aanwezig zijn, de verwarmingscircuits met de<br />

laagste temperaturen op de aansluiting ”KR 1” van de<br />

Vitocrossal 300 resp. op de Vitotrans 300 aansluiten.<br />

Aanwijzing voor CV-pompen<br />

CV-pompen in verwarmingsinstallaties met een nom. vermogen<br />

van > 25 kW moeten zo zijn uitgerust of ontworpen dat de elektrische<br />

vermogensopname automatisch in minstens drie trappen<br />

wordt aangepast aan de pompbehoefte die wordt bepaald door de<br />

werking, mits veiligheidstechnische belangen van de verwarmingsketel<br />

dat niet in de weg staan.<br />

Als meerdere verwarmingscircuits aanwezig zijn, moeten op aansluiting<br />

”KR 1” de verwarmingscircuits met de laagste temperatuur<br />

(bijv. vloerverwarming) worden aangesloten. Op aansluiting<br />

”KR 1” moet min. 15 % van het nom. vermogen worden aangesloten.<br />

Daardoor wordt een optimaal ketelrendement bereikt. Als<br />

meerdere verwarmingscircuits van hetzelfde temperatuurniveau<br />

aanwezig zijn, moeten deze op aansluiting ”KR 1” worden aangesloten.<br />

Bij de Vitotrans 300 kan het gehele of een deel van het debiet via<br />

de warmtewisselaar worden geleid.<br />

Verwarmingscircuits<br />

Voor verwarmingscircuits met kunststofbuizen adviseren wij het<br />

gebruik van diffusiedichte buizen om indiffunderen van zuurstof<br />

door de buiswanden te verhinderen.<br />

In verwarmingsinstallaties met kunststofbuizen die zuurstof doorlaten<br />

moet een systeemscheiding worden aangebracht. Hiervoor<br />

leveren wij aparte warmtewisselaars.<br />

& De waterstromen in de verwarmingscircuits moet worden gereduceerd<br />

door pompen met toerentalregeling, resp. pompen<br />

waarvan het toerental geregeld wordt door de aanvoer- en<br />

retourtemperaturen.<br />

& Maatregelen voor de begrenzing van de retourtemperatuur kunnen<br />

tot een beter rendement leiden.<br />

& Geen overstortkleppen tussen verwarmingsaanvoer en -retour<br />

plaatsen.<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 13<br />

2


2<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Systeemaccessoires<br />

Hydraulische systeembuizen<br />

Voor installaties met twee ketels tot 622 kW met Vitocrossal 200,<br />

type CM2.<br />

1 Aanvoer- en retourverzamelaar<br />

2 Motorisch gestuurde smoorkleppen<br />

3 Contraflens met pakkingen<br />

Toepassingsvoorbeelden<br />

Zie vanaf pagina 44.<br />

De toepassingsvoorbeelden zijn slechts een advies en moeten<br />

installatietechnisch op volledigheid en werking worden gecontroleerd.<br />

Draaistroomverbruikers moeten via extra vermogensrelais<br />

worden aangesloten.<br />

Afstand a: 35 mm (ketelafstand met aangebrachte isolatie)<br />

Nom. vermogen in kW Nom. maat Bestelnr.<br />

Inst. met 1 Inst. met 2<br />

ketel<br />

ketels<br />

87<br />

115<br />

142<br />

186<br />

246<br />

311<br />

174<br />

230<br />

284<br />

372<br />

492<br />

622<br />

DN 50/65 Z003 833<br />

DN 65/80 Z003 834<br />

Divicon verwarmingscircuit-verdeling<br />

Prefab verwarmingscircuit-verdeling voor de aansluiting van max.<br />

4 verwarmingscircuits (in inst. met 1 ketel) op Vitocrossal 300, 87<br />

tot 314 kW of Vitocrossal 200, 87 tot 311 kW . De buisaansluitingen<br />

op de Divicon moeten lokaal worden gemaakt.<br />

Zie technisch gegevensblad ”Divicon verwarmingscircuit-verdeling”.<br />

Prefab rookgasverzamelleiding<br />

Voor installaties met twee ketels tot 622 kW met Vitocrossal 200,<br />

type CM2 (zie pagina 37).<br />

14 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

2.4 Veiligheidstechnische uitrusting<br />

NEN EN 12828 geldt voor het ontwerp van warmwater-verwarmingsinstallaties<br />

met toeg. veiligheidstemperatuur tot max.<br />

110 ºC. De norm stelt veiligheidstechnische eisen aan ketels en<br />

ketelinstallaties.<br />

Veiligheidstechnische uitrusting volgens NEN EN 12828 Vereiste veiligheidsinrichtingen<br />

ADG Gesloten expansievat<br />

AV 1 Afsluitklep<br />

AV 2 Afsluitklep (tegen onbedoeld sluiten beveiligd, bijv. kapventiel)<br />

E Aftap<br />

EST Ontlastpot<br />

MA Drukindicatietoestel<br />

SDB 1 Veiligheidsdrukbegrenzer max.<br />

SDB 2 Veiligheidsdrukbegrenzer min.<br />

SIV Veiligheidsklep<br />

STB Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

TH Thermometer<br />

TR Temperatuurregelaar<br />

WB Laagwaterstandbeveiliging<br />

Overige legenda<br />

HK Verwarmingscircuit<br />

HKP CV-pomp<br />

HR Verwarmingswaterretour<br />

HV Verwarmingswateraanvoer<br />

Algemene aanwijzingen<br />

Laagwaterstandbeveiliging<br />

Volgens NEN EN 12828 moeten verwarmingsketels met een laagwaterstandbeveiliging<br />

worden uitgerust.<br />

Maximale drukbegrenzing<br />

Vereist voor elke verwarmingsketel in een installatie als het nominale<br />

vermogen van de ketel > 300 kW bedraagt. De verwarmingsketels<br />

vanaf 187 kW hebben hiervoor een sok R½ aan de<br />

bovenzijde van de ketel.<br />

Minimale drukbegrenzing<br />

Geadviseerd bij aanvoertemperaturen van meer dan 100 ºC en bij<br />

installaties met meerdere ketels eenmaal per installatie.<br />

Veiligheidsklep<br />

De verwarmingsketels moeten volgens NEN EN 12828 voor<br />

warmwater-verwarmingsinstallaties op een veiligheidstemperatuur<br />

van max. 110°C worden ingesteld en overeenkomstig de<br />

typegoedkeuring worden voorzien van een gekeurde veiligheidsklep.<br />

Deze moet als volgt zijn gekenmerkt:<br />

& ”H” tot 3,0 bar toegestane werkoverdruk en max. 2.700 kW vermogen<br />

& ”D/G/H” voor alle andere bedrijfsvoorwaarden.<br />

De verbindingsleiding tussen verwarmingsketel en veiligheidsklep<br />

mag niet afsluitbaar zijn. Hierin mogen geen pompen, armaturen<br />

of vernauwingen aanwezig zijn.<br />

Ontlastpot<br />

Bij verwarmingsketels van meer dan 300 kW moet in de directe<br />

nabijheid van de veiligheidsklep een ontlastpot met afblaas- en<br />

afvoerleiding worden geïnstalleerd. De afblaasleiding moet in de<br />

buitenlucht uitmonden. Uittredende stoom mag niemand in gevaar<br />

brengen.<br />

De afblaasleiding van de veiligheidsklep moet zodanig zijn uitgevoerd<br />

dat geen drukverhoging mogelijk is. De monding van de<br />

afvoerleiding voor water moet zodanig zijn aangebracht dat uit de<br />

veiligheidsklep ontsnappend water zonder gevaar en observeerbaar<br />

wordt afgevoerd.<br />

Alleen als een tweede veiligheidstemperatuurbegrenzer en een<br />

tweede maximaalpressostaat worden gemonteerd, kan van de<br />

ontlastpot en de afblaasleiding worden afgezien.<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 15<br />

2


2<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Keuzetabel voor veiligheidstechnisch accessoires van de Vitocrossal<br />

De tabel toont welk veiligheidstechnisch accessoires volgens<br />

NEN EN 12828 voor de verwarmingsketel vereist is.<br />

(x = nodig, – = niet nodig)<br />

Nominaal vermogen van de verwarmingsketel ≤ 300 kW > 300 kW<br />

Veiligheidstemperatuur<br />

(STB-instelling* 1 , STB in leveringsomvang van de ketelcircuitregeling)<br />

110 °C 110 °C<br />

Temperatuurregelaar<br />

Leveringsomvang van de ketelcircuitregeling<br />

x x<br />

Ketelthermometer<br />

Leveringsomvang van de ketelcircuitregeling<br />

x x<br />

Drukindicatietoestel<br />

Manometer (als afzonderlijk accessoires)<br />

of<br />

als onderdeel van het armaturenblok met toebehoren resp. van de kleinverdeler (alleen tot 142 kW)<br />

x x<br />

Veiligheidsklep<br />

Een veiligheidsklep van 3 bar is onderdeel van de kleinverdeler (inzetbaar tot 142 kW)<br />

x x<br />

Laagwaterstandbeveiliging* 2<br />

voor loodrechte montage in de verwarmingsketel<br />

x x<br />

Maximaalpressostaat – x<br />

Armaturenblok met toebehoren<br />

(met manometer, beveiligde afsluitklep, aftap en twee aansluitingen voor veiligheidsdrukbegrenzers)<br />

– x* 3<br />

Ontlastpot – x* 4<br />

Veiligheidstemperatuurbegrenzer* 5<br />

(extra)<br />

– x<br />

Veiligheidsdrukbegrenzer* 5<br />

(extra) (maximaalpressostaat)<br />

– x<br />

Veiligheidstechnische uitrusting van de Vitotrans 300<br />

De verwarmingsketels met Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

moeten volgens de stand der techniek worden uitgerust.<br />

De Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaars moeten met<br />

een veiligheidsklep en een manometer worden uitgerust, als ze<br />

aan waterzijide afsluitbaar zijn van ketels.<br />

2.5 Brandstoffen<br />

Vitocrossal<br />

Vitocrossal 300 verwarmingsketels zijn voor de verbranding van<br />

aardgas, stadsgas en vloeibaar gas volgens NEN EN 437 ”testgassen,<br />

testdrukken” resp. de lokale bepalingen geschikt.<br />

<strong>Viessmann</strong> MatriX-stralingsbranders zijn alleen geschikt voor de<br />

verbranding van aardgas E en LL.<br />

Vitotrans 300<br />

De Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaars kunnen bij<br />

toepassing van een olie/gas-combinatiebrander tijdelijk (max.<br />

6 weken per stookperiode) op olie worden gebruikt. De gebruikte<br />

olie moet overeenkomen met NEN EN 590 en mag max. 0,2 %<br />

zwavel bevatten.<br />

Na oliestook moet de Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

grondig van verbrandingsresten worden ontdaan. De reiniging<br />

kan chemisch plaatsvinden. Daarna grondig met leidingwater<br />

doorspoelen en de gebruikte neutraliseringsinrichting op werking<br />

controleren en evt. onderhouden.<br />

*1<br />

De veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) van de Vitotronic is bij levering op 110 ºC ingesteld en moet evt. worden omgezet.<br />

*2<br />

Voor Vitocrossal 200, 87 tot 311 kW en Vitocrossal 300, 87 tot 142 kW, kan een minimumdrukbewaker als vervanging voor de laagwaterstandbeveiliging<br />

worden gebruikt (accessoires).<br />

*3<br />

Naar keuze, toebehoren volgens NEN EN 12878 voor de montage van de veiligheidsdrukbegrenzer.<br />

*4<br />

Van installateur.<br />

*5<br />

Volgens DIN EN 12828 is de ontlaspot niet nodig als bovendien een veiligheidstemperatuurbegrenzer en een veiligheidsdrukbegrenzer<br />

(maximaalpressostaat) worden ingebouwd (onderdelen behoren als ” vervangende set voor ontlaspot” bij accessoires).<br />

16 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

2.6 Brander<br />

Geschikte brander<br />

Ventilatorbrander op gas<br />

De brander moet getest zijn volgens NEN EN 676 en moet overeenkomstig<br />

richtlijn 90/396/EEG de CE-markering hebben.<br />

Unit-brander<br />

Bij Vitocrossal 200 van 87 tot 311 kW behoort de MatriX-stralingsbrander<br />

tot de leveringsomvang. Deze verwarmingsketels<br />

kunnen ook open werken. Hier is de restopvoerhoogte van de<br />

brander variabel en direct afhankelijk van de weerstand in de<br />

luchttoevoerleiding.<br />

Deze verwarmingsketels kunnen uitsluitend met MatriX-stralingsbranders<br />

worden gebruikt. Het gebruik van een brander van derden<br />

is onmogelijk.<br />

Voor Vitocrossal 300 van 87 tot 314 kW zijn <strong>Viessmann</strong> unitbranders<br />

op gas als MatriX-stralingsbrander verkrijgbaar. De restopvoerhoogte<br />

van deze brander bedraagt 70 Pa.<br />

Voor de vermogens 87 tot 142 kW moet uitsluitend de MatriX-stralingsbrander<br />

worden gebruikt. Het gebruik van een brander van<br />

derden is voor deze vermogens onmogelijk.<br />

Montage van de brander<br />

Vitocrossal 200/300 (type CM2, CM3 en CT3), 87 tot 314 kW met<br />

MatriX-stralingsbrander: De keteldeur voor montage van de<br />

MatriX-stralingsbrander behoort tot de leveringsomvang van de<br />

brander.<br />

Vitocrossal 300 (type CT3), 187 tot 635 kW: De steekmaat van de<br />

branderbevestigingsgaten en vlambeker-doorvoeropening komt<br />

overeen met de afmetingen van een groot aantal bekende branderfabrikaten.<br />

Bij afwijkende afmetingen moeten de branderbevestigingsgaten<br />

in de branderplaat worden geboord, de<br />

vlambeker-doorvoeropening worden uitgebrand en de branderplaat<br />

op de keteldeur worden geschroefd.<br />

2.7 Rookgasgeleiding<br />

Voor Vitocrossal 300 van 187 tot 978 kW zijn ventilatorbranders<br />

op gas van de firma's Dreizler en Weishaupt verkrijgbaar. Zie<br />

prijslijst. De levering vindt plaats door de branderfabrikant. Overige<br />

geschikte branders op aanvraag.<br />

Toepassingsbereik<br />

De verwarmingsketels werken met overdruk in de vuurhaard. Er<br />

moet een brander worden gebruikt die geschikt is voor de betreffende<br />

weerstand aan rookgaszijde en de vereiste druk van de<br />

rookgasleiding (zie gegevensblad van de betreffende verwarmingsketel).<br />

Het materiaal van de branderkop moet geschikt zijn<br />

voor bedrijfstemperaturen tot min. 500 °C.<br />

Branderuitvoeringen<br />

Er kunnen meertraps of traploze (modulerende) branders worden<br />

gebruikt.<br />

Vitocrossal 300 (type CR3), 787 en 978 kW: De branderopening<br />

komt overeen met NEN EN 303-1. Voor montage van de brander<br />

moet de branderplaat worden gebruikt die tot de leveringsomvang<br />

behoort.<br />

Op verzoek (tegen meerprijs) kunnen branderplaten in de fabriek<br />

worden voorbereid. Hiervoor bij de bestelling het merk en type<br />

van de brander vermelden.<br />

Bij aanschaf van een unit-brander van de firma's Dreizler of Weishaupt<br />

kan een geboorde branderplaat worden meegeleverd.<br />

Als branders moeten worden gebruikt waarvan de vlambekerdiameter<br />

groter is dan de vlambekeropening, is overleg nodig.<br />

Zie gegevensblad voor meer informatie.<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 17<br />

2


2<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Rookgasinstallaties voor HR-ketels<br />

In de Vitocrossal worden de rookgassen afhankelijk van de retourtemperatuur<br />

van het verwarmingswater tot het condensatiegebied<br />

afgekoeld en verlaten dit met een relatieve vochtigheid van 100 %<br />

. De rookgastemperatuur kan afhankelijk van de installatievoorwaarden<br />

max. 110 ºC bereiken. Door de lage rookgastemperatuur<br />

en de daaruit resulterende geringe stijgkracht evenals de voortgezette<br />

condensatie van de rookgassen in de rookgasinstallatie<br />

moet de rookgasleiding door de betreffende fabrikant worden<br />

berekend en in geschikt materiaal worden uitgevoerd.<br />

Verder zijn er voor rookgasinstallaties van HR-stookinrichtingen<br />

speciale eisen met betrekking tot de uitvoering en opstelling.<br />

Bij opstelling van de Vitocrossal op de zolderverdieping kan de<br />

rookgasleiding als loodrechte dakdoorvoering (korte schoorsteen)<br />

worden uitgevoerd.<br />

HR-ketels moeten op gekeurde en toegestane rookgasleidingen<br />

worden aangesloten. De rookgasleidingen moeten een bouwkundige<br />

goedkeuring hebben.<br />

Inbouwmogelijkheden van de rookgasinstallatie voor Vitocrossal<br />

Open werking<br />

A Rookgas<br />

B Spouwventilatie<br />

C Luchttoevoer<br />

Rookgastemperatuursensor<br />

Volgens de ”richtlijn voor goedkeuring van rookgasinstallaties”<br />

pnt. 3.12, mogen op of in rookgasleidingen van HR-ketels uitsluitend<br />

onderdelen worden aangebracht die bouwkundig gekeurd<br />

bestanddeel van de rookgasleiding zijn. Openingen voor de montage<br />

van rookgastemperatuursensoren moeten daarbij door de<br />

fabrikant zijn gepland en samen met de rookgasleiding zijn<br />

gekeurd. Naderhand boren en het plaatsen van onderdelen<br />

van derden is niet toegestaan.<br />

Vitocrossal HR-ketels mogen ook op vochtongevoelige schoorstenen<br />

worden aangesloten. De schoorsteenfabrikant levert het<br />

rekenkundige bewijs volgens NEN EN 13384 onder inachtneming<br />

van de rookgaswaarden van de verwarmingsketel (zie technische<br />

gegevens in het betreffende gegevensblad).<br />

De rookgasleidingen moeten in een aanwezige of nieuw te installeren<br />

schoorsteen (mantelsteen zonder binnenbuis) boven het<br />

dak worden geleid. Wegens grootte en uitvoering van de schoorsteen<br />

adviseren wij daarom al in de ontwerpfase contact op te<br />

nemen met een fabrikant resp. leverancier van rookgasleidingen.<br />

Doorvoering in een koker (type B 23 volgens TRGI '86/96)<br />

De verwarmingsketel 1 onttrekt verbrandingslucht aan de installatieruimte<br />

en voert rookgas af via de rookgasleiding boven het<br />

dak (gelijkstroom).<br />

Zie gedetailleerde beschrijving vanaf pagina 23.<br />

Aansluiting op een vochtongevoelige schoorsteen (type B 23<br />

volgens TRGI '86/96)<br />

De verwarmingsketel 2 onttrekt verbrandingslucht aan de installatieruimte<br />

en voert rookgas af via een vochtongevoelige schoorsteen<br />

boven het dak.<br />

Loodrechte doorvoering als geen koker aanwezig is (type B 23<br />

volgens TRGI '86/96)<br />

De verwarmingsketel 3 onttrekt verbrandingslucht aan de installatieruimte<br />

(dakruimte) en voert rookgas af via de rookgasleiding<br />

boven het dak.<br />

Zie voor gedetailleerde beschrijving pagina 24.<br />

18 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Gesloten werking<br />

A Rookgas<br />

B Luchttoevoer<br />

A Rookgas<br />

B Luchttoevoer<br />

Doorvoering in een koker (type C 33 volgens TRGI '86/96)<br />

De verwarmingsketel onttrekt via de ringspleet in de koker<br />

(schoorsteen) de verbrandingslucht aan de buitenlucht en voert<br />

rookgas door de rookgasleiding boven het dak naar de buitenlucht<br />

af.<br />

Zie voor gedetailleerde beschrijving pagina 27.<br />

Aansluiting op een lucht/rookgas-schoorsteen (type C 43 volgens<br />

TRGI '86/96)<br />

De verwarmingsketel onttrekt via de ringspleet in de lucht/rookgas-schoorsteen<br />

de verbrandingslucht aan de buitenlucht en<br />

voert rookgas door de vochtongevoelige binnenbuis boven het<br />

dak naar de buitenlucht af.<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 19<br />

