VIESMANN - Viessmann
VIESMANN - Viessmann
VIESMANN - Viessmann
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Opbergen:<br />
Ordner Vitotec Ontwerphandleiding,<br />
register 4<br />
<strong>VIESMANN</strong><br />
Ontwerphandleiding<br />
VITOCROSSAL 200 type CM2<br />
HR-ketel op gas voor aardgas E en LL<br />
87 tot 311 kW, met MatriX-stralingsbrander<br />
VITOCROSSAL 300 type CM3<br />
HR-ketel op gas voor aardgas E en LL<br />
87 tot 142 kW, met MatriX-stralingsbrander<br />
VITOCROSSAL 300 type CT3<br />
HR-ketel op gas voor aardgas E, LL en propaan<br />
187 tot 635 kW<br />
187 tot 314 kW, met MatriX-stralingsbrander (voor aardgas<br />
EenLL)<br />
5819 198-6 NL 4/2007<br />
VITOCROSSAL 300 type CR3<br />
HR-ketel op gas voor aardgas E, LL en propaan<br />
787 tot 978 kW<br />
VITOTRANS 300<br />
VITOCROSSAL<br />
VITOTRANS 300<br />
Rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
voor verwarmingsketel met gas- en oliestook tot 6600 kW
Inhoudsopgave<br />
Inhoudsopgave<br />
1. Productinformatie 1. 1Vitocrossal200 ...................................................... 5<br />
&Voordelen ......................................................... 5<br />
1. 2Vitocrossal300 ...................................................... 5<br />
&Voordelen ......................................................... 5<br />
1. 3Bedrijfsvoorwaarden.................................................. 6<br />
1. 4 Ketelcircuitregelingen . ................................................ 6<br />
&Bedrijfvaninstallatiesmet1ketel...................................... 6<br />
&Bedrijfvaninstallatiesmetmeerdereketels.............................. 7<br />
&Regelingsuitrusting installatie met meerdere ketels . . ..................... 7<br />
&Schakelpunten . .................................................... 8<br />
1. 5Vitotrans300........................................................ 8<br />
&Voordelen ......................................................... 8<br />
&Naschakeling van een Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor rendementsverhoging<br />
. . ................................................ 8<br />
&Energiebesparing door gebruik van Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar.............................................................<br />
9<br />
&Berekening van de mogelijke energiebesparing . . . . . ..................... 9<br />
&Toepassingsvoorbeelden ............................................ 10<br />
2. Ontwerphandleiding 2. 1Levering,verplaatsingenopstelling ..................................... 10<br />
&Levering........................................................... 10<br />
&Verplaatsingenopstelling ............................................ 10<br />
&Installatieruimte .................................................... 10<br />
2. 2Configuratievandeinstallatie .......................................... 11<br />
&Vermogensgrenzen in voorschriften .................................... 11<br />
&Aanvoertemperaturen................................................ 11<br />
&Pompgestuurde drukregelsystemen .................................... 12<br />
&Veiligheidstemperaturen . ............................................ 12<br />
&Eisenaanverwarmingsbelasting....................................... 12<br />
&Keuze van het nominale vermogen . .................................... 12<br />
2. 3Hydraulischeintegratie ............................................... 13<br />
&Verwarmingsaanlsuitingen. ........................................... 13<br />
&Op condensatie gerichte integratie . .................................... 13<br />
&AanwijzingvoorCV-pompen.......................................... 13<br />
&Systeemaccessoires ................................................ 14<br />
&Toepassingsvoorbeelden . ............................................ 14<br />
2. 4 Veiligheidstechnische uitrusting. ........................................ 15<br />
&Algemene aanwijzingen . . ............................................ 15<br />
&Keuzetabel voor veiligheidstechnisch accessoires van de Vitocrossal . . . ..... 16<br />
&Veiligheidstechnische uitrusting van de Vitotrans 300. ..................... 16<br />
2. 5 Brandstoffen ........................................................ 16<br />
&Vitocrossal......................................................... 16<br />
&Vitotrans300....................................................... 16<br />
2. 6 Brander ............................................................ 17<br />
&Geschikte brander . . ................................................ 17<br />
&Montage van de brander . ............................................ 17<br />
2. 7Rookgasgeleiding.................................................... 17<br />
&RookgasinstallatiesvoorHR-ketels .................................... 18<br />
&Inbouwmogelijkheden van de rookgasinstallatie voor Vitocrossal . . . ......... 18<br />
&RookgasinstallatiesvoorVitotrans300.................................. 20<br />
2. 8RookgassysteemvoorVitocrossal,87tot508kW.......................... 21<br />
&CE-certificaatvoordePPs-rookgassystemenbijVitocrossal................ 22<br />
&OpenwerkingvanVitocrossal200enVitocrossal300 ..................... 23<br />
&GeslotenwerkingmetVitocrossal200 .................................. 25<br />
&Bepaling van de max. buislengten en buisdiameter van het PPs-rookgassysteem<br />
bij gebruik van MatriX-stralingsbranders ............................ 29<br />
&Bepaling max. buislengten, buisdiameter en totale druk van het rookgassysteem<br />
bij branders van derden . ........................................ 30<br />
&Aparte onderdelen bij het rookgassysteem van kunststof . . ................. 31<br />
&Aansluiting met rookgasleiding van kunststof (PPs) op een vochtongevoelige<br />
schoorsteen . . . .................................................... 37<br />
&Rookgasverzamelleiding van roestvast staal voor installatie met twee ketels<br />
Vitocrossal200..................................................... 37<br />
2. 9 Geluiddemping . . .................................................... 38<br />
&Luchtgeluidsisolatie................................................. 39<br />
&Contactgeluidsisolatie ............................................... 39<br />
2 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Inhoudsopgave (vervolg)<br />
2.10Richtwaardenvoordewaterkwaliteit..................................... 39<br />
&Verwarmingsinstallaties met bedrijfstemperaturen tot 100 ºC volgens voorschrift<br />
(VDI 2035) . . . ................................................ 39<br />
&Vermijding van schade door corrosie aan waterzijde. . ..................... 40<br />
2.11 Condenswater en neutralisering ........................................ 40<br />
&Ontwerpinstructies voor de condenswaterafvoerleiding . . . ................. 41<br />
&Neutraliseringsinrichtingen . . . ........................................ 41<br />
2.12 Belangrijke veiligheidsvoorschriften en bepalingen . . . ..................... 41<br />
&Algemeen ......................................................... 41<br />
&Gasinstallatie ...................................................... 41<br />
&Leidingaansluitingen ................................................ 41<br />
&Elektrischeinstallatie................................................ 42<br />
&Bedieningshandleiding. . . ............................................ 42<br />
&Rookgasinstallatie .................................................. 42<br />
&Vulwater en toegevoegd water ........................................ 42<br />
&Test in het kader van de bouwtechnische keuringsprocedure. . . ............. 42<br />
3. Toepassingsvoorbeelden 3. 1 Toepassingsvoorbeeld 1. . . ............................................ 44<br />
&Installatiemet1Vitocrossal-verwarmingsketel ........................... 44<br />
3. 2 Toepassingsvoorbeeld 2. . . ............................................ 48<br />
&Installatie met 1 verwarmingsketel Vitocrossal 300 met meerdere verwarmingscircuits<br />
en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit . . ..................... 48<br />
3. 3 Toepassingsvoorbeeld 3. . . ............................................ 53<br />
&Installatie met meerdere Vitocrossal verwarmingsketels met meerdere verwarmingscircuits<br />
en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit . ................. 53<br />
3. 4 Toepassingsvoorbeeld 4. . . ............................................ 61<br />
&Meerketelinstallatie met Vitocrossal- en Vitoplex-verwarmingsketel met meerdere<br />
verwarmingscircuits en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit . . . ..... 61<br />
3. 5 Toepassingsvoorbeeld 5. . . ............................................ 68<br />
&Meerketelinstallatie met Vitocrossal- en Vitoplex-verwarmingsketel met meerdere<br />
verwarmingscircuits en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit -<br />
Vitoplex met bijmengpomp. ........................................... 68<br />
3. 6 Toepassingsvoorbeeld 6. . . ............................................ 75<br />
&Meerketelinstallatie met Vitocrossal- en Vitoplex-verwarmingsketel met meerdere<br />
verwarmingscircuits en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit -<br />
VitoplexmetTherm-Controlenketelcircuitpomp.......................... 75<br />
3. 7 Toepassingsvoorbeeld 7. . . ............................................ 82<br />
&Meerketelinstallatie met Vitocrossal- en Vitoplex-verwarmingsketel met 3-wegmengklep<br />
en meerdere verwarmingscircuits evenals een laagtemperatuur-verwarmingscircuit.....................................................<br />
82<br />
3. 8 Toepassingsvoorbeeld 8. . . ............................................ 89<br />
3. 9 Toepassingsvoorbeeld 9. . . ............................................ 91<br />
&Installatie met meerdere verwarmingsketels met Vitotrans 300 rookgas-/waterwarmtewisselaar<br />
op laagtemperatuur-verwarmingscircuits met bijmengpomp . . 91<br />
3.10 Toepassingsvoorbeeld 10. . ............................................ 93<br />
&Installatie met meerdere verwarmingsketels met Vitotrans 300 rookgas-/waterwarmtewisselaar<br />
op laagtemperatuur-verwarmingscircuits met ketelcircuitpomp<br />
............................................................. 93<br />
3.11 Tapwaterverwarming met het boilerlaadsysteem . . . . . . ..................... 95<br />
3.12 Aanwijzingen voor de toepassingsvoorbeelden ............................ 97<br />
4. Aanwijzingen voor regelingen 4. 1 Extra functies voor installaties met 1 ketel met Vitotronic 200, type GW1 of<br />
Vitotronic 300, type GW2 . . ............................................ 97<br />
&Stekker aVD ....................................................... 97<br />
&Stekker aVH ....................................................... 98<br />
4. 2 Extra functies voor installaties met meerdere ketels met Vitotronic 300-K en<br />
Vitotronic 100, type GC1 via LON . . . .................................... 98<br />
&Stekker aVD en aVH op Vitotronic 300-K ................................ 98<br />
&Stekker aVD op Vitotronic 100, type GC1 ................................ 99<br />
4. 3 Aansluiting van lokale regelingen op de Vitotronic 100, type GC1 bij installaties<br />
met1ketel.......................................................... 99<br />
&Werking met tweetraps brander. ....................................... 99<br />
&Bedrijf met modulerende brander . . .................................... 100<br />
4. 4 Schakeling ketelvolgorde met lokale cascaderegeling — Aansluitingen op de<br />
Vitotronic 100, type GC1. . . ............................................ 101<br />
&Werking met tweetraps brander. ....................................... 101<br />
&Bedrijf met modulerende brander op de Vitocrossal . . ..................... 102<br />
&Bedrijf met modulerende brander op de laagtemperatuur-verwarmingsketel . . . 103<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 3
Inhoudsopgave (vervolg)<br />
4. 5 Functies in combinatie met functie-uitbreiding 0 – 10V(accessoires).......... 103<br />
&Functies........................................................... 103<br />
&Functie-uitbreidingininstallatiesmet1ketel............................. 104<br />
&Functie-uitbreidinginmeerketelinstallaties .............................. 104<br />
4. 6 Functies in combinatie met stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen<br />
(accessoires)........................................................ 104<br />
4. 7 Bijschakeling van lokale regelapparaten via LON . . . . . ..................... 105<br />
5. Index ........................................................................ 106<br />
4 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Productinformatie<br />
1.1 Vitocrossal 200<br />
HR-ketel op gas, 87 tot 311 kW voor aardgas E en LL met Inox-<br />
Crossal verwarmingsoppervlak.<br />
Nominaal vermogen: 87 tot 311 kW<br />
Toegestane werktemperatuur: tot 95 ºC<br />
Toegestane veiligheidstemperatuur: tot 110 ºC<br />
Toegestane werkdruk: 4 bar<br />
Voordelen<br />
& HR-ketelunit met MatriX-gasbrander, 87 tot 311 kW, als dubbele<br />
cascade tot 622 kW.<br />
& Normrendement: tot 97% (Hs)/108% (Hi).<br />
& Grote bedrijfszekerheid en lange levensduur door corrosiebestendig<br />
Inox-Crossal verwarmingsoppervlak van roestvast<br />
staal.<br />
& Inox-Crossal verwarmingsoppervlak voor zeer doeltreffende<br />
wamteoverdracht en hoog condensatiepercentage.<br />
1.2 Vitocrossal 300<br />
HR-ketel op gas<br />
& 87 tot 314 kW voor aardgas E en LL<br />
& 187 tot 978 kW voor aardgas E, LL en propaan<br />
met Inox-Crossal verwarmingsoppervlak.<br />
Nominaal vermogen: 87 tot 978 kW<br />
Toegestane werktemperatuur<br />
87 tot 142 kW (type CM3): tot 95 ºC<br />
187 tot 635 kW (type CT3): tot 100 ºC<br />
787 en 978 kW (type CR3): tot 100 ºC<br />
Toegestane veiligheidstemperatuur: tot 110 ºC<br />
Toeg. werkdruk<br />
87 tot 142 kW (type CM3): 4 bar<br />
Voordelen<br />
& Verticaal geplaatst Inox-Crossal verwarmingsoppervlak van<br />
roestvast staal voor grote betrouwbaarheid en lange levensduur.<br />
– Door verticaal geplaatste rookgaspijpen kan het ontstane<br />
condenswater ongehinderd naar beneden afvloeien. Daardoor<br />
ontstaat geen sterker gehalte van het condenswater<br />
door herverdamping.<br />
– Versterkt zelfreinigend effect door een glad oppervlak van<br />
roestvast staal.<br />
& Effectieve warmteoverdracht en hoog condensatiepercentage<br />
door<br />
– Warmtewisselaaroppervlak dat de rookgasstroom intensief<br />
doet wervelen.<br />
– Tegenstroomprincipe van ketelwater en rookgas.<br />
Voor de werking met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur.<br />
CE-markering volgens de Europese richtlijn inzake gastoestellen<br />
Type CM2 CE-0085 BQ 0021<br />
& Zelfreinigend effect door het gladde oppervlak van roestvast<br />
staal.<br />
& Schone verbranding door geringe belasting van de verbrandingsruimte<br />
en het gebruik van een doorgaande verbrandingskamer.<br />
& MatriX-stralingsbrander tot 311 kW voor milieuvriendelijke werking<br />
met een modulatiebereik van 33 tot 100%.<br />
& Bijzonder geruisloze werking.<br />
& Naar keuze gesloten en open werking.<br />
& Alle hydraulische aansluitingen van boven af monteerbaar.<br />
187 tot 314 kW (type CT3): 4 bar<br />
408 tot 635 kW (type CT3): 5,5 bar<br />
787 en 978 kW (type CR3): 6 bar<br />
Voor de werking met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur.<br />
CE-markering volgens de Europese richtlijn inzake gastoestellen:<br />
Type CM3 CE-0085 BN 0569<br />
Type CT3 CE-0085 AQ 0257<br />
Type CR3 CE-0085 AQ 0315<br />
& Normrendement: tot 98% (H s)/109 % (H i).<br />
& Twee retouraansluitingen – de verwarmingscircuits met lagere<br />
retourtemperatuur worden apart aangesloten. Daardoor wordt<br />
de condensatie van de rookgassen versterkt.<br />
& Schone verbranding – door geringe belasting van de verbrandingsruimte<br />
en het gebruik van een doorgaande verbrandingskamer.<br />
& Gemakkelijke verplaatsing naar stookruimtes door smalle constructie<br />
en gering gewicht; vanaf 187 kW ook demonteerbaar in<br />
2 delen.<br />
& Brander tot 978 kW – afgeregeld en met stekkers en bedrading.<br />
Ketelcapaciteit 87 tot 314 kW met modulerende <strong>Viessmann</strong><br />
MatriX-stralingsbrander voor bijzonder geluidsarme en milieuvriendelijke<br />
werking.<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 5<br />
1
1<br />
Productinformatie (vervolg)<br />
1.3 Bedrijfsvoorwaarden<br />
Vereisten<br />
1. Debiet verwarmingswater Geen<br />
2. Ketelretourtemperatuur (min. waarde) Geen<br />
3. Laagste ketelwatertemperatuur Geen<br />
4. Tweetraps branderwerking Geen<br />
5. Modulerende branderwerking Geen<br />
6. Verlaagde werking Geen – een totale verlaging is mogelijk<br />
7. Weekendverlaging Geen – een totale verlaging is mogelijk<br />
Opmerking<br />
Eisen aan de waterkwaliteit zie pagina 39.<br />
1.4 Ketelcircuitregelingen<br />
(uitvoerige beschrijving zie gegevensbladen van de ketelcircuitregelingen)<br />
Tot de leveringsomvang van elke <strong>Viessmann</strong> verwarmingsketel<br />
behoort een speciaal op de ketel afgestemde ketelcircuitregeling.<br />
Deze werd voor een energiebesparende en milieuvriendelijke<br />
werking ontwikkeld.<br />
De temperatursensoren komen precies overeen met de karakteristiek<br />
van de verwarmingsketel.<br />
Bedrijf van installaties met 1 ketel<br />
Schakelkasten Vitocontrol met weersafhankelijke regeling<br />
Vitotronic 300-K (type MW1S) voor 1 tot 4 verwarmingsketels en 2<br />
verwarmingscircuits met mengklep en overige Vitotronic 200-H<br />
(type HK1S of HK3S) voor 1 resp. max. 3 verwarmingscircuits met<br />
mengklep kunnen voor Vitocrossal 300 worden geleverd.<br />
Voor de HR-ketels zijn de hierna genoemde regelingen leverbaar.<br />
Vitotronic 100 (type GC1) Vitotronic 200 (type GW1) Vitotronic 300 (type GW2)<br />
– Elektronische ketelcircuitregeling voor<br />
verhoogde ketelwatertemperatuur of<br />
weersafhankelijke werking in combinatie<br />
met een schakelkast Vitocontrol met<br />
Vitotronic 300-K (type MW1S) of externe<br />
regeling<br />
– Voor tweetraps of modulerende brander<br />
– Met boilertemperatuurregeling<br />
– Met regeling voor boilerlaadsystemen met<br />
menggroep of als alternatief voor de regeling<br />
een constante retourregeling met<br />
geregelde 3-weg klep<br />
– Met geïntegreerd diagnosesysteem<br />
– Functie-uitbreiding voor de instelling van<br />
de gewenste ketelwatertemperatuur via<br />
een 0 - 10 V-ingang aansluitbaar (accessoires).<br />
(volgens de verordening voor energiebesparing<br />
moet een weersafhankelijke of<br />
ruimtegestuurde regeling met tijdprogramma<br />
voor verlaagde werking worden<br />
bijgeschakeld.)<br />
Externe vereisten:<br />
– Ketelvrijgave/smoorklep op<br />
– 1. brandertrap aan<br />
– 1. en 2. brandertrap aan<br />
Voor elk van de vereisten moet een spanningsloos<br />
contact beschikbaar worden<br />
gesteld.<br />
De spanningsloze contacten worden op de<br />
laagspanningsstekkers aVD en aVH aangesloten.<br />
– Weersafhankelijke, digitale ketelcircuitregeling:<br />
– Voor installaties met 1 ketel<br />
– Voor tweetraps of modulerende brander<br />
– Met schakelklok met dag- en weekprogramma<br />
– Met bedieningseenheid en ondersteuning<br />
in volle tekst<br />
– Met gescheiden instelbare periodes<br />
– Met boilertemperatuurregeling<br />
– Met regeling voor boilerlaadsystemen<br />
met menggroep of als alternatief voor de<br />
regeling een constante retourregeling<br />
met geregelde 3-weg klep<br />
– Met geïntegreerd diagnosesysteem<br />
– Functie-uitbreiding voor de instelling van<br />
de gewenste ketelwatertemperatuur via<br />
een 0 - 10 V-ingang aansluitbaar (accessoires).<br />
– Weersafhankelijke, digitale ketel- en verwarmingscircuitregeling<br />
– Voor installaties met 1 ketel<br />
– Voor max. 2 verwarmingscircuits met<br />
mengklep<br />
– Voor tweetraps of modulerende brander<br />
– Met schakelklok met dag- en weekprogramma<br />
– Met bedieningseenheid en ondersteuning<br />
in volle tekst<br />
– Met gescheiden instelbare periodes en<br />
stooklijnen<br />
– Met boilertemperatuurregeling<br />
– Met regeling voor boilerlaadsystemen met<br />
menggroep of als alternatief voor de regeling<br />
een constante retourregeling met<br />
geregelde 3-weg klep<br />
– Met geïntegreerd diagnosesysteem<br />
– Functie-uitbreiding voor de instelling van<br />
de gewenste ketelwatertemperatuur via<br />
een 0 - 10 V-ingang aansluitbaar (accessoires).<br />
Voor elk verwarmingscircuit met mengklep<br />
is een uitbreidingsset nodig. Voor communicatie<br />
(LON-BUS) is de<br />
communicatiemodule LON nodig.<br />
6 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Productinformatie (vervolg)<br />
Bedrijf van installaties met meerdere ketels<br />
Elke verwarmingsketel van een installatie met meerdere ketels<br />
moet met een Vitotronic 100 (type GC1) zijn uitgerust. De<br />
Vitotronic 300-K (type MW1) wordt bij elke verwarmingsketel geleverd<br />
(zie prijslijst) en moet afzonderlijk worden gemonteerd.<br />
In de Vitotronic 100 moet de communicatiemodule LON worden<br />
ingebouwd. Zie prijslijst.<br />
Vitotronic 100 (type GC1) Vitotronic 300-K (type MW1)<br />
– Elektronische ketelcircuitregeling<br />
– Voor tweetraps of modulerende brander<br />
– Communicatie via LON-BUS.<br />
Regelingsuitrusting installatie met meerdere ketels<br />
Bij installaties met meerdere ketels en externe regeling moet lastafhankelijke<br />
brander- en ketelschakeling, evenals de boilertemperatuurregeling,<br />
door de bovenliggende (externe) regeling<br />
plaatsvinden.<br />
– Weersafhankelijke cascaderegeling voor installaties met maximaal<br />
4 verwarmingsketels met Vitotronic 100 (type GC1)<br />
– Voor max. 2 verwarmingscircuits met mengklep<br />