2


2<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

A Rookgas<br />

B Spouwventilatie<br />

C Luchttoevoer<br />

A Rookgas<br />

B Luchttoevoer<br />

Rookgasinstallaties voor Vitotrans 300<br />

In de Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar worden de<br />

rookgassen afhankelijk van de retourtemperatuur van het verwarmingswater<br />

tot het condensatiegebied afgekoeld en verlaten dit<br />

met een relatieve vochtigheid van 100 %. De rookgastemperatuur<br />

kan afhankelijk van de installatievoorwaarden max.130 ºC bedragen.<br />

Deze rookgastemperatuur kan bereikt worden bij een veiligheidstemperatuur<br />

van120 ºC en instelling van de<br />

temperatuurregelaar van de ketelcircuitregeling op 110 ºC.<br />

Door de lage rookgastemperatuur en de daaruit resulterende<br />

geringe stijgkracht evenals de voortgezette condensatie van de<br />

rookgassen in de rookgasinstallatie moet de rookgasleiding door<br />

de betreffende fabrikant worden berekend en in geschikt materiaal<br />

worden uitgevoerd.<br />

& Rookgaswaarden van de verwarmingsketel met Vitotrans 300<br />

rookgas-/water-warmtewisselaar zijn in de betreffende technische<br />

gegevens van het gegevensblad aangegeven.<br />

& Lokale omstandigheden (retourtemperatuur verwarmingswater,<br />

uitvoering van het verbindingsstuk enz.) moeten worden gerespecteerd.<br />

Gescheiden luchttoevoer en -afvoer (type C 53 volgensTRGI<br />

'86/96)<br />

1 De verwarmingsketel onttrekt via een afzonderlijke luchttoevoerleiding<br />

door de buitenwand verbrandingslucht aan de buitenlucht<br />

en voert rookgas door de rookgasleiding boven het<br />

dak naar de buitenlucht af.<br />

Zie voor gedetailleerde beschrijving pagina 26.<br />

2 De verwarmingsketel onttrekt via een afzonderlijke luchttoevoerleiding<br />

door het dak verbrandingslucht aan de buitenlucht<br />

en voert rookgas door de rookgasleiding boven het dak naar<br />

de buitenlucht af (alleen bij opstelling van de verwarmingsketel<br />

in de dakruimte).<br />

Zie voor gedetailleerde beschrijving pagina 28.<br />

Gescheiden luchttoevoer en -afvoer (type C 83 volgensTRGI<br />

'86/96)<br />

De verwarmingsketel onttrekt via een afzonderlijke luchttoevoerleiding<br />

door de buitenwand verbrandingslucht aan de buitenlucht<br />

en voert rookgas door een vochtongevoelige schoorsteen boven<br />

het dak af.<br />

Verder zijn er voor rookgasinstallaties van HR-stookinrichtingen<br />

speciale eisen met betrekking tot de uitvoering en opstelling.<br />

HR-stookinrichtingen moeten op gekeurde en toegestane rookgasleidingen<br />

worden aangesloten. De rookgasleidingen moeten<br />

een bouwkundige goedkeuring hebben.<br />

De rookgasbuizen die in de prijslijst onder register 9 worden<br />

genoemd, kunnen niet worden gebruikt.<br />

De rookgasleidingen moeten in een aanwezige of nieuw te installeren<br />

schoorsteen (mantelsteen zonder binnenbuis) boven het<br />

dak worden geleid. Wegens grootte en uitvoering van de schoorsteen<br />

adviseren wij daarom al in de ontwerpfase contact op te<br />

nemen met een fabrikant resp. leverancier van rookgasleidingen.<br />

20 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Rookgastemperatuursensor<br />

Volgens de ”richtlijn voor goedkeuring van rookgasinstallaties”<br />

pnt. 3.12, mogen op of in rookgasleidingen van HR-eenheden uitsluitend<br />

onderdelen worden aangebracht die bouwkundig gekeurd<br />

bestanddeel van de rookgasleiding zijn. Openingen voor de montage<br />

van rookgastemperatuursensoren moeten daarbij door de<br />

fabrikant zijn gepland en samen met de rookgasleiding zijn<br />

gekeurd. Naderhand boren en het plaatsen van onderdelen<br />

van derden is niet toegestaan.<br />

2.8 Rookgassysteem voor Vitocrossal, 87 tot 508 kW<br />

Wegens de lage rookgastemperatuur en de daaruit resulterende<br />

geringe stijgkracht evenals de voortgezette condensatie van de<br />

rookgassen in de rookgasinstallatie wordt een drukdicht, corrosievast<br />

rookgassysteem voor de Vitocrossal, 87 tot 508 kW als<br />

accessoires aangeboden.<br />

De rookgassen uit de rookgasinstallatie worden met overdruk<br />

afgevoerd. Het rookgassysteem is passend voor de Vitocrossal<br />

ontworpen, in geschikt materiaal uitgevoerd, gekeurd en CE<br />

gecertificeerd.<br />

Certificaatnr. 0036 CPD 9184 001<br />

Fa. Skoberne<br />

Ostendstr. 1<br />

64319 Pfungstadt<br />

Volgens CE-certificering conform NEN EN 14471 is de rookgasleiding<br />

van kunststof (PPS) tot een max. rookgastemperatuur van<br />

120 ºC (type B) te gebruiken.<br />

De rookgasleidingen van kunststof zijn rookgasleidingen van de<br />

typegroep B (max. toegestane rookgastemperatuur 120 ºC).<br />

Rookgasleidingen mogen in gebouwen uitsluitend door eigen, in<br />

lengterichting geventileerde kokers of kanalen worden gevoerd,<br />

die aan de eisen voldoet van een brandvertragingsperiode van<br />

90 minuten (F90/L90) en de aangegeven minimum interne kokermaten<br />

hebben.<br />

In de rookgasinstallatie moet minstens een revisie-opening voor<br />

inspectie, reiniging en een druktest zijn gemonteerd.<br />

Als de rookgasleiding niet toegankelijk is vanaf het dak, moet op<br />

de zolderverdieping nog een revisie-opening worden aangebracht<br />

achter de reinigingsdeur van de schoorsteen.<br />

De condenswaterafvoer van de rookgasleiding naar de verwarmingsketel<br />

moet door een afschot van min. 3º zijn gegarandeerd.<br />

De rookgasinstallatie moet tot boven het dak worden aangebracht.<br />

Wanneer de rookgasleiding in een bestaande schoorsteen moet<br />

worden ingebouwd, moeten evt. aanwezige aansluitopeningen<br />

met geschikt bouwmateriaal worden afgedicht en moet het binnenwerk<br />

van de schoorsteen worden gereinigd.<br />

Dit geldt niet voor noodzakelijke reinigings- en controleopeningen<br />

die uitgerust zijn met schoorsteenreinigingsafsluitingen waarvoor<br />

een keurmerk is verleend.<br />

Opmerking<br />

Een beveiliging van de rookgastemperatuur is in combinatie met<br />

de Vitocrossal niet nodig omdat de max. toegestane rookgastemperatuur<br />

van 120 ºC (rookgasleiding van typegroep B) in geen<br />

enkele bedrijfstoestand of geval van storing wordt overschreden.<br />

Afhankelijk van de grootte van de koker moeten elke 2 tot 5 m en<br />

op elk passtuk (bijv. revisiestuk of bocht) afstandhouders op de<br />

rookgasleiding worden gepland.<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 21<br />

2


2<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

CE-certificaat voor de PPs-rookgassystemen bij Vitocrossal<br />

22 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Open werking van Vitocrossal 200 en Vitocrossal 300<br />

Voor de open werking van Vitocrossal 200 en 300 is een rookgasbuis<br />

tussen HR-ketel op gas en de koker evenals de kokerdoorvoering<br />

nodig.<br />

Voor doorvoering door in lengterichting geventileerde<br />

kokers of kanalen moeten voldoen aan een brandvertragingsperiode<br />

van 90 min (F90/L90).<br />

Voor systeemformaat diameter 125, 150 en 200 mm.<br />

A Rookgas<br />

B Spouwventilatie<br />

C Diameter rookgasleiding<br />

D Minimum binnenmaat koker<br />

E Revisie-opening<br />

F Luchttoevoer<br />

Systeemformaat rookgasbuis Ø 125, 150 en 200 mm.<br />

Voor de aansluiting op de Vitocrossal moet een ketelaansluitstuk<br />

worden meebesteld.<br />

1 Ketelaansluitstuk<br />

(moet worden meebesteld)<br />

2 Uitbreidingsstuk<br />

nodig voor het systeemformaat 150 en 200 mm<br />

3 Basiselement koker<br />

bestaande uit<br />

– Steunbocht<br />

– Steunrand<br />

– Kokerafdekking<br />

– Afstandhouder (3 stuks)<br />

Afstandhouder (3 stuks)<br />

4 Buis<br />

– 2 m lang (2 stuks = 4 m lang)<br />

– 2 m lang (1 stuks)<br />

– 1 m lang (1 stuks)<br />

– 0,5 m lang (1 stuks)<br />

5 Recht revisiestuk<br />

(1 stuks)<br />

6 Rookgasbocht<br />

87º (1 stuks)<br />

45º (2 stuks)<br />

7 Ventilatieplaat<br />

(1 stuks)<br />

Rookgasbocht<br />

(voor gebruik in getrokken kokers)<br />

30º (2 stuks)<br />

15º (2 stuks)<br />

8 Revisiebocht<br />

87º (1 stuks)<br />

Verloopstuk<br />

(van systeemformaat 150 naar 125)<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 23<br />

2


2<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Minimumafstand tot de spouwventilatie tussen binnendiameter<br />

van de koker en sokmaat<br />

Voor loodrechte dakdoorvoeringen (korte schoorsteen)<br />

bij opstelling van de Vitocrossal 200 en 300 tot<br />

142 kW op de zolderverdieping<br />

De dakdoorvoering moet daar worden geplaatst waar het plafond<br />

van de installatieruimte tevens het dak vormt. Een minimumafstand<br />

tot brandbare delen is bij de dakdoorvoering niet nodig.<br />

Door de spouwventilatie treden bij de dakdoorvoering op geen<br />

enkele plaats van het oppervlak hogere temperaturen op dan<br />

85 ºC.<br />

Van de rookgasleiding (verbindingsstuk) tot brandbare delen moet<br />

een minimumafstand van 100 mm worden aangehouden.<br />

Max. gestrekte buislengte 6 m bij max. aantal bochten<br />

& 87º 2 stuks<br />

& 45º 2 stuks<br />

Bij een afwijkend aantal bochten moet van de max. gestrekte buislengte<br />

1 m worden afgetrokken/bijgeteld voor bochten van 87º<br />

resp. 0,75 m voor bochten van 45º.<br />

Systeem- Buitenmaat Minimum binnenmaat koker D<br />

formaat (Ø mm) (mm)<br />

a b c<br />

d<br />

hoekig<br />

rond<br />

mm<br />

Ømm<br />

125 145 185 x 185 205<br />

150 184 224 x 224 244<br />

200 227 267 x 267 287<br />

In de rookgasleiding moet in de installatieruimte een revisie-opening<br />

voor inspectie en reiniging zijn ingebouwd.<br />

Loodrechte doorvoering door plat dak<br />

Kraag voor plat dak volgens de richtlijnen voor platte daken in de<br />

dakbedekking integreren (zie pagina 36). Dakdoorvoering van<br />

boven er doorheen steken en op de kraag voor het platte dak<br />

plaatsen.<br />

Opmerking<br />

De plafondopening moet een diameter hebben van min. 185 mm.<br />

Pas na volledige montage de doorvoering met een klem op de<br />

dakconstructie bevestigen.<br />

24 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

A Spouwventilatie<br />

B Rookgas<br />

Gesloten werking met Vitocrossal 200<br />

Voor de gesloten werking van de Vitocrossal 200 is een rookgasbuis<br />

tussen HR-ketel op gas en de koker evenals de kokerdoorvoering<br />

nodig (art. C 53 volgens TRGI '86/96).<br />

Systeemformaat rookgasbuis 7 125, 150 en 200 mm.<br />

1 Ketelaansluitstuk<br />

(moet worden meebesteld)<br />

2 Rookgasbocht<br />

87º (1 stuks)<br />

45º (2 stuks)<br />

3 Buis (Ø 125 mm)<br />

– 2 m lang (2 stuks = 4 m lang)<br />

– 2 m lang (1 stuks)<br />

– 1 m lang (1 stuks)<br />

– 0,5 m lang (1 stuks)<br />

4 Revisiestuk, recht<br />

(1 stuks)<br />

5 Verloopstuk<br />

DN 125/100<br />

(moet voor Vitocrossal 300, 87 tot 115 kW, worden meebesteld<br />

en direct in de buurt van de concentrische dakdoorvoering<br />

worden gemonteerd)<br />

6 Concentrische dakdoorvoering<br />

(systeemformaat 100) met bevestigingsklem<br />

Lengte 1,2 m<br />

(onder het dak 0,2 m en 1 m boven het dak)<br />

Kleur zwart of dakpanrood<br />

Verlenging boven dak<br />

0,5 resp. 1 m lang (op aanvraag leverbaar)<br />

7 Universele afdekplaat<br />

8 Universele dakpan<br />

(kleur zwart of dakpanrood)<br />

of<br />

Kraag plat dak<br />

Voor de aparte luchttoevoer moeten de afzonderlijke onderdelen<br />

van het systeemformaat rookgasbuis 7 150 mm worden gebruikt.<br />

Daarbij moet erop worden gelet dat de steekrichting van de luchttoevoerleiding<br />

tegengesteld aan de rookgasleiding wordt uitgevoerd.<br />

Voor de aansluiting op de Vitocrossal moet een ketelaansluitstuk<br />

worden meebesteld.<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 25<br />

2


2<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Voor doorvoering door in lengterichting geventileerde<br />

kokers of kanalen moeten voldoen aan een brandvertragingsperiode<br />

van 90 min (F90/L90).<br />

Voor systeemformaat diameter 125, 150 en 200 mm<br />

A Spouwventilatie<br />

B Rookgas<br />

C Revisie-opening<br />

D Minimum binnenmaat koker<br />

E Luchttoevoer<br />

Aanzuiging verbrandingslucht via loodrechte buis<br />

Nom. vermo- Systeemformaat Max. hoogte in m<br />

geninkWRookgassysLuchttoe- Rookgas- en<br />

teemvoerluchttoevoerleiding<br />

80 – 87 DN 125 DN 150 17<br />

80 – 87 DN 150 DN 150 30<br />

105 – 115 DN 150 DN 150 25<br />

105 – 115 DN 200 DN 150 30<br />

130 – 142 DN 150 DN 150 15<br />

130 – 142 DN 200 DN 150 27<br />

130 – 142 DN 200 DN 200 30<br />

170 – 186 DN 200 DN 150 11<br />

170 – 186 DN 200 DN 200 28<br />

225 – 246 DN 200 DN 200 11<br />

285 – 311 op aanvraag<br />

1 Ketelaansluitstuk<br />

(moet worden meebesteld)<br />

Verloopstuk<br />

(van systeemformaat 150 naar 125)<br />

Uitbreidingsstuk<br />

nodig voor het systeemformaat 150 en 200 mm<br />

2 Basiselement koker<br />

bestaande uit<br />

– Steunbocht<br />

– Steunrand<br />

– Kokerafdekking<br />

– Afstandhouder (3 stuks)<br />

Afstandhouder (3 stuks)<br />

3 Buis<br />

– 2 m lang (2 stuks = 4 m lang)<br />

– 2 m lang (1 stuks)<br />

– 1 m lang (1 stuks)<br />

– 0,5 m lang (1 stuks)<br />

4 Revisiestuk<br />

recht (1 stuks)<br />

5 Rookgasbocht<br />

87º (1 stuks)<br />

45º (2 stuks)<br />

6 Ventilatieplaat<br />

(1 stuks)<br />

Rookgasbocht<br />

(voor gebruik in getrokken kokers)<br />

30º (2 stuks)<br />

15º (2 stuks)<br />

7 Revisiebocht<br />

87º (1 stuks)<br />

8 Ventilatieplaat<br />

(voor luchttoevoer)<br />

9 Toevoerlucht-windafscherming<br />

(voor luchttoevoer)<br />

Aanzuiging verbrandingslucht via horizontale buis<br />

Nom. ver- Systeemformaat Max. hoogte/lengte in<br />

mogen in<br />

m<br />

kW<br />

RookgasLuchttoeRookgasLuchttoesysteemvoerleidingvoerleiding 80 – 87 DN 125 DN 150 25 11<br />

80 – 87 DN 150 DN 150 30 30<br />

105 – 115 DN 125 DN 150 10 5<br />

105 – 115 DN 150 DN 150 30 30<br />

130 – 142 DN 150 DN 150 28 11<br />

130 – 142 DN 200 DN 150 30 30<br />

170 – 186 DN 200 DN 150 30 10<br />

170 – 186 DN 200 DN 200 30 30<br />

225 – 246 DN 200 DN 200 26 6<br />

285 – 311 op aanvraag<br />

26 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

De gegevens gelden voor de volgende aangenomen situaties:<br />

& Lengte van het verbindingsstuk (rookgasleiding): 2 m en 3<br />

bochten 87° inclusief steunbochten<br />

& Lengte van het verbindingsstuk (luchttoevoerleiding): 2,5 m en<br />

2 bochten 87°<br />

Opmerking<br />

Bij de Vitocrossal 200 met Matrix-stralingsbrander is een druk van<br />

70 Pa voor het rookgas-/luchttoevoersysteem beschikbaar.<br />

Voor doorvoering door in lengterichting geventileerde<br />

kokers of kanalen moet voldoen aan een brandvertragingsperiode<br />

van 90 min (F90/L90).<br />

Voor systeemformaat diameter 125, 150 en 200 mm<br />

A Luchttoevoer<br />

B Rookgas<br />

C Revisie-opening<br />

D Minimum binnenmaat koker<br />

Minimumafstand tot de spouwventilatie tussen binnendiameter<br />

van de koker en sokmaat zie pagina 24.<br />

Voor de gesloten werking van de Vitocrossal 200 is een rookgasbuis<br />

tussen HR-ketel op gas en de koker (schoorsteen) nodig (art.<br />

C 33 volgens TRGI '86/96).<br />

Systeemformaat rookgasbuis 7 125, 150 en 200 mm.<br />

Voor de aparte luchttoevoer moeten de afzonderlijke onderdelen<br />

van het systeemformaat rookgasbuis 7 150 of 200 mm worden<br />

gebruikt.<br />

Voor de aansluiting op de Vitocrossal moet een ketelaansluitstuk<br />

worden meebesteld.<br />

1 Ketelaansluitstuk<br />

(moet worden meebesteld)<br />

Uitbreidingsstuk<br />

nodig voor het systeemformaat 150 en 200 mm<br />

2 Basiselement koker<br />

bestaande uit<br />

– Steunbocht<br />

– Steunrand<br />

– Kokerafdekking<br />

– Afstandhouder (3 stuks)<br />

Afstandhouder (3 stuks)<br />

3 Buis<br />

– 2 m lang (2 stuks = 4 m lang)<br />

– 2 m lang (1 stuks)<br />

– 1 m lang (1 stuks)<br />

– 0,5 m lang (1 stuks)<br />

4 Revisiestuk<br />

recht (1 stuks)<br />

5 Rookgasbocht<br />

87º (1 stuks)<br />

45º (2 stuks)<br />

Rookgasbocht<br />

(voor gebruik in getrokken kokers)<br />

30º (2 stuks)<br />

15º (2 stuks)<br />

6 Revisiebocht<br />

87º (1 stuks)<br />

Verloopstuk<br />

(van systeemformaat 150 naar 125)<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 27<br />

2


2<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Aanzuiging verbrandingslucht via ringspleet (hoekig)<br />

Nom. vermogeninkW<br />

Systeemformaatrookgassysteem<br />

Min. binnenmaat<br />

koker<br />

Max. hoogte<br />

van de rookgasleiding<br />

in m<br />

80 – 87 DN 125 200 x 200 17<br />

80 – 87 DN 150 250 x 250 30<br />

105 – 115 DN 150 250 x 250 30<br />

130 – 142 DN 150 250 x 250 21<br />

130 – 142 DN 200 300 x 300 30<br />

170 – 186 DN 200 300 x 300 25<br />

225 – 311 op aanvraag<br />

Aanzuiging verbrandingslucht via ringspleet (rond)<br />

Nom. vermogeninkW<br />

Systeemformaatrookgassysteem<br />

Min. binnenmaat<br />

koker<br />

Max. hoogte<br />

van de rookgasleiding<br />

in m<br />

80 – 87 DN 125 220 17<br />

80 – 87 DN 150 250 30<br />

105 – 115 DN 150 250 26<br />

130 – 142 DN 150 250 15<br />

130 – 142 DN 200 300 30<br />

170 – 186 DN 200 300 17<br />

225 – 311 op aanvraag<br />

Voor loodrechte dakdoorvoeringen (korte schoorsteen)<br />

bij opstelling van de Vitocrossal 200 tot 142 kW<br />

op de zolderverdieping (art. C 53 volgens TRGI '86/96)<br />

De dakdoorvoering moet daar worden geplaatst waar het plafond<br />

van de installatieruimte tevens het dak vormt. Een minimumafstand<br />

tot brandbare delen is bij de dakdoorvoering niet nodig.<br />

Door de spouwventilatie treden bij de dakdoorvoering op geen<br />

enkele plaats van het oppervlak hogere temperaturen op dan<br />

85 ºC.<br />

Van de rookgasleiding (verbindingsstuk) tot brandbare delen moet<br />

een minimumafstand van 100 mm worden aangehouden.<br />

Max. gestrekte buislengte 6 m bij max. aantal bochten<br />

& 87º 2 stuks<br />

& 45º 2 stuks<br />

Bij een afwijkend aantal bochten moet van de max. gestrekte buislengte<br />

1 m worden afgetrokken/bijgeteld voor bochten van 87º<br />

resp. 0,75 m voor bochten van 45º.<br />

De gegevens gelden voor de volgende aangenomen situaties:<br />

& Lengte van het verbindingsstuk: 2 m en 3 bochten 87° inclusief<br />

steunbochten<br />

& Diameter van de rookgasleiding is gelijk aan het systeemformaat<br />

van de rookgasleiding<br />

& Diameter van de luchttoevoerleiding: DN 150, max. lengte 1,5 m<br />

& Gemiddelde ruwheid van de binnenwand van de koker 1,5 mm<br />

Opmerking<br />

Bij de Vitocrossal 200 met Matrix-stralingsbrander is een druk van<br />

70 Pa voor het rookgas-/luchttoevoersysteem beschikbaar.<br />

Aanzuiging verbrandingslucht via ringspleet:<br />

Voordat met de montage wordt gestart, moet de erkende installateur<br />

controleren of de te gebruiken koker geschikt is en voor deze<br />

toepassing mag worden gebruikt.<br />

Kokers waarop voordien olie- of vastebrandstofketels waren aangesloten,<br />

moeten grondig worden gereinigd door de schoorsteenveger.<br />

Er mogen aan de binnenzijde van de schoorsteen geen<br />

afzettingen (met name zwavel- of roetresten) achterblijven die<br />

kunnen loskomen. De aanleg van een concentrisch systeem door<br />

de koker is dan niet nodig.<br />

Eventueel aanwezige andere aansluitopeningen moeten met het<br />

juiste bouwmateriaal dicht worden afgesloten.<br />

Dit geldt niet voor noodzakelijke reinigings- en controleopeningen<br />

die uitgerust zijn met schoorsteenreinigingsafsluitingen waarvoor<br />

een keurmerk is verleend.<br />

In de rookgasleiding moet in de installatieruimte een revisie-opening<br />

voor inspectie en reiniging zijn ingebouwd.<br />

Loodrechte doorvoering door plat dak<br />

Kraag voor plat dak volgens de richtlijnen voor platte daken in de<br />

dakbedekking integreren (zie pagina 36). Dakdoorvoering van<br />

boven er doorheen steken en op de kraag voor het platte dak<br />

plaatsen.<br />

Opmerking<br />

De plafondopening moet een diameter hebben van min. 185 mm.<br />

Pas na volledige montage de doorvoering met een klem op de<br />

dakconstructie bevestigen.<br />

28 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Luchttoevoersysteem<br />

Voor de aparte luchttoevoer moeten de afzonderlijke onderdelen<br />

van het systeemformaat rookgasbuis 7 150 mm worden gebruikt.<br />

A Spouwventilatie<br />

B Rookgas<br />

C Luchttoevoer<br />

1 Ketelaansluitstuk<br />

(moet worden meebesteld)<br />

2 Rookgasbocht<br />

87º (1 stuks)<br />

45º (2 stuks)<br />

3 Buis (Ø 125 mm)<br />

– 2 m lang (2 stuks = 4 m lang)<br />

– 2 m lang (1 stuks)<br />

– 1 m lang (1 stuks)<br />

– 0,5 m lang (1 stuks)<br />

4 Revisiestuk, recht<br />

(1 stuks)<br />

5 Verloopstuk<br />

DN 125/100<br />

(moet worden meebesteld en in de buurt van de concentrische<br />

dakdoorvoering worden gemonteerd)<br />

6 Loodrechte concentrische dakdoorvoering<br />

(systeemformaat 100), met bevestigingsklem<br />

Lengte 1,2 m<br />

(onder het dak 0,2 m en 1 m boven het dak)<br />

Kleur zwart of dakpanrood<br />

Verlenging boven dak<br />

0,5 m lang (op aanvraag leverbaar)<br />

7 Universele afdekplaat<br />

8 Universele dakpan<br />

(kleur zwart of dakpanrood)<br />

of<br />

Kraag plat dak<br />

Bepaling van de max. buislengten en buisdiameter van het PPs-rookgassysteem bij gebruik van<br />

MatriX-stralingsbranders<br />

Vitocrossal 200 van 87 tot 311 kW en Vitocrossal 300 van 87<br />

tot 314 kW voor open werking<br />

Nom. vermogensbereik Systeemformaat Max. hoogte van<br />

de rookgasleiding*<br />

1<br />

80 - 87 kW<br />

DN 100<br />

DN 125<br />

16 m<br />

30 m<br />

105 - 115 kW<br />

DN 125<br />

DN 150<br />

20 m<br />

30 m<br />

130 - 142 kW<br />

DN 125<br />

DN 150<br />

10 m<br />

30 m<br />

170 -187 kW (186 kW) DN 150 30 m<br />

225 - 248 kW (246 kW)<br />

DN 150<br />

DN 200<br />

10 m<br />

30 m<br />

285 - 314 kW (311 kW) DN 200 30 m<br />

Aangenomen situaties:<br />

& Lengte van het verbindingsstuk 2 m<br />

& 3 bochten van 87° (inclusief steunbocht)<br />

& Diameter van het verbindingsstuk is gelijk aan het systeemformaat<br />

van de rookgasleiding<br />

Opmerking<br />

Bij Vitocrossal 200 en 300 met MatriX-stralingsbrander is bij de<br />

rookgasaansluiting een druk van 70 Pa beschikbaar.<br />

*1 Gemeten vanaf de hoogte van de rookgasaansluiting op de verwarmingsketel tot de bovenkant van het rookgassysteem<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 29<br />

2


2<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Bepaling max. buislengten, buisdiameter en totale druk van het rookgassysteem bij branders van derden<br />

Vitocrossal 300 van 187 tot 508 kW<br />

1 Gemeten vanaf de hoogte van de rookgasaansluiting op de<br />

verwarmingsketel tot de bovenkant van het rookgassysteem.<br />

Aangenomen situaties:<br />

& Lengte van het verbindingsstuk 2 m<br />

& 3 bochten van 87° (inclusief steunbocht)<br />

& Diameter van het verbindingsstuk DN 200<br />

Voorbeeld:<br />

Vitocrossal 300 van 314 kW hoogte van de rookgasleiding 16 m.<br />

Het volgende diagram laat zien hoe uit bovenstaand diagram de<br />

benodigde totale druk (verwarmingsketel en rookgasinstallatie)<br />

wordt afgelezen.<br />

& Bij een hoogte van 16 m van de rookgasleiding geeft het snijpunt<br />

met de vermogen/diameter-karakteristiek een benodigde<br />

druk bij de rookgasaansluiting van 30 Pa.<br />

& De loodlijn op de daaronder liggende as geeft een benodigde<br />

totale druk van 190 Pa van de brander.<br />

30 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Aparte onderdelen bij het rookgassysteem van kunststof<br />

Basiselement koker<br />

(bestaande uit)<br />

Steunbocht<br />

A Systeemformaat 125, 150 of 200<br />

Systeemformaat<br />

Maat [mm]<br />

7 mm a b c d e<br />

125 145 125 120 264 147<br />

150 184 160 137 296 163<br />

200 227 200 153 490 310<br />

Kokerafdekking<br />

Steunrand<br />

(Bevestigingsmateriaal voor de bevestiging van de kokerafdekking op de afdekplaat behoort tot de leveringsomvang)<br />

Systeemformaat<br />

Maat [mm]<br />

7 mm a b c d<br />

125 126 185 257 350<br />

150 161 228 258 350<br />

200 202 260 261 280<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 31<br />

2


2<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Afstandhouder (3 stuks)<br />

Buis<br />

Buis,2mlang(2stuks)<br />

Buis,2mlang(1stuks)<br />

Buis,1mlang(1stuks)<br />

A Systeemformaat 125, 150 of 200<br />

Enkelvoudig revisiestuk (recht)<br />

A Systeemformaat 125, 150 of 200<br />

Systeemformaat Maat [mm]<br />

7 mm a<br />

125 402<br />

150 402<br />

200 734<br />

Buis, 0,5 m lang (1 stuks)<br />

(indien nodig kunnen de buizen worden ingekort)<br />

Systeemformaat<br />

Maat [mm]<br />

7 mm a b c<br />

125 75 125 145<br />

150 83 160 184<br />

200 122 200 227<br />

Systeemformaat<br />

Maat [mm]<br />

7 mm a b c d<br />

125 75 205 125 145<br />

150 83 225 160 184<br />

200 122 300 200 227<br />

32 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Enkelvoudige bocht (87º)<br />

A Systeemformaat 125, 150 of 200<br />

Enkelvoudige bocht (45º)<br />

A Systeemformaat 125, 150 of 200<br />

Enkelvoudige bocht (30º)<br />

Enkelvoudige bocht (15º)<br />

Systeemformaat<br />

Maat [mm]<br />

7 mm a b c d e<br />

125 75 145 125 150 150<br />

150 83 184 160 170 170<br />

200 122 227 200 350 310<br />

Systeemformaat<br />

Maat [mm]<br />

7 mm a b c<br />

125 75 145 125<br />

150 83 184 160<br />

200 122 227 200<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 33<br />

2


2<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Ventilatieplaat<br />

A Afstandhouder<br />

Revisiebocht (87º)<br />

A Systeemformaat 125, 150 of 200<br />

Ketelaansluitstuk (moet worden meebesteld)<br />

A Meetopening<br />

B Aansluitmogelijkheid voor rookgas-veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

Systeemformaat Maat [mm]<br />

7 mm a<br />

125 125<br />

150 160<br />

200 200<br />

Systeemformaat<br />

Maat [mm]<br />

7 mm a b c d e<br />

125 100 125 145 148 148<br />

150 100 160 184 163 159<br />

200 100 200 227 310 350<br />

Ketelaansluitstuk<br />

Maat [mm]<br />

7 mm a b c d<br />

125/125 125 — 275 145<br />

200/150 200 150 270 184<br />

200/200 200 — 270 227<br />

259/200 250 150 310 227<br />

34 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Verloopstuk<br />

Uitbreidingsstuk<br />

Concentrische dakdoorvoering Verlenging boven dak<br />

Verloopstuk Maat [mm]<br />

7 mm a b c<br />

125/100 100 125 170<br />

150/125 125 150 205<br />

200/150 150 200 270<br />

Uitbreidingsstuk<br />

Maat [mm]<br />

7 mm a b c<br />

125/150 150 125 210<br />

150/200 200 150 310<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 35<br />

2


2<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Universele dakpan (geschikt voor dakhellingen van 25<br />

tot 45º)<br />

A Universele dakpan<br />

B Buisdoorvoering voor universele dakpan<br />

Kraag plat dak<br />

Dakopbouw volgens richtlijnen voor platte daken<br />

A Grindlaag<br />

B Isolatielaag<br />

Buisdoorvoering voor universele dakpan<br />

C Ventilatielaag<br />

D Isolatie<br />

E Isolering<br />

F Plafond<br />

G Dakdoorvoering<br />

Systeemformaat<br />

Maat [mm]<br />

7 mm a b c<br />

100 170 470 150<br />

36 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Aansluiting met rookgasleiding van kunststof (PPs) op een vochtongevoelige schoorsteen<br />

A Adapter<br />

B Rookgas<br />

C Spouwventilatie<br />

Op vochtongevoelige schoorstenen mogen de HR-ketels<br />

Vitocrossal worden aangesloten als door de schoorsteenfabrikant<br />

het rekenkundige bewijs volgens NEN EN 13384 wordt geleverd.<br />

Als verbindingsstuk moet een bouwtechnisch goedgekeurde,<br />

drukdichte en vochtongevoelige rookgasleiding worden gebruikt.<br />

Het overgangsstuk van de rookgasleiding naar de vochtongevoelige<br />

schoorsteen kan bijv. bij de firma Plewa individueel op aanvraag<br />

resp. bij de firma Schiedel onder de naam ”Schiedel Steck-<br />

Adapter” worden verkregen.<br />

D Vochtongevoelige schoorsteen<br />

E Revisie-opening<br />

Adressen:<br />

Plewa-Werke GmbH<br />

54662 Speicher/Eifel<br />

Schiedel GmbH & Co.<br />

Hauptverwaltung<br />

Lerchenstraße 9<br />

80995 München<br />

Rookgasverzamelleiding van roestvast staal voor installatie met twee ketels Vitocrossal 200<br />

Aansluiting op het rookgassysteem, naar keuze uitgang links of<br />

rechts.<br />

Voorbeeld: (uitgang rechts)<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 37<br />

2


2<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

A Ketelaansluitstuk met meetopeningen en revisieopening<br />

B Afdichtende motorische rookgasklep (met bedrading en stekkers)<br />

C Schuifelement 250 mm<br />

D T-aansluitstuk<br />

Afmetingen<br />

Nom. diameter<br />

mm 200 250 300<br />

a mm 200 250 300<br />

b mm 150 200 200<br />

c mm 350 400 400<br />

d mm 279 328 328<br />

e mm 333 368 368<br />

f mm 820 860 860<br />

f max. mm 1130 1220 1220<br />

Keuzetabel voor max. druk 70 Pa<br />

Nom. vermogen (kW) Diameter van de effectieve,<br />

loodrechte rookgasleiding tot<br />

30 meter (in mm)<br />

2x87, 2x115, 2x142 7 200<br />

2x186, 2x246 7 250<br />

2.9 Geluiddemping<br />

De in verwarmingsinstallaties gebruikte brander-/ketelsystemen,<br />

circulatiepompen en andere aggregaten veroorzaken geluid.<br />

Dit wordt van de installatieruimte via vloer, plafond en wanden<br />

naar aangrenzende ruimtes en via de rookgasinstallatie, evenals<br />

luchttoever- en luchtafvoeropeningen naar andere ruimtes en<br />

naar buiten geleid.<br />

E Schuifelement 500 mm<br />

F Revisiedeksel<br />

G Rookgasbuis met condensaatafvoer (R½)<br />

H Rookgassysteem<br />

Nom. vermogen (kW) Diameter van de effectieve,<br />

loodrechte rookgasleiding tot<br />

30 meter (in mm)<br />

2x311 7 300<br />

De rookgasleiding moet met dezelfde diameter als de rookgasverzamelleiding<br />

worden uitgevoerd.<br />

De ketelaansluiting moet door gebruik van steunelementen (vloer-<br />

, wand-, plafondsteunen) bij de montage van de rookgasverzamelleiding<br />

worden gevrijwaard van belasting en spanning. Accessoires<br />

op aanvraag.<br />

Opmerking<br />

De gegevens zijn gebaseerd op open werking.<br />

Daar kan het als storend worden ervaren. Om dit te vermijden<br />

kunnen extra geluiddempende maatregelen worden genomen die<br />

al bij het ontwerp moeten worden gerespecteerd.<br />

Maatregelen die naderhand worden genomen om het geluid te<br />

verminderen zijn vaak slechts met veel moeite en hoge kosten te<br />

realiseren.<br />

38 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Luchtgeluidsisolatie<br />

Moderne branders beschikken vaak over geluiddempende kappen<br />

resp. geluiddempende luchtaanzuigingen. Bij hoge geluiddempende<br />

eisen kunnen extra geluiddempende kappen worden<br />

gebruikt. Deze maatregel kan tegen geringe kosten ook naderhand<br />

worden genomen. Geluiddempende kappen worden voor<br />

verschillende geluidsreducties aangeboden en worden gewoonlijk<br />

overeenkomstig de installatie (type verwarmingsketel, brandstoftoevoer,<br />

bouwkundige situatie) ontworpen en gemaakt.<br />

Bij grotere installaties kan het nodig zijn de aanzuiglucht in een<br />

geluiddempend kanaal te leiden om storende geluiden buiten het<br />

gebouw te vermijden. Geluiddempers voor rookgas zijn meestal<br />

alleen bij hoge eisen van geluiddemping vereist. Op basis van de<br />

complexiteit bij het ontstaan en de voortplanting van vlamgeluid,<br />

de samenwerking van brander, verwarmingsketel en rookgasinstallatie<br />

evenals de werkwijze (rookgasinstallatie met overdruk of<br />

onderdruk) is zeer moeilijk voorspelbaar of een geluiddemper<br />

voor de rookgassen nodig is.<br />

Contactgeluidsisolatie<br />

Een onderstel onder de verwarmingsketel die contactgeluid isoleert,<br />

is een goedkope en effectieve maatregel. Hiervoor worden<br />

geluidisolerende onderelementen gebruikt. Bij de configuratie van<br />

een dergelijk onderstel moet rekening worden gehouden met het<br />

totale bedrijfsgewicht van de ketelinstallatie evenals met de aard<br />

van het contactvlak bij toepassing van trillingsdempers. Vooral bij<br />

dakverwarmingscentrales is een effectieve contactgeluidsisolatie<br />

2.10 Richtwaarden voor de waterkwaliteit<br />

De levensduur van elke verwarmingsketel en van de gehele verwarmingsinstallatie<br />

wordt beïnvloed door de eigenschappen van<br />

het water. De kosten van waterbehandeling zijn in ieder geval<br />

lager dan reparatie van schade aan de verwarmingsinstallatie.<br />

Onze garantie is niet van toepassing als niet aan de hierna<br />

genoemde vereisten wordt voldaan. De garantie geldt niet voor<br />

schade als gevolg van corrosie en ketelsteen.<br />

Voor de beoordeling van de geluidsemissie in de buurt moet<br />

daarom bij de monding van de rookgasinstallatie het geluidsniveau<br />

worden gemeten. Als eventueel geluiddemping van de rookgassen<br />

nodig is, moet hiermee al tijdens het ontwerp rekening<br />

mee worden gehouden. Belangrijk hierbij is dat achter de ketel<br />

voorzien wordt in voldoende ruimte voor de geluiddemper. De<br />

weerstand van de geluiddemper voor rookgas is nodig voor de<br />

berekening van de rookgasinstallatie volgens DIN EN 13384.<br />

belangrijk. Voor de akoestische scheiding van de stookinrichtingen<br />

van het gebouw kunnen compensatoren worden gebruikt.<br />

Deze moeten zo dicht mogelijk bij de verwarmingsketel in de ketelaanvoer-,<br />

ketelretour- en veiligheidsleiding worden gemonteerd.<br />

Wanneer steunen of ophangingen worden gebruikt, moeten deze<br />

eveneens geluidstechnisch van het gebouw worden gescheiden.<br />

Hierna zijn de belangrijke eisen aan de waterkwaliteit samengevat.<br />

Zie voor uitgebreide aanwijzingen de afzonderlijke ontwerphandleiding<br />

”Richtwaarden voor de waterkwaliteit”. Voor de vulling<br />

en inbedrijfstelling adviseerd <strong>Viessmann</strong> een mobiele waterbehandelingsinstallatie<br />

te huren.<br />

Verwarmingsinstallaties met bedrijfstemperaturen tot 100 ºC volgens voorschrift (VDI 2035)<br />

Er moet worden voorkomen dat zich te veel ketelsteen (calciumcarbonaat)<br />

op het verwarmingsoppervlak afzet. Voor verwarmingsinstallaties<br />

met bedrijfstemperaturen tot 100 °C geldt de<br />

VDI-richtlijn 2035 blad 1 ”Voorkomen van schade in warmwaterverwarmingsinstallaties<br />

- kalksteenvorming in tapwater- en warmwaterverwarmingsinstallaties”<br />

met de volgende richtwaarden (zie<br />

ook de betreffende verklaringen in de originele tekst van de richtlijn):<br />

Totaal verwarmingsvermogen in kW Som van aardalkaliën mol/m 3<br />

Totale hardheid in °d<br />

≤ 50 geen eisen* 1 geen eisen* 1<br />

>50tot≤200 ≤ 2,0 ≤ 11,2<br />

> 200 tot ≤ 600 ≤ 1,5 ≤ 8,4<br />

> 600 < 0,02 < 0,11<br />

Bij de richtwaarden wordt van de volgende voorwaarden uitgegaan:<br />

& De som van de totale hoeveelheid vulwater en toegevoegd<br />

water tijdens de levensduur van de installatie overschrijdt niet<br />

het drievoudige van de waterinhoud van de verwarmingsinstallatie.<br />

& Het specifieke installatievolume is minder dan 20 liter/kW vermogen.<br />

Bij installaties met meerdere ketels moet daarbij het<br />

vermogen van de kleinste ketel worden ingezet.<br />

& Alle maatregelen ter voorkoming van corrosie aan de waterzijde<br />

volgens VDI 22035 blad 2 zijn genomen.<br />

Bij verwarmingsinstallaties met de volgende gegevens moeten<br />

het vulwater en toegevoegde water worden onthard:<br />

*1<br />

Bij installatie met circulatiewaterverwarmers en voor systemen met elektrische verwarmingselementen bedraagt de richtwaarde voor<br />

de som van aardalkaliën ≤ 3,0 mol/m 3 of 16,8 °d.<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 39<br />

2


2<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

& De som van de aardalkaliën van het vulwater en toegevoegde<br />

water ligt boven de richtwaarde.<br />

& Grotere hoeveelheden vulwater en toegevoegd water zijn te<br />

verwachten.<br />

& Het specifieke installatievolume is meer dan 20 liter/kW vermogen.<br />

Bij installaties met meerdere ketels moet daarbij het vermogen<br />

van de kleinste ketel worden ingezet.<br />

Bij het ontwerp op het volgende letten:<br />

& Per gedeelte moeten afsluitkleppen worden gemonteerd. Daarmee<br />

wordt vermeden dat bij elke reparatie of elke uitbreiding<br />

van de installatie al het verwarmingswater moet worden afgetapt.<br />

& Bij installaties van > 50 kW moet voor het vastleggen van de<br />

hoeveelheid vulwater en toegevoegd water een watermeter<br />

worden ingebouwd. De ingevulde waterhoeveelheden en de<br />

waterhardheid moeten in de servicehandleidingen van de verwarmingsketel<br />

worden genoteerd.<br />

& Bij installaties met een specifiek installatievolume meer dan 20<br />

liter/kW vermogen (bij installaties met meerdere ketels moet<br />

daarbij het vermogen van de kleinste ketel worden ingezet)<br />

moeten de eisen van de eerstvolgende hogere groep van het<br />

totale verwarmingsvermogen (volgens tabel op pagina 39) worden<br />

toegepast. Bij ernstige overschrijdingen (> 50 liter/kW)<br />

moet op de som van de aardalkaliën ≤ 0,02 mol/m 3 worden onthard.<br />

Bij installaties met circulatiewaterverwarmers met een totaal vermogen<br />

van < 50 kW en een totale hoeveelheid aardalkaliën in het<br />

vulwater en toegevoegde water van > 3,0 mol/m 3 is bovendien<br />

een van de volgende maatregelen nodig:<br />

& Bij voorkeur ontharding van het vulwater en toegevoegde water.<br />

& Installatie van een filter of een afscheidingsinrichting in de verwarmingsaanvoer.<br />