– Met schakelklok met dag- en weekprogramma<br />
– Met bedieningseenheid en ondersteuning in volle tekst<br />
– Met boilertemperatuurregeling<br />
– Met regeling voor boilerlaadsystemen met menggroep<br />
– Met keuzeschakeling hoofdketel<br />
– Communicatie via LON-BUS<br />
– Met geïntegreerd diagnosesysteem en overige functies<br />
– Functie-uitbreiding voor de instelling van de gewenste installatieaanvoertemperatuur<br />
via een 0 - 10 V-ingang aansluitbaar (accessoires).<br />
Voor elk verwarmingscircuit met mengklep is een uitbreidingsset<br />
nodig.<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 7<br />
1
1<br />
Productinformatie (vervolg)<br />
Schakelpunten<br />
A Instelmogelijkheden van de veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
van de Vitotronic ketelcircuitregelingen (bij levering 110 ºC,<br />
kan op 100 of 95 ºC worden gezet)<br />
B Instelmogelijkheden van de temperatuurregelaar (ketelwatertemperatuur)<br />
van de Vitotronic ketelcircuitregelingen (bij levering<br />
95 ºC)<br />
1.5 Vitotrans 300<br />
& Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar in combinatie<br />
met Vitoplex-, Vitorond- en Vitomax-verwarmingsketel als HReenheid<br />
& Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex en<br />
Vitorond tot 500 kW.<br />
Toegestane aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot<br />
110 ºC. Toegestane werkdruk 4 bar.<br />
& Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex en<br />
Vitorond vanaf 500 kW evenals Vitomax tot 6600 kW. Toegestane<br />
aanvoertemperatuur (= veiligheidstemperatuur) tot 110 ºC<br />
. Toegestane werkdruk 6 of 10 bar.<br />
Voordelen<br />
& Grote bedrijfszekerheid en lange levensduur door corrosievast<br />
roestvast staal. Roestvast staal RVS 316Ti voor werking op gas<br />
en kortstondige werking op olie, roestvast staal RVS 904L voor<br />
permanente werking op olie.<br />
& Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar met Inox-Crossal<br />
verwarmingsoppervlak voor verwarmingsketels van 80 tot<br />
1750 kW.<br />
& Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar met Inox-Tubal<br />
verwarmingsoppervlak voor verwarmingsketels van 1860 tot<br />
6600 kW.<br />
& Verticaal geplaatst Inox-Tubal verwarmingsoppervlak voor een<br />
grote bedrijfszekerheid en lange levensduur.<br />
C Ingestelde stooklijn<br />
D Ingestelde maximale ketelwatertemperatuur<br />
– Door verticaal geplaatste rookgaspijpen kan het ontstane<br />
condenswater ongehinderd naar beneden afvloeien. Daardoor<br />
ontstaat geen sterker gehalte van het condenswater<br />
door herverdamping.<br />
– Versterkt zelfreinigend effect door een glad oppervlak van<br />
roestvast staal.<br />
& Effectieve warmteoverdracht en hoog condensatiepercentage<br />
door<br />
– Warmtewisselaaroppervlak dat de rookgasstroom intensief<br />
doet wervelen.<br />
– Tegenstroomprincipe van ketelwater en rookgas.<br />
& Voor de Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar zijn<br />
afgestemde neutraliseringsinrichtingen leverbaar.<br />
Naschakeling van een Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor rendementsverhoging<br />
Het naschakelen van een Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
bij een verwarmingsketel geeft een duidelijke verhoging<br />
van het rendement. Door condensatie van de rookgassen in de<br />
warmtewisselaar wordt de verwarmingsketel volgens de vereisten<br />
van de rendementsrichtlijn 92/42/EEG een HR-ketel.<br />
& Bij gasgestookte verwarmingsketels bedraagt de rendementsverhoging<br />
max. 12 %.<br />
& Bij werking op olie wordt op basis van het geringere watergehalte<br />
en de lage dauwpunttemperatuur ten opzichte van gas<br />
een rendementsverhoging van max. 6 % bereikt.<br />
8 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Productinformatie (vervolg)<br />
De Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar is zo ontwopren<br />
dat deze ook op een bestaande installatie kan worden aangesloten.<br />
Vitotrans 300 voor oliestook<br />
Voor de permanente of langere werking op olie is de Vitotrans 300<br />
rookgas-/water-warmtewisselaar op plaatsen waar contact is met<br />
rookgas leverbaar met het hoogwaardige roestvast staal RVS<br />
904L.<br />
Energiebesparing door gebruik van Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
De rendementsverhoging en daarmee de energiebesparing ten<br />
opzichte van installaties zonder rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
wordt aanzienlijk bepaald door de temperatuur van het retourwater<br />
dat door de warmtewisselaar stroomt.<br />
De retourtemperaturen worden door het ontwerp van de installatie<br />
bepaald en nemen bij stijgende buitentemperatuur af. Voor verwarmingssystemen<br />
met ontwerptemperaturen van 75/60 ºC en<br />
40/30 ºC is het verloop van de retourtemperatuur in relatie tot de<br />
buitentemperatuur in het diagram op pagina 9 weergegeven.<br />
Ontwerptemperatuur verwarmingssyteem<br />
Rendementsverhoging<br />
door Vitotrans 300 met Vitoplex 300,<br />
Vitomax 200 en 300<br />
90/70 ºC 6,0 % 7,0 %<br />
75/60 ºC 9,0 % 10,0 %<br />
60/50 ºC 10,0 % 11,0 %<br />
40/30 ºC 11,5 % 12,5 %<br />
Het totale rendement van de HR-eenheid bestaande uit gasgestookte<br />
verwarmingsketel en Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
resulteert uit de optelling van het ketelrendement en<br />
de voor de betreffende systeemtemperatuur bepaalde rendementsverhoging<br />
van de warmtewisselaar.<br />
Voorbeeld:<br />
Rendement Vitoplex 300 = 96 %<br />
Rendementsverhoging Vitotrans 300 bij 75/60 ºC = 9 % geeft een<br />
totaal rendement van de HR-eenheid van 96 % + 9 % = 105 %.<br />
Berekening van de mogelijke energiebesparing<br />
& Jaarcapaciteit Qa van een ketelinstallatie met ²k = 460 kW en<br />
1650 uur max. capaciteit (b a) per jaar:<br />
De rendementsverhoging die door het naschakelen van een rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
wordt bereikt, is voor verschillende<br />
temperaturen van verwarmingssystemen in de tabel hierna weergegeven.<br />
De mogelijke rendementsverhoging is gebaseerd op het<br />
glijdende verloop van de retourtemperatuur in relatie tot de buitentemperatuur.<br />
De verschillende rendementsverhogingen resulteren<br />
uit de verschillende rookgastemperaturen van de voorgeschakelde<br />
verwarmingsketels<br />
Rendementsverhoging<br />
door Vitotrans 300 met Vitoplex 100,<br />
Vitoplex 200, Vitorond 200 en Vitomax 100<br />
A Aanvoertemperatuur bij verwarmingssysteem 75/60 ºC<br />
B Retourtemperatuur bij verwarmingssysteem 75/60 ºC<br />
C Aanvoertemperatuur bij verwarmingssysteem 40/30 ºC<br />
D Retourtemperatuur bij verwarmingssysteem 40/30 ºC<br />
& Jaarverbruik BN van aardgas LL (stookwaarde Hu =<br />
8,83 kWh/m 3 ) bij gebruik van een laagtemperatuurketel<br />
Vitoplex 300 met een rendement van η N =96%:<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 9<br />
1
2<br />
Productinformatie (vervolg)<br />
& Rendementsverhoging η AWT door het naschakelen van een<br />
Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar. De ontwerptemperatuur<br />
van het verwarmingssysteem dat via de warmtewisselaar<br />
werkt, is 75/60 ºC.<br />
η AWT = 9 % (volgens tabel op pagina 9)<br />
η tot = η N + η AWT = 96 % + 9 % = 105 %<br />
& Jaarverbruik B B van aardgas LL (stookwaarde H u =<br />
8,83 kWh/m 3 ) bij gebruik van een Vitoplex 300 met nageschakelde<br />
Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar:<br />
Toepassingsvoorbeelden<br />
Zie toepassingsvoorbeelden 8 tot 10 (vanaf pagina 89).<br />
Ontwerphandleiding<br />
2.1 Levering, verplaatsing en opstelling<br />
Levering<br />
Wij leveren met kraanwagens tot de locatie, inclusief uitladen zonder<br />
hindernissen.<br />
Verplaatsing en opstelling<br />
De verwarmingsketels hebben een voldoende aantal ogen waarop<br />
hefwerktuigen kunnen worden aangeslagen.<br />
Vitocrossal 300 (type CT3) van 187 tot 635 kW kan naar wens in<br />
delen worden geleverd. Het voorste gedeelte van de vuurhaard is<br />
voor gemakkelijke verplaatsing afneembaar (meerprijs, bij bestelling<br />
aangeven).<br />
Bij Vitocrossal 300 (type CR3) kunnen vuurhaard en warmtewisselaar<br />
naar wens in delen worden geleverd en dan afzonderlijk<br />
worden verplaatst (meerprijs, bij bestelling aangeven). De voetrails<br />
in lengterichting vereenvoudigen de verplaatsing. Verplaatsing<br />
en opstelling op voorbereide fundamenten kan op verzoek,<br />
tegen kosten, door onze vakmensen plaatsvinden.<br />
Installatieruimte<br />
Algemene eisen<br />
De installatieruimte moet aan de richtlijnen van de stookverordening<br />
van het betreffende land voldoen. De verwarmingsketel mag<br />
in ruimten, waarin luchtverontreiniging door halogeenhoudende<br />
koolwaterstoffen mogelijk is, zoals kapsalons, drukkerijen, chemische<br />
reinigingen, laboratoria enz., slechts worden opgesteld als<br />
er voldoende maatregelen worden getroffen voor de aanvoer van<br />
schone verbrandingslucht. Bij twijfel contact met ons opnemen.<br />
Verwarmingsketels mogen niet in ruimten met veel stof of een<br />
hoge luchtvochtigheid worden geplaatst. De installatieruimte moet<br />
vorstvrij en goed geventileerd zijn. De garantie vervalt als de ketel<br />
beschadigd raakt doordat bovenstaande aanwijzingen niet worden<br />
opgevolgd. De verwarmingsketels zijn bijzonder geschikt<br />
voor opstelling op zolder. Ze hebben geen hoge schoorsteen<br />
nodig omdat ze met overdruk in de vuurhaard werken.<br />
& Besparing van aardgas LL in m 3 /a :<br />
& Procentuele besparing:<br />
Door het gebruik van een nageschakelde Vitotrans 300 rookgas-/<br />
water-warmtewisselaar kan ca. 8,5 % brandstof worden bespaard.<br />
Bij de modernisering van verouderde ketelinstallaties met een<br />
laag rendement worden aanzienlijke besparingen bereikt.<br />
De verwarmingsketels kunnen zonder speciaal fundament op<br />
beton worden geplaatst. Voor reiniging van de ketelruimte is het<br />
echter zinvol de verwarmingsketel op een sokkel te plaatsen.<br />
Zie voor geadviseerde minimumafstanden tot de wanden voor<br />
montage en onderhoudswerkzaamheden het gegevensblad van<br />
de betreffende verwarmingsketel.<br />
Als geluiddemping nodig is, kunnen de verwarmingsketels op trillingsdempers<br />
worden geplaatst.<br />
Verbrandingsluchttoevoer<br />
Voor open stookinrichtingen met een totaal nominaal vermogen<br />
van meer dan 35 kW is de verbrandingsluchttoevoer gewaarborgd<br />
als de stookinrichtingen in ruimten zijn opgesteld die een opening<br />
of leiding naar de buitenlucht hebben. De doorsnede van de opening<br />
moet min. 150 cm 2 en voor elke kW nom. vermogen boven<br />
het nom. vermogen van 35 kW2 cm 2 meer bedragen. Leidingen<br />
moeten stromingstechnisch equivalent bemeten zijn. De vereiste<br />
doorsnede mag over hoogstens 2 openingen of leidingen zijn verdeeld.<br />
10 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Σ² n = som van alle nom. vermogens in kW<br />
Verbrandingsluchtopeningen en -leidingen mogen niet worden<br />
afgesloten of dichtgezet als niet door speciale veiligheidsinrichtingen<br />
is gewaarborgd dat de stookinrichtingen uitsluitend bij geopende<br />
afsluiting kunnen werken. De vereiste doorsnede mag door<br />
het afsluitmiddel of door roosters niet worden verkleind. Voldoende<br />
verbrandingsluchttoevoer kan ook op andere wijze worden<br />
aangetoond.<br />
Installatieruimten voor stookinrichtingen<br />
Stookinrichtingen voor gasvormige en vloeibare brandstoffen met<br />
een totaal nom. vermogen van meer dan 50 kW mogen alleen<br />
onder de volgende voorwaarden in ruimten worden opgesteld:<br />
& Geen ander gebruik, behalve de opstelling van warmtepompen,<br />
blokverwarmingscentrales en vast opgestelde verbrandingsmotoren<br />
evenals de opslag van brandstof<br />
& Geen openingen naar overige ruimten, uitgezonderd deurope-<br />
ningen<br />
2.2 Configuratie van de installatie<br />
Vermogensgrenzen in voorschriften<br />
In vele voorschriften zijn de eisen waaraan moet worden voldaan<br />
afhankelijk van het nom. vermogen van de verwarmingsketel.<br />
Doorslaggevend is hierbij het vermogen bij TV/TR 80/60 ºC.<br />
Aanvoertemperaturen<br />
Om de verdelingsverliezen gering te houden, adviseren wij de<br />
& Warmteverdelingsinstallatie en<br />
& Tapwaterverwarming op max. 70 ºC (aanvoertemperatuur) te<br />
configureren.<br />
& Afdichtende en zelfsluitende deuren<br />
& Ventilatiemogelijkheid<br />
Brander en transportinrichtingen voor brandstof naar de stookinrichtingen<br />
moeten met een schakelaar buiten de installatieruimte<br />
(noodschakelaar) te allen tijde uitgeschakeld kunnen worden. Bij<br />
de noodschakelaar moet een plaatje met de tekst ”NOODSCHA-<br />
KELAAR-STOKEN” aanwezig zijn.<br />
Afwijkend van de eisen aan de installatieruimte mogen de stookinrichtingen<br />
onder een van de volgende voorwaarden ook in andere<br />
ruimten worden opgesteld:<br />
& Het gebruik van deze ruimten vereist dit en de stookinrichtingen<br />
kunnen veilig werken.<br />
& Deze ruimten bevinden zich in vrijstaande gebouwen die alleen<br />
dienen voor de stookinrichting en de opslag van brandstof.<br />
Overige eisen aan de opstelling van stookinrichtingen<br />
Brandstofleidingen moeten direct voor de ruimte, waarin gasgestookte<br />
inrichtingen zijn opgesteld, van een inrichting zijn voorzien<br />
die aan de volgende voorwaarden voldoet:<br />
& Bij een externe thermische belasting van meer dan 100 ºC moet<br />
de brandstoftoevoer automatisch worden geblokkeerd.<br />
& Deze is zo ontworpen dat tot een temperatuur van 650 ºC in een<br />
periode van min. 30 minuten niet meer dan 30 l/h (gemeten als<br />
luchthoeveelheid) kan door- of uitstromen.<br />
Stookinrichtingen voor vloeibaar gas (propaan, butaan en mengsels<br />
hiervan) mogen in ruimten waarvan de vloer op elk punt meer<br />
dan 1 m onder het maaiveld ligt, uitsluitend onder de volgende<br />
voorwaarden worden opgesteld:<br />
& De stookinrichtingen hebben een vlambewaking.<br />
& Het is gegarandeerd dat ook bij uitgeschakelde stookinrichting<br />
vloeibaar gas niet in gevaarlijke hoeveelheden uit de brandstofleidingen<br />
in de installatieruimte kan stromen of via mechanische<br />
ventilatie veilig wordt afgevoerd.<br />
Stookinrichtingen moeten van elementen van brandbaar materiaal<br />
en vast meubilair zo ver zijn verwijderd of zodanig zijn afgeschermd<br />
dat hier bij nominaal vermogen van de stookinrichtingen<br />
geen hogere temperatuur dan 85 ºC kan optreden. Anders moet<br />
een afstand van min. 40 cm worden aangehouden.<br />
De vermogensgegevens in deze ontwerphandleiding hebben bij<br />
HR-ketels echter betrekking op het gemiddelde gegeven bij TV/<br />
TR 50/30 ºC (type CM2, CM3 en CR3) en 40/30 ºC (type CT3).<br />
De overeenkomstige vermogens bij beide TV/TR kunnen aan de<br />
tabel op pagina 12 worden ontleend.<br />
Bij de verwarmingsketels met meegeleverde ketelcircuitregeling<br />
is de max. ketelwatertemperatuur begrensd tot 75 ºC. Voor verhoging<br />
van de aanvoertemperatuur kan de temperatuurregelaar worden<br />
omgezet.<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 11<br />
2
2<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Pompgestuurde drukregelsystemen<br />
In verwarmingsinstallaties met automatische en vooral pompgestuurde<br />
drukregelsystemen met geïntegreerde ontgassing, is voor<br />
elke verwarmingsketel een membraanexpansievat voor afzonderlijke<br />
beveiliging voorgeschreven. Daarmee worden de frequentie<br />
en de hoogte van de drukschommelingen verminderd. Dit draagt<br />
aanzienlijk bij tot verhoging van de bedrijfszekerheid en levensduur<br />
van de installatie. Als dit niet wordt gerespecteerd, kan<br />
schade aan de verwarmingsketel of andere installatiecomponenten<br />
ontstaan.<br />
Ketelvermogen (kW) Membraan drukexpansievat<br />
inhoud in liter<br />
tot 300 50<br />
tot 500 80<br />
tot 1000 140<br />
tot 2000 300<br />
tot 5000 800<br />
tot 10000 1600<br />
Veiligheidstemperaturen<br />
De verwarmingsketels van <strong>Viessmann</strong> voldoen aan NEN EN 303<br />
en DIN 4702 en hebben typegoedkeuring. Ze zijn inzetbaar in<br />
gesloten verwarmingsinstallaties volgens NEN EN 12828. Toeg.<br />
aanvoertemperaturen (= veiligheidstemperaturen): tot 110 ºC.<br />
Max. bereikbare aanvoertemperatuur: ca. 15 K onder de veiligheidstemperatuur.<br />
Veiligheidstemperatuurbegrenzer van de ketelcircuitregeling<br />
Bij levering Om te zetten op<br />
110 ºC 100 ºC<br />
Eisen aan verwarmingsbelasting<br />
Met de weersafhankelijke regelingen wordt voor berekening van<br />
de verwarmingsbelasting voldaan aan de eisen van NEN EN<br />
12831. Om de opwarmbelasting te reduceren wordt de nachtverlaging<br />
bij lage buitentemperaturen verminderd. Om de opwarmtijd<br />
na een verlagingsperiode te verminderen, wordt gedurende een<br />
bepaalde tijd de aanvoertemperatuur verhoogd.<br />
Keuze van het nominale vermogen<br />
Verwarmingsketel volgens de benodigde verwarming selecteren.<br />
Het rendement van laagtemperaturketels en HR-ketels is over een<br />
groot gedeelte van de ketelbelasting stabiel. Daarom mag bij laagtemperatuurketels,<br />
HR-ketels en installaties met meerdere ketels<br />
het vermogen groter zijn dan de berekende verwarmingsbelasting<br />
van het gebouw.<br />
Verder moet erop worden gelet dat uitsluitend corrosietechnisch<br />
gesloten pompgestuurde drukregelsystemen worden gebruikt, die<br />
beschermd zijn tegen indringing van zuurstof in het verwarmingswater.<br />
Anders kan door zuurstofcorrosie schade in de installatie<br />
ontstaan. Pompgestuurde drukregelsystemen met atmosferische<br />
ontgassing door cyclische drukontlasting realiseren weliswaar<br />
achteraf een centrale ontluchting van de verwarmingsinstallatie,<br />
maar verwijderen geen zuurstof in de zin van corrosiebescherming<br />
volgens VDI 2035 blad 2.<br />
Bij de Vitocrossal kan de veiligheidstemperatuurbegrenzer op<br />
100 °C worden omgezet.<br />
Opmerking<br />
De veiligheidstemperatuurbegrenzers kunnen afhankelijk van de<br />
uitvoering na de omzetting niet meer op hogere waarden worden<br />
teruggezet.<br />
Het vermogen van HR-ketels wordt in belangrijke mate bepaald<br />
door de retourtemperatuur en de daarvan afhangende condensatiewinst.<br />
Vooral in de winter, als grote vermogens nodig zijn, kan<br />
echter door de hogere retourtemperaturen een geringere condensatie<br />
optreden. Wij adviseren daarom bij de keuze van het nominale<br />
vermogen de vermogensgegevens bij T V/T R 80/60 ºC als<br />
basis te nemen.<br />
De volgende tabel zet de nom. vermogens af tegen de verschillende<br />
aanvoer- en retourtemperaturen.<br />
Keuze van het nominale vermogen<br />
Temperatuur aanvoer/<br />
retour (TV/TR) Nom. vermogen in kW<br />
40/30 ºC – – – 187 248 314 408 508 635 – –<br />
50/30 ºC 87 115 142 186 246 311 – – – 787 978<br />
80/60 ºC 80 105 130 170 225 285 370 460 575 720 895<br />
12 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
2.3 Hydraulische integratie<br />
Verwarmingsaanlsuitingen<br />
Bestaande installaties<br />
Voordat de HR-toestellen op een bestaande verwarmingsinstallatie<br />
worden aangesloten, moet de verwarmingsinstallatie grondig<br />
worden gespoeld om vuil en slik te verwijderen.<br />
Vuil en slik zetten zich anders in het toestel af en kunnen tot plaatselijke<br />
oververhitting, geruis en corrosie leiden. Voor ketelschade<br />
die hierdoor ontstaat, geldt geen garantie. Eventueel moeten vuilvangers<br />
worden ingebouwd.<br />
Ketelcircuitpompen<br />
De verwarmingsketels hebben op basis van de constructie, de<br />
grote waterinhoud en de geringe interne weerstand van het verwarmingswater<br />
geen ketelcircuitpompen nodig.<br />
Verwarmingsretour<br />
Het retourwater van alle verbruikers resp. verwarmingscircuits<br />
moet via de retouraansluitingen naar het HR-toestel worden teruggeleid.<br />
De Vitocrossal 300 heeft twee ketelretouraansluitingen.<br />
Als maar één verwarmingscircuit aanwezig is, moet dit op de aansluiting<br />
”KR 1” worden aangesloten.<br />
Op condensatie gerichte integratie<br />
& Wegens de voor de condensatiebenutting noodzakelijke lage<br />
retourtemperaturen moeten alleen 3-weg-mengorganen in de<br />
verwarmingscircuits worden ingebouwd. 4-weg-mengkleppen<br />
moeten worden vermeden.<br />
Het hoge rendement van de Vitocrossal HR-ketels resp. HR-eenheden<br />
met Vitotrans 300 kan door de volgende maatregelen nog<br />
worden verbeterd:<br />
& De verwarmingscircuits voor lage temperaturen, bij voorkeur<br />
40/30 ºC of 50/40 ºC, configureren.<br />
& Als meerdere verwarmingscircuits van verschillend temperatuurniveau<br />
aanwezig zijn, de verwarmingscircuits met de<br />
laagste temperaturen op de aansluiting ”KR 1” van de<br />
Vitocrossal 300 resp. op de Vitotrans 300 aansluiten.<br />
Aanwijzing voor CV-pompen<br />
CV-pompen in verwarmingsinstallaties met een nom. vermogen<br />
van > 25 kW moeten zo zijn uitgerust of ontworpen dat de elektrische<br />
vermogensopname automatisch in minstens drie trappen<br />
wordt aangepast aan de pompbehoefte die wordt bepaald door de<br />
werking, mits veiligheidstechnische belangen van de verwarmingsketel<br />
dat niet in de weg staan.<br />
Als meerdere verwarmingscircuits aanwezig zijn, moeten op aansluiting<br />
”KR 1” de verwarmingscircuits met de laagste temperatuur<br />
(bijv. vloerverwarming) worden aangesloten. Op aansluiting<br />
”KR 1” moet min. 15 % van het nom. vermogen worden aangesloten.<br />
Daardoor wordt een optimaal ketelrendement bereikt. Als<br />
meerdere verwarmingscircuits van hetzelfde temperatuurniveau<br />
aanwezig zijn, moeten deze op aansluiting ”KR 1” worden aangesloten.<br />
Bij de Vitotrans 300 kan het gehele of een deel van het debiet via<br />
de warmtewisselaar worden geleid.<br />
Verwarmingscircuits<br />
Voor verwarmingscircuits met kunststofbuizen adviseren wij het<br />