Vermijding van schade door corrosie aan waterzijde<br />

De corrosiebestendigheid van de gebruikte ijzerlegeringen aan<br />

verwarmingswaterzijde van de verwarmingsinstallaties en ketels<br />

berust op de afwezigheid van zuurstof in het verwarmingswater.<br />

De zuurstof in het vulwater en toegevoegde water van de verwarmingsinstallatie<br />

reageert zonder schade te veroorzaken met de<br />

materialen van de installatie.<br />

De karakteristieke zwarte kleur van het water na enige bedrijfstijd<br />

toont aan dat geen vrije zuurstof meer aanwezig is. De technische<br />

regels, in het bijzonder VDI-Richtlijn 2035-2 adviseren daarom<br />

verwarmingsinstallaties zo te dimensioneren en te gebruiken dat<br />

de constante toevoer van zuurstof in het verwarmingswater niet<br />

mogelijk is.<br />

De toetreding van zuurstof kan tijdens bedrijf gewoonlijk alleen<br />

plaatsvinden:<br />

& via doorstroomde open expansievaten<br />

& door onderdruk in de installatie<br />

& via gasdoorlatende onderdelen.<br />

Gesloten installaties – bijv. met membraanexpansievat – bieden<br />

bij juiste grootte en systeemdruk een goede bescherming tegen<br />

het binnendringen van zuurstof uit de lucht in de installatie. De<br />

druk moet overal in de verwarmingsinstallatie, ook aan de zuigzijde<br />

van de pomp, en bij elke bedrijfssituatie boven de druk van<br />

de plaatselijke atmosfeer liggen. De voordruk van het membraanexpansievat<br />

moet minstens bij het jaarlijkse onderhoud worden<br />

gecontroleerd. Voor drukregelsystemen en corrosie zie ook hoofdstuk<br />

2.1 Algemene ontwerpinstructies. Het gebruik van zuurstof-<br />

2.11 Condenswater en neutralisering<br />

Bedrijfsinstructies:<br />

& De inbedrijfstelling van een installatie moet trapsgewijs, beginnend<br />

met het geringste vermogen van de ketel, bij een hoog<br />

verwarmingswaterdebiet plaatsvinden. Daarmee wordt plaatselijke<br />

concentratie van kalkafzetting op het verwarmingsoppervlak<br />

van de ketel voorkomen.<br />

& Bij installaties met meerdere ketels moeten alle ketels gelijktijdig<br />

in bedrijf gesteld worden, zodat de totale kalkhoeveelheid<br />

niet op het warmteoverdrachtsvlak van slechts één ketel<br />

terechtkomt.<br />

& Bij uitbreidings- en reparatiewerkzaamheden behoeven alleen<br />

de absoluut noodzakelijke netgedeeltes afgetapt te worden.<br />

& Als aan de waterzijde maatregelen nodig zijn, moet al bij de<br />

eerste vulling van de verwarmingsinstallatie de inbedrijfstelling<br />

met behandeld water plaatsvinden. Dat geldt ook voor elke<br />

nieuwe vulling bijv. na reparaties of uitbreiding van de installatie<br />

en voor al het toegevoegde water.<br />

& Filters, vuilvangers of andere vuil- of slibinrichtingen in het verwarmingswatercircuit<br />

moeten na de eerste of een nieuwe installatie<br />

vaker, later naar behoefte afhankelijk van de<br />

waterbehandeling (bijv. hardheid), worden gecontroleerd, gereinigd<br />

en gebruikt.<br />

Bij het respecteren van deze aanwijzingen wordt de vorming van<br />

kalkafzettingen op het verwarmingsoppervlak geminimaliseerd.<br />

Als door het niet respecteren van de VDI-richtlijn 2035 schadelijke<br />

kalkafzettingen zijn ontstaan, is een beperkte levensduur van de<br />

ingebouwde verwarmingsapparaten in de meeste gevallen al<br />

begonnen. Het verwijderen van de kalkafzettingen kan een optie<br />

zijn voor het herstel van een deugdelijke werking. Deze maatregel<br />

moet door een installatiebedrijf worden uitgevoerd. De verwarmingsinstallatie<br />

moet voor het opnieuw in bedrijf stellen op<br />

schade worden onderzocht. Om herhaalde, overmatige vorming<br />

van kalksteen te voorkomen, moeten de foute bedrijfsparameters<br />

absoluut worden gecorrigeerd.<br />

doorlatende onderdelen, bijv. niet-diffusiedichte<br />

kunststofleidingen in vloerverwarmingen, moet vermeden worden.<br />

Als deze toch worden gebruikt, moet er een systeemscheiding<br />

aangebracht worden. Deze moet het door de kunststofbuizen stromende<br />

water door een warmtewisselaar van corrosiebestendig<br />

materiaal van de andere verwarmingscircuits – bijv. van de CVketel<br />

– worden gescheiden.<br />

Bij een corrosietechnisch gesloten warmwaterverwarmingsinstallatie<br />

die aan voornoemde punten voldoet, zijn extra beschermende<br />

maatregelen tegen corrosie niet nodig. Als er toch gevaar<br />

van binnendringen van zuurstof bestaat, moeten extra beschermmaatregelen<br />

worden genomen, bijv. door zuurstofbindmiddel<br />

natriumsulfiet (5 - 10 mg/liter) toe te voegen. De pH-waarde van<br />

het verwarmingswater moet 8,2 - 9,5 bedragen.<br />

Als onderdelen van aluminium aanwezig zijn, gelden daarvan<br />

afwijkende voorwaarden.<br />

Als voor de bescherming tegen corrosie chemicaliën worden<br />

gebruikt, adviseren wij om bij de fabrikant van de chemische stoffen<br />

in kwestie een attest aan te vragen waarin de fabrikant bevestigt<br />

dat de chemicaliën geen gevaar vormen voor de materialen<br />

waarvan de ketel en de andere componenten van de verwarmingsinstallatie<br />

zijn gemaakt. Bij vragen over de waterbehandeling<br />

kunt u zich tot de betreffende firma's wenden.<br />

Overige gedetailleerde gegevens vindt u in de VDI-richtlijn 2035-<br />

2.<br />

Het zure condenswater dat tijdens stoken in de HR-ketel en rookgasleiding<br />

ontstaat, moet volgens de voorschriften worden afgevoerd.<br />

Bij gasstook liggen de pH-waarden tussen 3 en 4. 5819<br />

40 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Neutralisering<br />

Condenswater van deze installaties kan worden geneutraliseerd.<br />

Het wordt na verlaten van de Vitocrossal door een neutraliseringsmiddel<br />

in de neutraliseringsinrichting resp. -installatie geneutraliseerd<br />

en tot een pH-waarde van 6,5 tot ca. 9 verhoogd.<br />

Ontwerpinstructies voor de condenswaterafvoerleiding<br />

De condenswaterafvoerleiding naar de rioolaansluiting moet<br />

zichtbaar zijn. Deze moet onder afschot en met een stankafsluiter<br />

worden aangelegd en moet van een inrichting voor monstername<br />

zijn voorzien. De afvoerput moet onder het terugstroomniveau van<br />

de rookgasverzamelkast liggen.<br />

Er mag uitsluitend corrosiebestendig materiaal voor de condenswaterafvoerleiding<br />

worden gebruikt (bijv. textielslang). Bovendien<br />

mag geen gegalvaniseerd of koperhoudend materiaal voor buizen,<br />

verbindingsstukken enz. worden gebruikt. In de condenswaterafvoer<br />

moet een sifon worden gemonteerd zodat er geen<br />

rookgassen kunnen ontsnappen.<br />

Er moet op worden gelet dat de huisriolering uit materiaal bestaat<br />

dat bestand is tegen zuur condenswater. Volgens werkblad ATV-<br />

DVWK-A 251 (D) is dat:<br />

Neutraliseringsinrichtingen<br />

Voor de HR-ketel Vitocrossal zijn afgestemde neutraliseringsinrichtingen<br />

leverbaar:<br />

& Neutraliseringsinrichtingen met granulaat voor verwarmingsketels<br />

tot 508 kW<br />

& Neutraliseringsinrichting met hevelpomp en vulindicatie voor<br />

granulaat voor verwarmingsketels van 635 tot 978 kW.<br />

Voor de HR-eenheden bestaande uit <strong>Viessmann</strong> Vitoplex/<br />

Vitorond/Vitomax verwarmingsketels en nageschakelde<br />

<strong>Viessmann</strong> Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar zijn<br />

afgestemde neutraliseringsinrichtingen leverbaar:<br />

2.12 Belangrijke veiligheidsvoorschriften en bepalingen<br />

Algemeen<br />

De verwarmingsketel is volgens TRD 702 en overeenkomstig<br />

NEN EN 303, 677, 483/297 geconstrueerd en wordt in verwarmingsinstallaties<br />

volgens NEN EN 12828 gebruikt. De in deze<br />

richtlijn genoemde bedrijfsvoorwaarden moeten in acht worden<br />

genomen. Bij de installatie en inbedrijfstelling van deze verwarmingsketel<br />

moeten behalve de lokale bouwvoorschriften en voorschriften<br />

voor stookinstallaties nog de volgende normen, regels<br />

en richtlijnen in acht worden genomen:<br />

Gasinstallatie<br />

De gasinstallatie moet volgens de technische aansluitvoorwaarden<br />

van de gasmaatschappij door de installateur worden uitgevoerd.<br />

De installatie moet overeenkomstig de genoemde<br />

voorwaarden worden gebruikt.<br />

Leidingaansluitingen<br />

De leidingaansluitingen op de verwarmingsketel moet zonder<br />

belasting en spanning worden uitgevoerd.<br />

Het op deze wijze behandelde condenswater mag in de riolering<br />

worden afgevoerd. Het neutraliseringsmiddel wordt geleidelijk<br />

door het condenswater verbruikt. Omdat het verbruik van het neutraliseringsmiddel<br />

van de werkwijze van de installatie afhankelijk<br />

is, moet tijdens het eerste jaar van bedrijf de benodigde toegevoegde<br />

hoeveelheid door herhaalde controles worden bepaald.<br />

Het verbruik kan door observatie gedurende een geruime periode<br />

worden vastgesteld.<br />

& Gresbuizen<br />

& Harde PVC-buizen<br />

& PVC-buizen<br />

& PE-HD-buizen<br />

& PP-buizen<br />

& ABS/ASA-buizen<br />

& Niet-roestende stalen buizen<br />

& Borosilicaat-buizen<br />

Als gevolg van plaatselijk geldende afvalwaterreglementeringen<br />

en/of bijzondere technische omstandigheden kunnen uitvoeringen<br />

noodzakelijk zijn die afwijken van de werkbladen. Het is zinvol om<br />

op tijd met de verantwoordelijke gemeentelijke instanties voor vragen<br />

over de riolering en plaatselijke voorwaarden contact op te<br />

nemen.<br />

& Neutraliseringsinrichting met granulaat voor gasgestookte verwarmingsketel<br />

tot 500 kW met Vitotrans 300<br />

& Neutraliseringsinstallatie met granulaat en hevelpomp evenals<br />

vulindicatie voor granulaat voor gasgestookte verwarmingsketel<br />

tot 1000 kW met Vitotrans 300<br />

& Neutraliseringsinstallatie met vloeistof voor gasgestookte verwarmingsketel<br />

vanaf 1120 kW met Vitotrans 300<br />

& Neutraliseringsinstallaties voor oliegestookte verwarmingsketel<br />

met Vitotrans 300.<br />

Technische gegevens van de neutraliseringsinrichtingen resp. -<br />

installaties en accessoires zie gegevensblad ”Accessoires voor<br />

verwarmingsketels”.<br />

& NEN EN 12828: Verwarmingssystemen in gebouwen - ontwerp<br />

van warmwater-verwarmingsinstallaties.<br />

& NEN EN 13384: Roogasinstallaties - warmte- en stromingstechnische<br />

berekeningen.<br />

& NEN EN 298: Branderautomaten voor gasbranders en gastoestellen<br />

met en zonder ventilator.<br />

& NEN EN 676: Gasbrander met ventilator<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 41<br />

2


2<br />

Ontwerphandleiding (vervolg)<br />

Elektrische installatie<br />

De elektrische aansluiting en de elektrische installatie moeten volgens<br />

de NEN-bepalingen en de technische aansluitvoorwaarden<br />

van de elektriciteitsmaatschappij worden uitgevoerd.<br />

Bedieningshandleiding<br />

De installateur van de installatie moet volgens NEN EN 12828,<br />

hoofdstuk 5 en NEN EN 12170/12171 een bedieningshandleiding<br />

voor de gehele installatie beschikbaar stellen.<br />

Rookgasinstallatie<br />

Voor HR-ketels moeten bouwtechnisch goedgekeurde rookgasleidingen<br />

worden gebruikt.<br />

Vulwater en toegevoegd water<br />

& VDI 2035: Vermijding van schade door corrosie en kalksteenvorming<br />

in warmwater-verwarmingsinstallaties met reglementaire<br />

bedrijfstemperaturen tot 100 ºC.<br />

Test in het kader van de bouwtechnische keuringsprocedure<br />

In het kader van de bouwtechnische keuringsprocedure worden<br />

condenserende HR-stookinstallaties door de erkende instantie<br />

met inachtneming van de bouwtechnische voorschriften en de te<br />

respecteren algemeen erkende technische regels gekeurd. Tot de<br />

bouwtechnische voorschriften behoren de bouwverordeningen,<br />

uitvoeringsbesluiten resp. stookverordeningen en de algemene<br />

bouwtechnische goedkeuring en toestemming van de hoogste<br />

bouwtoezichthoudende instantie in het afzonderlijke geval.<br />

42 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 43<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

3.1 Toepassingsvoorbeeld 1<br />

Installatie met 1 Vitocrossal-verwarmingsketel<br />

Toepassingsgebied<br />

Verwarmingsinstallatie met in de buurt van de ketel geïnstalleerde<br />

verdeler.<br />

Via de ketelregeling wordt invloed uitgeoefend op de nageschakelde<br />

verwarmingscircuits, die op verschillende temperaturen<br />

kunnen werken.<br />

Hoofdcomponenten<br />

& Vitocrossal 200 (87 tot 311 kW) of Vitocrossal 300 (87 tot<br />

978 kW)<br />

& Vitotronic 300 (type GW2) of Vitotronic 200 (type GW1) of<br />

Vitotronic 100 (type GC1) met schakelkast Vitocontrol met<br />

weersafhankelijke regeling Vitotronic 200-H (type HK1S/HK3S)<br />

of Vitotronic 100 (type GC1) en externe weersafhankelijk regeling.<br />

Functiebeschrijving<br />

De Vitocrossal 1 wordt via de weersafhankelijke ketelcircuitregeling<br />

2 met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur gestookt<br />

– aangestuurd worden tweetraps of modulerende branders. Tijdens<br />

de verwarming wordt een ketelwatertemperatuur ingesteld<br />

die een instelbaar verschil boven de hoogste aanvoertemperatuur<br />

van het verwarmingscircuit ligt.<br />

De twee op de Vitotronic 300 (type GW2) 2 aangesloten verwarmingscircuits<br />

qP en qR worden zonder hogere installatiekosten<br />

aangestuurd. Er kan voor elk verwarmingscircuit een afstandsbediening<br />

worden aangesloten.<br />

Tapwaterverwarming<br />

Bij een lagere tapwatertemperatuur dan op de boilertemperatuursensor<br />

is ingesteld,7 vindt verwarming plaats als de boilerverwarming<br />

door de tijdschakelklok is vrijgegeven. De<br />

ketelwatertemperatuur wordt tot + 20 K boven de gewenste boilerwatertemperatuur<br />

verhoogd en de circulatiepomp 8 voor de boilerverwarming<br />

wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur 7<br />

K boven de boilerwatertemperatuur ligt.<br />

Wanneer de verwarmingscircuits via de Vitotronic 2 worden<br />

geregeld, worden bij voorrang de CV-pompen M2 qW en M3 qZ<br />

uitgeschakeld en de mengkleppen M2 qE en M3 qU gesloten.<br />

Bij glijdende voorrang blijven de CV-pompen M2 qW en M3 qZ<br />

ingeschakeld en de mengkleppen M2 qE en M3 qU zo ver gesloten<br />

tot de gewenste ketelwatertemperatuur voor de boilerverwarming<br />

wordt bereikt. Warmwaterboiler 6 en verwarmingscircuits<br />

qP en qR worden dan gelijktijdig verwarmd.<br />

Verwarmingsfunctie<br />

De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits qP en qR<br />

wordt overeenkomstig de gebruikte regeling in relatie tot de buitentemperatuur<br />

ingesteld. De ketelwatertemperatuur wordt 8 K<br />

boven de gewenste aanvoertemperatuur geregeld.<br />

44 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Hydraulisch installatieschema<br />

Benodigde apparaten<br />

(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />

zie ordner Technische gegevensbladen)<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

1 Verwarmingsketel zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

2 Vitotronic leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

3 Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

4 Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 2<br />

5 Neutraliseringsinrichting (zie ook pagina 41) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

6 Warmwaterboiler zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

7 Boilertemperatuursensor STS leveringsomvang Vitotronic 200 en<br />

300<br />

of<br />

7450 633 bij Vitotronic 100<br />

8 Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />

9 Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />

qP Verwarmingscircuit I van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

qQ Aanvoertemperatuursensor M2 (verwarmingscircuit I)<br />

en<br />

qE Mengklepmotor M2 (verwarmingscircuit I)<br />

of<br />

qQ – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

qE Mengklepmotor voor flensmengklep M2 (verwarmingscircuit I) van installateur<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 45<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

qW CV-pomp M2 (verwarmingscircuit I) van installateur<br />

qR Verwarmingscircuit II van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

qT Aanvoertemperatuursensor M3 (verwarmingscircuit II)<br />

en<br />

qU Mengklepmotor M3 (verwarmingscircuit II)<br />

of<br />

qT – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

qU Mengklepmotor voor flensmengklep M3 (verwarmingscircuit II) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

qZ CV-pomp M3 (verwarmingscircuit II)<br />

Accessoires (optioneel)<br />

van installateur<br />

qI Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />

qO Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wP Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />

wQ Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wW Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

wE Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />

wR Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wT Draadloze tijdmodule 7450 563<br />

46 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Elektrisch installatieschema<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 47<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

3.2 Toepassingsvoorbeeld 2<br />

Installatie met 1 verwarmingsketel Vitocrossal 300 met meerdere verwarmingscircuits en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit<br />

Toepassingsgebied<br />

Verwarmingsinstallatie met in de buurt van de ketel geïnstalleerde<br />

verdeler.<br />

Via de ketelregeling wordt invloed uitgeoefend op meerdere nageschakelde<br />

verwarmingscircuits en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit<br />

(bijv. vloerverwarming).<br />

Hoofdcomponenten<br />

& Vitocrossal 300 (87 tot 978 kW)<br />

& Vitotronic 300 (type GW2) of Vitotronic 100 (type GC1) met<br />

schakelkast Vitocontrol met weersafhankelijke regeling<br />

Vitotronic 200-H (type HK1S/HK3S) of Vitotronic 100 (type<br />

GC1) en externe weersafhankelijke regeling.<br />

Mogelijke toepassingen: Bij verwarmingscircuits met verschillende<br />

temperaturen.<br />

Functiebeschrijving<br />

De Vitocrossal 300 1 wordt via de weersafhankelijke ketelcircuitregeling<br />

4 met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur<br />

gestookt – aangestuurd worden tweetraps of modulerende branders.<br />

De Vitocrossal 300 heeft twee retouraansluitingen. De verwarmingscircuits<br />

met hogere retourtemperatuur worden op de retouraansluiting<br />

”KR 2”, die met de lagere temperaturen op de<br />

retouraansluiting ”KR 1” aangesloten. In acht nemen: er moet min.<br />

15 % van het nominale vermogen op de retouraansluiting<br />

”KR 1”worden aangesloten.<br />

Bij de Vitocrossal 300 kan door de gescheiden retouraansluitingen<br />

van verwarmingscircuits met hoge en lage retourtemperaturen<br />

een hoog rendement worden bereikt als het grootste gedeelte<br />

van de verbruikers op lage temperaturen werkt.<br />

De twee op de Vitotronic 300 aangesloten verwarmingscircuits qP<br />

en qR resp. qI worden zonder hogere installatiekosten aangestuurd.<br />

Er kan voor elk verwarmingscircuit een afstandsbediening<br />

worden aangesloten.<br />

Tijdens de verwarming wordt een ketelwatertemperatuur ingesteld<br />

die een instelbaar verschil boven de hoogste aanvoertemperatuur<br />

van het verwarmingscircuit ligt.<br />

Tapwaterverwarming<br />

Bij een lagere tapwatertemperatuur dan op de boilertemperatuursensor<br />

is ingesteld,7 vindt verwarming plaats als de boilerverwarming<br />

door de tijdschakelklok is vrijgegeven. De<br />

ketelwatertemperatuur wordt tot + 20 K boven de gewenste boilerwatertemperatuur<br />

verhoogd en de circulatiepomp 8 voor de boilerverwarming<br />

wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur 7<br />

K boven de boilerwatertemperatuur ligt.<br />

Wanneer de verwarmingscircuits qP en qR resp. qI via de<br />

Vitotronic 4 worden geregeld, worden bij voorrang de CV-pompen<br />

M2 qW en M3 qZ/wE uitgeschakeld en de mengkleppen M2<br />

qE en M3 qU/wR gesloten.<br />

Bij glijdende voorrang blijven de CV-pompen M2 qW en M3 qZ/wE<br />

ingeschakeld en de mengkleppen M2 qE en M3 qU/wR zo ver<br />

gesloten tot de gewenste ketelwatertemperatuur voor de boilerverwarming<br />

wordt bereikt. Warmwaterboiler 6 en verwarmingscircuits<br />

qP en qR/qI worden dan gelijktijdig verwarmd.<br />

Verwarmingsfunctie<br />

De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits qP en qR<br />

resp. qI wordt overeenkomstig de gebruikte regeling glijdend in<br />

relatie tot de buitentemperatuur ingesteld. De ketelwatertemperatuur<br />

wordt 8 K boven de gewenste aanvoertemperatuur geregeld.<br />

48 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Hydraulisch installatieschema<br />

Benodigde apparaten<br />

(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />

zie ordner Technische gegevensbladen)<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

1 Verwarmingsketel zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

2 Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 2<br />

3 Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

4 Vitotronic leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

5 Neutraliseringsinrichting (zie ook pagina 41) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

6 Warmwaterboiler zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

7 Boilertemperatuursensor STS leveringsomvang Vitotronic 200 en<br />

300<br />

of<br />

7450 633 bij Vitotronic 100<br />

8 Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />

9 Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />

qP Verwarmingscircuit I van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

qQ Aanvoertemperatuursensor M2 (verwarmingscircuit I)<br />

en<br />

qE Mengklepmotor M2 (verwarmingscircuit I)<br />

of<br />

qQ – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 49<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

qE Mengklepmotor voor flensmengklep M2 (verwarmingscircuit I) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

qW CV-pomp M2 (verwarmingscircuit I) van installateur<br />

qR Verwarmingscircuit II van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

qT Aanvoertemperatuursensor M3 (verwarmingscircuit II)<br />

en<br />

qU Mengklepmotor M3 (verwarmingscircuit II)<br />

of<br />

qT – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

qU Mengklepmotor voor flensmengklep M3 (verwarmingscircuit II) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

qZ CV-pomp M3 (verwarmingscircuit II)<br />

of<br />

van installateur<br />

qI Verwarmingscircuit II (vloerverwarming) van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

qO Aanvoertemperatuursensor M3 (verwarmingscircuit II)<br />

en<br />

wR Mengklepmotor M3 (verwarmingscircuit II)<br />

of<br />

qO – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

wR Mengklepmotor voor flensmengklep M3 (verwarmingscircuit II) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wP Temperatuurbewaker als maximumtemperatuurbegrenzer voor vloerverwarming<br />

– Dompeltemperatuurregelaar<br />

of<br />

7151 728<br />

– Klemtemperatuurregelaar 7151 729<br />

wQ CV-pomp (secundair) van installateur<br />

wW Vitotrans 100 zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wE CV-pomp (primair) M3 (verwarmingscircuit II)<br />

Accessoires (optioneel)<br />

van installateur<br />

wT Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />

wZ Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />

wU Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wI Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wO Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

eP Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />

eQ Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eW Draadloze tijdmodule 7450 563<br />

50 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Elektrisch installatieschema<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 51<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Bedradingsschema voor de aansluiting van de pompen<br />

in de vloerverwarming<br />

sÖ Stekker A1 voor verwarmingscircuitregeling<br />

52 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

3.3 Toepassingsvoorbeeld 3<br />

Installatie met meerdere Vitocrossal verwarmingsketels met meerdere verwarmingscircuits en een<br />

laagtemperatuur-verwarmingscircuit<br />

Toepassingsgebied<br />

Verwarmingsinstallatie met in de buurt van de ketel geïnstalleerde<br />

verdeler als meerketelinstallatie met twee parallel geschakelde<br />

HR-ketels.<br />

Via de ketelregeling wordt invloed uitgeoefend op de ketelvolgorde<br />

en de nageschakelde verwarmingscircuits.<br />

Toepassing bijv. in de woningbouw met laagtemperatuur-systemen<br />

en vloerverwarmingen, in zwembaden, klinieken en kuuroorden.<br />

Hoofdcomponenten<br />

& Vitocrossal 200 (87 tot 311 kW) of Vitocrossal 300 (87 tot<br />

978 kW)<br />

& Vitotronic 100 (type GC1) voor elke verwarmingsketel van de<br />

meerketelinstallatie en Vitotronic 300-K (type MW1) eenmaal<br />

voor de meerketelinstallatie of Vitotronic 100 (type GC1) voor<br />

elke verwarmingsketel van een meerketelinstallatie met schakelkast<br />

Vitocontrol en weersafhankelijke regeling of externe<br />

weersafhankelijke cascaderegeling met boilertemperatuurregeling<br />

& Vitotronic 200-H<br />

Functiebeschrijving<br />

De Vitocrossal wordt via de weersafhankelijke ketelcircuitregeling<br />

met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur gestookt – aangestuurd<br />

worden tweetraps of modulerende branders.<br />

De Vitocrossal 200 heeft één retouraansluiting. Verwarmingscircuits<br />

met hogere en lagere retourtemperaturen worden via de<br />

retourverzamelaar op de retouraansluiting aangesloten.<br />

De Vitocrossal 3001 en qP hebben twee retouraansluitingen.<br />

De verwarmingscircuits wP en wT met hogere retourtemperatuur<br />

worden op de retouraansluiting ”KR 2”, de verwarmingscircuits wI<br />

met de lagere temperaturen op de retouraansluiting ”KR 1”aangesloten.<br />

In acht nemen: er moet min. 15 % van het nominale vermogen<br />

op de retouraansluiting ”KR 1” worden aangesloten.<br />

Bij de Vitocrossal 300 kan door de gescheiden retouraansluitingen<br />

van verwarmingscircuits met hoge en lage retourtemperaturen<br />

een hoog rendement worden bereikt als het grootste gedeelte<br />

van de verbruikers op lage temperaturen werkt. De op de<br />

Vitotronic 300-K 7 resp. 200-H eW aangesloten verwarmingscircuits<br />

worden zonder hogere installatiekosten aangestuurd. Er kan<br />

voor elk verwarmingscircuit een afstandsbediening worden aangesloten.<br />

Tijdens de verwarming wordt een ketelwatertemperatuur ingesteld<br />

die een instelbaar verschil boven de hoogste aanvoertemperatuur<br />

van het verwarmingscircuit ligt.<br />

Tapwaterverwarming<br />

Bij een lagere tapwatertemperatuur dan op de boilertemperatuursensor<br />

is ingesteld,qU vindt verwarming plaats als de boilerverwarming<br />

door de tijdschakelklok is vrijgegeven. De<br />

ketelwatertemperatuur wordt tot + 20 K boven de gewenste boilerwatertemperatuur<br />

verhoogd en de circulatiepomp qI voor de boilerverwarming<br />

wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur 7<br />

K boven de boilerwatertemperatuur ligt.<br />

Wanneer de verwarmingscircuits via de Vitotronic 7 worden<br />

geregeld, worden bij voorrang de CV-pompen M2 wW en M3 wZ<br />

uitgeschakeld en de mengkleppen M2 wE en M3 wU gesloten.<br />

Verwarmingsfunctie<br />

De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits wP,wR en wI<br />

wordt overeenkomstig de gebruikte regeling glijdend in relatie tot<br />

de buitentemperatuur ingesteld. De ketelwatertemperatuur wordt<br />

8 K boven de gewenste aanvoertemperatuur geregeld.<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 53<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Hydraulisch installatieschema<br />

Benodigde apparaten<br />

(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />

zie ordner Technische gegevensbladen)<br />

5819<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

1 Verwarmingsketel I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

2 Motorsmoorklep (voor laagtemperatuur-verwarmingscircuit) van installateur<br />

3 Motorsmoorklep (voor verwarmingsketel I) van installateur<br />

4 Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 2<br />

5 Aanvoertemperatuursensor<br />

6 Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

7 Vitotronic 300-K zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

8 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

9 Neutraliseringsinrichting (zie ook pagina 41) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

qP Verwarmingsketel II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

qQ Motorsmoorklep (voor retour laagtemperatuur-verwarmingscircuit) van installateur<br />

qW Motorsmoorklep (voor verwarmingsketel II) van installateur<br />

qE Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 14<br />

qR Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

qT Neutraliseringsinrichting (zie ook pagina 41) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

qZ Warmwaterboiler zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

qU Boilertemperatuursensor STS leveringsomvang Vitotronic 300-K<br />

qI<br />

qO<br />

qP<br />

wQ<br />

Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />

Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />

Verwarmingscircuit I van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

Aanvoertemperatuursensor M2 (verwarmingscircuit I)<br />

en<br />

54 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

wE Mengklepmotor M2 (verwarmingscircuit I)<br />

of<br />

wQ – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

wE Mengklepmotor voor flensmengklep M2 (verwarmingscircuit I) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wW CV-pomp M2 (verwarmingscircuit I) van installateur<br />

qR Verwarmingscircuit II van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

wT Aanvoertemperatuursensor M3 (verwarmingscircuit II)<br />

en<br />

wU Mengklepmotor M3 (verwarmingscircuit II)<br />

of<br />

wT – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

wU Mengklepmotor voor flensmengklep M3 (verwarmingscircuit II) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wZ CV-pomp M3 (verwarmingscircuit II) van installateur<br />

wI Verwarmingscircuit III (laagtemperatuur-verwarmingscircuit) van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

wO Aanvoertemperatuursensor M1 (verwarmingscircuit III)<br />

en<br />

eQ Mengklepmotor M1 (verwarmingscircuit III)<br />

of<br />

wO – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

eQ Mengklepmotor voor flensmengklep M1 (verwarmingscircuit III) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eP CV-pomp M1 (verwarmingscircuit III) van installateur<br />

eW Vitotronic 200-H<br />

en<br />

zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

Communicatiemodule LON<br />

Accessoires (optioneel)<br />

7172 173<br />

eE Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

eR Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eT Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />

eZ Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />

eU Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eI Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eO Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

rP Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />

rQ Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />

rW Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />

rE Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

rR Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

rT Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

rZ Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />

rU Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

rI Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />

rO Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />

tP Boilertemperatuursensor STS zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

tQ Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang pos. 32<br />

tW Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

tE Hulprelais 7814 681<br />

tR Draadloze tijdmodule 7450 563<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 55<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Elektrisch installatieschema<br />

56 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 57<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

58 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 59<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Bedradingsschema voor de aansluiting van de motorsmoorkleppen<br />

bij Vitocrossal 300<br />

| Open<br />

~ Dicht<br />

gS Stekker op Vitotronic 100<br />

aBH Stekker op Vitotronic 100<br />

60 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

3.4 Toepassingsvoorbeeld 4<br />

Meerketelinstallatie met Vitocrossal- en Vitoplex-verwarmingsketel met meerdere verwarmingscircuits<br />

en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit<br />

Toepassingsgebied<br />

Meerketelinstallatie bestaande uit HR-ketel en laagtemperatuurketel<br />

voor toepassing in verwarmings- en warmwaterinstallaties<br />

evenals luchtbehandelingsinstallaties. De HR-ketel voor de basisbelasting<br />

en de laagtemperatuurketel voor de piekbelasting zijn<br />

hydraulisch parallel volgens Tichelmann aangesloten.<br />

Hoofdcomponenten<br />

& Vitocrossal 200 (87 tot 311 kW) of Vitocrossal 300 (87 tot<br />

978 kW) en Vitoplex 200 (90 tot 560 kW) of Vitoplex 300 (80 tot<br />

1750 kW)<br />

& Vitotronic 100 (type GC1) voor elke verwarmingsketel van de<br />

meerketelinstallatie en Vitotronic 300-K (type MW1) eenmaal<br />

voor de meerketelinstallatie of Vitotronic 100 (type GC1) voor<br />

elke verwarmingsketel van een meerketelinstallatie met schakelkast<br />

Vitocontrol en weersafhankelijke regeling of externe<br />

weersafhankelijke cascaderegeling met boilertemperatuurregeling<br />

& Therm-Control voor werking van de Vitoplex 200 en 300 verwarmingsketel<br />

zonder inrichtingen voor de retourtemperatuurverhoging<br />

& Vitotronic 200-H<br />

Functiebeschrijving<br />

De Vitocrossal (hoofdketel) 1 en de daarop volgende Vitoplex<br />

8 werken via het weersafhankelijke regelingssysteem met glijdend<br />

verlaagde ketelwatertemperatuur en lastafhankelijke volgordeschakeling<br />

– aangestuurd worden tweetraps of modulerende<br />

branders. Door het regelingssysteem dat met de LON-BUS is verbonden,<br />

wordt een ketelwatertemperatuur ingesteld die een<br />

instelbaar verschil boven de hoogste aanvoertemperatuur van het<br />

verwarmingscircuit ligt. De verwarmingsinstallatie kan volgens<br />

een afzonderlijke stooklijn werken.<br />

De Vitocrossal 200 heeft één retouraansluiting. Verwarmingscircuits<br />

met hogere en lagere retourtemperaturen worden via de<br />

retourverzamelaar op de retouraansluiting aangesloten.<br />

De Vitocrossal 3001 heeft twee retouraansluitingen. De verwarmingscircuits<br />

qU en wQ met hogere retourtemperatuur worden op<br />

de retouraansluiting ”KR 2”, de verwarmingscircuits wT met de<br />

lagere temperaturen op de retouraansluiting ”KR 1”aangesloten.<br />

In acht nemen: er moet min. 15% van het nominale vermogen op<br />

de retouraansluiting ”KR 1” worden aangesloten.<br />

Bij de Vitocrossal 300 kan door de gescheiden retouraansluitingen<br />

van verwarmingscircuits met hoge en lage retourtemperaturen<br />

een hoog rendement worden bereikt als het grootste gedeelte<br />

van de verbruikers op lage temperaturen werkt.<br />

Bij het regelingssysteem Vitotronic zijn de ketelcircuitregelingen<br />

Vitotronic 100 6 en met de weersafhankelijke cascaderegeling<br />

Vitotronic 300-K 5 en de verwarmingscircuitregeling<br />

Vitotronic 200-H wO via een LON-BUS verbonden. Hierover worden<br />

de verschillende regelgroepen zonder extra installatiekosten<br />

geregeld.<br />

De Therm-Control van de Vitoplex werkt op de motorsmoorklep<br />

qQ en moet tijdens destartfase (bijv. bij inbedrijfstelling of na<br />

nacht- en weekenduitschakeling) het ketelwaterdebiet van de<br />

Vitoplex smoren.<br />

Verwarmingsketels zonder Therm-Control moeten volgens hun<br />

bedrijfsvoorwaarden van retourtemperatuurverhoging worden<br />

voorzien.<br />

Door instelling op de Vitotronic 300-K 5 kandeHR-ketelaltijd<br />

als hoofdketel worden bestemd. Daardoor is altijd een hoger rendement<br />

gewaarborgd.<br />

Tapwaterverwarming<br />

Bij een lagere tapwatertemperatuur dan op de boilertemperatuursensor<br />

is ingesteld,qR vindt verwarming plaats als de boilerverwarming<br />

door de tijdschakelklok is vrijgegeven. De<br />

ketelwatertemperatuur wordt tot + 20 K boven de gewenste boilerwatertemperatuur<br />

verhoogd en de circulatiepomp qT voor de boilerverwarming<br />

wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur 7<br />

K boven de boilerwatertemperatuur ligt.<br />

Wanneer de verwarmingscircuits via de Vitotronic 5 worden<br />

geregeld, worden bij voorrang de CV-pompen M2 qO en M3 wE<br />

uitgeschakeld en de mengkleppen M2 wP en M3 wR gesloten.<br />

Verwarmingsfunctie<br />

De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits qU,wQ en wT<br />

wordt overeenkomstig de gebruikte regeling glijdend in relatie tot<br />

de buitentemperatuur ingesteld. De ketelwatertemperatuur wordt<br />

8 K boven de gewenste aanvoertemperatuur geregeld.<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 61<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Hydraulisch installatieschema<br />

Benodigde apparaten<br />

(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />

zie ordner Technische gegevensbladen)<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

1 Verwarmingsketel I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

2 Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 2<br />

3 Aanvoertemperatuursensor VTS<br />

4 Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

5 Vitotronic 300-K zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

6 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

7 Neutraliseringsinrichting (zie ook pagina 41) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

8 Verwarmingsketel II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

9 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

qP Temperatuursensor T1<br />

qQ Motorsmoorklep (voor verwarmingsketel II) van installateur<br />

qW Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 9<br />

qE Warmwaterboiler zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

qR Boilertemperatuursensor STS leveringsomvang Vitotronic 300-K<br />

qT Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />

qZ Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />

qU Verwarmingscircuit I van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

qI Aanvoertemperatuursensor M2 (verwarmingscircuit I)<br />

en<br />

wP Mengklepmotor M2 (verwarmingscircuit I)<br />

of<br />

qI – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

62 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

wP Mengklepmotor voor flensmengklep M2 (verwarmingscircuit I) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

qO CV-pomp M2 (verwarmingscircuit I) van installateur<br />

wQ Verwarmingscircuit II van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

wW Aanvoertemperatuursensor M3 (verwarmingscircuit II)<br />

en<br />

wR Mengklepmotor M3 (verwarmingscircuit II)<br />

of<br />

wW – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

wR Mengklepmotor voor flensmengklep M3 (verwarmingscircuit II) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wE CV-pomp M3 (verwarmingscircuit II) van installateur<br />

wT Verwarmingscircuit III (laagtemperatuur-verwarmingscircuit) van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

wZ Aanvoertemperatuursensor M1 (verwarmingscircuit III)<br />

en<br />

wI Mengklepmotor M1 (verwarmingscircuit III)<br />

of<br />

wZ – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

wI Mengklepmotor voor flensmengklep M1 (verwarmingscircuit III) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wU CV-pomp M1 (verwarmingscircuit III) van installateur<br />

wO Vitotronic 200-H<br />

en<br />

zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

Communicatiemodule LON<br />

Accessoires (optioneel)<br />

7172 173<br />

eP Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

eQ Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eW Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />

eE Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />

eR Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eT Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eZ Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

eU Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />

eI Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />

eO Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />

rP Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

rQ Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

rW Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

rE Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />

rR Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

rT Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />

rZ Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />

rU Boilertemperatuursensor STS zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

rI Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang pos. 29<br />

rO Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

tP Draadloze tijdmodule 7450 563<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 63<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Elektrisch installatieschema<br />

64 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 65<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

66 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 67<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

3.5 Toepassingsvoorbeeld 5<br />

Meerketelinstallatie met Vitocrossal- en Vitoplex-verwarmingsketel met meerdere verwarmingscircuits<br />

en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit - Vitoplex met bijmengpomp<br />

Toepassingsgebied<br />

Meerketelinstallatie bestaande uit HR-ketel en laagtemperatuurketel<br />

voor toepassing in verwarmings- en warmwaterinstallaties<br />

evenals luchtbehandelingsinstallaties. De HR-ketel voor de basisbelasting<br />

en de laagtemperatuurketel voor de piekbelasting zijn<br />

hydraulisch parallel volgens Tichelmann aangesloten.<br />

Hoofdcomponenten<br />

& Vitocrossal 200 (87 tot 311 kW) of Vitocrossal 300 (87 tot<br />

978 kW) en Vitoplex 100 (575 tot 1750 kW), Vitoplex 200 (90 tot<br />

560 kW) of Vitoplex 300 (80 tot 1750 kW)<br />

& Vitotronic 100 (type GC1) voor elke verwarmingsketel van de<br />

meerketelinstallatie en Vitotronic 300-K (type MW1) eenmaal<br />

voor de meerketelinstallatie of Vitotronic 100 (type GC1) voor<br />

elke verwarmingsketel van een meerketelinstallatie met schakelkast<br />

Vitocontrol en weersafhankelijke regeling of externe<br />

weersafhankelijke cascaderegeling met boilertemperatuurregeling<br />

& Bijmengpompen en motorsmoorkleppen<br />

& Vitotronic 200-H.<br />

Functiebeschrijving<br />

De Vitocrossal 1 (hoofdketel) en de daarop volgende Vitoplex<br />

2 werken via het weersafhankelijke regelingssysteem met glijdend<br />

verlaagde ketelwatertemperatuur en lastafhankelijke volgordeschakeling<br />

– aangestuurd worden tweetraps of modulerende<br />

branders. Door het regelingssysteem dat met de LON-BUS is verbonden,<br />

wordt een ketelwatertemperatuur ingesteld die een<br />

instelbaar verschil boven de hoogste aanvoertemperatuur van het<br />

verwarmingscircuit ligt. De verwarmingsinstallatie kan volgens<br />

een afzonderlijke stooklijn werken.<br />

De Vitocrossal 200 heeft één retouraansluiting. Verwarmingscircuits<br />

met hogere en lagere retourtemperaturen worden via de<br />

retourverzamelaar op de retouraansluiting aangesloten.<br />

De Vitocrossal 3001 heeft twee retouraansluitingen. De verwarmingscircuits<br />

qO en wE met hogere retourtemperatuur worden op<br />

de retouraansluiting ”KR 2”, de verwarmingscircuits wU met de<br />

lagere temperaturen op de retouraansluiting ”KR 1”aangesloten.<br />

In acht nemen: er moet min. 15% van het nominale vermogen op<br />

de retouraansluiting ”KR 1” worden aangesloten.<br />

Bij de Vitocrossal 300 kan door de gescheiden retouraansluitingen<br />

van verwarmingscircuits met hoge en lage retourtemperaturen<br />

een hoog rendement worden bereikt als het grootste gedeelte<br />

van de verbruikers op lage temperaturen werkt.<br />

Bij het regelingssysteem Vitotronic zijn de ketelcircuitregelingen<br />

Vitotronic 100 6 en 9 met de weersafhankelijke cascaderegeling<br />

Vitotronic 300-K 5en de verwarmingscircuitregeling<br />

Vitotronic 200-H eQ via een LON-BUS verbonden. Hierover worden<br />

de verschillende regelgroepen zonder extra installatiekosten<br />

geregeld.<br />

De retourtemperatuurregeling van de Vitoplex-laagtemperatuurketel<br />

is als accessoires leverbaar of moet door de installateur worden<br />

geleverd. Retourtemperatuurregeling door bijmengpomp en<br />

sluiten van de smoorklep. Temperatuursensor T1 qP werkt op de<br />

smoorklep. Temperatuursensor T2 qQ schakelt de bijmengpomp<br />

qW.<br />

Door instelling op de Vitotronic 300-K 5 kandeHR-ketelaltijd<br />

als hoofdketel worden bestemd. Daardoor is altijd een hoger rendement<br />

gewaarborgd.<br />

Tapwaterverwarming<br />

Bij een lagere tapwatertemperatuur dan op de boilertemperatuursensor<br />

is ingesteld,qZ vindt verwarming plaats als de boilerverwarming<br />

door de tijdschakelklok is vrijgegeven. De<br />

ketelwatertemperatuur wordt tot + 20 K boven de gewenste boilerwatertemperatuur<br />

verhoogd en de circulatiepomp qU voor de boilerverwarming<br />

wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur 7<br />

K boven de boilerwatertemperatuur ligt.<br />

Wanneer de verwarmingscircuits via de Vitotronic 5 worden<br />

geregeld, worden bij voorrang de CV-pompen M2 wQ en M3 wT<br />

uitgeschakeld en de mengkleppen M2 wW en M3 wZ gesloten.<br />

Verwarmingsfunctie<br />

De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits qO,wE en wU<br />

wordt overeenkomstig de gebruikte regeling glijdend in relatie tot<br />

de buitentemperatuur ingesteld. De ketelwatertemperatuur wordt<br />

8 K boven de gewenste aanvoertemperatuur geregeld.<br />

68 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Hydraulisch installatieschema<br />