gebruik van diffusiedichte buizen om indiffunderen van zuurstof<br />
door de buiswanden te verhinderen.<br />
In verwarmingsinstallaties met kunststofbuizen die zuurstof doorlaten<br />
moet een systeemscheiding worden aangebracht. Hiervoor<br />
leveren wij aparte warmtewisselaars.<br />
& De waterstromen in de verwarmingscircuits moet worden gereduceerd<br />
door pompen met toerentalregeling, resp. pompen<br />
waarvan het toerental geregeld wordt door de aanvoer- en<br />
retourtemperaturen.<br />
& Maatregelen voor de begrenzing van de retourtemperatuur kunnen<br />
tot een beter rendement leiden.<br />
& Geen overstortkleppen tussen verwarmingsaanvoer en -retour<br />
plaatsen.<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 13<br />
2
2<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Systeemaccessoires<br />
Hydraulische systeembuizen<br />
Voor installaties met twee ketels tot 622 kW met Vitocrossal 200,<br />
type CM2.<br />
1 Aanvoer- en retourverzamelaar<br />
2 Motorisch gestuurde smoorkleppen<br />
3 Contraflens met pakkingen<br />
Toepassingsvoorbeelden<br />
Zie vanaf pagina 44.<br />
De toepassingsvoorbeelden zijn slechts een advies en moeten<br />
installatietechnisch op volledigheid en werking worden gecontroleerd.<br />
Draaistroomverbruikers moeten via extra vermogensrelais<br />
worden aangesloten.<br />
Afstand a: 35 mm (ketelafstand met aangebrachte isolatie)<br />
Nom. vermogen in kW Nom. maat Bestelnr.<br />
Inst. met 1 Inst. met 2<br />
ketel<br />
ketels<br />
87<br />
115<br />
142<br />
186<br />
246<br />
311<br />
174<br />
230<br />
284<br />
372<br />
492<br />
622<br />
DN 50/65 Z003 833<br />
DN 65/80 Z003 834<br />
Divicon verwarmingscircuit-verdeling<br />
Prefab verwarmingscircuit-verdeling voor de aansluiting van max.<br />
4 verwarmingscircuits (in inst. met 1 ketel) op Vitocrossal 300, 87<br />
tot 314 kW of Vitocrossal 200, 87 tot 311 kW . De buisaansluitingen<br />
op de Divicon moeten lokaal worden gemaakt.<br />
Zie technisch gegevensblad ”Divicon verwarmingscircuit-verdeling”.<br />
Prefab rookgasverzamelleiding<br />
Voor installaties met twee ketels tot 622 kW met Vitocrossal 200,<br />
type CM2 (zie pagina 37).<br />
14 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
2.4 Veiligheidstechnische uitrusting<br />
NEN EN 12828 geldt voor het ontwerp van warmwater-verwarmingsinstallaties<br />
met toeg. veiligheidstemperatuur tot max.<br />
110 ºC. De norm stelt veiligheidstechnische eisen aan ketels en<br />
ketelinstallaties.<br />
Veiligheidstechnische uitrusting volgens NEN EN 12828 Vereiste veiligheidsinrichtingen<br />
ADG Gesloten expansievat<br />
AV 1 Afsluitklep<br />
AV 2 Afsluitklep (tegen onbedoeld sluiten beveiligd, bijv. kapventiel)<br />
E Aftap<br />
EST Ontlastpot<br />
MA Drukindicatietoestel<br />
SDB 1 Veiligheidsdrukbegrenzer max.<br />
SDB 2 Veiligheidsdrukbegrenzer min.<br />
SIV Veiligheidsklep<br />
STB Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
TH Thermometer<br />
TR Temperatuurregelaar<br />
WB Laagwaterstandbeveiliging<br />
Overige legenda<br />
HK Verwarmingscircuit<br />
HKP CV-pomp<br />
HR Verwarmingswaterretour<br />
HV Verwarmingswateraanvoer<br />
Algemene aanwijzingen<br />
Laagwaterstandbeveiliging<br />
Volgens NEN EN 12828 moeten verwarmingsketels met een laagwaterstandbeveiliging<br />
worden uitgerust.<br />
Maximale drukbegrenzing<br />
Vereist voor elke verwarmingsketel in een installatie als het nominale<br />
vermogen van de ketel > 300 kW bedraagt. De verwarmingsketels<br />
vanaf 187 kW hebben hiervoor een sok R½ aan de<br />
bovenzijde van de ketel.<br />
Minimale drukbegrenzing<br />
Geadviseerd bij aanvoertemperaturen van meer dan 100 ºC en bij<br />
installaties met meerdere ketels eenmaal per installatie.<br />
Veiligheidsklep<br />
De verwarmingsketels moeten volgens NEN EN 12828 voor<br />
warmwater-verwarmingsinstallaties op een veiligheidstemperatuur<br />
van max. 110°C worden ingesteld en overeenkomstig de<br />
typegoedkeuring worden voorzien van een gekeurde veiligheidsklep.<br />
Deze moet als volgt zijn gekenmerkt:<br />
& ”H” tot 3,0 bar toegestane werkoverdruk en max. 2.700 kW vermogen<br />
& ”D/G/H” voor alle andere bedrijfsvoorwaarden.<br />
De verbindingsleiding tussen verwarmingsketel en veiligheidsklep<br />
mag niet afsluitbaar zijn. Hierin mogen geen pompen, armaturen<br />
of vernauwingen aanwezig zijn.<br />
Ontlastpot<br />
Bij verwarmingsketels van meer dan 300 kW moet in de directe<br />
nabijheid van de veiligheidsklep een ontlastpot met afblaas- en<br />
afvoerleiding worden geïnstalleerd. De afblaasleiding moet in de<br />
buitenlucht uitmonden. Uittredende stoom mag niemand in gevaar<br />
brengen.<br />
De afblaasleiding van de veiligheidsklep moet zodanig zijn uitgevoerd<br />
dat geen drukverhoging mogelijk is. De monding van de<br />
afvoerleiding voor water moet zodanig zijn aangebracht dat uit de<br />
veiligheidsklep ontsnappend water zonder gevaar en observeerbaar<br />
wordt afgevoerd.<br />
Alleen als een tweede veiligheidstemperatuurbegrenzer en een<br />
tweede maximaalpressostaat worden gemonteerd, kan van de<br />
ontlastpot en de afblaasleiding worden afgezien.<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 15<br />
2
2<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Keuzetabel voor veiligheidstechnisch accessoires van de Vitocrossal<br />
De tabel toont welk veiligheidstechnisch accessoires volgens<br />
NEN EN 12828 voor de verwarmingsketel vereist is.<br />
(x = nodig, – = niet nodig)<br />
Nominaal vermogen van de verwarmingsketel ≤ 300 kW > 300 kW<br />
Veiligheidstemperatuur<br />
(STB-instelling* 1 , STB in leveringsomvang van de ketelcircuitregeling)<br />
110 °C 110 °C<br />
Temperatuurregelaar<br />
Leveringsomvang van de ketelcircuitregeling<br />
x x<br />
Ketelthermometer<br />
Leveringsomvang van de ketelcircuitregeling<br />
x x<br />
Drukindicatietoestel<br />
Manometer (als afzonderlijk accessoires)<br />
of<br />
als onderdeel van het armaturenblok met toebehoren resp. van de kleinverdeler (alleen tot 142 kW)<br />
x x<br />
Veiligheidsklep<br />
Een veiligheidsklep van 3 bar is onderdeel van de kleinverdeler (inzetbaar tot 142 kW)<br />
x x<br />
Laagwaterstandbeveiliging* 2<br />
voor loodrechte montage in de verwarmingsketel<br />
x x<br />
Maximaalpressostaat – x<br />
Armaturenblok met toebehoren<br />
(met manometer, beveiligde afsluitklep, aftap en twee aansluitingen voor veiligheidsdrukbegrenzers)<br />
– x* 3<br />
Ontlastpot – x* 4<br />
Veiligheidstemperatuurbegrenzer* 5<br />
(extra)<br />
– x<br />
Veiligheidsdrukbegrenzer* 5<br />
(extra) (maximaalpressostaat)<br />
– x<br />
Veiligheidstechnische uitrusting van de Vitotrans 300<br />
De verwarmingsketels met Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
moeten volgens de stand der techniek worden uitgerust.<br />
De Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaars moeten met<br />
een veiligheidsklep en een manometer worden uitgerust, als ze<br />
aan waterzijide afsluitbaar zijn van ketels.<br />
2.5 Brandstoffen<br />
Vitocrossal<br />
Vitocrossal 300 verwarmingsketels zijn voor de verbranding van<br />
aardgas, stadsgas en vloeibaar gas volgens NEN EN 437 ”testgassen,<br />
testdrukken” resp. de lokale bepalingen geschikt.<br />
<strong>Viessmann</strong> MatriX-stralingsbranders zijn alleen geschikt voor de<br />
verbranding van aardgas E en LL.<br />
Vitotrans 300<br />
De Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaars kunnen bij<br />
toepassing van een olie/gas-combinatiebrander tijdelijk (max.<br />
6 weken per stookperiode) op olie worden gebruikt. De gebruikte<br />
olie moet overeenkomen met NEN EN 590 en mag max. 0,2 %<br />
zwavel bevatten.<br />
Na oliestook moet de Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
grondig van verbrandingsresten worden ontdaan. De reiniging<br />
kan chemisch plaatsvinden. Daarna grondig met leidingwater<br />
doorspoelen en de gebruikte neutraliseringsinrichting op werking<br />
controleren en evt. onderhouden.<br />
*1<br />
De veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) van de Vitotronic is bij levering op 110 ºC ingesteld en moet evt. worden omgezet.<br />
*2<br />
Voor Vitocrossal 200, 87 tot 311 kW en Vitocrossal 300, 87 tot 142 kW, kan een minimumdrukbewaker als vervanging voor de laagwaterstandbeveiliging<br />
worden gebruikt (accessoires).<br />
*3<br />
Naar keuze, toebehoren volgens NEN EN 12878 voor de montage van de veiligheidsdrukbegrenzer.<br />
*4<br />
Van installateur.<br />
*5<br />
Volgens DIN EN 12828 is de ontlaspot niet nodig als bovendien een veiligheidstemperatuurbegrenzer en een veiligheidsdrukbegrenzer<br />
(maximaalpressostaat) worden ingebouwd (onderdelen behoren als ” vervangende set voor ontlaspot” bij accessoires).<br />
16 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
2.6 Brander<br />
Geschikte brander<br />
Ventilatorbrander op gas<br />
De brander moet getest zijn volgens NEN EN 676 en moet overeenkomstig<br />
richtlijn 90/396/EEG de CE-markering hebben.<br />
Unit-brander<br />
Bij Vitocrossal 200 van 87 tot 311 kW behoort de MatriX-stralingsbrander<br />
tot de leveringsomvang. Deze verwarmingsketels<br />
kunnen ook open werken. Hier is de restopvoerhoogte van de<br />
brander variabel en direct afhankelijk van de weerstand in de<br />
luchttoevoerleiding.<br />
Deze verwarmingsketels kunnen uitsluitend met MatriX-stralingsbranders<br />
worden gebruikt. Het gebruik van een brander van derden<br />
is onmogelijk.<br />
Voor Vitocrossal 300 van 87 tot 314 kW zijn <strong>Viessmann</strong> unitbranders<br />
op gas als MatriX-stralingsbrander verkrijgbaar. De restopvoerhoogte<br />
van deze brander bedraagt 70 Pa.<br />
Voor de vermogens 87 tot 142 kW moet uitsluitend de MatriX-stralingsbrander<br />
worden gebruikt. Het gebruik van een brander van<br />
derden is voor deze vermogens onmogelijk.<br />
Montage van de brander<br />
Vitocrossal 200/300 (type CM2, CM3 en CT3), 87 tot 314 kW met<br />
MatriX-stralingsbrander: De keteldeur voor montage van de<br />
MatriX-stralingsbrander behoort tot de leveringsomvang van de<br />
brander.<br />
Vitocrossal 300 (type CT3), 187 tot 635 kW: De steekmaat van de<br />
branderbevestigingsgaten en vlambeker-doorvoeropening komt<br />
overeen met de afmetingen van een groot aantal bekende branderfabrikaten.<br />
Bij afwijkende afmetingen moeten de branderbevestigingsgaten<br />
in de branderplaat worden geboord, de<br />
vlambeker-doorvoeropening worden uitgebrand en de branderplaat<br />
op de keteldeur worden geschroefd.<br />
2.7 Rookgasgeleiding<br />
Voor Vitocrossal 300 van 187 tot 978 kW zijn ventilatorbranders<br />
op gas van de firma's Dreizler en Weishaupt verkrijgbaar. Zie<br />
prijslijst. De levering vindt plaats door de branderfabrikant. Overige<br />
geschikte branders op aanvraag.<br />
Toepassingsbereik<br />
De verwarmingsketels werken met overdruk in de vuurhaard. Er<br />
moet een brander worden gebruikt die geschikt is voor de betreffende<br />
weerstand aan rookgaszijde en de vereiste druk van de<br />
rookgasleiding (zie gegevensblad van de betreffende verwarmingsketel).<br />
Het materiaal van de branderkop moet geschikt zijn<br />
voor bedrijfstemperaturen tot min. 500 °C.<br />
Branderuitvoeringen<br />
Er kunnen meertraps of traploze (modulerende) branders worden<br />
gebruikt.<br />
Vitocrossal 300 (type CR3), 787 en 978 kW: De branderopening<br />
komt overeen met NEN EN 303-1. Voor montage van de brander<br />
moet de branderplaat worden gebruikt die tot de leveringsomvang<br />
behoort.<br />
Op verzoek (tegen meerprijs) kunnen branderplaten in de fabriek<br />
worden voorbereid. Hiervoor bij de bestelling het merk en type<br />
van de brander vermelden.<br />
Bij aanschaf van een unit-brander van de firma's Dreizler of Weishaupt<br />
kan een geboorde branderplaat worden meegeleverd.<br />
Als branders moeten worden gebruikt waarvan de vlambekerdiameter<br />
groter is dan de vlambekeropening, is overleg nodig.<br />
Zie gegevensblad voor meer informatie.<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 17<br />
2
2<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Rookgasinstallaties voor HR-ketels<br />
In de Vitocrossal worden de rookgassen afhankelijk van de retourtemperatuur<br />
van het verwarmingswater tot het condensatiegebied<br />
afgekoeld en verlaten dit met een relatieve vochtigheid van 100 %<br />
. De rookgastemperatuur kan afhankelijk van de installatievoorwaarden<br />
max. 110 ºC bereiken. Door de lage rookgastemperatuur<br />
en de daaruit resulterende geringe stijgkracht evenals de voortgezette<br />
condensatie van de rookgassen in de rookgasinstallatie<br />
moet de rookgasleiding door de betreffende fabrikant worden<br />
berekend en in geschikt materiaal worden uitgevoerd.<br />
Verder zijn er voor rookgasinstallaties van HR-stookinrichtingen<br />
speciale eisen met betrekking tot de uitvoering en opstelling.<br />
Bij opstelling van de Vitocrossal op de zolderverdieping kan de<br />
rookgasleiding als loodrechte dakdoorvoering (korte schoorsteen)<br />
worden uitgevoerd.<br />
HR-ketels moeten op gekeurde en toegestane rookgasleidingen<br />
worden aangesloten. De rookgasleidingen moeten een bouwkundige<br />
goedkeuring hebben.<br />
Inbouwmogelijkheden van de rookgasinstallatie voor Vitocrossal<br />
Open werking<br />
A Rookgas<br />
B Spouwventilatie<br />
C Luchttoevoer<br />
Rookgastemperatuursensor<br />
Volgens de ”richtlijn voor goedkeuring van rookgasinstallaties”<br />
pnt. 3.12, mogen op of in rookgasleidingen van HR-ketels uitsluitend<br />
onderdelen worden aangebracht die bouwkundig gekeurd<br />
bestanddeel van de rookgasleiding zijn. Openingen voor de montage<br />
van rookgastemperatuursensoren moeten daarbij door de<br />
fabrikant zijn gepland en samen met de rookgasleiding zijn<br />
gekeurd. Naderhand boren en het plaatsen van onderdelen<br />
van derden is niet toegestaan.<br />
Vitocrossal HR-ketels mogen ook op vochtongevoelige schoorstenen<br />
worden aangesloten. De schoorsteenfabrikant levert het<br />
rekenkundige bewijs volgens NEN EN 13384 onder inachtneming<br />
van de rookgaswaarden van de verwarmingsketel (zie technische<br />
gegevens in het betreffende gegevensblad).<br />
De rookgasleidingen moeten in een aanwezige of nieuw te installeren<br />
schoorsteen (mantelsteen zonder binnenbuis) boven het<br />
dak worden geleid. Wegens grootte en uitvoering van de schoorsteen<br />
adviseren wij daarom al in de ontwerpfase contact op te<br />
nemen met een fabrikant resp. leverancier van rookgasleidingen.<br />
Doorvoering in een koker (type B 23 volgens TRGI '86/96)<br />
De verwarmingsketel 1 onttrekt verbrandingslucht aan de installatieruimte<br />
en voert rookgas af via de rookgasleiding boven het<br />
dak (gelijkstroom).<br />
Zie gedetailleerde beschrijving vanaf pagina 23.<br />
Aansluiting op een vochtongevoelige schoorsteen (type B 23<br />
volgens TRGI '86/96)<br />
De verwarmingsketel 2 onttrekt verbrandingslucht aan de installatieruimte<br />
en voert rookgas af via een vochtongevoelige schoorsteen<br />
boven het dak.<br />
Loodrechte doorvoering als geen koker aanwezig is (type B 23<br />
volgens TRGI '86/96)<br />
De verwarmingsketel 3 onttrekt verbrandingslucht aan de installatieruimte<br />
(dakruimte) en voert rookgas af via de rookgasleiding<br />
boven het dak.<br />
Zie voor gedetailleerde beschrijving pagina 24.<br />
18 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Gesloten werking<br />
A Rookgas<br />
B Luchttoevoer<br />
A Rookgas<br />
B Luchttoevoer<br />
Doorvoering in een koker (type C 33 volgens TRGI '86/96)<br />
De verwarmingsketel onttrekt via de ringspleet in de koker<br />
(schoorsteen) de verbrandingslucht aan de buitenlucht en voert<br />
rookgas door de rookgasleiding boven het dak naar de buitenlucht<br />
af.<br />
Zie voor gedetailleerde beschrijving pagina 27.<br />
Aansluiting op een lucht/rookgas-schoorsteen (type C 43 volgens<br />
TRGI '86/96)<br />
De verwarmingsketel onttrekt via de ringspleet in de lucht/rookgas-schoorsteen<br />
de verbrandingslucht aan de buitenlucht en<br />
voert rookgas door de vochtongevoelige binnenbuis boven het<br />
dak naar de buitenlucht af.<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 19<br />
2
2<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
A Rookgas<br />
B Spouwventilatie<br />
C Luchttoevoer<br />
A Rookgas<br />
B Luchttoevoer<br />
Rookgasinstallaties voor Vitotrans 300<br />
In de Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar worden de<br />
rookgassen afhankelijk van de retourtemperatuur van het verwarmingswater<br />
tot het condensatiegebied afgekoeld en verlaten dit<br />
met een relatieve vochtigheid van 100 %. De rookgastemperatuur<br />
kan afhankelijk van de installatievoorwaarden max.130 ºC bedragen.<br />
Deze rookgastemperatuur kan bereikt worden bij een veiligheidstemperatuur<br />
van120 ºC en instelling van de<br />
temperatuurregelaar van de ketelcircuitregeling op 110 ºC.<br />
Door de lage rookgastemperatuur en de daaruit resulterende<br />
geringe stijgkracht evenals de voortgezette condensatie van de<br />
rookgassen in de rookgasinstallatie moet de rookgasleiding door<br />
de betreffende fabrikant worden berekend en in geschikt materiaal<br />
worden uitgevoerd.<br />
& Rookgaswaarden van de verwarmingsketel met Vitotrans 300<br />
rookgas-/water-warmtewisselaar zijn in de betreffende technische<br />
gegevens van het gegevensblad aangegeven.<br />
& Lokale omstandigheden (retourtemperatuur verwarmingswater,<br />
uitvoering van het verbindingsstuk enz.) moeten worden gerespecteerd.<br />
Gescheiden luchttoevoer en -afvoer (type C 53 volgensTRGI<br />
'86/96)<br />
1 De verwarmingsketel onttrekt via een afzonderlijke luchttoevoerleiding<br />
door de buitenwand verbrandingslucht aan de buitenlucht<br />
en voert rookgas door de rookgasleiding boven het<br />
dak naar de buitenlucht af.<br />
Zie voor gedetailleerde beschrijving pagina 26.<br />
2 De verwarmingsketel onttrekt via een afzonderlijke luchttoevoerleiding<br />
door het dak verbrandingslucht aan de buitenlucht<br />
en voert rookgas door de rookgasleiding boven het dak naar<br />
de buitenlucht af (alleen bij opstelling van de verwarmingsketel<br />
in de dakruimte).<br />
Zie voor gedetailleerde beschrijving pagina 28.<br />
Gescheiden luchttoevoer en -afvoer (type C 83 volgensTRGI<br />
'86/96)<br />
De verwarmingsketel onttrekt via een afzonderlijke luchttoevoerleiding<br />
door de buitenwand verbrandingslucht aan de buitenlucht<br />
en voert rookgas door een vochtongevoelige schoorsteen boven<br />
het dak af.<br />
Verder zijn er voor rookgasinstallaties van HR-stookinrichtingen<br />
speciale eisen met betrekking tot de uitvoering en opstelling.<br />
HR-stookinrichtingen moeten op gekeurde en toegestane rookgasleidingen<br />
worden aangesloten. De rookgasleidingen moeten<br />
een bouwkundige goedkeuring hebben.<br />
De rookgasbuizen die in de prijslijst onder register 9 worden<br />
genoemd, kunnen niet worden gebruikt.<br />
De rookgasleidingen moeten in een aanwezige of nieuw te installeren<br />
schoorsteen (mantelsteen zonder binnenbuis) boven het<br />
dak worden geleid. Wegens grootte en uitvoering van de schoorsteen<br />
adviseren wij daarom al in de ontwerpfase contact op te<br />
nemen met een fabrikant resp. leverancier van rookgasleidingen.<br />
20 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Rookgastemperatuursensor<br />
Volgens de ”richtlijn voor goedkeuring van rookgasinstallaties”<br />
pnt. 3.12, mogen op of in rookgasleidingen van HR-eenheden uitsluitend<br />
onderdelen worden aangebracht die bouwkundig gekeurd<br />
bestanddeel van de rookgasleiding zijn. Openingen voor de montage<br />
van rookgastemperatuursensoren moeten daarbij door de<br />
fabrikant zijn gepland en samen met de rookgasleiding zijn<br />
gekeurd. Naderhand boren en het plaatsen van onderdelen<br />
van derden is niet toegestaan.<br />
2.8 Rookgassysteem voor Vitocrossal, 87 tot 508 kW<br />
Wegens de lage rookgastemperatuur en de daaruit resulterende<br />
geringe stijgkracht evenals de voortgezette condensatie van de<br />
rookgassen in de rookgasinstallatie wordt een drukdicht, corrosievast<br />
rookgassysteem voor de Vitocrossal, 87 tot 508 kW als<br />
accessoires aangeboden.<br />
De rookgassen uit de rookgasinstallatie worden met overdruk<br />
afgevoerd. Het rookgassysteem is passend voor de Vitocrossal<br />
ontworpen, in geschikt materiaal uitgevoerd, gekeurd en CE<br />
gecertificeerd.<br />
Certificaatnr. 0036 CPD 9184 001<br />
Fa. Skoberne<br />
Ostendstr. 1<br />
64319 Pfungstadt<br />
Volgens CE-certificering conform NEN EN 14471 is de rookgasleiding<br />
van kunststof (PPS) tot een max. rookgastemperatuur van<br />
120 ºC (type B) te gebruiken.<br />
De rookgasleidingen van kunststof zijn rookgasleidingen van de<br />
typegroep B (max. toegestane rookgastemperatuur 120 ºC).<br />
Rookgasleidingen mogen in gebouwen uitsluitend door eigen, in<br />
lengterichting geventileerde kokers of kanalen worden gevoerd,<br />
die aan de eisen voldoet van een brandvertragingsperiode van<br />
90 minuten (F90/L90) en de aangegeven minimum interne kokermaten<br />
hebben.<br />
In de rookgasinstallatie moet minstens een revisie-opening voor<br />
inspectie, reiniging en een druktest zijn gemonteerd.<br />
Als de rookgasleiding niet toegankelijk is vanaf het dak, moet op<br />
de zolderverdieping nog een revisie-opening worden aangebracht<br />
achter de reinigingsdeur van de schoorsteen.<br />
De condenswaterafvoer van de rookgasleiding naar de verwarmingsketel<br />
moet door een afschot van min. 3º zijn gegarandeerd.<br />
De rookgasinstallatie moet tot boven het dak worden aangebracht.<br />
Wanneer de rookgasleiding in een bestaande schoorsteen moet<br />
worden ingebouwd, moeten evt. aanwezige aansluitopeningen<br />
met geschikt bouwmateriaal worden afgedicht en moet het binnenwerk<br />
van de schoorsteen worden gereinigd.<br />
Dit geldt niet voor noodzakelijke reinigings- en controleopeningen<br />
die uitgerust zijn met schoorsteenreinigingsafsluitingen waarvoor<br />
een keurmerk is verleend.<br />
Opmerking<br />
Een beveiliging van de rookgastemperatuur is in combinatie met<br />
de Vitocrossal niet nodig omdat de max. toegestane rookgastemperatuur<br />
van 120 ºC (rookgasleiding van typegroep B) in geen<br />
enkele bedrijfstoestand of geval van storing wordt overschreden.<br />
Afhankelijk van de grootte van de koker moeten elke 2 tot 5 m en<br />
op elk passtuk (bijv. revisiestuk of bocht) afstandhouders op de<br />
rookgasleiding worden gepland.<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 21<br />
2
2<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
CE-certificaat voor de PPs-rookgassystemen bij Vitocrossal<br />
22 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Open werking van Vitocrossal 200 en Vitocrossal 300<br />
Voor de open werking van Vitocrossal 200 en 300 is een rookgasbuis<br />
tussen HR-ketel op gas en de koker evenals de kokerdoorvoering<br />
nodig.<br />
Voor doorvoering door in lengterichting geventileerde<br />
kokers of kanalen moeten voldoen aan een brandvertragingsperiode<br />
van 90 min (F90/L90).<br />
Voor systeemformaat diameter 125, 150 en 200 mm.<br />
A Rookgas<br />
B Spouwventilatie<br />
C Diameter rookgasleiding<br />
D Minimum binnenmaat koker<br />
E Revisie-opening<br />
F Luchttoevoer<br />
Systeemformaat rookgasbuis Ø 125, 150 en 200 mm.<br />
Voor de aansluiting op de Vitocrossal moet een ketelaansluitstuk<br />
worden meebesteld.<br />
1 Ketelaansluitstuk<br />
(moet worden meebesteld)<br />
2 Uitbreidingsstuk<br />
nodig voor het systeemformaat 150 en 200 mm<br />
3 Basiselement koker<br />
bestaande uit<br />
– Steunbocht<br />
– Steunrand<br />
– Kokerafdekking<br />
– Afstandhouder (3 stuks)<br />
Afstandhouder (3 stuks)<br />
4 Buis<br />
– 2 m lang (2 stuks = 4 m lang)<br />
– 2 m lang (1 stuks)<br />
– 1 m lang (1 stuks)<br />
– 0,5 m lang (1 stuks)<br />
5 Recht revisiestuk<br />
(1 stuks)<br />
6 Rookgasbocht<br />
87º (1 stuks)<br />
45º (2 stuks)<br />
7 Ventilatieplaat<br />
(1 stuks)<br />
Rookgasbocht<br />
(voor gebruik in getrokken kokers)<br />
30º (2 stuks)<br />
15º (2 stuks)<br />
8 Revisiebocht<br />
87º (1 stuks)<br />
Verloopstuk<br />
(van systeemformaat 150 naar 125)<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 23<br />
2
2<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Minimumafstand tot de spouwventilatie tussen binnendiameter<br />
van de koker en sokmaat<br />
Voor loodrechte dakdoorvoeringen (korte schoorsteen)<br />
bij opstelling van de Vitocrossal 200 en 300 tot<br />
142 kW op de zolderverdieping<br />
De dakdoorvoering moet daar worden geplaatst waar het plafond<br />
van de installatieruimte tevens het dak vormt. Een minimumafstand<br />
tot brandbare delen is bij de dakdoorvoering niet nodig.<br />
Door de spouwventilatie treden bij de dakdoorvoering op geen<br />
enkele plaats van het oppervlak hogere temperaturen op dan<br />
85 ºC.<br />
Van de rookgasleiding (verbindingsstuk) tot brandbare delen moet<br />
een minimumafstand van 100 mm worden aangehouden.<br />
Max. gestrekte buislengte 6 m bij max. aantal bochten<br />
& 87º 2 stuks<br />
& 45º 2 stuks<br />
Bij een afwijkend aantal bochten moet van de max. gestrekte buislengte<br />
1 m worden afgetrokken/bijgeteld voor bochten van 87º<br />
resp. 0,75 m voor bochten van 45º.<br />
Systeem- Buitenmaat Minimum binnenmaat koker D<br />
formaat (Ø mm) (mm)<br />
a b c<br />
d<br />
hoekig<br />
rond<br />
mm<br />
Ømm<br />
125 145 185 x 185 205<br />
150 184 224 x 224 244<br />
200 227 267 x 267 287<br />
In de rookgasleiding moet in de installatieruimte een revisie-opening<br />
voor inspectie en reiniging zijn ingebouwd.<br />
Loodrechte doorvoering door plat dak<br />
Kraag voor plat dak volgens de richtlijnen voor platte daken in de<br />
dakbedekking integreren (zie pagina 36). Dakdoorvoering van<br />
boven er doorheen steken en op de kraag voor het platte dak<br />
plaatsen.<br />
Opmerking<br />
De plafondopening moet een diameter hebben van min. 185 mm.<br />
Pas na volledige montage de doorvoering met een klem op de<br />
dakconstructie bevestigen.<br />
24 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
A Spouwventilatie<br />
B Rookgas<br />
Gesloten werking met Vitocrossal 200<br />
Voor de gesloten werking van de Vitocrossal 200 is een rookgasbuis<br />
tussen HR-ketel op gas en de koker evenals de kokerdoorvoering<br />
nodig (art. C 53 volgens TRGI '86/96).<br />
Systeemformaat rookgasbuis 7 125, 150 en 200 mm.<br />
1 Ketelaansluitstuk<br />
(moet worden meebesteld)<br />
2 Rookgasbocht<br />
87º (1 stuks)<br />
45º (2 stuks)<br />
3 Buis (Ø 125 mm)<br />
– 2 m lang (2 stuks = 4 m lang)<br />
– 2 m lang (1 stuks)<br />
– 1 m lang (1 stuks)<br />
– 0,5 m lang (1 stuks)<br />
4 Revisiestuk, recht<br />
(1 stuks)<br />
5 Verloopstuk<br />
DN 125/100<br />
(moet voor Vitocrossal 300, 87 tot 115 kW, worden meebesteld<br />
en direct in de buurt van de concentrische dakdoorvoering<br />
worden gemonteerd)<br />
6 Concentrische dakdoorvoering<br />
(systeemformaat 100) met bevestigingsklem<br />
Lengte 1,2 m<br />
(onder het dak 0,2 m en 1 m boven het dak)<br />
Kleur zwart of dakpanrood<br />
Verlenging boven dak<br />
0,5 resp. 1 m lang (op aanvraag leverbaar)<br />
7 Universele afdekplaat<br />
8 Universele dakpan<br />
(kleur zwart of dakpanrood)<br />
of<br />
Kraag plat dak<br />
Voor de aparte luchttoevoer moeten de afzonderlijke onderdelen<br />
van het systeemformaat rookgasbuis 7 150 mm worden gebruikt.<br />
Daarbij moet erop worden gelet dat de steekrichting van de luchttoevoerleiding<br />
tegengesteld aan de rookgasleiding wordt uitgevoerd.<br />
Voor de aansluiting op de Vitocrossal moet een ketelaansluitstuk<br />
worden meebesteld.<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 25<br />
2
2<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Voor doorvoering door in lengterichting geventileerde<br />
kokers of kanalen moeten voldoen aan een brandvertragingsperiode<br />
van 90 min (F90/L90).<br />
Voor systeemformaat diameter 125, 150 en 200 mm<br />
A Spouwventilatie<br />
B Rookgas<br />
C Revisie-opening<br />
D Minimum binnenmaat koker<br />
E Luchttoevoer<br />
Aanzuiging verbrandingslucht via loodrechte buis<br />
Nom. vermo- Systeemformaat Max. hoogte in m<br />
geninkWRookgassysLuchttoe- Rookgas- en<br />
teemvoerluchttoevoerleiding<br />
80 – 87 DN 125 DN 150 17<br />
80 – 87 DN 150 DN 150 30<br />
105 – 115 DN 150 DN 150 25<br />
105 – 115 DN 200 DN 150 30<br />
130 – 142 DN 150 DN 150 15<br />
130 – 142 DN 200 DN 150 27<br />
130 – 142 DN 200 DN 200 30<br />
170 – 186 DN 200 DN 150 11<br />
170 – 186 DN 200 DN 200 28<br />
225 – 246 DN 200 DN 200 11<br />
285 – 311 op aanvraag<br />
1 Ketelaansluitstuk<br />
(moet worden meebesteld)<br />
Verloopstuk<br />
(van systeemformaat 150 naar 125)<br />
Uitbreidingsstuk<br />
nodig voor het systeemformaat 150 en 200 mm<br />
2 Basiselement koker<br />
bestaande uit<br />
– Steunbocht<br />
– Steunrand<br />
– Kokerafdekking<br />
– Afstandhouder (3 stuks)<br />
Afstandhouder (3 stuks)<br />
3 Buis<br />
– 2 m lang (2 stuks = 4 m lang)<br />
– 2 m lang (1 stuks)<br />
– 1 m lang (1 stuks)<br />
– 0,5 m lang (1 stuks)<br />
4 Revisiestuk<br />
recht (1 stuks)<br />
5 Rookgasbocht<br />
87º (1 stuks)<br />
45º (2 stuks)<br />
6 Ventilatieplaat<br />
(1 stuks)<br />
Rookgasbocht<br />
(voor gebruik in getrokken kokers)<br />
30º (2 stuks)<br />
15º (2 stuks)<br />
7 Revisiebocht<br />
87º (1 stuks)<br />
8 Ventilatieplaat<br />
(voor luchttoevoer)<br />
9 Toevoerlucht-windafscherming<br />
(voor luchttoevoer)<br />
Aanzuiging verbrandingslucht via horizontale buis<br />
Nom. ver- Systeemformaat Max. hoogte/lengte in<br />
mogen in<br />
m<br />
kW<br />
RookgasLuchttoeRookgasLuchttoesysteemvoerleidingvoerleiding 80 – 87 DN 125 DN 150 25 11<br />
80 – 87 DN 150 DN 150 30 30<br />
105 – 115 DN 125 DN 150 10 5<br />
105 – 115 DN 150 DN 150 30 30<br />
130 – 142 DN 150 DN 150 28 11<br />
130 – 142 DN 200 DN 150 30 30<br />
170 – 186 DN 200 DN 150 30 10<br />
170 – 186 DN 200 DN 200 30 30<br />
225 – 246 DN 200 DN 200 26 6<br />
285 – 311 op aanvraag<br />
26 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
De gegevens gelden voor de volgende aangenomen situaties:<br />
& Lengte van het verbindingsstuk (rookgasleiding): 2 m en 3<br />
bochten 87° inclusief steunbochten<br />
& Lengte van het verbindingsstuk (luchttoevoerleiding): 2,5 m en<br />
2 bochten 87°<br />
Opmerking<br />
Bij de Vitocrossal 200 met Matrix-stralingsbrander is een druk van<br />
70 Pa voor het rookgas-/luchttoevoersysteem beschikbaar.<br />
Voor doorvoering door in lengterichting geventileerde<br />
kokers of kanalen moet voldoen aan een brandvertragingsperiode<br />
van 90 min (F90/L90).<br />
Voor systeemformaat diameter 125, 150 en 200 mm<br />
A Luchttoevoer<br />
B Rookgas<br />
C Revisie-opening<br />
D Minimum binnenmaat koker<br />
Minimumafstand tot de spouwventilatie tussen binnendiameter<br />
van de koker en sokmaat zie pagina 24.<br />
Voor de gesloten werking van de Vitocrossal 200 is een rookgasbuis<br />
tussen HR-ketel op gas en de koker (schoorsteen) nodig (art.<br />
C 33 volgens TRGI '86/96).<br />
Systeemformaat rookgasbuis 7 125, 150 en 200 mm.<br />
Voor de aparte luchttoevoer moeten de afzonderlijke onderdelen<br />
van het systeemformaat rookgasbuis 7 150 of 200 mm worden<br />
gebruikt.<br />
Voor de aansluiting op de Vitocrossal moet een ketelaansluitstuk<br />
worden meebesteld.<br />
1 Ketelaansluitstuk<br />
(moet worden meebesteld)<br />
Uitbreidingsstuk<br />
nodig voor het systeemformaat 150 en 200 mm<br />
2 Basiselement koker<br />
bestaande uit<br />
– Steunbocht<br />
– Steunrand<br />
– Kokerafdekking<br />
– Afstandhouder (3 stuks)<br />
Afstandhouder (3 stuks)<br />
3 Buis<br />
– 2 m lang (2 stuks = 4 m lang)<br />
– 2 m lang (1 stuks)<br />
– 1 m lang (1 stuks)<br />
– 0,5 m lang (1 stuks)<br />
4 Revisiestuk<br />
recht (1 stuks)<br />
5 Rookgasbocht<br />
87º (1 stuks)<br />
45º (2 stuks)<br />
Rookgasbocht<br />
(voor gebruik in getrokken kokers)<br />
30º (2 stuks)<br />
15º (2 stuks)<br />
6 Revisiebocht<br />
87º (1 stuks)<br />
Verloopstuk<br />
(van systeemformaat 150 naar 125)<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 27<br />
2
2<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Aanzuiging verbrandingslucht via ringspleet (hoekig)<br />
Nom. vermogeninkW<br />
Systeemformaatrookgassysteem<br />
Min. binnenmaat<br />
koker<br />
Max. hoogte<br />
van de rookgasleiding<br />
in m<br />
80 – 87 DN 125 200 x 200 17<br />
80 – 87 DN 150 250 x 250 30<br />
105 – 115 DN 150 250 x 250 30<br />
130 – 142 DN 150 250 x 250 21<br />
130 – 142 DN 200 300 x 300 30<br />
170 – 186 DN 200 300 x 300 25<br />
225 – 311 op aanvraag<br />
Aanzuiging verbrandingslucht via ringspleet (rond)<br />
Nom. vermogeninkW<br />
Systeemformaatrookgassysteem<br />
Min. binnenmaat<br />
koker<br />
Max. hoogte<br />
van de rookgasleiding<br />
in m<br />
80 – 87 DN 125 220 17<br />
80 – 87 DN 150 250 30<br />
105 – 115 DN 150 250 26<br />
130 – 142 DN 150 250 15<br />
130 – 142 DN 200 300 30<br />
170 – 186 DN 200 300 17<br />
225 – 311 op aanvraag<br />
Voor loodrechte dakdoorvoeringen (korte schoorsteen)<br />
bij opstelling van de Vitocrossal 200 tot 142 kW<br />
op de zolderverdieping (art. C 53 volgens TRGI '86/96)<br />
De dakdoorvoering moet daar worden geplaatst waar het plafond<br />
van de installatieruimte tevens het dak vormt. Een minimumafstand<br />
tot brandbare delen is bij de dakdoorvoering niet nodig.<br />
Door de spouwventilatie treden bij de dakdoorvoering op geen<br />
enkele plaats van het oppervlak hogere temperaturen op dan<br />
85 ºC.<br />
Van de rookgasleiding (verbindingsstuk) tot brandbare delen moet<br />
een minimumafstand van 100 mm worden aangehouden.<br />
Max. gestrekte buislengte 6 m bij max. aantal bochten<br />
& 87º 2 stuks<br />
& 45º 2 stuks<br />
Bij een afwijkend aantal bochten moet van de max. gestrekte buislengte<br />
1 m worden afgetrokken/bijgeteld voor bochten van 87º<br />
resp. 0,75 m voor bochten van 45º.<br />
De gegevens gelden voor de volgende aangenomen situaties:<br />
& Lengte van het verbindingsstuk: 2 m en 3 bochten 87° inclusief<br />
steunbochten<br />
& Diameter van de rookgasleiding is gelijk aan het systeemformaat<br />
van de rookgasleiding<br />
& Diameter van de luchttoevoerleiding: DN 150, max. lengte 1,5 m<br />
& Gemiddelde ruwheid van de binnenwand van de koker 1,5 mm<br />
Opmerking<br />
Bij de Vitocrossal 200 met Matrix-stralingsbrander is een druk van<br />
70 Pa voor het rookgas-/luchttoevoersysteem beschikbaar.<br />
Aanzuiging verbrandingslucht via ringspleet:<br />
Voordat met de montage wordt gestart, moet de erkende installateur<br />
controleren of de te gebruiken koker geschikt is en voor deze<br />
toepassing mag worden gebruikt.<br />
Kokers waarop voordien olie- of vastebrandstofketels waren aangesloten,<br />
moeten grondig worden gereinigd door de schoorsteenveger.<br />
Er mogen aan de binnenzijde van de schoorsteen geen<br />
afzettingen (met name zwavel- of roetresten) achterblijven die<br />
kunnen loskomen. De aanleg van een concentrisch systeem door<br />
de koker is dan niet nodig.<br />
Eventueel aanwezige andere aansluitopeningen moeten met het<br />
juiste bouwmateriaal dicht worden afgesloten.<br />
Dit geldt niet voor noodzakelijke reinigings- en controleopeningen<br />
die uitgerust zijn met schoorsteenreinigingsafsluitingen waarvoor<br />
een keurmerk is verleend.<br />
In de rookgasleiding moet in de installatieruimte een revisie-opening<br />
voor inspectie en reiniging zijn ingebouwd.<br />
Loodrechte doorvoering door plat dak<br />
Kraag voor plat dak volgens de richtlijnen voor platte daken in de<br />
dakbedekking integreren (zie pagina 36). Dakdoorvoering van<br />
boven er doorheen steken en op de kraag voor het platte dak<br />
plaatsen.<br />
Opmerking<br />
De plafondopening moet een diameter hebben van min. 185 mm.<br />
Pas na volledige montage de doorvoering met een klem op de<br />
dakconstructie bevestigen.<br />
28 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Luchttoevoersysteem<br />
Voor de aparte luchttoevoer moeten de afzonderlijke onderdelen<br />
van het systeemformaat rookgasbuis 7 150 mm worden gebruikt.<br />
A Spouwventilatie<br />
B Rookgas<br />
C Luchttoevoer<br />
1 Ketelaansluitstuk<br />
(moet worden meebesteld)<br />
2 Rookgasbocht<br />
87º (1 stuks)<br />
45º (2 stuks)<br />
3 Buis (Ø 125 mm)<br />
– 2 m lang (2 stuks = 4 m lang)<br />
– 2 m lang (1 stuks)<br />
– 1 m lang (1 stuks)<br />
– 0,5 m lang (1 stuks)<br />
4 Revisiestuk, recht<br />
(1 stuks)<br />
5 Verloopstuk<br />
DN 125/100<br />
(moet worden meebesteld en in de buurt van de concentrische<br />
dakdoorvoering worden gemonteerd)<br />
6 Loodrechte concentrische dakdoorvoering<br />
(systeemformaat 100), met bevestigingsklem<br />
Lengte 1,2 m<br />
(onder het dak 0,2 m en 1 m boven het dak)<br />
Kleur zwart of dakpanrood<br />
Verlenging boven dak<br />
0,5 m lang (op aanvraag leverbaar)<br />
7 Universele afdekplaat<br />
8 Universele dakpan<br />
(kleur zwart of dakpanrood)<br />
of<br />
Kraag plat dak<br />
Bepaling van de max. buislengten en buisdiameter van het PPs-rookgassysteem bij gebruik van<br />
MatriX-stralingsbranders<br />
Vitocrossal 200 van 87 tot 311 kW en Vitocrossal 300 van 87<br />
tot 314 kW voor open werking<br />
Nom. vermogensbereik Systeemformaat Max. hoogte van<br />
de rookgasleiding*<br />
1<br />
80 - 87 kW<br />
DN 100<br />
DN 125<br />
16 m<br />
30 m<br />
105 - 115 kW<br />
DN 125<br />
DN 150<br />
20 m<br />
30 m<br />
130 - 142 kW<br />
DN 125<br />
DN 150<br />
10 m<br />
30 m<br />
170 -187 kW (186 kW) DN 150 30 m<br />
225 - 248 kW (246 kW)<br />
DN 150<br />
DN 200<br />
10 m<br />
30 m<br />
285 - 314 kW (311 kW) DN 200 30 m<br />
Aangenomen situaties:<br />
& Lengte van het verbindingsstuk 2 m<br />
& 3 bochten van 87° (inclusief steunbocht)<br />
& Diameter van het verbindingsstuk is gelijk aan het systeemformaat<br />
van de rookgasleiding<br />
Opmerking<br />
Bij Vitocrossal 200 en 300 met MatriX-stralingsbrander is bij de<br />
rookgasaansluiting een druk van 70 Pa beschikbaar.<br />
*1 Gemeten vanaf de hoogte van de rookgasaansluiting op de verwarmingsketel tot de bovenkant van het rookgassysteem<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 29<br />
2
2<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Bepaling max. buislengten, buisdiameter en totale druk van het rookgassysteem bij branders van derden<br />
Vitocrossal 300 van 187 tot 508 kW<br />
1 Gemeten vanaf de hoogte van de rookgasaansluiting op de<br />
verwarmingsketel tot de bovenkant van het rookgassysteem.<br />
Aangenomen situaties:<br />
& Lengte van het verbindingsstuk 2 m<br />
& 3 bochten van 87° (inclusief steunbocht)<br />
& Diameter van het verbindingsstuk DN 200<br />
Voorbeeld:<br />
Vitocrossal 300 van 314 kW hoogte van de rookgasleiding 16 m.<br />
Het volgende diagram laat zien hoe uit bovenstaand diagram de<br />
benodigde totale druk (verwarmingsketel en rookgasinstallatie)<br />
wordt afgelezen.<br />
& Bij een hoogte van 16 m van de rookgasleiding geeft het snijpunt<br />
met de vermogen/diameter-karakteristiek een benodigde<br />
druk bij de rookgasaansluiting van 30 Pa.<br />
& De loodlijn op de daaronder liggende as geeft een benodigde<br />
totale druk van 190 Pa van de brander.<br />
30 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Aparte onderdelen bij het rookgassysteem van kunststof<br />
Basiselement koker<br />
(bestaande uit)<br />
Steunbocht<br />
A Systeemformaat 125, 150 of 200<br />
Systeemformaat<br />
Maat [mm]<br />
7 mm a b c d e<br />
125 145 125 120 264 147<br />
150 184 160 137 296 163<br />
200 227 200 153 490 310<br />
Kokerafdekking<br />
Steunrand<br />
(Bevestigingsmateriaal voor de bevestiging van de kokerafdekking op de afdekplaat behoort tot de leveringsomvang)<br />
Systeemformaat<br />
Maat [mm]<br />
7 mm a b c d<br />
125 126 185 257 350<br />
150 161 228 258 350<br />
200 202 260 261 280<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 31<br />
2
2<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Afstandhouder (3 stuks)<br />
Buis<br />
Buis,2mlang(2stuks)<br />
Buis,2mlang(1stuks)<br />
Buis,1mlang(1stuks)<br />
A Systeemformaat 125, 150 of 200<br />
Enkelvoudig revisiestuk (recht)<br />
A Systeemformaat 125, 150 of 200<br />
Systeemformaat Maat [mm]<br />
7 mm a<br />
125 402<br />
150 402<br />
200 734<br />
Buis, 0,5 m lang (1 stuks)<br />
(indien nodig kunnen de buizen worden ingekort)<br />
Systeemformaat<br />
Maat [mm]<br />
7 mm a b c<br />
125 75 125 145<br />
150 83 160 184<br />
200 122 200 227<br />
Systeemformaat<br />
Maat [mm]<br />
7 mm a b c d<br />
125 75 205 125 145<br />
150 83 225 160 184<br />
200 122 300 200 227<br />
32 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Enkelvoudige bocht (87º)<br />
A Systeemformaat 125, 150 of 200<br />
Enkelvoudige bocht (45º)<br />
A Systeemformaat 125, 150 of 200<br />
Enkelvoudige bocht (30º)<br />
Enkelvoudige bocht (15º)<br />
Systeemformaat<br />
Maat [mm]<br />
7 mm a b c d e<br />
125 75 145 125 150 150<br />
150 83 184 160 170 170<br />
200 122 227 200 350 310<br />
Systeemformaat<br />
Maat [mm]<br />
7 mm a b c<br />
125 75 145 125<br />
150 83 184 160<br />
200 122 227 200<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 33<br />
2
2<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Ventilatieplaat<br />
A Afstandhouder<br />
Revisiebocht (87º)<br />
A Systeemformaat 125, 150 of 200<br />
Ketelaansluitstuk (moet worden meebesteld)<br />
A Meetopening<br />
B Aansluitmogelijkheid voor rookgas-veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
Systeemformaat Maat [mm]<br />
7 mm a<br />
125 125<br />
150 160<br />
200 200<br />
Systeemformaat<br />
Maat [mm]<br />
7 mm a b c d e<br />
125 100 125 145 148 148<br />
150 100 160 184 163 159<br />
200 100 200 227 310 350<br />
Ketelaansluitstuk<br />
Maat [mm]<br />
7 mm a b c d<br />
125/125 125 — 275 145<br />
200/150 200 150 270 184<br />
200/200 200 — 270 227<br />
259/200 250 150 310 227<br />
34 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Verloopstuk<br />
Uitbreidingsstuk<br />
Concentrische dakdoorvoering Verlenging boven dak<br />
Verloopstuk Maat [mm]<br />
7 mm a b c<br />
125/100 100 125 170<br />
150/125 125 150 205<br />
200/150 150 200 270<br />
Uitbreidingsstuk<br />
Maat [mm]<br />
7 mm a b c<br />
125/150 150 125 210<br />
150/200 200 150 310<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 35<br />
2
2<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Universele dakpan (geschikt voor dakhellingen van 25<br />
tot 45º)<br />
A Universele dakpan<br />
B Buisdoorvoering voor universele dakpan<br />
Kraag plat dak<br />
Dakopbouw volgens richtlijnen voor platte daken<br />
A Grindlaag<br />
B Isolatielaag<br />
Buisdoorvoering voor universele dakpan<br />
C Ventilatielaag<br />
D Isolatie<br />
E Isolering<br />
F Plafond<br />
G Dakdoorvoering<br />
Systeemformaat<br />
Maat [mm]<br />
7 mm a b c<br />
100 170 470 150<br />
36 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Aansluiting met rookgasleiding van kunststof (PPs) op een vochtongevoelige schoorsteen<br />
A Adapter<br />
B Rookgas<br />
C Spouwventilatie<br />
Op vochtongevoelige schoorstenen mogen de HR-ketels<br />
Vitocrossal worden aangesloten als door de schoorsteenfabrikant<br />
het rekenkundige bewijs volgens NEN EN 13384 wordt geleverd.<br />
Als verbindingsstuk moet een bouwtechnisch goedgekeurde,<br />
drukdichte en vochtongevoelige rookgasleiding worden gebruikt.<br />
Het overgangsstuk van de rookgasleiding naar de vochtongevoelige<br />
schoorsteen kan bijv. bij de firma Plewa individueel op aanvraag<br />
resp. bij de firma Schiedel onder de naam ”Schiedel Steck-<br />