Benodigde apparaten<br />

(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />

zie ordner Technische gegevensbladen)<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

1 Verwarmingsketel I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

2 Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 2<br />

3 Aanvoertemperatuursensor VTS<br />

4 Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

5 Vitotronic 300-K zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

6 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

7 Neutraliseringsinrichting (zie ook pagina 41) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

8 Verwarmingsketel II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

9 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

qP Temperatuursensor T1<br />

qQ Temperatuursensor T2<br />

qW Bijmengpomp BP<br />

qE Motorsmoorklep (voor verwarmingsketel II) van installateur<br />

qR Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 9<br />

qT Warmwaterboiler zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

qZ Boilertemperatuursensor STS leveringsomvang Vitotronic 300-K<br />

qU Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />

qI Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />

qO Verwarmingscircuit I van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

wP Aanvoertemperatuursensor M2 (verwarmingscircuit I)<br />

en<br />

wW Mengklepmotor M2 (verwarmingscircuit I)<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 69<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Pos. Naam<br />

of<br />

Bestelnr.<br />

wP – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

wW Mengklepmotor voor flensmengklep M2 (verwarmingscircuit I) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wQ CV-pomp M2 (verwarmingscircuit I) van installateur<br />

wE Verwarmingscircuit II van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

wR Aanvoertemperatuursensor M3 (verwarmingscircuit II)<br />

en<br />

wZ Mengklepmotor M3 (verwarmingscircuit II)<br />

of<br />

wR – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

wZ Mengklepmotor voor flensmengklep M3 (verwarmingscircuit II) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wT CV-pomp M3 (verwarmingscircuit II) van installateur<br />

wU Verwarmingscircuit III (laagtemperatuur-verwarmingscircuit) van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

wI Aanvoertemperatuursensor M1 (verwarmingscircuit III)<br />

en<br />

eP Mengklepmotor M1 (verwarmingscircuit III)<br />

of<br />

wI – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

eP Mengklepmotor voor flensmengklep M1 (verwarmingscircuit III) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wO CV-pomp M1 (verwarmingscircuit III) van installateur<br />

eQ Vitotronic 200-H<br />

en<br />

zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

Communicatiemodule LON<br />

Accessoires (optioneel)<br />

7172 173<br />

eW Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

eE Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eR Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />

eT Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />

eZ Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eU Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eI Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

eO Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />

rP Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />

rQ Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />

rW Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

rE Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

rR Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

rT Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />

rZ Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

rU Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />

rI Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />

rO Boilertemperatuursensor STS zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

tP Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang pos. 31<br />

tQ Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

tW Draadloze tijdmodule 7450 563<br />

70 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Elektrisch installatieschema<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 71<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

72 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 73<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

74 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

3.6 Toepassingsvoorbeeld 6<br />

Meerketelinstallatie met Vitocrossal- en Vitoplex-verwarmingsketel met meerdere verwarmingscircuits<br />

en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit - Vitoplex met Therm-Control en ketelcircuitpomp<br />

Toepassingsgebied<br />

Meerketelinstallatie bestaande uit HR-ketel en laagtemperatuurketel<br />

voor toepassing in verwarmings- en warmwaterinstallaties<br />

evenals luchtbehandelingsinstallaties. De HR-ketel voor de basisbelasting<br />

en de laagtemperatuurketel voor de piekbelasting zijn<br />

hydraulisch in serie aangesloten. De ketelcircuitpomp van de<br />

volgketel transporteert het totale installatiedebiet.<br />

Hoofdcomponenten<br />

& Vitocrossal 200 (87 tot 311 kW) of Vitocrossal 300 (87 tot<br />

978 kW) en Vitoplex 200 (90 tot 560 kW) of Vitoplex 300 (80 tot<br />

1750 kW)<br />

& Vitotronic 100 (type GC1) voor elke verwarmingsketel van de<br />

meerketelinstallatie en Vitotronic 300-K (type MW1) eenmaal<br />

voor de meerketelinstallatie of Vitotronic 100 (type GC1) voor<br />

elke verwarmingsketel van een meerketelinstallatie met schakelkast<br />

Vitocontrol en weersafhankelijke regeling of externe<br />

weersafhankelijke cascaderegeling met boilertemperatuurregeling<br />

& Therm-Control voor werking van de Vitoplex-verwarmingsketel<br />

met ketelcircuitpomp<br />

& Vitotronic 200-H.<br />

Mogelijke toepassingen: Bij verwarmingscircuits met temperatuurverschillen<br />

> 20 K.<br />

Functiebeschrijving<br />

De Vitocrossal 1 (hoofdketel) en de daarop volgende Vitoplex<br />

2 werken via het weersafhankelijke regelingssysteem met glijdend<br />

verlaagde ketelwatertemperatuur en lastafhankelijke volgordeschakeling<br />

– aangestuurd worden tweetraps of modulerende<br />

branders. Door het regelingssysteem dat met de LON-BUS is verbonden,<br />

wordt een ketelwatertemperatuur ingesteld die een<br />

instelbaar verschil boven de hoogste aanvoertemperatuur van het<br />

verwarmingscircuit ligt. De verwarmingsinstallatie kan volgens<br />

een afzonderlijke stooklijn werken.<br />

De Vitocrossal 200 heeft één retouraansluiting. Verwarmingscircuits<br />

met hogere en lagere retourtemperaturen worden via de<br />

retourverzamelaar op de retouraansluiting aangesloten.<br />

De Vitocrossal 300 heeft twee retouraansluitingen. De verwarmingscircuits<br />

qU en wQ met hogere retourtemperatuur worden op<br />

de retouraansluiting ”KR 2”, de verwarmingscircuits wT met de<br />

lagere temperaturen op de retouraansluiting ”KR 1”aangesloten.<br />

In acht nemen: er moet min. 15 % van het nominale vermogen op<br />

de retouraansluiting ”KR 1”worden aangesloten.<br />

Bij de Vitocrossal 300 kan door de gescheiden retouraansluitingen<br />

van verwarmingscircuits met hoge en lage retourtemperaturen<br />

een hoog rendement worden bereikt als het grootste gedeelte<br />

van de verbruikers op lage temperaturen werkt.<br />

Bij het regelingssysteem Vitotronic zijn de ketelcircuitregelingen<br />

Vitotronic 100 6 en 9 met de weersafhankelijke cascaderegeling<br />

Vitotronic 300-K 5en de verwarmingscircuitregeling<br />

Vitotronic 200-H wO via een LON-BUS verbonden. Hierover worden<br />

de verschillende regelgroepen zonder extra installatiekosten<br />

geregeld.<br />

Bij vraag wordt het uit de Vitocrossal 1 komende voorverwarmde<br />

verwarmingswater van de ketelcircuitpomp qQ naar de Vitoplex<br />

gepompt. Daar wordt het naverwarmd en komt weer in de<br />

gemeenschappelijke aanvoerleiding. De ketelcircuitpomp transporteert<br />

de totale waterhoeveelheid van de installatie, die met het<br />

temperatuurverschil voor het configuratiepunt overeenkomt. De<br />

opvoerhoogte van de ketelcircuitpomp komt overeen met de<br />

waterzijdige weerstand van de aanvoeraansluiting via de Vitoplex<br />

tot de terugkeer in de installatieaanvoer.<br />

De Therm-Control van de Vitoplex werkt op de ketelcircuitpomp<br />

en moet tijdens de startfase (bijv. bij inbedrijfstelling of na nachten<br />

weekenduitschakeling) het totale ketelwaterdebiet van de<br />

Vitoplex smoren.<br />

Verwarmingsketels zonder Therm-Control moeten volgens hun<br />

bedrijfsvoorwaarden van retourtemperatuurverhoging worden<br />

voorzien.<br />

Door instelling op de Vitotronic 300-K 5 kandeHR-ketel1 altijd<br />

als hoofdketel worden bestemd. Daardoor is altijd een hoger rendement<br />

gewaarborgd.<br />

Installatiespecifieke codering<br />

Op de Vitotronic 300-K ”3B” op ”3” omzetten – serieschakeling<br />

van de verwarmingsketels met aanvoertemperatuursensor. Op de<br />

Vitotronic 100 van de Vitoplex ”4D” op ”3” omzetten – Therm-Control<br />

op ketelcircuitpomp.<br />

Tapwaterverwarming<br />

Bij een lagere tapwatertemperatuur dan op de boilertemperatuursensor<br />

is ingesteld,qR vindt verwarming plaats als de boilerverwarming<br />

door de tijdschakelklok is vrijgegeven. De<br />

ketelwatertemperatuur wordt tot + 20 K boven de gewenste boilerwatertemperatuur<br />

verhoogd en de circulatiepomp qT voor de boilerverwarming<br />

wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur 7<br />

K boven de boilerwatertemperatuur ligt.<br />

Wanneer de verwarmingscircuits via de Vitotronic 5 worden<br />

geregeld, worden bij voorrang de CV-pompen M2 qO en M3 wE<br />

uitgeschakeld en de mengkleppen M2 wP en M3 wR gesloten.<br />

Verwarmingsfunctie<br />

De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits qU,wQ en wT<br />

wordt overeenkomstig de gebruikte regeling glijdend in relatie tot<br />

de buitentemperatuur ingesteld. De ketelwatertemperatuur wordt<br />

8 K boven de gewenste aanvoertemperatuur geregeld.<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 75<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Hydraulisch installatieschema<br />

Benodigde apparaten<br />

(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />

zie ordner Technische gegevensbladen)<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

1 Verwarmingsketel I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

2 Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 2<br />

3 Aanvoertemperatuursensor VTS<br />

4 Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

5 Vitotronic 300-K zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

6 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

7 Neutraliseringsinrichting (zie ook pagina 41) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

8 Verwarmingsketel II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

9 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

qP Temperatuursensor Therm-Control<br />

qQ Ketelcircuitpomp van installateur<br />

qW Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 9<br />

qE Warmwaterboiler zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

qR Boilertemperatuursensor STS leveringsomvang Vitotronic 300-K<br />

qT Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />

qZ Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />

qU Verwarmingscircuit I van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

qI Aanvoertemperatuursensor M2 (verwarmingscircuit I)<br />

en<br />

wP Mengklepmotor M2 (verwarmingscircuit I)<br />

of<br />

qI – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

76 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

wP Mengklepmotor voor flensmengklep M2 (verwarmingscircuit I) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

qO CV-pomp M2 (verwarmingscircuit I) van installateur<br />

wQ Verwarmingscircuit II van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

wW Aanvoertemperatuursensor M3 (verwarmingscircuit II)<br />

en<br />

wR Mengklepmotor M3 (verwarmingscircuit II)<br />

of<br />

wW – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

wR Mengklepmotor voor flensmengklep M3 (verwarmingscircuit II) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wE CV-pomp M3 (verwarmingscircuit II) van installateur<br />

wT Verwarmingscircuit III (laagtemperatuur-verwarmingscircuit) van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

wZ Aanvoertemperatuursensor M1 (verwarmingscircuit III)<br />

en<br />

wI Mengklepmotor M1 (verwarmingscircuit III)<br />

of<br />

wZ – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

wI Mengklepmotor voor flensmengklep M1 (verwarmingscircuit III) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wU CV-pomp M1 (verwarmingscircuit III) van installateur<br />

wO Vitotronic 200-H<br />

en<br />

zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

Communicatiemodule LON<br />

Accessoires (optioneel)<br />

7172 173<br />

eP Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

eQ Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eW Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />

eE Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />

eR Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eT Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eZ Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

eU Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />

eI Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />

eO Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />

rP Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

rQ Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

rW Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

rE Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />

rR Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

rT Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />

rZ Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />

rU Boilertemperatuursensor STS zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

rI Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang pos. 29<br />

rO Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

tP Draadloze tijdmodule 7450 563<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 77<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Elektrisch installatieschema<br />

78 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 79<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

80 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 81<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

3.7 Toepassingsvoorbeeld 7<br />

Meerketelinstallatie met Vitocrossal- en Vitoplex-verwarmingsketel met 3-weg-mengklep en meerdere<br />

verwarmingscircuits evenals een laagtemperatuur-verwarmingscircuit<br />

Toepassingsgebied<br />

Meerketelinstallatie bestaande uit HR-ketel en laagtemperatuurketel<br />

voor toepassing in verwarmings- en warmwaterinstallaties<br />

evenals luchtbehandelingsinstallaties. De HR-ketel voor de basisbelasting<br />

en de laagtemperatuurketel voor de piekbelasting zijn<br />

hydraulisch in serie aangesloten. De ketelcircuitpomp van de<br />

volgketel transporteert het totale installatiedebiet.<br />

Hoofdcomponenten<br />

& Vitocrossal 200 (87 tot 311 kW) of Vitocrossal 300 (87 tot<br />

978 kW) en Vitoplex 100 (575 tot 1750 kW), Vitoplex 200 (90 tot<br />

560 kW) of Vitoplex 300 (80 tot 1750 kW)<br />

& Vitotronic 100 (type GC1) eenmaal voor elke verwarmingsketel<br />

van de meerketelinstallatie en Vitotronic 300-K (type MW1) eenmaal<br />

voor de meerketelinstallatie of Vitotronic 100 (type GC1)<br />

voor elke verwarmingsketel van een meerketelinstallatie met<br />

schakelkast Vitocontrol en weersafhankelijke regeling of<br />

externe weersafhankelijke cascaderegeling met boilertemperatuurregeling<br />

& 3-weg-mengklep voor de retourtemperatuurverhoging<br />

& Vitotronic 200-H.<br />

Mogelijke toepassingen: Bij verwarmingscircuits met temperatuurverschillen<br />

> 20 K.<br />

Functiebeschrijving<br />

De Vitocrossal 1 (hoofdketel) en de daarop volgende Vitoplex<br />

300 8 werken via het weersafhankelijke regelingssysteem met<br />

glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur en lastafhankelijke<br />

volgordeschakeling – aangestuurd worden tweetraps of modulerende<br />

branders. Door het regelingssysteem dat met de LON-BUS<br />

is verbonden, wordt een ketelwatertemperatuur ingesteld die een<br />

instelbaar verschil boven de hoogste aanvoertemperatuur van het<br />

verwarmingscircuit ligt. De verwarmingsinstallatie kan volgens<br />

een afzonderlijke stooklijn werken.<br />

De Vitocrossal 200 heeft één retouraansluiting. Verwarmingscircuits<br />

met hogere en lagere retourtemperaturen worden via de<br />

retourverzamelaar op de retouraansluiting aangesloten.<br />

De Vitocrossal 300 heeft twee retouraansluitingen. De verwarmingscircuits<br />

qI en wW met hogere retourtemperatuur worden op<br />

de retouraansluiting ”KR 2”, de verwarmingscircuits wZ met de<br />

lagere temperaturen op de retouraansluiting ”KR 1”aangesloten.<br />

In acht nemen: er moet min. 15% van het nominale vermogen op<br />

de retouraansluiting ”KR 1” worden aangesloten.<br />

Bij de Vitocrossal 300 kan door de gescheiden retouraansluitingen<br />

van verwarmingscircuits met hoge en lage retourtemperaturen<br />

een hoog rendement worden bereikt als het grootste gedeelte<br />

van de verbruikers op lage temperaturen werkt.<br />

Bij het regelingssysteem Vitotronic zijn de ketelcircuitregelingen<br />

Vitotronic 100 6 en 9 met de weersafhankelijke cascaderegeling<br />

Vitotronic 300-K 5en de verwarmingscircuitregeling<br />

Vitotronic 200-H eP via een LON-BUS verbonden. Hierover worden<br />

de verschillende regelgroepen zonder extra installatiekosten<br />

geregeld.<br />

Bij vraag wordt het uit de Vitocrossal 1 komende voorverwarmde<br />

verwarmingswater van de ketelcircuitpomp qW naar de Vitoplex8<br />

gepompt. Daar wordt het naverwarmd en komt weer in de<br />

gemeenschappelijke aanvoerleiding. De ketelcircuitpomp transporteert<br />

de totale waterhoeveelheid van de installatie, die met het<br />

temperatuurverschil voor het configuratiepunt overeenkomt. De<br />

opvoerhoogte van de ketelcircuitpomp komt overeen met de<br />

waterzijdige weerstand van de aanvoeraansluiting via de Vitoplex<br />

tot de terugkeer in de installatieaanvoer.<br />

De temperatuursensor T1 qP registreert de retourtemperatuur.<br />

Via de ketelcircuitregeling wordt de 3-weg-mengklep qQ zo aangestuurd<br />

dat de retourtemperatuur niet lager wordt dan het minimum.<br />

Door instelling op de Vitotronic 300-K 5 kandeHR-ketel1 altijd<br />

als hoofdketel worden bestemd. Daardoor is altijd een hoger rendement<br />

gewaarborgd.<br />

Installatiespecifieke codering<br />

Op de Vitotronic 300-K ”3B” op ”3” omzetten – serieschakeling<br />

van de verwarmingsketels met aanvoertemperatuursensor. Op de<br />

Vitotronic 100 van de Vitoplex ”4D” op ”2” omzetten – steekverbinding<br />

sL voor ketelcircuitpomp; ”0C” op ”1” omzetten – verwarmingsketel<br />

met permanente retourtemperatuurverhoging.<br />

Tapwaterverwarming<br />

Bij een lagere tapwatertemperatuur dan op de boilertemperatuursensor<br />

is ingesteld,qT vindt verwarming plaats als de boilerverwarming<br />

door de tijdschakelklok is vrijgegeven. De<br />

ketelwatertemperatuur wordt tot + 20 K boven de gewenste boilerwatertemperatuur<br />

verhoogd en de circulatiepomp qZ voor de boilerverwarming<br />

wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur 7<br />

K boven de boilerwatertemperatuur ligt.<br />

Wanneer de verwarmingscircuits via de Vitotronic 5 worden<br />

geregeld, worden bij voorrang de CV-pompen M2 wP en M3 wR<br />

uitgeschakeld en de mengkleppen M2 wQ en M3 wT gesloten.<br />

Verwarmingsfunctie<br />

De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits qI,wW en wZ<br />

wordt overeenkomstig de gebruikte regeling glijdend in relatie tot<br />

de buitentemperatuur ingesteld. De ketelwatertemperatuur wordt<br />

8 K boven de gewenste aanvoertemperatuur geregeld.<br />

82 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Hydraulisch installatieschema<br />

Benodigde apparaten<br />

(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />

zie ordner Technische gegevensbladen)<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

1 Verwarmingsketel I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

2 Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 2<br />

3 Aanvoertemperatuursensor VTS<br />

4 Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

5 Vitotronic 300-K zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

6 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

7 Neutraliseringsinrichting (zie ook pagina 41) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

8 Verwarmingsketel II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

9 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

qP Temperatuursensor T1<br />

qQ 3-weg-mengklep van installateur<br />

qW Ketelcircuitpomp van installateur<br />

qE Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 9<br />

qR Warmwaterboiler zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

qT Boilertemperatuursensor STS leveringsomvang Vitotronic 300-K<br />

qZ Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />

qU Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />

qI Verwarmingscircuit I van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

qO Aanvoertemperatuursensor M2 (verwarmingscircuit I)<br />

en<br />

wQ Mengklepmotor M2 (verwarmingscircuit I)<br />

of<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 83<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

qO – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

wQ Mengklepmotor voor flensmengklep M2 (verwarmingscircuit I) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wP CV-pomp M2 (verwarmingscircuit I) van installateur<br />

wW Verwarmingscircuit II van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

wE Aanvoertemperatuursensor M3 (verwarmingscircuit II)<br />

en<br />

wT Mengklepmotor M3 (verwarmingscircuit II)<br />

of<br />

wE – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

wT Mengklepmotor voor flensmengklep M3 (verwarmingscircuit II) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wR CV-pomp M3 (verwarmingscircuit II) van installateur<br />

wZ Verwarmingscircuit III (laagtemperatuur-verwarmingscircuit) van installateur<br />

Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />

wU Aanvoertemperatuursensor M1 (verwarmingscircuit III)<br />

en<br />

wO Mengklepmotor M1 (verwarmingscircuit III)<br />

of<br />

wU – Klemtemperatuursensor<br />

of<br />

7183 288<br />

– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />

(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />

en<br />

7450 641<br />

wO Mengklepmotor voor flensmengklep M1 (verwarmingscircuit III) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

wI CV-pomp M1 (verwarmingscircuit III) van installateur<br />

wO Vitotronic 200-H<br />

en<br />

zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

Communicatiemodule LON<br />

Accessoires (optioneel)<br />

7172 173<br />

eQ Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

eW Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eE Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />

eR Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />

eT Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eZ Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

eU Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

eI Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />

eO Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />

rP Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />

rQ Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

rW Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

rE Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

rR Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />

rT Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />

rZ Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />

rU Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />

rI Boilertemperatuursensor STS zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

rO Buitentemperatuursensor ATS zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

tP Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

tW Draadloze tijdmodule 7450 563<br />

84 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Elektrisch installatieschema<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 85<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