Adapter” worden verkregen.<br />
D Vochtongevoelige schoorsteen<br />
E Revisie-opening<br />
Adressen:<br />
Plewa-Werke GmbH<br />
54662 Speicher/Eifel<br />
Schiedel GmbH & Co.<br />
Hauptverwaltung<br />
Lerchenstraße 9<br />
80995 München<br />
Rookgasverzamelleiding van roestvast staal voor installatie met twee ketels Vitocrossal 200<br />
Aansluiting op het rookgassysteem, naar keuze uitgang links of<br />
rechts.<br />
Voorbeeld: (uitgang rechts)<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 37<br />
2
2<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
A Ketelaansluitstuk met meetopeningen en revisieopening<br />
B Afdichtende motorische rookgasklep (met bedrading en stekkers)<br />
C Schuifelement 250 mm<br />
D T-aansluitstuk<br />
Afmetingen<br />
Nom. diameter<br />
mm 200 250 300<br />
a mm 200 250 300<br />
b mm 150 200 200<br />
c mm 350 400 400<br />
d mm 279 328 328<br />
e mm 333 368 368<br />
f mm 820 860 860<br />
f max. mm 1130 1220 1220<br />
Keuzetabel voor max. druk 70 Pa<br />
Nom. vermogen (kW) Diameter van de effectieve,<br />
loodrechte rookgasleiding tot<br />
30 meter (in mm)<br />
2x87, 2x115, 2x142 7 200<br />
2x186, 2x246 7 250<br />
2.9 Geluiddemping<br />
De in verwarmingsinstallaties gebruikte brander-/ketelsystemen,<br />
circulatiepompen en andere aggregaten veroorzaken geluid.<br />
Dit wordt van de installatieruimte via vloer, plafond en wanden<br />
naar aangrenzende ruimtes en via de rookgasinstallatie, evenals<br />
luchttoever- en luchtafvoeropeningen naar andere ruimtes en<br />
naar buiten geleid.<br />
E Schuifelement 500 mm<br />
F Revisiedeksel<br />
G Rookgasbuis met condensaatafvoer (R½)<br />
H Rookgassysteem<br />
Nom. vermogen (kW) Diameter van de effectieve,<br />
loodrechte rookgasleiding tot<br />
30 meter (in mm)<br />
2x311 7 300<br />
De rookgasleiding moet met dezelfde diameter als de rookgasverzamelleiding<br />
worden uitgevoerd.<br />
De ketelaansluiting moet door gebruik van steunelementen (vloer-<br />
, wand-, plafondsteunen) bij de montage van de rookgasverzamelleiding<br />
worden gevrijwaard van belasting en spanning. Accessoires<br />
op aanvraag.<br />
Opmerking<br />
De gegevens zijn gebaseerd op open werking.<br />
Daar kan het als storend worden ervaren. Om dit te vermijden<br />
kunnen extra geluiddempende maatregelen worden genomen die<br />
al bij het ontwerp moeten worden gerespecteerd.<br />
Maatregelen die naderhand worden genomen om het geluid te<br />
verminderen zijn vaak slechts met veel moeite en hoge kosten te<br />
realiseren.<br />
38 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Luchtgeluidsisolatie<br />
Moderne branders beschikken vaak over geluiddempende kappen<br />
resp. geluiddempende luchtaanzuigingen. Bij hoge geluiddempende<br />
eisen kunnen extra geluiddempende kappen worden<br />
gebruikt. Deze maatregel kan tegen geringe kosten ook naderhand<br />
worden genomen. Geluiddempende kappen worden voor<br />
verschillende geluidsreducties aangeboden en worden gewoonlijk<br />
overeenkomstig de installatie (type verwarmingsketel, brandstoftoevoer,<br />
bouwkundige situatie) ontworpen en gemaakt.<br />
Bij grotere installaties kan het nodig zijn de aanzuiglucht in een<br />
geluiddempend kanaal te leiden om storende geluiden buiten het<br />
gebouw te vermijden. Geluiddempers voor rookgas zijn meestal<br />
alleen bij hoge eisen van geluiddemping vereist. Op basis van de<br />
complexiteit bij het ontstaan en de voortplanting van vlamgeluid,<br />
de samenwerking van brander, verwarmingsketel en rookgasinstallatie<br />
evenals de werkwijze (rookgasinstallatie met overdruk of<br />
onderdruk) is zeer moeilijk voorspelbaar of een geluiddemper<br />
voor de rookgassen nodig is.<br />
Contactgeluidsisolatie<br />
Een onderstel onder de verwarmingsketel die contactgeluid isoleert,<br />
is een goedkope en effectieve maatregel. Hiervoor worden<br />
geluidisolerende onderelementen gebruikt. Bij de configuratie van<br />
een dergelijk onderstel moet rekening worden gehouden met het<br />
totale bedrijfsgewicht van de ketelinstallatie evenals met de aard<br />
van het contactvlak bij toepassing van trillingsdempers. Vooral bij<br />
dakverwarmingscentrales is een effectieve contactgeluidsisolatie<br />
2.10 Richtwaarden voor de waterkwaliteit<br />
De levensduur van elke verwarmingsketel en van de gehele verwarmingsinstallatie<br />
wordt beïnvloed door de eigenschappen van<br />
het water. De kosten van waterbehandeling zijn in ieder geval<br />
lager dan reparatie van schade aan de verwarmingsinstallatie.<br />
Onze garantie is niet van toepassing als niet aan de hierna<br />
genoemde vereisten wordt voldaan. De garantie geldt niet voor<br />
schade als gevolg van corrosie en ketelsteen.<br />
Voor de beoordeling van de geluidsemissie in de buurt moet<br />
daarom bij de monding van de rookgasinstallatie het geluidsniveau<br />
worden gemeten. Als eventueel geluiddemping van de rookgassen<br />
nodig is, moet hiermee al tijdens het ontwerp rekening<br />
mee worden gehouden. Belangrijk hierbij is dat achter de ketel<br />
voorzien wordt in voldoende ruimte voor de geluiddemper. De<br />
weerstand van de geluiddemper voor rookgas is nodig voor de<br />
berekening van de rookgasinstallatie volgens DIN EN 13384.<br />
belangrijk. Voor de akoestische scheiding van de stookinrichtingen<br />
van het gebouw kunnen compensatoren worden gebruikt.<br />
Deze moeten zo dicht mogelijk bij de verwarmingsketel in de ketelaanvoer-,<br />
ketelretour- en veiligheidsleiding worden gemonteerd.<br />
Wanneer steunen of ophangingen worden gebruikt, moeten deze<br />
eveneens geluidstechnisch van het gebouw worden gescheiden.<br />
Hierna zijn de belangrijke eisen aan de waterkwaliteit samengevat.<br />
Zie voor uitgebreide aanwijzingen de afzonderlijke ontwerphandleiding<br />
”Richtwaarden voor de waterkwaliteit”. Voor de vulling<br />
en inbedrijfstelling adviseerd <strong>Viessmann</strong> een mobiele waterbehandelingsinstallatie<br />
te huren.<br />
Verwarmingsinstallaties met bedrijfstemperaturen tot 100 ºC volgens voorschrift (VDI 2035)<br />
Er moet worden voorkomen dat zich te veel ketelsteen (calciumcarbonaat)<br />
op het verwarmingsoppervlak afzet. Voor verwarmingsinstallaties<br />
met bedrijfstemperaturen tot 100 °C geldt de<br />
VDI-richtlijn 2035 blad 1 ”Voorkomen van schade in warmwaterverwarmingsinstallaties<br />
- kalksteenvorming in tapwater- en warmwaterverwarmingsinstallaties”<br />
met de volgende richtwaarden (zie<br />
ook de betreffende verklaringen in de originele tekst van de richtlijn):<br />
Totaal verwarmingsvermogen in kW Som van aardalkaliën mol/m 3<br />
Totale hardheid in °d<br />
≤ 50 geen eisen* 1 geen eisen* 1<br />
>50tot≤200 ≤ 2,0 ≤ 11,2<br />
> 200 tot ≤ 600 ≤ 1,5 ≤ 8,4<br />
> 600 < 0,02 < 0,11<br />
Bij de richtwaarden wordt van de volgende voorwaarden uitgegaan:<br />
& De som van de totale hoeveelheid vulwater en toegevoegd<br />
water tijdens de levensduur van de installatie overschrijdt niet<br />
het drievoudige van de waterinhoud van de verwarmingsinstallatie.<br />
& Het specifieke installatievolume is minder dan 20 liter/kW vermogen.<br />
Bij installaties met meerdere ketels moet daarbij het<br />
vermogen van de kleinste ketel worden ingezet.<br />
& Alle maatregelen ter voorkoming van corrosie aan de waterzijde<br />
volgens VDI 22035 blad 2 zijn genomen.<br />
Bij verwarmingsinstallaties met de volgende gegevens moeten<br />
het vulwater en toegevoegde water worden onthard:<br />
*1<br />
Bij installatie met circulatiewaterverwarmers en voor systemen met elektrische verwarmingselementen bedraagt de richtwaarde voor<br />
de som van aardalkaliën ≤ 3,0 mol/m 3 of 16,8 °d.<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 39<br />
2
2<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
& De som van de aardalkaliën van het vulwater en toegevoegde<br />
water ligt boven de richtwaarde.<br />
& Grotere hoeveelheden vulwater en toegevoegd water zijn te<br />
verwachten.<br />
& Het specifieke installatievolume is meer dan 20 liter/kW vermogen.<br />
Bij installaties met meerdere ketels moet daarbij het vermogen<br />
van de kleinste ketel worden ingezet.<br />
Bij het ontwerp op het volgende letten:<br />
& Per gedeelte moeten afsluitkleppen worden gemonteerd. Daarmee<br />
wordt vermeden dat bij elke reparatie of elke uitbreiding<br />
van de installatie al het verwarmingswater moet worden afgetapt.<br />
& Bij installaties van > 50 kW moet voor het vastleggen van de<br />
hoeveelheid vulwater en toegevoegd water een watermeter<br />
worden ingebouwd. De ingevulde waterhoeveelheden en de<br />
waterhardheid moeten in de servicehandleidingen van de verwarmingsketel<br />
worden genoteerd.<br />
& Bij installaties met een specifiek installatievolume meer dan 20<br />
liter/kW vermogen (bij installaties met meerdere ketels moet<br />
daarbij het vermogen van de kleinste ketel worden ingezet)<br />
moeten de eisen van de eerstvolgende hogere groep van het<br />
totale verwarmingsvermogen (volgens tabel op pagina 39) worden<br />
toegepast. Bij ernstige overschrijdingen (> 50 liter/kW)<br />
moet op de som van de aardalkaliën ≤ 0,02 mol/m 3 worden onthard.<br />
Bij installaties met circulatiewaterverwarmers met een totaal vermogen<br />
van < 50 kW en een totale hoeveelheid aardalkaliën in het<br />
vulwater en toegevoegde water van > 3,0 mol/m 3 is bovendien<br />
een van de volgende maatregelen nodig:<br />
& Bij voorkeur ontharding van het vulwater en toegevoegde water.<br />
& Installatie van een filter of een afscheidingsinrichting in de verwarmingsaanvoer.<br />
Vermijding van schade door corrosie aan waterzijde<br />
De corrosiebestendigheid van de gebruikte ijzerlegeringen aan<br />
verwarmingswaterzijde van de verwarmingsinstallaties en ketels<br />
berust op de afwezigheid van zuurstof in het verwarmingswater.<br />
De zuurstof in het vulwater en toegevoegde water van de verwarmingsinstallatie<br />
reageert zonder schade te veroorzaken met de<br />
materialen van de installatie.<br />
De karakteristieke zwarte kleur van het water na enige bedrijfstijd<br />
toont aan dat geen vrije zuurstof meer aanwezig is. De technische<br />
regels, in het bijzonder VDI-Richtlijn 2035-2 adviseren daarom<br />
verwarmingsinstallaties zo te dimensioneren en te gebruiken dat<br />
de constante toevoer van zuurstof in het verwarmingswater niet<br />
mogelijk is.<br />
De toetreding van zuurstof kan tijdens bedrijf gewoonlijk alleen<br />
plaatsvinden:<br />
& via doorstroomde open expansievaten<br />
& door onderdruk in de installatie<br />
& via gasdoorlatende onderdelen.<br />
Gesloten installaties – bijv. met membraanexpansievat – bieden<br />
bij juiste grootte en systeemdruk een goede bescherming tegen<br />
het binnendringen van zuurstof uit de lucht in de installatie. De<br />
druk moet overal in de verwarmingsinstallatie, ook aan de zuigzijde<br />
van de pomp, en bij elke bedrijfssituatie boven de druk van<br />
de plaatselijke atmosfeer liggen. De voordruk van het membraanexpansievat<br />
moet minstens bij het jaarlijkse onderhoud worden<br />
gecontroleerd. Voor drukregelsystemen en corrosie zie ook hoofdstuk<br />
2.1 Algemene ontwerpinstructies. Het gebruik van zuurstof-<br />
2.11 Condenswater en neutralisering<br />
Bedrijfsinstructies:<br />
& De inbedrijfstelling van een installatie moet trapsgewijs, beginnend<br />
met het geringste vermogen van de ketel, bij een hoog<br />
verwarmingswaterdebiet plaatsvinden. Daarmee wordt plaatselijke<br />
concentratie van kalkafzetting op het verwarmingsoppervlak<br />
van de ketel voorkomen.<br />
& Bij installaties met meerdere ketels moeten alle ketels gelijktijdig<br />
in bedrijf gesteld worden, zodat de totale kalkhoeveelheid<br />
niet op het warmteoverdrachtsvlak van slechts één ketel<br />
terechtkomt.<br />
& Bij uitbreidings- en reparatiewerkzaamheden behoeven alleen<br />
de absoluut noodzakelijke netgedeeltes afgetapt te worden.<br />
& Als aan de waterzijde maatregelen nodig zijn, moet al bij de<br />
eerste vulling van de verwarmingsinstallatie de inbedrijfstelling<br />
met behandeld water plaatsvinden. Dat geldt ook voor elke<br />
nieuwe vulling bijv. na reparaties of uitbreiding van de installatie<br />
en voor al het toegevoegde water.<br />
& Filters, vuilvangers of andere vuil- of slibinrichtingen in het verwarmingswatercircuit<br />
moeten na de eerste of een nieuwe installatie<br />
vaker, later naar behoefte afhankelijk van de<br />
waterbehandeling (bijv. hardheid), worden gecontroleerd, gereinigd<br />
en gebruikt.<br />
Bij het respecteren van deze aanwijzingen wordt de vorming van<br />
kalkafzettingen op het verwarmingsoppervlak geminimaliseerd.<br />
Als door het niet respecteren van de VDI-richtlijn 2035 schadelijke<br />
kalkafzettingen zijn ontstaan, is een beperkte levensduur van de<br />
ingebouwde verwarmingsapparaten in de meeste gevallen al<br />
begonnen. Het verwijderen van de kalkafzettingen kan een optie<br />
zijn voor het herstel van een deugdelijke werking. Deze maatregel<br />
moet door een installatiebedrijf worden uitgevoerd. De verwarmingsinstallatie<br />
moet voor het opnieuw in bedrijf stellen op<br />
schade worden onderzocht. Om herhaalde, overmatige vorming<br />
van kalksteen te voorkomen, moeten de foute bedrijfsparameters<br />
absoluut worden gecorrigeerd.<br />
doorlatende onderdelen, bijv. niet-diffusiedichte<br />
kunststofleidingen in vloerverwarmingen, moet vermeden worden.<br />
Als deze toch worden gebruikt, moet er een systeemscheiding<br />
aangebracht worden. Deze moet het door de kunststofbuizen stromende<br />
water door een warmtewisselaar van corrosiebestendig<br />
materiaal van de andere verwarmingscircuits – bijv. van de CVketel<br />
– worden gescheiden.<br />
Bij een corrosietechnisch gesloten warmwaterverwarmingsinstallatie<br />
die aan voornoemde punten voldoet, zijn extra beschermende<br />
maatregelen tegen corrosie niet nodig. Als er toch gevaar<br />
van binnendringen van zuurstof bestaat, moeten extra beschermmaatregelen<br />
worden genomen, bijv. door zuurstofbindmiddel<br />
natriumsulfiet (5 - 10 mg/liter) toe te voegen. De pH-waarde van<br />
het verwarmingswater moet 8,2 - 9,5 bedragen.<br />
Als onderdelen van aluminium aanwezig zijn, gelden daarvan<br />
afwijkende voorwaarden.<br />
Als voor de bescherming tegen corrosie chemicaliën worden<br />
gebruikt, adviseren wij om bij de fabrikant van de chemische stoffen<br />
in kwestie een attest aan te vragen waarin de fabrikant bevestigt<br />
dat de chemicaliën geen gevaar vormen voor de materialen<br />
waarvan de ketel en de andere componenten van de verwarmingsinstallatie<br />
zijn gemaakt. Bij vragen over de waterbehandeling<br />
kunt u zich tot de betreffende firma's wenden.<br />
Overige gedetailleerde gegevens vindt u in de VDI-richtlijn 2035-<br />
2.<br />
Het zure condenswater dat tijdens stoken in de HR-ketel en rookgasleiding<br />
ontstaat, moet volgens de voorschriften worden afgevoerd.<br />
Bij gasstook liggen de pH-waarden tussen 3 en 4. 5819<br />
40 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Neutralisering<br />
Condenswater van deze installaties kan worden geneutraliseerd.<br />
Het wordt na verlaten van de Vitocrossal door een neutraliseringsmiddel<br />
in de neutraliseringsinrichting resp. -installatie geneutraliseerd<br />
en tot een pH-waarde van 6,5 tot ca. 9 verhoogd.<br />
Ontwerpinstructies voor de condenswaterafvoerleiding<br />
De condenswaterafvoerleiding naar de rioolaansluiting moet<br />
zichtbaar zijn. Deze moet onder afschot en met een stankafsluiter<br />
worden aangelegd en moet van een inrichting voor monstername<br />
zijn voorzien. De afvoerput moet onder het terugstroomniveau van<br />
de rookgasverzamelkast liggen.<br />
Er mag uitsluitend corrosiebestendig materiaal voor de condenswaterafvoerleiding<br />
worden gebruikt (bijv. textielslang). Bovendien<br />
mag geen gegalvaniseerd of koperhoudend materiaal voor buizen,<br />
verbindingsstukken enz. worden gebruikt. In de condenswaterafvoer<br />
moet een sifon worden gemonteerd zodat er geen<br />
rookgassen kunnen ontsnappen.<br />
Er moet op worden gelet dat de huisriolering uit materiaal bestaat<br />
dat bestand is tegen zuur condenswater. Volgens werkblad ATV-<br />
DVWK-A 251 (D) is dat:<br />
Neutraliseringsinrichtingen<br />
Voor de HR-ketel Vitocrossal zijn afgestemde neutraliseringsinrichtingen<br />
leverbaar:<br />
& Neutraliseringsinrichtingen met granulaat voor verwarmingsketels<br />
tot 508 kW<br />
& Neutraliseringsinrichting met hevelpomp en vulindicatie voor<br />
granulaat voor verwarmingsketels van 635 tot 978 kW.<br />
Voor de HR-eenheden bestaande uit <strong>Viessmann</strong> Vitoplex/<br />
Vitorond/Vitomax verwarmingsketels en nageschakelde<br />
<strong>Viessmann</strong> Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar zijn<br />
afgestemde neutraliseringsinrichtingen leverbaar:<br />
2.12 Belangrijke veiligheidsvoorschriften en bepalingen<br />
Algemeen<br />
De verwarmingsketel is volgens TRD 702 en overeenkomstig<br />
NEN EN 303, 677, 483/297 geconstrueerd en wordt in verwarmingsinstallaties<br />
volgens NEN EN 12828 gebruikt. De in deze<br />
richtlijn genoemde bedrijfsvoorwaarden moeten in acht worden<br />
genomen. Bij de installatie en inbedrijfstelling van deze verwarmingsketel<br />
moeten behalve de lokale bouwvoorschriften en voorschriften<br />
voor stookinstallaties nog de volgende normen, regels<br />
en richtlijnen in acht worden genomen:<br />
Gasinstallatie<br />
De gasinstallatie moet volgens de technische aansluitvoorwaarden<br />
van de gasmaatschappij door de installateur worden uitgevoerd.<br />
De installatie moet overeenkomstig de genoemde<br />
voorwaarden worden gebruikt.<br />
Leidingaansluitingen<br />
De leidingaansluitingen op de verwarmingsketel moet zonder<br />
belasting en spanning worden uitgevoerd.<br />
Het op deze wijze behandelde condenswater mag in de riolering<br />
worden afgevoerd. Het neutraliseringsmiddel wordt geleidelijk<br />
door het condenswater verbruikt. Omdat het verbruik van het neutraliseringsmiddel<br />
van de werkwijze van de installatie afhankelijk<br />
is, moet tijdens het eerste jaar van bedrijf de benodigde toegevoegde<br />
hoeveelheid door herhaalde controles worden bepaald.<br />
Het verbruik kan door observatie gedurende een geruime periode<br />
worden vastgesteld.<br />
& Gresbuizen<br />
& Harde PVC-buizen<br />
& PVC-buizen<br />
& PE-HD-buizen<br />
& PP-buizen<br />
& ABS/ASA-buizen<br />
& Niet-roestende stalen buizen<br />
& Borosilicaat-buizen<br />
Als gevolg van plaatselijk geldende afvalwaterreglementeringen<br />
en/of bijzondere technische omstandigheden kunnen uitvoeringen<br />
noodzakelijk zijn die afwijken van de werkbladen. Het is zinvol om<br />
op tijd met de verantwoordelijke gemeentelijke instanties voor vragen<br />
over de riolering en plaatselijke voorwaarden contact op te<br />
nemen.<br />
& Neutraliseringsinrichting met granulaat voor gasgestookte verwarmingsketel<br />
tot 500 kW met Vitotrans 300<br />
& Neutraliseringsinstallatie met granulaat en hevelpomp evenals<br />
vulindicatie voor granulaat voor gasgestookte verwarmingsketel<br />
tot 1000 kW met Vitotrans 300<br />
& Neutraliseringsinstallatie met vloeistof voor gasgestookte verwarmingsketel<br />
vanaf 1120 kW met Vitotrans 300<br />
& Neutraliseringsinstallaties voor oliegestookte verwarmingsketel<br />
met Vitotrans 300.<br />
Technische gegevens van de neutraliseringsinrichtingen resp. -<br />
installaties en accessoires zie gegevensblad ”Accessoires voor<br />
verwarmingsketels”.<br />
& NEN EN 12828: Verwarmingssystemen in gebouwen - ontwerp<br />
van warmwater-verwarmingsinstallaties.<br />
& NEN EN 13384: Roogasinstallaties - warmte- en stromingstechnische<br />
berekeningen.<br />
& NEN EN 298: Branderautomaten voor gasbranders en gastoestellen<br />
met en zonder ventilator.<br />
& NEN EN 676: Gasbrander met ventilator<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 41<br />
2
2<br />
Ontwerphandleiding (vervolg)<br />
Elektrische installatie<br />
De elektrische aansluiting en de elektrische installatie moeten volgens<br />
de NEN-bepalingen en de technische aansluitvoorwaarden<br />
van de elektriciteitsmaatschappij worden uitgevoerd.<br />
Bedieningshandleiding<br />
De installateur van de installatie moet volgens NEN EN 12828,<br />
hoofdstuk 5 en NEN EN 12170/12171 een bedieningshandleiding<br />
voor de gehele installatie beschikbaar stellen.<br />
Rookgasinstallatie<br />
Voor HR-ketels moeten bouwtechnisch goedgekeurde rookgasleidingen<br />
worden gebruikt.<br />
Vulwater en toegevoegd water<br />
& VDI 2035: Vermijding van schade door corrosie en kalksteenvorming<br />
in warmwater-verwarmingsinstallaties met reglementaire<br />
bedrijfstemperaturen tot 100 ºC.<br />
Test in het kader van de bouwtechnische keuringsprocedure<br />
In het kader van de bouwtechnische keuringsprocedure worden<br />
condenserende HR-stookinstallaties door de erkende instantie<br />
met inachtneming van de bouwtechnische voorschriften en de te<br />
respecteren algemeen erkende technische regels gekeurd. Tot de<br />
bouwtechnische voorschriften behoren de bouwverordeningen,<br />
uitvoeringsbesluiten resp. stookverordeningen en de algemene<br />
bouwtechnische goedkeuring en toestemming van de hoogste<br />
bouwtoezichthoudende instantie in het afzonderlijke geval.<br />
42 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 43<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
3.1 Toepassingsvoorbeeld 1<br />
Installatie met 1 Vitocrossal-verwarmingsketel<br />
Toepassingsgebied<br />
Verwarmingsinstallatie met in de buurt van de ketel geïnstalleerde<br />
verdeler.<br />
Via de ketelregeling wordt invloed uitgeoefend op de nageschakelde<br />
verwarmingscircuits, die op verschillende temperaturen<br />
kunnen werken.<br />
Hoofdcomponenten<br />
& Vitocrossal 200 (87 tot 311 kW) of Vitocrossal 300 (87 tot<br />
978 kW)<br />
& Vitotronic 300 (type GW2) of Vitotronic 200 (type GW1) of<br />
Vitotronic 100 (type GC1) met schakelkast Vitocontrol met<br />
weersafhankelijke regeling Vitotronic 200-H (type HK1S/HK3S)<br />
of Vitotronic 100 (type GC1) en externe weersafhankelijk regeling.<br />
Functiebeschrijving<br />
De Vitocrossal 1 wordt via de weersafhankelijke ketelcircuitregeling<br />
2 met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur gestookt<br />
– aangestuurd worden tweetraps of modulerende branders. Tijdens<br />
de verwarming wordt een ketelwatertemperatuur ingesteld<br />
die een instelbaar verschil boven de hoogste aanvoertemperatuur<br />
van het verwarmingscircuit ligt.<br />
De twee op de Vitotronic 300 (type GW2) 2 aangesloten verwarmingscircuits<br />
qP en qR worden zonder hogere installatiekosten<br />
aangestuurd. Er kan voor elk verwarmingscircuit een afstandsbediening<br />
worden aangesloten.<br />
Tapwaterverwarming<br />
Bij een lagere tapwatertemperatuur dan op de boilertemperatuursensor<br />
is ingesteld,7 vindt verwarming plaats als de boilerverwarming<br />
door de tijdschakelklok is vrijgegeven. De<br />
ketelwatertemperatuur wordt tot + 20 K boven de gewenste boilerwatertemperatuur<br />
verhoogd en de circulatiepomp 8 voor de boilerverwarming<br />
wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur 7<br />
K boven de boilerwatertemperatuur ligt.<br />
Wanneer de verwarmingscircuits via de Vitotronic 2 worden<br />
geregeld, worden bij voorrang de CV-pompen M2 qW en M3 qZ<br />
uitgeschakeld en de mengkleppen M2 qE en M3 qU gesloten.<br />
Bij glijdende voorrang blijven de CV-pompen M2 qW en M3 qZ<br />
ingeschakeld en de mengkleppen M2 qE en M3 qU zo ver gesloten<br />
tot de gewenste ketelwatertemperatuur voor de boilerverwarming<br />
wordt bereikt. Warmwaterboiler 6 en verwarmingscircuits<br />
qP en qR worden dan gelijktijdig verwarmd.<br />
Verwarmingsfunctie<br />
De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits qP en qR<br />
wordt overeenkomstig de gebruikte regeling in relatie tot de buitentemperatuur<br />
ingesteld. De ketelwatertemperatuur wordt 8 K<br />
boven de gewenste aanvoertemperatuur geregeld.<br />
44 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Hydraulisch installatieschema<br />
Benodigde apparaten<br />
(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />
zie ordner Technische gegevensbladen)<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
1 Verwarmingsketel zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
2 Vitotronic leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
3 Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
4 Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 2<br />
5 Neutraliseringsinrichting (zie ook pagina 41) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
6 Warmwaterboiler zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
7 Boilertemperatuursensor STS leveringsomvang Vitotronic 200 en<br />
300<br />
of<br />
7450 633 bij Vitotronic 100<br />
8 Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />
9 Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />
qP Verwarmingscircuit I van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
qQ Aanvoertemperatuursensor M2 (verwarmingscircuit I)<br />
en<br />
qE Mengklepmotor M2 (verwarmingscircuit I)<br />
of<br />
qQ – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
qE Mengklepmotor voor flensmengklep M2 (verwarmingscircuit I) van installateur<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 45<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
qW CV-pomp M2 (verwarmingscircuit I) van installateur<br />
qR Verwarmingscircuit II van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
qT Aanvoertemperatuursensor M3 (verwarmingscircuit II)<br />
en<br />
qU Mengklepmotor M3 (verwarmingscircuit II)<br />
of<br />
qT – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
qU Mengklepmotor voor flensmengklep M3 (verwarmingscircuit II) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
qZ CV-pomp M3 (verwarmingscircuit II)<br />
Accessoires (optioneel)<br />
van installateur<br />
qI Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />
qO Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wP Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />
wQ Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wW Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
wE Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />
wR Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wT Draadloze tijdmodule 7450 563<br />
46 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Elektrisch installatieschema<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 47<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
3.2 Toepassingsvoorbeeld 2<br />
Installatie met 1 verwarmingsketel Vitocrossal 300 met meerdere verwarmingscircuits en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit<br />
Toepassingsgebied<br />
Verwarmingsinstallatie met in de buurt van de ketel geïnstalleerde<br />
verdeler.<br />
Via de ketelregeling wordt invloed uitgeoefend op meerdere nageschakelde<br />
verwarmingscircuits en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit<br />
(bijv. vloerverwarming).<br />
Hoofdcomponenten<br />
& Vitocrossal 300 (87 tot 978 kW)<br />
& Vitotronic 300 (type GW2) of Vitotronic 100 (type GC1) met<br />
schakelkast Vitocontrol met weersafhankelijke regeling<br />
Vitotronic 200-H (type HK1S/HK3S) of Vitotronic 100 (type<br />
GC1) en externe weersafhankelijke regeling.<br />
Mogelijke toepassingen: Bij verwarmingscircuits met verschillende<br />
temperaturen.<br />
Functiebeschrijving<br />
De Vitocrossal 300 1 wordt via de weersafhankelijke ketelcircuitregeling<br />
4 met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur<br />
gestookt – aangestuurd worden tweetraps of modulerende branders.<br />
De Vitocrossal 300 heeft twee retouraansluitingen. De verwarmingscircuits<br />
met hogere retourtemperatuur worden op de retouraansluiting<br />
”KR 2”, die met de lagere temperaturen op de<br />
retouraansluiting ”KR 1” aangesloten. In acht nemen: er moet min.<br />
15 % van het nominale vermogen op de retouraansluiting<br />
”KR 1”worden aangesloten.<br />
Bij de Vitocrossal 300 kan door de gescheiden retouraansluitingen<br />
van verwarmingscircuits met hoge en lage retourtemperaturen<br />
een hoog rendement worden bereikt als het grootste gedeelte<br />
van de verbruikers op lage temperaturen werkt.<br />
De twee op de Vitotronic 300 aangesloten verwarmingscircuits qP<br />
en qR resp. qI worden zonder hogere installatiekosten aangestuurd.<br />
Er kan voor elk verwarmingscircuit een afstandsbediening<br />
worden aangesloten.<br />
Tijdens de verwarming wordt een ketelwatertemperatuur ingesteld<br />
die een instelbaar verschil boven de hoogste aanvoertemperatuur<br />
van het verwarmingscircuit ligt.<br />
Tapwaterverwarming<br />
Bij een lagere tapwatertemperatuur dan op de boilertemperatuursensor<br />
is ingesteld,7 vindt verwarming plaats als de boilerverwarming<br />
door de tijdschakelklok is vrijgegeven. De<br />
ketelwatertemperatuur wordt tot + 20 K boven de gewenste boilerwatertemperatuur<br />
verhoogd en de circulatiepomp 8 voor de boilerverwarming<br />
wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur 7<br />
K boven de boilerwatertemperatuur ligt.<br />
Wanneer de verwarmingscircuits qP en qR resp. qI via de<br />
Vitotronic 4 worden geregeld, worden bij voorrang de CV-pompen<br />
M2 qW en M3 qZ/wE uitgeschakeld en de mengkleppen M2<br />
qE en M3 qU/wR gesloten.<br />
Bij glijdende voorrang blijven de CV-pompen M2 qW en M3 qZ/wE<br />
ingeschakeld en de mengkleppen M2 qE en M3 qU/wR zo ver<br />
gesloten tot de gewenste ketelwatertemperatuur voor de boilerverwarming<br />
wordt bereikt. Warmwaterboiler 6 en verwarmingscircuits<br />
qP en qR/qI worden dan gelijktijdig verwarmd.<br />
Verwarmingsfunctie<br />
De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits qP en qR<br />
resp. qI wordt overeenkomstig de gebruikte regeling glijdend in<br />
relatie tot de buitentemperatuur ingesteld. De ketelwatertemperatuur<br />
wordt 8 K boven de gewenste aanvoertemperatuur geregeld.<br />
48 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Hydraulisch installatieschema<br />
Benodigde apparaten<br />
(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />
zie ordner Technische gegevensbladen)<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
1 Verwarmingsketel zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
2 Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 2<br />
3 Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
4 Vitotronic leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
5 Neutraliseringsinrichting (zie ook pagina 41) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
6 Warmwaterboiler zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
7 Boilertemperatuursensor STS leveringsomvang Vitotronic 200 en<br />
300<br />
of<br />
7450 633 bij Vitotronic 100<br />
8 Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />
9 Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />
qP Verwarmingscircuit I van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
qQ Aanvoertemperatuursensor M2 (verwarmingscircuit I)<br />
en<br />
qE Mengklepmotor M2 (verwarmingscircuit I)<br />
of<br />
qQ – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 49<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
qE Mengklepmotor voor flensmengklep M2 (verwarmingscircuit I) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
qW CV-pomp M2 (verwarmingscircuit I) van installateur<br />
qR Verwarmingscircuit II van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
qT Aanvoertemperatuursensor M3 (verwarmingscircuit II)<br />
en<br />
qU Mengklepmotor M3 (verwarmingscircuit II)<br />
of<br />
qT – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
qU Mengklepmotor voor flensmengklep M3 (verwarmingscircuit II) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
qZ CV-pomp M3 (verwarmingscircuit II)<br />
of<br />
van installateur<br />
qI Verwarmingscircuit II (vloerverwarming) van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
qO Aanvoertemperatuursensor M3 (verwarmingscircuit II)<br />
en<br />
wR Mengklepmotor M3 (verwarmingscircuit II)<br />
of<br />
qO – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
wR Mengklepmotor voor flensmengklep M3 (verwarmingscircuit II) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wP Temperatuurbewaker als maximumtemperatuurbegrenzer voor vloerverwarming<br />
– Dompeltemperatuurregelaar<br />
of<br />
7151 728<br />
– Klemtemperatuurregelaar 7151 729<br />
wQ CV-pomp (secundair) van installateur<br />
wW Vitotrans 100 zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wE CV-pomp (primair) M3 (verwarmingscircuit II)<br />
Accessoires (optioneel)<br />
van installateur<br />
wT Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />
wZ Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />
wU Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wI Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wO Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
eP Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />
eQ Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eW Draadloze tijdmodule 7450 563<br />
50 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Elektrisch installatieschema<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 51<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Bedradingsschema voor de aansluiting van de pompen<br />
in de vloerverwarming<br />
sÖ Stekker A1 voor verwarmingscircuitregeling<br />
52 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
3.3 Toepassingsvoorbeeld 3<br />
Installatie met meerdere Vitocrossal verwarmingsketels met meerdere verwarmingscircuits en een<br />
laagtemperatuur-verwarmingscircuit<br />
Toepassingsgebied<br />
Verwarmingsinstallatie met in de buurt van de ketel geïnstalleerde<br />
verdeler als meerketelinstallatie met twee parallel geschakelde<br />
HR-ketels.<br />
Via de ketelregeling wordt invloed uitgeoefend op de ketelvolgorde<br />
en de nageschakelde verwarmingscircuits.<br />
Toepassing bijv. in de woningbouw met laagtemperatuur-systemen<br />
en vloerverwarmingen, in zwembaden, klinieken en kuuroorden.<br />
Hoofdcomponenten<br />
& Vitocrossal 200 (87 tot 311 kW) of Vitocrossal 300 (87 tot<br />
978 kW)<br />
& Vitotronic 100 (type GC1) voor elke verwarmingsketel van de<br />
meerketelinstallatie en Vitotronic 300-K (type MW1) eenmaal<br />
voor de meerketelinstallatie of Vitotronic 100 (type GC1) voor<br />
elke verwarmingsketel van een meerketelinstallatie met schakelkast<br />
Vitocontrol en weersafhankelijke regeling of externe<br />
weersafhankelijke cascaderegeling met boilertemperatuurregeling<br />
& Vitotronic 200-H<br />
Functiebeschrijving<br />
De Vitocrossal wordt via de weersafhankelijke ketelcircuitregeling<br />
met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur gestookt – aangestuurd<br />
worden tweetraps of modulerende branders.<br />
De Vitocrossal 200 heeft één retouraansluiting. Verwarmingscircuits<br />
met hogere en lagere retourtemperaturen worden via de<br />
retourverzamelaar op de retouraansluiting aangesloten.<br />
De Vitocrossal 3001 en qP hebben twee retouraansluitingen.<br />
De verwarmingscircuits wP en wT met hogere retourtemperatuur<br />
worden op de retouraansluiting ”KR 2”, de verwarmingscircuits wI<br />
met de lagere temperaturen op de retouraansluiting ”KR 1”aangesloten.<br />
In acht nemen: er moet min. 15 % van het nominale vermogen<br />
op de retouraansluiting ”KR 1” worden aangesloten.<br />
Bij de Vitocrossal 300 kan door de gescheiden retouraansluitingen<br />
van verwarmingscircuits met hoge en lage retourtemperaturen<br />
een hoog rendement worden bereikt als het grootste gedeelte<br />
van de verbruikers op lage temperaturen werkt. De op de<br />
Vitotronic 300-K 7 resp. 200-H eW aangesloten verwarmingscircuits<br />
worden zonder hogere installatiekosten aangestuurd. Er kan<br />
voor elk verwarmingscircuit een afstandsbediening worden aangesloten.<br />
Tijdens de verwarming wordt een ketelwatertemperatuur ingesteld<br />
die een instelbaar verschil boven de hoogste aanvoertemperatuur<br />
van het verwarmingscircuit ligt.<br />
Tapwaterverwarming<br />
Bij een lagere tapwatertemperatuur dan op de boilertemperatuursensor<br />
is ingesteld,qU vindt verwarming plaats als de boilerverwarming<br />
door de tijdschakelklok is vrijgegeven. De<br />
ketelwatertemperatuur wordt tot + 20 K boven de gewenste boilerwatertemperatuur<br />
verhoogd en de circulatiepomp qI voor de boilerverwarming<br />
wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur 7<br />
K boven de boilerwatertemperatuur ligt.<br />
Wanneer de verwarmingscircuits via de Vitotronic 7 worden<br />
geregeld, worden bij voorrang de CV-pompen M2 wW en M3 wZ<br />
uitgeschakeld en de mengkleppen M2 wE en M3 wU gesloten.<br />
Verwarmingsfunctie<br />
De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits wP,wR en wI<br />
wordt overeenkomstig de gebruikte regeling glijdend in relatie tot<br />
de buitentemperatuur ingesteld. De ketelwatertemperatuur wordt<br />
8 K boven de gewenste aanvoertemperatuur geregeld.<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 53<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Hydraulisch installatieschema<br />
Benodigde apparaten<br />
(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />
zie ordner Technische gegevensbladen)<br />
5819<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
1 Verwarmingsketel I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
2 Motorsmoorklep (voor laagtemperatuur-verwarmingscircuit) van installateur<br />
3 Motorsmoorklep (voor verwarmingsketel I) van installateur<br />
4 Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 2<br />
5 Aanvoertemperatuursensor<br />
6 Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
7 Vitotronic 300-K zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
8 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
9 Neutraliseringsinrichting (zie ook pagina 41) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
qP Verwarmingsketel II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
qQ Motorsmoorklep (voor retour laagtemperatuur-verwarmingscircuit) van installateur<br />
qW Motorsmoorklep (voor verwarmingsketel II) van installateur<br />
qE Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 14<br />
qR Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
qT Neutraliseringsinrichting (zie ook pagina 41) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
qZ Warmwaterboiler zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
qU Boilertemperatuursensor STS leveringsomvang Vitotronic 300-K<br />
qI<br />
qO<br />
qP<br />
wQ<br />
Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />
Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />
Verwarmingscircuit I van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
Aanvoertemperatuursensor M2 (verwarmingscircuit I)<br />
en<br />
54 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
wE Mengklepmotor M2 (verwarmingscircuit I)<br />
of<br />
wQ – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
wE Mengklepmotor voor flensmengklep M2 (verwarmingscircuit I) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wW CV-pomp M2 (verwarmingscircuit I) van installateur<br />
qR Verwarmingscircuit II van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
wT Aanvoertemperatuursensor M3 (verwarmingscircuit II)<br />
en<br />
wU Mengklepmotor M3 (verwarmingscircuit II)<br />
of<br />
wT – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
wU Mengklepmotor voor flensmengklep M3 (verwarmingscircuit II) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wZ CV-pomp M3 (verwarmingscircuit II) van installateur<br />
wI Verwarmingscircuit III (laagtemperatuur-verwarmingscircuit) van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
wO Aanvoertemperatuursensor M1 (verwarmingscircuit III)<br />
en<br />
eQ Mengklepmotor M1 (verwarmingscircuit III)<br />
of<br />
wO – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
eQ Mengklepmotor voor flensmengklep M1 (verwarmingscircuit III) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eP CV-pomp M1 (verwarmingscircuit III) van installateur<br />
eW Vitotronic 200-H<br />
en<br />
zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
Communicatiemodule LON<br />
Accessoires (optioneel)<br />
7172 173<br />
eE Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
eR Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eT Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />
eZ Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />
eU Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eI Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eO Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
rP Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />
rQ Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />
rW Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />
rE Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
rR Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
rT Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
rZ Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />
rU Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
rI Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />
rO Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />
tP Boilertemperatuursensor STS zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
tQ Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang pos. 32<br />
tW Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
tE Hulprelais 7814 681<br />
tR Draadloze tijdmodule 7450 563<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 55<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Elektrisch installatieschema<br />
56 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 57<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
58 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 59<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Bedradingsschema voor de aansluiting van de motorsmoorkleppen<br />
bij Vitocrossal 300<br />
| Open<br />
~ Dicht<br />
gS Stekker op Vitotronic 100<br />
aBH Stekker op Vitotronic 100<br />
60 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
3.4 Toepassingsvoorbeeld 4<br />
Meerketelinstallatie met Vitocrossal- en Vitoplex-verwarmingsketel met meerdere verwarmingscircuits<br />
en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit<br />
Toepassingsgebied<br />
Meerketelinstallatie bestaande uit HR-ketel en laagtemperatuurketel<br />
voor toepassing in verwarmings- en warmwaterinstallaties<br />
evenals luchtbehandelingsinstallaties. De HR-ketel voor de basisbelasting<br />
en de laagtemperatuurketel voor de piekbelasting zijn<br />
hydraulisch parallel volgens Tichelmann aangesloten.<br />
Hoofdcomponenten<br />
& Vitocrossal 200 (87 tot 311 kW) of Vitocrossal 300 (87 tot<br />
978 kW) en Vitoplex 200 (90 tot 560 kW) of Vitoplex 300 (80 tot<br />
1750 kW)<br />
& Vitotronic 100 (type GC1) voor elke verwarmingsketel van de<br />
meerketelinstallatie en Vitotronic 300-K (type MW1) eenmaal<br />
voor de meerketelinstallatie of Vitotronic 100 (type GC1) voor<br />
elke verwarmingsketel van een meerketelinstallatie met schakelkast<br />
Vitocontrol en weersafhankelijke regeling of externe<br />
weersafhankelijke cascaderegeling met boilertemperatuurregeling<br />
& Therm-Control voor werking van de Vitoplex 200 en 300 verwarmingsketel<br />
zonder inrichtingen voor de retourtemperatuurverhoging<br />
& Vitotronic 200-H<br />
Functiebeschrijving<br />
De Vitocrossal (hoofdketel) 1 en de daarop volgende Vitoplex<br />
8 werken via het weersafhankelijke regelingssysteem met glijdend<br />
verlaagde ketelwatertemperatuur en lastafhankelijke volgordeschakeling<br />
– aangestuurd worden tweetraps of modulerende<br />