86 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 87<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

88 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

3.8 Toepassingsvoorbeeld 8<br />

Installatie met 1 verwarmingsketel en Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

Toepassingsgebied<br />

Verwarmingsinstallaties met gunstige lage retourtemperaturen<br />

voor de condensatiebenutting.<br />

Condensatiebenutting voor gas- en oliestook tot 6600 kW nom.<br />

vermogen van de verwarmingsketel mogelijk.<br />

Hoofdcomponenten<br />

& Vitoplex, Vitorond of Vitomax<br />

& Bijmengpomp voor de retourtemperatuurverhoging<br />

& Vitotrans 300<br />

& Circulatiepomp voor Vitotrans 300 (alleen nodig als de weerstand<br />

voor de CV-pompen te hoog is).<br />

Hydraulisch installatieschema<br />

Benodigde apparaten<br />

(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />

zie ordner Technische gegevensbladen)<br />

Regelingstechnische uitrusting zie ontwerphandleiding ”Vitoplex/<br />

Vitorond/Vitomax” hoofdstuk 3.1 voorbeeld 2.<br />

Functiebeschrijving<br />

De Vitotrans 300 3 moet hydraulisch in serie met de verwarmingsketel<br />

1 worden geïntegreerd. Via de Vitotrans 300 kan<br />

naar keuze een gedeelte van het debiet of het totale debiet van de<br />

installatie worden gestuurd.<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

1 Verwarmingsketel zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

2 Bijmengpomp BP<br />

3 Vitotrans 300 van installateur<br />

4 Circulatiepomp (indien nodig)<br />

5 Hulprelais 7814 681<br />

Overige installatiecomponenten zie toepassingsvoorbeelden 1 tot 7<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 89<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Bedradingsschema<br />

voor de aansluiting van de circulatiepomp van de Vitotrans 300<br />

rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

sÖ Stekker A1 op de Vitotronic 100, Vitotronic 200 resp.<br />

Vitotronic 300<br />

Installatiespecifieke codering<br />

”4C” op ”3” omzetten – steekverbinding sÖA1 voor circulatiepomp<br />

Vitotrans 300.<br />

Bij deze bedrading op de stekker sÖ A1 moeten de alternatieve<br />

functies die mogelijk zijn door de installateur worden gerealiseerd.<br />

90 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

3.9 Toepassingsvoorbeeld 9<br />

Installatie met meerdere verwarmingsketels met Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar op<br />

laagtemperatuur-verwarmingscircuits met bijmengpomp<br />

Toepassingsgebied<br />

Verwarmingsinstallaties met gunstige lage retourtemperaturen<br />

voor de condensatiebenutting.<br />

Condensatiebenutting voor gas- en oliestook tot 6600 kW nom.<br />

vermogen van de verwarmingsketel mogelijk.<br />

Hoofdcomponenten<br />

& Vitoplex, Vitorond of Vitomax<br />

& Bijmengpomp voor de retourtemperatuurverhoging voor elke<br />

verwarmingsketel<br />

Hydraulisch installatieschema<br />

Benodigde apparaten<br />

(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />

zie ordner Technische gegevensbladen)<br />

& Vitotrans 300<br />

& Circulatiepomp voor Vitotrans 300.<br />

Regelingstechnische uitrusting zie ontwerphandleiding ”Vitoplex/<br />

Vitorond/Vitomax” hoofdstuk 3.1 voorbeeld 5.<br />

Functiebeschrijving<br />

De Vitotrans 300 4/qP is hydraulisch op een laagtemperatuurverwarmingscircuit<br />

qE aangesloten. Dit maakt optimale condensatiebenutting<br />

mogelijk. Via de Vitotrans 300 kan naar keuze een<br />

gedeelte van het debiet of het totale debiet van de aangesloten<br />

verwarmingsketels worden gestuurd.<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

1 Verwarmingsketel I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

2 Bijmengpomp BP van installateur<br />

3 Motorafsluitklep van de verwarmingsketel van installateur<br />

4 Vitotrans 300 I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 91<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

5 Circulatiepomp voor Vitotrans 300 (indien nodig) van installateur<br />

6 Motorafsluitklep van de Vitotrans 300 van installateur<br />

7 Verwarmingsketel II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

8 Bijmengpomp BP van installateur<br />

9 Motorafsluitklep van de verwarmingsketel van installateur<br />

qP Vitotrans 300 II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

qQ Circulatiepomp voor Vitotrans 300 (indien nodig) van installateur<br />

qW Motorafsluitklep van de Vitotrans 300 van installateur<br />

qE Laagtemperatuur-verwarmingscircuit van installateur<br />

qR Hulprelais 7814 681<br />

Overige installatiecomponenten zie toepassingsvoorbeelden 1 tot 7<br />

Bedradingsschema<br />

voor de aansluiting van de circulatiepomp en de motorafsluitklep<br />

van de Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar.<br />

sÖ Stekker A1 op de Vitotronic 100<br />

Installatiespecifieke codering<br />

Op elke Vitotronic 100 ”4C” op ”3” omzetten – steekverbinding sÖ<br />

A1 voor circulatiepomp Vitotrans 300.<br />

Bij deze bedrading op de stekker sÖ A1 moeten de alternatieve<br />

functies die mogelijk zijn door de installateur worden gerealiseerd.<br />

92 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

3.10 Toepassingsvoorbeeld 10<br />

Installatie met meerdere verwarmingsketels met Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar op<br />

laagtemperatuur-verwarmingscircuits met ketelcircuitpomp<br />

Toepassingsgebied<br />

Verwarmingsinstallaties met gunstige lage retourtemperaturen<br />

voor de condensatiebenutting.<br />

Condensatiebenutting voor gas- en oliestook tot 6600 kW nom.<br />

vermogen van de verwarmingsketel mogelijk.<br />

Hoofdcomponenten<br />

& Vitoplex, Vitorond of Vitomax<br />

& 3-weg-klep voor de retourtemperatuurverhoging op elke verwarmingsketel<br />

Hydraulisch installatieschema<br />

Benodigde apparaten<br />

(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />

zie ordner Technische gegevensbladen)<br />

& Vitotrans 300<br />

& Circulatiepomp voor Vitotrans 300.<br />

Regelingstechnische uitrusting zie ontwerphandleiding ”Vitoplex/<br />

Vitorond/Vitomax” hoofdstuk 3.1 voorbeeld 5.<br />

Functiebeschrijving<br />

De Vitotrans 300 4/qP is hydraulisch op een laagtemperatuurverwarmingscircuit<br />

qE aangesloten. Dit maakt optimale condensatiebenutting<br />

mogelijk. Via de Vitotrans 300 kan naar keuze een<br />

gedeelte van het debiet of het totale debiet van de aangesloten<br />

verwarmingsketel worden gestuurd.<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

1 Verwarmingsketel I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

2 Ketelcircuitpomp van installateur<br />

3 3-weg-motorklep van installateur<br />

4 Vitotrans 300 I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 93<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

5 Circulatiepomp voor Vitotrans 300 (indien nodig) van installateur<br />

6 Motorafsluitklep van de Vitotrans 300 van installateur<br />

7 Verwarmingsketel II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

8 Ketelcircuitpomp van installateur<br />

9 3-weg-motorklep van installateur<br />

qP Vitotrans 300 II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

qQ Circulatiepomp voor Vitotrans 300 (indien nodig) van installateur<br />

qW Motorafsluitklep van de Vitotrans 300 van installateur<br />

qE Laagtemperatuur-verwarmingscircuit van installateur<br />

qR Hulprelais 7814 681<br />

Overige installatiecomponenten zie toepassingsvoorbeelden 1 tot 7<br />

Bedradingsschema<br />

voor de aansluiting van de circulatiepomp van de Vitotrans 300<br />

rookgas-/water-warmtewisselaar<br />

sÖ Stekker A1 op de Vitotronic 100<br />

Installatiespecifieke codering<br />

Op elke Vitotronic 100 ”4C” op ”3” omzetten – stekker sÖ A1 voor<br />

circulatiepomp Vitotrans 300.<br />

Bij deze bedrading op de stekker sÖ A1 moeten de alternatieve<br />

functies die mogelijk zijn door de installateur worden gerealiseerd.<br />

94 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

3.11 Tapwaterverwarming met het boilerlaadsysteem<br />

Het boilerlaadsysteem van <strong>Viessmann</strong> is een combinatie van een<br />

boiler Vitocell 100-L 8 en een HydroTap warmtewisselaarset 3.<br />

Het boilerlaadsysteem voor de tapwaterverwarming wordt bij<br />

voorkeur gebruikt bij:<br />

& Grote boilervolumes met in tijd verschoven laad- en aftaptijden,<br />

bijv. waterafname op piektijden in scholen, sporthallen, ziekenhuizen,<br />

kazernes, gebouwen met een sociale functies enz.<br />

& Bij verwarmingscircuits waarvoor lage retourtemperaturen zijn<br />

vereist of waarbij de retourtemperaturen begrensd zijn, bijv.<br />

warmtetransport over lange afstand of HR-ketels. Door de grote<br />

spreiding aan tapwaterzijde wordt aan verwarmingswaterzijde<br />

een lage retourtemperatuur ingesteld; deze omstandigheid<br />

komt een hoog condensatiepercentage bij het gebruik van de<br />

condensatietechniek ten goede.<br />

Hydraulisch installatieschema<br />

Benodigde apparaten<br />

(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />

zie ordner Technische gegevensbladen)<br />

& Bij kortstondig hoge piekbelastingen, d.w.z. grote tapvolumes<br />

en verschillende naverwarmingstijden, bijv. tapwaterverwarming<br />

in overdekte zwembaden, sporthallen, industriële gebouwen<br />

enz.<br />

& Bij beperkte ruimte, omdat het boilerlaadsysteem een grote<br />

capaciteit kan overdragen.<br />

Het boilerlaadsysteem kan door een Vitotronic 100, 200, 300,<br />

300-K of 200-H 2 worden geregeld.<br />

A Vitocell 100-L<br />

B HydroTap (warmtewisselaarset)<br />

C Verwarmingsketel<br />

Pos. Naam Bestelnr.<br />

1 Verwarmingsketel zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

2 Vitotronic leveringsomvang ketel, pos. 1<br />

3 HydroTap (warmtewisselaarset) en menggroep(voor HydroTap) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

4 Primaire pomp boilerlaadsysteem van installateur<br />

5 3-weg-klep HydroTap zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

6 Secundaire pomp in het boilerlaadsysteem leveringsomvang HydroTap, pos. 3<br />

7 Temperatuursensor HydroTap zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

8 Warmwaterboiler zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

9 Boilertemperatuursensor STS, onder leveringsomvang Vitotronic 200 en<br />

300<br />

of<br />

7450 633 bij Vitotronic 100<br />

9 Boilertemperatuursensor STS, boven zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />

qQ Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />

Overige installatiecomponenten zie toepassingsvoorbeelden 1 tot 7<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 95<br />

3


3<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

Elektrisch installatieschema<br />

Installatiespecifieke codering op de Vitotronic 1<br />

”4C ”op ”1” omzetten – gebruik van de steekverbinding sÖ als primaire<br />

pomp voor warmtewisselaarset. ”4E ”op ”1” omzetten –<br />

gebruik van de uitgang gS als primaire regeling voor warmtewisselaarset.<br />

”55” op ”3 ”omzetten – gebruik van de boilertemperatuurregeling<br />

voor warmtewisselaarset.<br />

Opmerking<br />

De regeling van het boilerlaadsysteem kan met de Vitotronic 100,<br />

200, 300 of 300-K plaatsvinden.<br />

Als geen van deze regelingen aanwezig is of als er meerdere boilerlaadsystemen<br />

zijn, kan de regeling ook met een mengklepregeling<br />

van Vitotronic 200-H (type HK1W, HK1S, HK3W of HK3S)<br />

plaatsvinden.<br />

Bij de regeling van het boilerlaadsysteem met de Vitotronic 100,<br />

type GC1 of Vitotronic 200-H moet een boilertemperatuursensor<br />

extra worden besteld.<br />

Bij installaties met meerdere ketels vindt de regeling van het boilerlaadsysteem<br />

plaats met de Vitotronic 300-K.<br />

96 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />

3.12 Aanwijzingen voor de toepassingsvoorbeelden<br />

Toepassingsvoorbeelden 3 tot 7 (meerketelinstallaties)<br />

De regeling van de warmtewisselaarset HydroTap vindt plaats met<br />

de Vitotronic 300-K.<br />

Aanwijzingen voor regelingen<br />

4.1 Extra functies voor installaties met 1 ketel met Vitotronic 200, type GW1 of<br />

Vitotronic 300, type GW2<br />

Stekker aVD<br />

A Externe werkingsprogramma-omschakeling/Mengklep ”Open”<br />

B Extern blokkeren/Mengklep ”Dicht”<br />

A en B zijn spanningsloze contacten.<br />

Externe werkingsprogramma-omschakeling/Mengklep<br />

”Open”<br />

Door sluiten van het contact A kan het handmatig gekozen werkingsprogramma<br />

worden gewijzigd of de aangesloten mengkleppen<br />

worden geopend.<br />

Bij coderadres ”9A” kan de externe functie Mengklep ”Open” aan<br />

de verwarmingscircuits worden toegekend.<br />

Bij codeeradres ”91” kan de externe werkingsprogrammaomschakeling<br />

aan de verwarmingscircuits worden toegekend.<br />

Werkingsprogramma's<br />

Symbool Betekenis<br />

9 Ruimteverwarming uit en warm water uit<br />

w Ruimteverwarming uit en warm water aan<br />

rw Ruimteverwarming aan en warm water aan<br />

Afhankelijk van de instelling bij codeeradres ”d5” kaninalledrie<br />

handmatig instelbare werkingsprogramma's 9, w, rw (contact<br />

open) naar 9 of naar rw worden omgeschakeld (contact gesloten).<br />

Extern blokkeren/Mengklep ”Dicht”<br />

Sluiten van het contact B veroorzaakt regeluitschakeling van de<br />

brander resp. sluiten van de mengklep.<br />

Bij codeeradres ”99” wordt ingesteld op welke verwarmingscircuits<br />

de functie extern blokkeren resp. mengklep ”Dicht” werkt.<br />

Opmerking<br />

Tijdens de regeluitschakeling resp. mengklep ”Dicht” is er geen<br />

vorstbescherming voor de betreffende verwarmingsketel resp.<br />

verwarmingscircuits. Er wordt geen laagste ketelwatertemperatuur<br />

resp.aanvoertemperatuur aangehouden.<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 97<br />

4


4<br />

Aanwijzingen voor regelingen (vervolg)<br />

Stekker aVH<br />

A Extern omschakelen getrapte/modulerende brander<br />

B Externe vraag<br />

A en B zijn spanningsloze contacten.<br />

Externe vraag<br />

Door sluiten van het contact B wordt de brander van de verwarmingsketel<br />

lastafhankelijk ingeschakeld.<br />

De begrenzing van ketelwatertemperatuur vindt plaats via de<br />

ingestelde max. ketelwatertemperatuur resp. via de mechanische<br />

temperatuurregelaar.<br />

Bij codeeradres ”9b” wordt de gewenste waarde ingesteld.<br />

Extern omschakelen getrapte/modulerende brander<br />

& Contact A open:<br />

modulerende werking<br />

& Contact A gesloten:<br />

tweetraps werking<br />

Codeeradres ”02” overeenkomstig instellen.<br />

4.2 Extra functies voor installaties met meerdere ketels met Vitotronic 300-K en<br />

Vitotronic 100, type GC1 via LON<br />

Stekker aVD en aVH op Vitotronic 300-K<br />

A Externe werkingsprogramma-omschakeling/Mengklep ”Open”<br />

B Extern blokkeren/Mengklep ”Dicht”<br />

C Externe vraag<br />

A, B en C zijn spanningsloze contacten.<br />

Externe werkingsprogramma-omschakeling/Mengklep<br />

”Open”<br />

Door sluiten van het contact A kan het handmatig gekozen werkingsprogramma<br />

worden gewijzigd of de aangesloten mengkleppen<br />

worden geopend.<br />

Bij coderadres ”9A” kan de externe functie Mengklep ”Open” aan<br />

de verwarmingscircuits worden toegekend.<br />

Bij codeeradres ”91” kan de externe werkingsprogrammaomschakeling<br />

aan de verwarmingscircuits worden toegekend.<br />

Werkingsprogramma's<br />

Symbool Betekenis<br />

9 Ruimteverwarming uit en warm water uit<br />

w Ruimteverwarming uit en warm water aan<br />

rw Ruimteverwarming aan en warm water aan<br />

Afhankelijk van de instelling bij codeeradres ”d5” kaninalledrie<br />

handmatig instelbare werkingsprogramma's 9, w, rw (contact<br />

open) naar 9 of naar rw worden omgeschakeld (contact gesloten).<br />

Extern blokkeren/Mengklep ”Dicht”<br />

Sluiten van het contact B veroorzaakt regeluitschakeling van de<br />

brander resp. sluiten van de mengklep.<br />

Bij codeeradres ”99” wordt ingesteld op welke verwarmingscircuits<br />

de functie extern blokkeren resp. mengklep ”Dicht” werkt.<br />

Opmerking<br />

Tijdens de regeluitschakeling resp. mengklep ”Dicht” is er geen<br />

vorstbescherming voor de betreffende verwarmingsketel resp.<br />

verwarmingscircuits. Er wordt geen laagste ketelwatertemperatuur<br />

resp.aanvoertemperatuur aangehouden.<br />

Externe vraag<br />

Door sluiten van het contact C wordt de brander van de verwarmingsketel(s)<br />

lastafhankelijk ingeschakeld.<br />

De begrenzing van ketelwatertemperatuur vindt plaats via de<br />

ingestelde max. ketelwatertemperatuur resp. via de mechanische<br />

temperatuurregelaar.<br />

Bij codeeradres ”9b” wordt de gewenste waarde ingesteld.<br />

98 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Aanwijzingen voor regelingen (vervolg)<br />

Stekker aVD op Vitotronic 100, type GC1<br />

A Verwarmingsketel blokkeren<br />

B Verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste inschakelen<br />

A en B zijn spanningsloze contacten.<br />

Verwarmingsketel blokkeren<br />

& Contact A gesloten:<br />

De verwarmingsketel is geblokkeerd en wordt uit de ketelvolgorde<br />

genomen, d.w.z. smoorklep resp. 3-weg-mengklep voor de<br />

constante retourtemperatuurregeling wordt gesloten, bijmengof<br />

ketelcircuitpomp wordt uitgeschakeld. De warmtevoorziening<br />

moet door de overige verwarmingsketels plaatsvinden.<br />

Opmerking<br />

Wanneer alle verwarmingsketels geblokkeerd zijn of geen overige<br />

verwarmingsketels beschikbaar zijn, is er geen vorstbescherming<br />

voor de verwarmingsinstallatie.<br />

& Contact A geopend:<br />

De verwarmingsketel wordt weer in de actuele ketelvolgorde<br />

geplaatst.<br />

Verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste<br />

inschakelen<br />

& Contact B gesloten:<br />

Verwarmingsketel wordt in de ketelvolgorde als laatste ingeschakeld.<br />

De overige verwarmingsketels nemen de warmtevoorziening<br />

van de verwarmingsinstallatie over.<br />

Wanneer de capaciteit van de overige verwarmingsketel onvoldoende<br />

is, wordt de verwarmingsketel ingeschakeld.<br />

& Contact B geopend:<br />

De verwarmingsketel wordt weer in de actuele ketelvolgorde<br />

geplaatst.<br />

4.3 Aansluiting van lokale regelingen op de Vitotronic 100, type GC1 bij installaties<br />

met 1 ketel<br />

Werking met tweetraps brander<br />

A 1. brandertrap ”Aan”<br />

B 2. brandertrap ”Aan”<br />

C Extern lastafhankelijk inschakelen<br />

A, B en C zijn spanningsloze contacten van de bovenliggende<br />

regeling.<br />

Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />

Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />

& Contact gesloten:<br />

De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />

De 2. brandertrap wordt alleen voor handhaving van de minimumtemperatuur<br />

ingeschakeld.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />

van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />

Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />

”R” is ingesteld.<br />

& Contact geopend:<br />

De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />

Externe branderinschakeling - 1. en 2. brandertrap<br />

Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVD<br />

& Contact gesloten:<br />

Beide brandertrappen worden ingeschakeld.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />

van de maximumtemperatuur begrensd als deze onder de<br />

mechanische temperatuurregelaar ”R” is ingesteld.<br />

De 2. brandertrap wordt 2 K eerder uitgeschakeld.<br />

& Contact geopend:<br />

De 1. en 2. brandertrap worden uitgeschakeld.<br />

Extern lastafhankelijk inschakelen<br />

Met het sluiten van het spanningsloze contact tussen de klemmen<br />

”2” en ”3” op de steekverbinding aVH wordt de brander van de verwarmingsketel<br />

lastafhankelijk ingeschakeld.<br />

De verwarmingsketel werkt constant op de ingestelde gewenste<br />

temperatuur.<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 99<br />

4


4<br />

Aanwijzingen voor regelingen (vervolg)<br />

De begrenzing van ketelwatertemperatuur vindt plaats via de<br />

ingestelde max. ketelwatertemperatuur resp. via de mechanische<br />

temperatuurregelaar.<br />

De gewenste waarde wordt via de codering ”9b” ingesteld.<br />

Instellingen op de Vitotronic 100<br />

& Codering ”01:1” (bij levering)<br />

& De ketelwatertemperatuur moet op de laagste waarde (zie<br />

bedrijfsvoorwaarden, pagina 6) worden ingesteld.<br />

De verwarmingsketel wordt op de vereiste minimumtemperatuur<br />

(zie bedrijfsvoorwaarden, pagina 6) gehouden.<br />

& De boilertemperatuurregeling wordt geactiveerd als de boilertemperatuursensor<br />

wordt aangesloten.<br />

& De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />

overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met<br />

de veiligheidstechnische inrichtingen volgens NEN EN 12828<br />

afhankelijk.<br />

Bedrijf met modulerende brander<br />

A Stekker naar de regeling<br />

B 1. brandertrap (basisbelasting) ”Aan”<br />

C Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar)<br />

D Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar)<br />

E Stekker naar de brander<br />

Kleurenlegende volgens DIN IEC 60757<br />

BK zwart<br />

BN bruin<br />

BU blauw<br />

Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

110 °C 100 °C<br />

Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />

Codering voor de elektronische<br />

maximumtemperatuurbegrenzer<br />

van de Vitotronic 100<br />

Codering ”06”<br />

95 °C 85 °C<br />

Maximumtemperatuur van de<br />

lokale regeling<br />

90 °C 80 °C<br />

Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />

Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />

& Contact gesloten:<br />

De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />

De 2. brandertrap wordt alleen voor handhaving van de minimumtemperatuur<br />

ingeschakeld.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />

van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />

Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />

”R” is ingesteld.<br />

& Contact geopend:<br />

De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />

Aansluiting modulerende brander:<br />

& 1. brandertrap fA van Vitotronic 100<br />

& Stekker lÖ van Vitotronic 100 via modulatieregelaar (lokaal)<br />

naar de stekker lÖ op de brander.<br />

& Op de bovenliggende regeling met modulatieregelaar de minimumtemperaturen<br />