branders. Door het regelingssysteem dat met de LON-BUS is verbonden,<br />
wordt een ketelwatertemperatuur ingesteld die een<br />
instelbaar verschil boven de hoogste aanvoertemperatuur van het<br />
verwarmingscircuit ligt. De verwarmingsinstallatie kan volgens<br />
een afzonderlijke stooklijn werken.<br />
De Vitocrossal 200 heeft één retouraansluiting. Verwarmingscircuits<br />
met hogere en lagere retourtemperaturen worden via de<br />
retourverzamelaar op de retouraansluiting aangesloten.<br />
De Vitocrossal 3001 heeft twee retouraansluitingen. De verwarmingscircuits<br />
qU en wQ met hogere retourtemperatuur worden op<br />
de retouraansluiting ”KR 2”, de verwarmingscircuits wT met de<br />
lagere temperaturen op de retouraansluiting ”KR 1”aangesloten.<br />
In acht nemen: er moet min. 15% van het nominale vermogen op<br />
de retouraansluiting ”KR 1” worden aangesloten.<br />
Bij de Vitocrossal 300 kan door de gescheiden retouraansluitingen<br />
van verwarmingscircuits met hoge en lage retourtemperaturen<br />
een hoog rendement worden bereikt als het grootste gedeelte<br />
van de verbruikers op lage temperaturen werkt.<br />
Bij het regelingssysteem Vitotronic zijn de ketelcircuitregelingen<br />
Vitotronic 100 6 en met de weersafhankelijke cascaderegeling<br />
Vitotronic 300-K 5 en de verwarmingscircuitregeling<br />
Vitotronic 200-H wO via een LON-BUS verbonden. Hierover worden<br />
de verschillende regelgroepen zonder extra installatiekosten<br />
geregeld.<br />
De Therm-Control van de Vitoplex werkt op de motorsmoorklep<br />
qQ en moet tijdens destartfase (bijv. bij inbedrijfstelling of na<br />
nacht- en weekenduitschakeling) het ketelwaterdebiet van de<br />
Vitoplex smoren.<br />
Verwarmingsketels zonder Therm-Control moeten volgens hun<br />
bedrijfsvoorwaarden van retourtemperatuurverhoging worden<br />
voorzien.<br />
Door instelling op de Vitotronic 300-K 5 kandeHR-ketelaltijd<br />
als hoofdketel worden bestemd. Daardoor is altijd een hoger rendement<br />
gewaarborgd.<br />
Tapwaterverwarming<br />
Bij een lagere tapwatertemperatuur dan op de boilertemperatuursensor<br />
is ingesteld,qR vindt verwarming plaats als de boilerverwarming<br />
door de tijdschakelklok is vrijgegeven. De<br />
ketelwatertemperatuur wordt tot + 20 K boven de gewenste boilerwatertemperatuur<br />
verhoogd en de circulatiepomp qT voor de boilerverwarming<br />
wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur 7<br />
K boven de boilerwatertemperatuur ligt.<br />
Wanneer de verwarmingscircuits via de Vitotronic 5 worden<br />
geregeld, worden bij voorrang de CV-pompen M2 qO en M3 wE<br />
uitgeschakeld en de mengkleppen M2 wP en M3 wR gesloten.<br />
Verwarmingsfunctie<br />
De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits qU,wQ en wT<br />
wordt overeenkomstig de gebruikte regeling glijdend in relatie tot<br />
de buitentemperatuur ingesteld. De ketelwatertemperatuur wordt<br />
8 K boven de gewenste aanvoertemperatuur geregeld.<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 61<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Hydraulisch installatieschema<br />
Benodigde apparaten<br />
(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />
zie ordner Technische gegevensbladen)<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
1 Verwarmingsketel I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
2 Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 2<br />
3 Aanvoertemperatuursensor VTS<br />
4 Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
5 Vitotronic 300-K zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
6 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
7 Neutraliseringsinrichting (zie ook pagina 41) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
8 Verwarmingsketel II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
9 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
qP Temperatuursensor T1<br />
qQ Motorsmoorklep (voor verwarmingsketel II) van installateur<br />
qW Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 9<br />
qE Warmwaterboiler zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
qR Boilertemperatuursensor STS leveringsomvang Vitotronic 300-K<br />
qT Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />
qZ Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />
qU Verwarmingscircuit I van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
qI Aanvoertemperatuursensor M2 (verwarmingscircuit I)<br />
en<br />
wP Mengklepmotor M2 (verwarmingscircuit I)<br />
of<br />
qI – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
62 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
wP Mengklepmotor voor flensmengklep M2 (verwarmingscircuit I) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
qO CV-pomp M2 (verwarmingscircuit I) van installateur<br />
wQ Verwarmingscircuit II van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
wW Aanvoertemperatuursensor M3 (verwarmingscircuit II)<br />
en<br />
wR Mengklepmotor M3 (verwarmingscircuit II)<br />
of<br />
wW – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
wR Mengklepmotor voor flensmengklep M3 (verwarmingscircuit II) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wE CV-pomp M3 (verwarmingscircuit II) van installateur<br />
wT Verwarmingscircuit III (laagtemperatuur-verwarmingscircuit) van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
wZ Aanvoertemperatuursensor M1 (verwarmingscircuit III)<br />
en<br />
wI Mengklepmotor M1 (verwarmingscircuit III)<br />
of<br />
wZ – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
wI Mengklepmotor voor flensmengklep M1 (verwarmingscircuit III) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wU CV-pomp M1 (verwarmingscircuit III) van installateur<br />
wO Vitotronic 200-H<br />
en<br />
zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
Communicatiemodule LON<br />
Accessoires (optioneel)<br />
7172 173<br />
eP Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
eQ Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eW Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />
eE Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />
eR Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eT Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eZ Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
eU Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />
eI Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />
eO Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />
rP Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
rQ Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
rW Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
rE Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />
rR Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
rT Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />
rZ Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />
rU Boilertemperatuursensor STS zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
rI Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang pos. 29<br />
rO Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
tP Draadloze tijdmodule 7450 563<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 63<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Elektrisch installatieschema<br />
64 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 65<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
66 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 67<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
3.5 Toepassingsvoorbeeld 5<br />
Meerketelinstallatie met Vitocrossal- en Vitoplex-verwarmingsketel met meerdere verwarmingscircuits<br />
en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit - Vitoplex met bijmengpomp<br />
Toepassingsgebied<br />
Meerketelinstallatie bestaande uit HR-ketel en laagtemperatuurketel<br />
voor toepassing in verwarmings- en warmwaterinstallaties<br />
evenals luchtbehandelingsinstallaties. De HR-ketel voor de basisbelasting<br />
en de laagtemperatuurketel voor de piekbelasting zijn<br />
hydraulisch parallel volgens Tichelmann aangesloten.<br />
Hoofdcomponenten<br />
& Vitocrossal 200 (87 tot 311 kW) of Vitocrossal 300 (87 tot<br />
978 kW) en Vitoplex 100 (575 tot 1750 kW), Vitoplex 200 (90 tot<br />
560 kW) of Vitoplex 300 (80 tot 1750 kW)<br />
& Vitotronic 100 (type GC1) voor elke verwarmingsketel van de<br />
meerketelinstallatie en Vitotronic 300-K (type MW1) eenmaal<br />
voor de meerketelinstallatie of Vitotronic 100 (type GC1) voor<br />
elke verwarmingsketel van een meerketelinstallatie met schakelkast<br />
Vitocontrol en weersafhankelijke regeling of externe<br />
weersafhankelijke cascaderegeling met boilertemperatuurregeling<br />
& Bijmengpompen en motorsmoorkleppen<br />
& Vitotronic 200-H.<br />
Functiebeschrijving<br />
De Vitocrossal 1 (hoofdketel) en de daarop volgende Vitoplex<br />
2 werken via het weersafhankelijke regelingssysteem met glijdend<br />
verlaagde ketelwatertemperatuur en lastafhankelijke volgordeschakeling<br />
– aangestuurd worden tweetraps of modulerende<br />
branders. Door het regelingssysteem dat met de LON-BUS is verbonden,<br />
wordt een ketelwatertemperatuur ingesteld die een<br />
instelbaar verschil boven de hoogste aanvoertemperatuur van het<br />
verwarmingscircuit ligt. De verwarmingsinstallatie kan volgens<br />
een afzonderlijke stooklijn werken.<br />
De Vitocrossal 200 heeft één retouraansluiting. Verwarmingscircuits<br />
met hogere en lagere retourtemperaturen worden via de<br />
retourverzamelaar op de retouraansluiting aangesloten.<br />
De Vitocrossal 3001 heeft twee retouraansluitingen. De verwarmingscircuits<br />
qO en wE met hogere retourtemperatuur worden op<br />
de retouraansluiting ”KR 2”, de verwarmingscircuits wU met de<br />
lagere temperaturen op de retouraansluiting ”KR 1”aangesloten.<br />
In acht nemen: er moet min. 15% van het nominale vermogen op<br />
de retouraansluiting ”KR 1” worden aangesloten.<br />
Bij de Vitocrossal 300 kan door de gescheiden retouraansluitingen<br />
van verwarmingscircuits met hoge en lage retourtemperaturen<br />
een hoog rendement worden bereikt als het grootste gedeelte<br />
van de verbruikers op lage temperaturen werkt.<br />
Bij het regelingssysteem Vitotronic zijn de ketelcircuitregelingen<br />
Vitotronic 100 6 en 9 met de weersafhankelijke cascaderegeling<br />
Vitotronic 300-K 5en de verwarmingscircuitregeling<br />
Vitotronic 200-H eQ via een LON-BUS verbonden. Hierover worden<br />
de verschillende regelgroepen zonder extra installatiekosten<br />
geregeld.<br />
De retourtemperatuurregeling van de Vitoplex-laagtemperatuurketel<br />
is als accessoires leverbaar of moet door de installateur worden<br />
geleverd. Retourtemperatuurregeling door bijmengpomp en<br />
sluiten van de smoorklep. Temperatuursensor T1 qP werkt op de<br />
smoorklep. Temperatuursensor T2 qQ schakelt de bijmengpomp<br />
qW.<br />
Door instelling op de Vitotronic 300-K 5 kandeHR-ketelaltijd<br />
als hoofdketel worden bestemd. Daardoor is altijd een hoger rendement<br />
gewaarborgd.<br />
Tapwaterverwarming<br />
Bij een lagere tapwatertemperatuur dan op de boilertemperatuursensor<br />
is ingesteld,qZ vindt verwarming plaats als de boilerverwarming<br />
door de tijdschakelklok is vrijgegeven. De<br />
ketelwatertemperatuur wordt tot + 20 K boven de gewenste boilerwatertemperatuur<br />
verhoogd en de circulatiepomp qU voor de boilerverwarming<br />
wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur 7<br />
K boven de boilerwatertemperatuur ligt.<br />
Wanneer de verwarmingscircuits via de Vitotronic 5 worden<br />
geregeld, worden bij voorrang de CV-pompen M2 wQ en M3 wT<br />
uitgeschakeld en de mengkleppen M2 wW en M3 wZ gesloten.<br />
Verwarmingsfunctie<br />
De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits qO,wE en wU<br />
wordt overeenkomstig de gebruikte regeling glijdend in relatie tot<br />
de buitentemperatuur ingesteld. De ketelwatertemperatuur wordt<br />
8 K boven de gewenste aanvoertemperatuur geregeld.<br />
68 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Hydraulisch installatieschema<br />
Benodigde apparaten<br />
(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />
zie ordner Technische gegevensbladen)<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
1 Verwarmingsketel I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
2 Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 2<br />
3 Aanvoertemperatuursensor VTS<br />
4 Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
5 Vitotronic 300-K zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
6 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
7 Neutraliseringsinrichting (zie ook pagina 41) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
8 Verwarmingsketel II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
9 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
qP Temperatuursensor T1<br />
qQ Temperatuursensor T2<br />
qW Bijmengpomp BP<br />
qE Motorsmoorklep (voor verwarmingsketel II) van installateur<br />
qR Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 9<br />
qT Warmwaterboiler zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
qZ Boilertemperatuursensor STS leveringsomvang Vitotronic 300-K<br />
qU Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />
qI Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />
qO Verwarmingscircuit I van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
wP Aanvoertemperatuursensor M2 (verwarmingscircuit I)<br />
en<br />
wW Mengklepmotor M2 (verwarmingscircuit I)<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 69<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Pos. Naam<br />
of<br />
Bestelnr.<br />
wP – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
wW Mengklepmotor voor flensmengklep M2 (verwarmingscircuit I) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wQ CV-pomp M2 (verwarmingscircuit I) van installateur<br />
wE Verwarmingscircuit II van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
wR Aanvoertemperatuursensor M3 (verwarmingscircuit II)<br />
en<br />
wZ Mengklepmotor M3 (verwarmingscircuit II)<br />
of<br />
wR – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
wZ Mengklepmotor voor flensmengklep M3 (verwarmingscircuit II) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wT CV-pomp M3 (verwarmingscircuit II) van installateur<br />
wU Verwarmingscircuit III (laagtemperatuur-verwarmingscircuit) van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
wI Aanvoertemperatuursensor M1 (verwarmingscircuit III)<br />
en<br />
eP Mengklepmotor M1 (verwarmingscircuit III)<br />
of<br />
wI – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
eP Mengklepmotor voor flensmengklep M1 (verwarmingscircuit III) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wO CV-pomp M1 (verwarmingscircuit III) van installateur<br />
eQ Vitotronic 200-H<br />
en<br />
zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
Communicatiemodule LON<br />
Accessoires (optioneel)<br />
7172 173<br />
eW Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
eE Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eR Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />
eT Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />
eZ Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eU Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eI Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
eO Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />
rP Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />
rQ Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />
rW Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
rE Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
rR Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
rT Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />
rZ Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
rU Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />
rI Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />
rO Boilertemperatuursensor STS zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
tP Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang pos. 31<br />
tQ Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
tW Draadloze tijdmodule 7450 563<br />
70 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Elektrisch installatieschema<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 71<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
72 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 73<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
74 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
3.6 Toepassingsvoorbeeld 6<br />
Meerketelinstallatie met Vitocrossal- en Vitoplex-verwarmingsketel met meerdere verwarmingscircuits<br />
en een laagtemperatuur-verwarmingscircuit - Vitoplex met Therm-Control en ketelcircuitpomp<br />
Toepassingsgebied<br />
Meerketelinstallatie bestaande uit HR-ketel en laagtemperatuurketel<br />
voor toepassing in verwarmings- en warmwaterinstallaties<br />
evenals luchtbehandelingsinstallaties. De HR-ketel voor de basisbelasting<br />
en de laagtemperatuurketel voor de piekbelasting zijn<br />
hydraulisch in serie aangesloten. De ketelcircuitpomp van de<br />
volgketel transporteert het totale installatiedebiet.<br />
Hoofdcomponenten<br />
& Vitocrossal 200 (87 tot 311 kW) of Vitocrossal 300 (87 tot<br />
978 kW) en Vitoplex 200 (90 tot 560 kW) of Vitoplex 300 (80 tot<br />
1750 kW)<br />
& Vitotronic 100 (type GC1) voor elke verwarmingsketel van de<br />
meerketelinstallatie en Vitotronic 300-K (type MW1) eenmaal<br />
voor de meerketelinstallatie of Vitotronic 100 (type GC1) voor<br />
elke verwarmingsketel van een meerketelinstallatie met schakelkast<br />
Vitocontrol en weersafhankelijke regeling of externe<br />
weersafhankelijke cascaderegeling met boilertemperatuurregeling<br />
& Therm-Control voor werking van de Vitoplex-verwarmingsketel<br />
met ketelcircuitpomp<br />
& Vitotronic 200-H.<br />
Mogelijke toepassingen: Bij verwarmingscircuits met temperatuurverschillen<br />
> 20 K.<br />
Functiebeschrijving<br />
De Vitocrossal 1 (hoofdketel) en de daarop volgende Vitoplex<br />
2 werken via het weersafhankelijke regelingssysteem met glijdend<br />
verlaagde ketelwatertemperatuur en lastafhankelijke volgordeschakeling<br />
– aangestuurd worden tweetraps of modulerende<br />
branders. Door het regelingssysteem dat met de LON-BUS is verbonden,<br />
wordt een ketelwatertemperatuur ingesteld die een<br />
instelbaar verschil boven de hoogste aanvoertemperatuur van het<br />
verwarmingscircuit ligt. De verwarmingsinstallatie kan volgens<br />
een afzonderlijke stooklijn werken.<br />
De Vitocrossal 200 heeft één retouraansluiting. Verwarmingscircuits<br />
met hogere en lagere retourtemperaturen worden via de<br />
retourverzamelaar op de retouraansluiting aangesloten.<br />
De Vitocrossal 300 heeft twee retouraansluitingen. De verwarmingscircuits<br />
qU en wQ met hogere retourtemperatuur worden op<br />
de retouraansluiting ”KR 2”, de verwarmingscircuits wT met de<br />
lagere temperaturen op de retouraansluiting ”KR 1”aangesloten.<br />
In acht nemen: er moet min. 15 % van het nominale vermogen op<br />
de retouraansluiting ”KR 1”worden aangesloten.<br />
Bij de Vitocrossal 300 kan door de gescheiden retouraansluitingen<br />
van verwarmingscircuits met hoge en lage retourtemperaturen<br />
een hoog rendement worden bereikt als het grootste gedeelte<br />
van de verbruikers op lage temperaturen werkt.<br />
Bij het regelingssysteem Vitotronic zijn de ketelcircuitregelingen<br />
Vitotronic 100 6 en 9 met de weersafhankelijke cascaderegeling<br />
Vitotronic 300-K 5en de verwarmingscircuitregeling<br />
Vitotronic 200-H wO via een LON-BUS verbonden. Hierover worden<br />
de verschillende regelgroepen zonder extra installatiekosten<br />
geregeld.<br />
Bij vraag wordt het uit de Vitocrossal 1 komende voorverwarmde<br />
verwarmingswater van de ketelcircuitpomp qQ naar de Vitoplex<br />
gepompt. Daar wordt het naverwarmd en komt weer in de<br />
gemeenschappelijke aanvoerleiding. De ketelcircuitpomp transporteert<br />
de totale waterhoeveelheid van de installatie, die met het<br />
temperatuurverschil voor het configuratiepunt overeenkomt. De<br />
opvoerhoogte van de ketelcircuitpomp komt overeen met de<br />
waterzijdige weerstand van de aanvoeraansluiting via de Vitoplex<br />
tot de terugkeer in de installatieaanvoer.<br />
De Therm-Control van de Vitoplex werkt op de ketelcircuitpomp<br />
en moet tijdens de startfase (bijv. bij inbedrijfstelling of na nachten<br />
weekenduitschakeling) het totale ketelwaterdebiet van de<br />
Vitoplex smoren.<br />
Verwarmingsketels zonder Therm-Control moeten volgens hun<br />
bedrijfsvoorwaarden van retourtemperatuurverhoging worden<br />
voorzien.<br />
Door instelling op de Vitotronic 300-K 5 kandeHR-ketel1 altijd<br />
als hoofdketel worden bestemd. Daardoor is altijd een hoger rendement<br />
gewaarborgd.<br />
Installatiespecifieke codering<br />
Op de Vitotronic 300-K ”3B” op ”3” omzetten – serieschakeling<br />
van de verwarmingsketels met aanvoertemperatuursensor. Op de<br />
Vitotronic 100 van de Vitoplex ”4D” op ”3” omzetten – Therm-Control<br />
op ketelcircuitpomp.<br />
Tapwaterverwarming<br />
Bij een lagere tapwatertemperatuur dan op de boilertemperatuursensor<br />
is ingesteld,qR vindt verwarming plaats als de boilerverwarming<br />
door de tijdschakelklok is vrijgegeven. De<br />
ketelwatertemperatuur wordt tot + 20 K boven de gewenste boilerwatertemperatuur<br />
verhoogd en de circulatiepomp qT voor de boilerverwarming<br />
wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur 7<br />
K boven de boilerwatertemperatuur ligt.<br />
Wanneer de verwarmingscircuits via de Vitotronic 5 worden<br />
geregeld, worden bij voorrang de CV-pompen M2 qO en M3 wE<br />
uitgeschakeld en de mengkleppen M2 wP en M3 wR gesloten.<br />
Verwarmingsfunctie<br />
De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits qU,wQ en wT<br />
wordt overeenkomstig de gebruikte regeling glijdend in relatie tot<br />
de buitentemperatuur ingesteld. De ketelwatertemperatuur wordt<br />