5 K boven de laagste ketelwatertemperatuur<br />

van de verwarmingsketel, zie bedrijfsvoorwaarden, instellen.<br />

Instellingen op de Vitotronic 100<br />

& Codering ”01:1” (bij levering)<br />

& De ketelwatertemperatuur moet op de laagste waarde (zie<br />

bedrijfsvoorwaarden, pagina 6) worden ingesteld.<br />

De verwarmingsketel wordt op de vereiste minimumtemperatuur<br />

(zie bedrijfsvoorwaarden, pagina 6) gehouden.<br />

& De boilertemperatuurregeling wordt geactiveerd als de boilertemperatuursensor<br />

wordt aangesloten.<br />

& De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />

overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met<br />

de veiligheidstechnische inrichtingen volgens NEN EN 12828<br />

afhankelijk.<br />

Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

110 °C 100 °C<br />

Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />

Codering voor de elektronische<br />

maximumtemperatuurbegrenzer<br />

van de Vitotronic 100<br />

Codering ”06”<br />

95 °C 85 °C<br />

Maximumtemperatuur van de<br />

lokale regeling<br />

90 °C 80 °C<br />

100 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Aanwijzingen voor regelingen (vervolg)<br />

4.4 Schakeling ketelvolgorde met lokale cascaderegeling — Aansluitingen op de<br />

Vitotronic 100, type GC1<br />

Werking met tweetraps brander<br />

A 1. brandertrap ”Aan”<br />

B 2. brandertrap ”Aan”<br />

C Extern lastafhankelijk inschakelen<br />

A, B en C zijn spanningsloze contacten van de bovenliggende<br />

regeling.<br />

Bij aansluiting van een externe regeling zijn de aansluitingen op<br />

stekkers aVD en aVH nodig. De boilertemperatuurregeling en de<br />

lastafhankelijke cascadeschakeling moeten via de externe regeling<br />

plaatsvinden.<br />

Opmerking<br />

Bij installaties met meerdere ketels is het contact ketelvrijgave<br />

beslist vereist.<br />

Bij de hoofdketel moet het contact permanent gesloten zijn.<br />

Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />

Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />

& Contact gesloten:<br />

De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />

De 2. brandertrap wordt alleen voor handhaving van de minimumtemperatuur<br />

ingeschakeld.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />

van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />

Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />

”R” is ingesteld.<br />

& Contact geopend:<br />

De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />

Externe branderinschakeling - 1. en 2. brandertrap<br />

Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVD<br />

& Contact gesloten:<br />

Beide brandertrappen worden ingeschakeld.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />

van de maximumtemperatuur begrensd als deze onder de<br />

mechanische temperatuurregelaar ”R” is ingesteld.<br />

De 2. brandertrap wordt 2 K eerder uitgeschakeld.<br />

& Contact geopend:<br />

De 1. en 2. brandertrap worden uitgeschakeld.<br />

Ketelvrijgave, smoorklep<br />

Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVH<br />

& Contact gesloten:<br />

Eerst wordt de voorwarmfunctie voor volgketels geactiveerd.<br />

Na afloop van de voorwarmfunctie wordt de minimumtemperatuur<br />

van de verwarmingsketel aangehouden en kunnen de brandertrappen<br />

extern worden geschakeld.<br />

& Contact geopend:<br />

De smoorklep wordt na ca. 5 min gesloten.<br />

Extern inschakelen van de brandertrappen is niet mogelijk, er<br />

wordt geen minimumtemperatuur aangehouden.<br />

Instellingen op de Vitotronic 100<br />

Codering ”01:3”.<br />

De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />

overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met de<br />

veiligheidstechnische inrichtingen volgens NEN EN 12828 afhankelijk.<br />

Veiligheidstemperatuurbegrenzer 110 °C 100 °C<br />

Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />

Codering voor de elektronische maximumtemperatuurbegrenzer<br />

van de<br />

Vitotronic 100<br />

Codering ”06”<br />

95 °C 85 °C<br />

Maximumtemperatuur van de lokale<br />

regeling<br />

90 °C 80 °C<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 101<br />

4


4<br />

Aanwijzingen voor regelingen (vervolg)<br />

Bedrijf met modulerende brander op de Vitocrossal<br />

A Stekker naar de regeling<br />

B Ketelvrijgave, smoorklep open of dicht<br />

C 1. brandertrap (basisbelasting) ”Aan”<br />

D Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar)<br />

E Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar)<br />

F Stekker naar de brander<br />

Kleurenlegende volgens DIN IEC 60757<br />

BK zwart<br />

BN bruin<br />

BU blauw<br />

Bij aansluiting van een externe regeling zijn de aansluitingen op<br />

stekkers aVD en aVH nodig. De boilertemperatuurregeling en de<br />

lastafhankelijke cascadeschakeling moeten via de externe regeling<br />

plaatsvinden.<br />

Opmerking<br />

Bij installaties met meerdere ketels is het contact ketelvrijgave<br />

beslist vereist.<br />

Bij de hoofdketel moet het contact permanent gesloten zijn.<br />

Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />

Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />

& Contact gesloten:<br />

De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />

De modulatie (vollast) wordt alleen voor handhaving van de<br />

minimumtemperatuur ingeschakeld.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />

van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />

Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />

”R” is ingesteld.<br />

& Contact geopend:<br />

De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />

Externe branderinschakeling - 1. en 2. brandertrap<br />

Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVD<br />

& Contact gesloten:<br />

Beide brandertrappen worden ingeschakeld.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />

van de maximumtemperatuur begrensd als deze onder de<br />

mechanische temperatuurregelaar ”R” is ingesteld.<br />

De 2. brandertrap wordt 2 K eerder uitgeschakeld.<br />

& Contact geopend:<br />

De 1. en 2. brandertrap worden uitgeschakeld.<br />

Aansluiting modulerende brander:<br />

& 1. brandertrap fA van Vitotronic 100<br />

& Stekker lÖ van Vitotronic 100 via modulatieregelaar (lokaal)<br />

naar de stekker lÖ op de brander.<br />

& Op de bovenliggende regeling met modulatieregelaar de minimumtemperaturen<br />

5 K boven de laagste ketelwatertemperatuur<br />

van de verwarmingsketel, zie bedrijfsvoorwaarden, instellen.<br />

Ketelvrijgave, smoorklep<br />

Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVH<br />

& Contact gesloten:<br />

Eerst wordt de voorwarmfunctie voor volgketels geactiveerd.<br />

Na afloop van de voorwarmfunctie wordt de minimumtemperatuur<br />

van de verwarmingsketel aangehouden en kunnen de brandertrappen<br />

extern worden geschakeld.<br />

& Contact geopend:<br />

De smoorklep wordt na ca. 5 min gesloten.<br />

Extern inschakelen van de brandertrappen is niet mogelijk, er<br />

wordt geen minimumtemperatuur aangehouden.<br />

Instellingen op de Vitotronic 100<br />

Codering ”01:3”.<br />

De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />

overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met de<br />

veiligheidstechnische inrichtingen volgens NEN EN 12828 afhankelijk.<br />

Veiligheidstemperatuurbegrenzer 110 °C 100 °C<br />

Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />

Codering voor de elektronische maximumtemperatuurbegrenzer<br />

van de<br />

Vitotronic 100<br />

Codering ”06”<br />

95 °C 85 °C<br />

Maximumtemperatuur van de lokale<br />

regeling<br />

90 °C 80 °C<br />

102 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Aanwijzingen voor regelingen (vervolg)<br />

Bedrijf met modulerende brander op de laagtemperatuur-verwarmingsketel<br />

A Stekker naar de regeling<br />

B Extern lastafhankelijk inschakelen<br />

C 1. brandertrap (basisbelasting) ”Aan”<br />

D Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar)<br />

E Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar)<br />

F Stekker naar de brander<br />

Kleurenlegende volgens DIN IEC 60757<br />

BK zwart<br />

BN bruin<br />

BU blauw<br />

Bij aansluiting van een externe regeling zijn de aansluitingen op<br />

stekkers aVD en aVH nodig. De boilertemperatuurregeling en de<br />

lastafhankelijke cascadeschakeling moeten via de externe regeling<br />

plaatsvinden.<br />

Opmerking<br />

Bij installaties met meerdere ketels is het contact ketelvrijgave<br />

beslist vereist.<br />

Bij de hoofdketel moet het contact permanent gesloten zijn.<br />

Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />

Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />

& Contact gesloten:<br />

De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />

De modulatie (vollast) wordt alleen voor handhaving van de<br />

minimumtemperatuur ingeschakeld.<br />

De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />

van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />

Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />

”R” is ingesteld.<br />

& Contact geopend:<br />

De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />

Aansluiting modulerende brander:<br />

& 1. brandertrap fA van Vitotronic 100<br />

& Stekker lÖ van Vitotronic 100 via modulatieregelaar (lokaal)<br />

naar de stekker lÖ op de brander.<br />

& Op de bovenliggende regeling met modulatieregelaar de minimumtemperaturen<br />

5 K boven de laagste ketelwatertemperatuur<br />

van de verwarmingsketel, zie bedrijfsvoorwaarden, instellen.<br />

Ketelvrijgave, smoorklep<br />

Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVH<br />

& Contact gesloten:<br />

Eerst wordt de voorwarmfunctie voor volgketels geactiveerd.<br />

Na afloop van de voorwarmfunctie wordt de minimumtemperatuur<br />

van de verwarmingsketel aangehouden en kunnen de brandertrappen<br />

extern worden geschakeld.<br />

& Contact geopend:<br />

De smoorklep wordt na ca. 5 min gesloten.<br />

Extern inschakelen van de brandertrappen is niet mogelijk, er<br />

wordt geen minimumtemperatuur aangehouden.<br />

Instellingen op de Vitotronic 100<br />

Codering ”01:3”.<br />

De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />

overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met de<br />

veiligheidstechnische inrichtingen volgens NEN EN 12828 afhankelijk.<br />

Veiligheidstemperatuurbegrenzer 110 °C 100 °C<br />

Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />

Codering voor de elektronische maximumtemperatuurbegrenzer<br />

van de<br />

Vitotronic 100<br />

Codering ”06”<br />

95 °C 85 °C<br />

Maximumtemperatuur van de lokale<br />

regeling<br />

90 °C 80 °C<br />

4.5Functiesincombinatiemet functie-uitbreiding 0 – 10 V (accessoires)<br />

Functies<br />

Vitotronic<br />

100 200 300 300-K 200-H<br />

0 – 10-V-ingang aVF<br />

Instelling van een extra gewenste ketelwatertemperatuur<br />

en<br />

x x x x –<br />

Ketelvrijgave in meerketelinstallaties x – – – –<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 103<br />

4


4<br />

Aanwijzingen voor regelingen (vervolg)<br />

Vitotronic<br />

100 200 300 300-K 200-H<br />

Schakeluitgang aBJ (spanningsloos contact)<br />

Nachtcontact (roor de signalering van de verlaagde werking en het<br />

schakelen van de CV-pomp op lager toerental)<br />

of<br />

– x x x x<br />

Schakelen van een toevoerpomp – – – – x<br />

Functie-uitbreiding in installaties met 1 ketel<br />

Instelling extra gewenste waarde (0 - 10 V-ingang aVF)<br />

Ketelcircuitregeling Functie<br />

Vitotronic 200<br />

Vraag van de regelwerking van de Vitotronic<br />

of<br />

0 – 10 V-bijschakeling geeft extra gewenste waarde<br />

Vitotronic 300<br />

of<br />

Vitotronic 100 (codering ”01:1”)<br />

Functie-uitbreiding in meerketelinstallaties<br />

Instelling extra gewenste waarde (0 - 10 V-ingang aVF)<br />

Ketelcircuitregeling Functie<br />

Vitotronic 100<br />

Vraag van de regelwerking van de Vitotronic<br />

en<br />

0 – 10 V-bijschakeling geeft extra gewenste waarde<br />

Vitotronic 300-K<br />

Functie-uitbreiding op Vitotronic 300-K aansluiten<br />

Meerketelinstallatie met cascade van derden<br />

Vitotronic 100 (codering ”01:3”)<br />

Ketelcircuitregeling via 0 - 10-V-bijschakeling<br />

met vrijgave via 0 – 10 V-signaal<br />

0tot1V<br />

Functie-uitbreiding op Vitotronic 100 aansluiten<br />

– Verwarmingsketel geblokkeerd<br />

– Smoorklep dicht<br />

– Ketelcircuit- resp. bijmengpomp uit<br />

1 tot 10 V<br />

– Temperatuurinstelling voor verwarmingsketel<br />

– Verwarmingsketel vrijgegeven, wordt op minimumtemperatuur<br />

gehouden<br />

– Smoorklep open<br />

– Ketelcircuit- resp. bijmengpomp vrijgegeven<br />

Vitotronic 100<br />

met 0 - 10 V-signaal en vrijgave via schakeluitgang aVH<br />

Functie-uitbreiding op Vitotronic 100 aansluiten<br />

Opmerking<br />

Bij de hoofdketel moet de spanning meer dan 1 V zijn.<br />

Verwarmingsketel is vrijgegeven, de minimumtemperatuur wordt<br />

aangehouden<br />

1 - 10 V extra temperatuurinstelling<br />

Opmerking<br />

Bij de hoofdketel moet het contact permanent gesloten zijn.<br />

4.6 Functies in combinatie met stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen<br />

(accessoires)<br />

Er kunnen meerdere extra veiligheidsinrichtingen worden aangesloten:<br />

& Laagwaterstandbeveiliging<br />

& Minimaalpressostaat<br />

& Maximaalpressostaat<br />

& Extra veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

& Externe uitschakeling branderregeling<br />

& Externe brandervraag (1. trap)<br />

& 3 externe storingsmeldingen (bijv. pomp of neutraliseringsinrichting).<br />

De stekkeradapter maakt de weergave van de storing in de bijbehorende<br />

regeling en doorgifte via communicatietechniek aan<br />

mobiele telefoon, telefax of centrale mogelijk.<br />

De betreffende storing kan in volle tekst worden getoond.<br />

104 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

Aanwijzingen voor regelingen (vervolg)<br />

4.7 Bijschakeling van lokale regelapparaten via LON<br />

De Vitotronic-regelingen beschikken over een open, gestandaardiseerde<br />

poort ”LON” (Local Operating Network).<br />

Dit universeel inzetbare, decentrale netwerk voor automatisering<br />

in gebouwen maakt behalve de communicatie van de Vitotronicregelingen<br />

onderling de bijschakeling van lokale systemen en<br />

apparaten van derden mogelijk.<br />

Zo kunnen bijv. regelingen voor afzonderlijke ruimtes of gebouwbeheersystemen<br />

direct op Vitotronic-regelingen worden aangesloten.<br />

Wijzigingen, uitbreidingen en onderhoudswerkzaamheden zijn<br />

altijd tijdens bedrijf mogelijk.<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 105<br />

4


4<br />

Index (vervolg)<br />

A<br />

Aansluiting modulerende brander ....................... 100, 102-103<br />

Aanwijzingen voor regelingen .......................................... 97<br />

B<br />

Bedrijfsvoorwaarden ........................................................ 6<br />

Bepalingen .................................................................. 41<br />

Blokkeren extern ....................................................... 97-98<br />

Bouwtechnische goedkeuring .......................................... 22<br />

Bouwtechnische keuringsprocedure .................................. 42<br />

Buisdiameter (rookgas) .................................................. 29<br />

Buislengten (rookgas) .................................................... 29<br />

C<br />

Cascade van derden .................................................... 104<br />

Condenswater .............................................................. 40<br />

Configuratie ................................................................. 11<br />

Corrosie aan waterzijde (vermijding) .................................. 40<br />

D<br />

Divicon verwarmingscircuit-verdeling ................................. 14<br />

E<br />

Expansievaten ............................................................. 12<br />

Extern blokkeren ....................................................... 97-98<br />

Extern lastafhankelijk inschakelen ................................ 98-99<br />

Extern omschakelen getrapte/modulerende brander .............. 98<br />

Externe branderinschakeling ..................................... 99-103<br />

Externe vraag ............................................................... 98<br />

Externe werkingsprogramma-omschakeling .................... 97-98<br />

Extra functies ........................................................... 97-98<br />

F<br />

Functie-uitbreiding ...................................................... 103<br />

G<br />

Geluiddemping ............................................................. 38<br />

getrapte/modulerende brander ......................................... 98<br />

Gewenste ketelwatertemperatuur ................................... 103<br />

Goedkeuringsbewijs ...................................................... 22<br />

H<br />

Hydraulische systeembuizen (toebehoren) .......................... 14<br />

I<br />

Inschakelen lastafhankelijk ......................................... 98-99<br />

Installatie met 1 ketel ..................................................... 99<br />

Installatieruimte ............................................................ 10<br />

Instelling extra gewenste waarde .................................... 104<br />

Instelling van een extra gewenste ketelwatertemperatuur ..... 103<br />

K<br />

Ketelcircuitpomp ........................................................... 13<br />

Ketelcircuitregelingen ...................................................... 6<br />

Ketelvolgorde ............................................................... 99<br />

Ketelvrijgave ........................................................ 101-103<br />

Ketelvrijgave in meerketelinstallatie ................................ 103<br />

L<br />

Laagste ketelwatertemperatuur .......................................... 6<br />

Laagwaterstandbeveiliging ....................................... 15, 104<br />

Levering ..................................................................... 10<br />

Lokale regeling ...................................................... 99, 101<br />

Luchtgeluidsisolatie ....................................................... 39<br />

M<br />

Maximaalpressostaat ................................................... 104<br />

Maximale drukbegrenzing ............................................... 15<br />

Meerketelinstallatie ..................................................... 101<br />

Mengklep open ......................................................... 97-98<br />

Minimaalpressostaat .................................................... 104<br />

Minimale drukbegrenzing ................................................ 15<br />

Modulerende brander ....................................... 100, 102-103<br />

N<br />

Nachtcontact .............................................................. 104<br />

Neutralisering .............................................................. 40<br />

Normrendement .............................................................. 5<br />

O<br />

Ontlastpot ................................................................... 15<br />

Opstelling .................................................................... 10<br />

P<br />

Prefab rookgasverzamelleiding ........................................ 14<br />

R<br />

Regelingen .................................................................. 97<br />

Rendementsverhoging ..................................................... 8<br />

Rookgasinstallatie .................................................... 18, 20<br />

Rookgassysteem ..................................................... 21, 31<br />

Rookgasverzamelleiding ............................................ 14, 37<br />

S<br />

Schakelen van een toevoerpomp .................................... 104<br />

Schakeluitgang ........................................................... 104<br />

Smoorklep ........................................................... 101-103<br />

Stekker aVD ............................................................. 97-99<br />

Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen ............ 104<br />

Stookverordening .......................................................... 10<br />

Storingsmeldingen extern ............................................. 104<br />

Systeemaccessoires ...................................................... 14<br />

T<br />

Tweetraps brander ................................................. 99, 101<br />

V<br />

Veiligheidsklep ............................................................. 15<br />

Veiligheidstemperatuur ................................................... 12<br />

Veiligheidstemperatuurbegrenzer extra ............................ 104<br />

Veiligheidsvoorschriften ................................................. 41<br />

Verbrandingslucht ......................................................... 10<br />

Vermogensgrenzen ....................................................... 11<br />

Verplaatsing ................................................................ 10<br />

Verwarmingscircuit-verdeling ........................................... 14<br />

Verwarmingsketel blokkeren ............................................ 99<br />

Verwarmingswater, eisen aan het ...................................... 39<br />

W<br />

Werkingsprogramma-omschakeling .............................. 97-98<br />

106 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />

5819 198-6 NL


5819 198-6 NL<br />

VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 107


Technische wijzigingen voorbehouden.<br />

198-6 NLGedrukt op milieuvriendelijk,<br />

chloorvrij gebleekt papier<br />

<strong>Viessmann</strong> Nederland B.V.<br />

Postbus 322<br />

2900 AH Capelle a/d IJssel<br />

Tel. : 010-458 44 44<br />

Fax : 010-458 70 72<br />

e-mail : info@viessmann.nl<br />

www.viessmann.com5819 108 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!