8 K boven de gewenste aanvoertemperatuur geregeld.<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 75<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Hydraulisch installatieschema<br />
Benodigde apparaten<br />
(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />
zie ordner Technische gegevensbladen)<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
1 Verwarmingsketel I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
2 Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 2<br />
3 Aanvoertemperatuursensor VTS<br />
4 Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
5 Vitotronic 300-K zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
6 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
7 Neutraliseringsinrichting (zie ook pagina 41) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
8 Verwarmingsketel II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
9 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
qP Temperatuursensor Therm-Control<br />
qQ Ketelcircuitpomp van installateur<br />
qW Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 9<br />
qE Warmwaterboiler zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
qR Boilertemperatuursensor STS leveringsomvang Vitotronic 300-K<br />
qT Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />
qZ Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />
qU Verwarmingscircuit I van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
qI Aanvoertemperatuursensor M2 (verwarmingscircuit I)<br />
en<br />
wP Mengklepmotor M2 (verwarmingscircuit I)<br />
of<br />
qI – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
76 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
wP Mengklepmotor voor flensmengklep M2 (verwarmingscircuit I) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
qO CV-pomp M2 (verwarmingscircuit I) van installateur<br />
wQ Verwarmingscircuit II van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
wW Aanvoertemperatuursensor M3 (verwarmingscircuit II)<br />
en<br />
wR Mengklepmotor M3 (verwarmingscircuit II)<br />
of<br />
wW – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
wR Mengklepmotor voor flensmengklep M3 (verwarmingscircuit II) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wE CV-pomp M3 (verwarmingscircuit II) van installateur<br />
wT Verwarmingscircuit III (laagtemperatuur-verwarmingscircuit) van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
wZ Aanvoertemperatuursensor M1 (verwarmingscircuit III)<br />
en<br />
wI Mengklepmotor M1 (verwarmingscircuit III)<br />
of<br />
wZ – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
wI Mengklepmotor voor flensmengklep M1 (verwarmingscircuit III) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wU CV-pomp M1 (verwarmingscircuit III) van installateur<br />
wO Vitotronic 200-H<br />
en<br />
zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
Communicatiemodule LON<br />
Accessoires (optioneel)<br />
7172 173<br />
eP Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
eQ Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eW Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />
eE Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />
eR Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eT Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eZ Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
eU Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />
eI Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />
eO Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />
rP Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
rQ Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
rW Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
rE Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />
rR Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
rT Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />
rZ Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />
rU Boilertemperatuursensor STS zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
rI Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang pos. 29<br />
rO Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
tP Draadloze tijdmodule 7450 563<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 77<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Elektrisch installatieschema<br />
78 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 79<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
80 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 81<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
3.7 Toepassingsvoorbeeld 7<br />
Meerketelinstallatie met Vitocrossal- en Vitoplex-verwarmingsketel met 3-weg-mengklep en meerdere<br />
verwarmingscircuits evenals een laagtemperatuur-verwarmingscircuit<br />
Toepassingsgebied<br />
Meerketelinstallatie bestaande uit HR-ketel en laagtemperatuurketel<br />
voor toepassing in verwarmings- en warmwaterinstallaties<br />
evenals luchtbehandelingsinstallaties. De HR-ketel voor de basisbelasting<br />
en de laagtemperatuurketel voor de piekbelasting zijn<br />
hydraulisch in serie aangesloten. De ketelcircuitpomp van de<br />
volgketel transporteert het totale installatiedebiet.<br />
Hoofdcomponenten<br />
& Vitocrossal 200 (87 tot 311 kW) of Vitocrossal 300 (87 tot<br />
978 kW) en Vitoplex 100 (575 tot 1750 kW), Vitoplex 200 (90 tot<br />
560 kW) of Vitoplex 300 (80 tot 1750 kW)<br />
& Vitotronic 100 (type GC1) eenmaal voor elke verwarmingsketel<br />
van de meerketelinstallatie en Vitotronic 300-K (type MW1) eenmaal<br />
voor de meerketelinstallatie of Vitotronic 100 (type GC1)<br />
voor elke verwarmingsketel van een meerketelinstallatie met<br />
schakelkast Vitocontrol en weersafhankelijke regeling of<br />
externe weersafhankelijke cascaderegeling met boilertemperatuurregeling<br />
& 3-weg-mengklep voor de retourtemperatuurverhoging<br />
& Vitotronic 200-H.<br />
Mogelijke toepassingen: Bij verwarmingscircuits met temperatuurverschillen<br />
> 20 K.<br />
Functiebeschrijving<br />
De Vitocrossal 1 (hoofdketel) en de daarop volgende Vitoplex<br />
300 8 werken via het weersafhankelijke regelingssysteem met<br />
glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur en lastafhankelijke<br />
volgordeschakeling – aangestuurd worden tweetraps of modulerende<br />
branders. Door het regelingssysteem dat met de LON-BUS<br />
is verbonden, wordt een ketelwatertemperatuur ingesteld die een<br />
instelbaar verschil boven de hoogste aanvoertemperatuur van het<br />
verwarmingscircuit ligt. De verwarmingsinstallatie kan volgens<br />
een afzonderlijke stooklijn werken.<br />
De Vitocrossal 200 heeft één retouraansluiting. Verwarmingscircuits<br />
met hogere en lagere retourtemperaturen worden via de<br />
retourverzamelaar op de retouraansluiting aangesloten.<br />
De Vitocrossal 300 heeft twee retouraansluitingen. De verwarmingscircuits<br />
qI en wW met hogere retourtemperatuur worden op<br />
de retouraansluiting ”KR 2”, de verwarmingscircuits wZ met de<br />
lagere temperaturen op de retouraansluiting ”KR 1”aangesloten.<br />
In acht nemen: er moet min. 15% van het nominale vermogen op<br />
de retouraansluiting ”KR 1” worden aangesloten.<br />
Bij de Vitocrossal 300 kan door de gescheiden retouraansluitingen<br />
van verwarmingscircuits met hoge en lage retourtemperaturen<br />
een hoog rendement worden bereikt als het grootste gedeelte<br />
van de verbruikers op lage temperaturen werkt.<br />
Bij het regelingssysteem Vitotronic zijn de ketelcircuitregelingen<br />
Vitotronic 100 6 en 9 met de weersafhankelijke cascaderegeling<br />
Vitotronic 300-K 5en de verwarmingscircuitregeling<br />
Vitotronic 200-H eP via een LON-BUS verbonden. Hierover worden<br />
de verschillende regelgroepen zonder extra installatiekosten<br />
geregeld.<br />
Bij vraag wordt het uit de Vitocrossal 1 komende voorverwarmde<br />
verwarmingswater van de ketelcircuitpomp qW naar de Vitoplex8<br />
gepompt. Daar wordt het naverwarmd en komt weer in de<br />
gemeenschappelijke aanvoerleiding. De ketelcircuitpomp transporteert<br />
de totale waterhoeveelheid van de installatie, die met het<br />
temperatuurverschil voor het configuratiepunt overeenkomt. De<br />
opvoerhoogte van de ketelcircuitpomp komt overeen met de<br />
waterzijdige weerstand van de aanvoeraansluiting via de Vitoplex<br />
tot de terugkeer in de installatieaanvoer.<br />
De temperatuursensor T1 qP registreert de retourtemperatuur.<br />
Via de ketelcircuitregeling wordt de 3-weg-mengklep qQ zo aangestuurd<br />
dat de retourtemperatuur niet lager wordt dan het minimum.<br />
Door instelling op de Vitotronic 300-K 5 kandeHR-ketel1 altijd<br />
als hoofdketel worden bestemd. Daardoor is altijd een hoger rendement<br />
gewaarborgd.<br />
Installatiespecifieke codering<br />
Op de Vitotronic 300-K ”3B” op ”3” omzetten – serieschakeling<br />
van de verwarmingsketels met aanvoertemperatuursensor. Op de<br />
Vitotronic 100 van de Vitoplex ”4D” op ”2” omzetten – steekverbinding<br />
sL voor ketelcircuitpomp; ”0C” op ”1” omzetten – verwarmingsketel<br />
met permanente retourtemperatuurverhoging.<br />
Tapwaterverwarming<br />
Bij een lagere tapwatertemperatuur dan op de boilertemperatuursensor<br />
is ingesteld,qT vindt verwarming plaats als de boilerverwarming<br />
door de tijdschakelklok is vrijgegeven. De<br />
ketelwatertemperatuur wordt tot + 20 K boven de gewenste boilerwatertemperatuur<br />
verhoogd en de circulatiepomp qZ voor de boilerverwarming<br />
wordt ingeschakeld als de ketelwatertemperatuur 7<br />
K boven de boilerwatertemperatuur ligt.<br />
Wanneer de verwarmingscircuits via de Vitotronic 5 worden<br />
geregeld, worden bij voorrang de CV-pompen M2 wP en M3 wR<br />
uitgeschakeld en de mengkleppen M2 wQ en M3 wT gesloten.<br />
Verwarmingsfunctie<br />
De aanvoertemperatuur van de verwarmingscircuits qI,wW en wZ<br />
wordt overeenkomstig de gebruikte regeling glijdend in relatie tot<br />
de buitentemperatuur ingesteld. De ketelwatertemperatuur wordt<br />
8 K boven de gewenste aanvoertemperatuur geregeld.<br />
82 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Hydraulisch installatieschema<br />
Benodigde apparaten<br />
(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />
zie ordner Technische gegevensbladen)<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
1 Verwarmingsketel I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
2 Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 2<br />
3 Aanvoertemperatuursensor VTS<br />
4 Buitentemperatuursensor ATS leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
5 Vitotronic 300-K zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
6 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
7 Neutraliseringsinrichting (zie ook pagina 41) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
8 Verwarmingsketel II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
9 Vitotronic 100 leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
qP Temperatuursensor T1<br />
qQ 3-weg-mengklep van installateur<br />
qW Ketelcircuitpomp van installateur<br />
qE Keteltemperatuursensor KTS leveringsomvang Vitotronic, pos. 9<br />
qR Warmwaterboiler zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
qT Boilertemperatuursensor STS leveringsomvang Vitotronic 300-K<br />
qZ Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />
qU Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />
qI Verwarmingscircuit I van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
qO Aanvoertemperatuursensor M2 (verwarmingscircuit I)<br />
en<br />
wQ Mengklepmotor M2 (verwarmingscircuit I)<br />
of<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 83<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
qO – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
wQ Mengklepmotor voor flensmengklep M2 (verwarmingscircuit I) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wP CV-pomp M2 (verwarmingscircuit I) van installateur<br />
wW Verwarmingscircuit II van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
wE Aanvoertemperatuursensor M3 (verwarmingscircuit II)<br />
en<br />
wT Mengklepmotor M3 (verwarmingscircuit II)<br />
of<br />
wE – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
wT Mengklepmotor voor flensmengklep M3 (verwarmingscircuit II) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wR CV-pomp M3 (verwarmingscircuit II) van installateur<br />
wZ Verwarmingscircuit III (laagtemperatuur-verwarmingscircuit) van installateur<br />
Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep bestaande uit 7450 650<br />
wU Aanvoertemperatuursensor M1 (verwarmingscircuit III)<br />
en<br />
wO Mengklepmotor M1 (verwarmingscircuit III)<br />
of<br />
wU – Klemtemperatuursensor<br />
of<br />
7183 288<br />
– Dompeltemperatuursensor (met dompelhuls)<br />
(overige verwarmingscircuitregelingen zie prijslijst)<br />
en<br />
7450 641<br />
wO Mengklepmotor voor flensmengklep M1 (verwarmingscircuit III) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
wI CV-pomp M1 (verwarmingscircuit III) van installateur<br />
wO Vitotronic 200-H<br />
en<br />
zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
Communicatiemodule LON<br />
Accessoires (optioneel)<br />
7172 173<br />
eQ Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
eW Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eE Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />
eR Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />
eT Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eZ Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
eU Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
eI Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />
eO Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen 7143 526<br />
rP Maximumdrukbegrenzer SDB 7224 450<br />
rQ Minimumdrukbewaker of -begrenzer SDB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
rW Laagwaterstandbeveiliging WB zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
rE Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
rR Rookgastemperatuursensor AGS 7450 630<br />
rT Verzamelstoringsmelder S van installateur<br />
rZ Ciculatiepomp voor de boilerverwarming UPSB van installateur<br />
rU Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />
rI Boilertemperatuursensor STS zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
rO Buitentemperatuursensor ATS zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
tP Vitotrol (KM-BUS) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
tW Draadloze tijdmodule 7450 563<br />
84 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Elektrisch installatieschema<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 85<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
86 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 87<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
88 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
3.8 Toepassingsvoorbeeld 8<br />
Installatie met 1 verwarmingsketel en Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
Toepassingsgebied<br />
Verwarmingsinstallaties met gunstige lage retourtemperaturen<br />
voor de condensatiebenutting.<br />
Condensatiebenutting voor gas- en oliestook tot 6600 kW nom.<br />
vermogen van de verwarmingsketel mogelijk.<br />
Hoofdcomponenten<br />
& Vitoplex, Vitorond of Vitomax<br />
& Bijmengpomp voor de retourtemperatuurverhoging<br />
& Vitotrans 300<br />
& Circulatiepomp voor Vitotrans 300 (alleen nodig als de weerstand<br />
voor de CV-pompen te hoog is).<br />
Hydraulisch installatieschema<br />
Benodigde apparaten<br />
(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />
zie ordner Technische gegevensbladen)<br />
Regelingstechnische uitrusting zie ontwerphandleiding ”Vitoplex/<br />
Vitorond/Vitomax” hoofdstuk 3.1 voorbeeld 2.<br />
Functiebeschrijving<br />
De Vitotrans 300 3 moet hydraulisch in serie met de verwarmingsketel<br />
1 worden geïntegreerd. Via de Vitotrans 300 kan<br />
naar keuze een gedeelte van het debiet of het totale debiet van de<br />
installatie worden gestuurd.<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
1 Verwarmingsketel zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
2 Bijmengpomp BP<br />
3 Vitotrans 300 van installateur<br />
4 Circulatiepomp (indien nodig)<br />
5 Hulprelais 7814 681<br />
Overige installatiecomponenten zie toepassingsvoorbeelden 1 tot 7<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 89<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Bedradingsschema<br />
voor de aansluiting van de circulatiepomp van de Vitotrans 300<br />
rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
sÖ Stekker A1 op de Vitotronic 100, Vitotronic 200 resp.<br />
Vitotronic 300<br />
Installatiespecifieke codering<br />
”4C” op ”3” omzetten – steekverbinding sÖA1 voor circulatiepomp<br />
Vitotrans 300.<br />
Bij deze bedrading op de stekker sÖ A1 moeten de alternatieve<br />
functies die mogelijk zijn door de installateur worden gerealiseerd.<br />
90 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
3.9 Toepassingsvoorbeeld 9<br />
Installatie met meerdere verwarmingsketels met Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar op<br />
laagtemperatuur-verwarmingscircuits met bijmengpomp<br />
Toepassingsgebied<br />
Verwarmingsinstallaties met gunstige lage retourtemperaturen<br />
voor de condensatiebenutting.<br />
Condensatiebenutting voor gas- en oliestook tot 6600 kW nom.<br />
vermogen van de verwarmingsketel mogelijk.<br />
Hoofdcomponenten<br />
& Vitoplex, Vitorond of Vitomax<br />
& Bijmengpomp voor de retourtemperatuurverhoging voor elke<br />
verwarmingsketel<br />
Hydraulisch installatieschema<br />
Benodigde apparaten<br />
(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />
zie ordner Technische gegevensbladen)<br />
& Vitotrans 300<br />
& Circulatiepomp voor Vitotrans 300.<br />
Regelingstechnische uitrusting zie ontwerphandleiding ”Vitoplex/<br />
Vitorond/Vitomax” hoofdstuk 3.1 voorbeeld 5.<br />
Functiebeschrijving<br />
De Vitotrans 300 4/qP is hydraulisch op een laagtemperatuurverwarmingscircuit<br />
qE aangesloten. Dit maakt optimale condensatiebenutting<br />
mogelijk. Via de Vitotrans 300 kan naar keuze een<br />
gedeelte van het debiet of het totale debiet van de aangesloten<br />
verwarmingsketels worden gestuurd.<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
1 Verwarmingsketel I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
2 Bijmengpomp BP van installateur<br />
3 Motorafsluitklep van de verwarmingsketel van installateur<br />
4 Vitotrans 300 I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 91<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
5 Circulatiepomp voor Vitotrans 300 (indien nodig) van installateur<br />
6 Motorafsluitklep van de Vitotrans 300 van installateur<br />
7 Verwarmingsketel II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
8 Bijmengpomp BP van installateur<br />
9 Motorafsluitklep van de verwarmingsketel van installateur<br />
qP Vitotrans 300 II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
qQ Circulatiepomp voor Vitotrans 300 (indien nodig) van installateur<br />
qW Motorafsluitklep van de Vitotrans 300 van installateur<br />
qE Laagtemperatuur-verwarmingscircuit van installateur<br />
qR Hulprelais 7814 681<br />
Overige installatiecomponenten zie toepassingsvoorbeelden 1 tot 7<br />
Bedradingsschema<br />
voor de aansluiting van de circulatiepomp en de motorafsluitklep<br />
van de Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar.<br />
sÖ Stekker A1 op de Vitotronic 100<br />
Installatiespecifieke codering<br />
Op elke Vitotronic 100 ”4C” op ”3” omzetten – steekverbinding sÖ<br />
A1 voor circulatiepomp Vitotrans 300.<br />
Bij deze bedrading op de stekker sÖ A1 moeten de alternatieve<br />
functies die mogelijk zijn door de installateur worden gerealiseerd.<br />
92 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
3.10 Toepassingsvoorbeeld 10<br />
Installatie met meerdere verwarmingsketels met Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar op<br />
laagtemperatuur-verwarmingscircuits met ketelcircuitpomp<br />
Toepassingsgebied<br />
Verwarmingsinstallaties met gunstige lage retourtemperaturen<br />
voor de condensatiebenutting.<br />
Condensatiebenutting voor gas- en oliestook tot 6600 kW nom.<br />
vermogen van de verwarmingsketel mogelijk.<br />
Hoofdcomponenten<br />
& Vitoplex, Vitorond of Vitomax<br />
& 3-weg-klep voor de retourtemperatuurverhoging op elke verwarmingsketel<br />
Hydraulisch installatieschema<br />
Benodigde apparaten<br />
(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />
zie ordner Technische gegevensbladen)<br />
& Vitotrans 300<br />
& Circulatiepomp voor Vitotrans 300.<br />
Regelingstechnische uitrusting zie ontwerphandleiding ”Vitoplex/<br />
Vitorond/Vitomax” hoofdstuk 3.1 voorbeeld 5.<br />
Functiebeschrijving<br />
De Vitotrans 300 4/qP is hydraulisch op een laagtemperatuurverwarmingscircuit<br />
qE aangesloten. Dit maakt optimale condensatiebenutting<br />
mogelijk. Via de Vitotrans 300 kan naar keuze een<br />
gedeelte van het debiet of het totale debiet van de aangesloten<br />
verwarmingsketel worden gestuurd.<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
1 Verwarmingsketel I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
2 Ketelcircuitpomp van installateur<br />
3 3-weg-motorklep van installateur<br />
4 Vitotrans 300 I zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 93<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
5 Circulatiepomp voor Vitotrans 300 (indien nodig) van installateur<br />
6 Motorafsluitklep van de Vitotrans 300 van installateur<br />
7 Verwarmingsketel II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
8 Ketelcircuitpomp van installateur<br />
9 3-weg-motorklep van installateur<br />
qP Vitotrans 300 II zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
qQ Circulatiepomp voor Vitotrans 300 (indien nodig) van installateur<br />
qW Motorafsluitklep van de Vitotrans 300 van installateur<br />
qE Laagtemperatuur-verwarmingscircuit van installateur<br />
qR Hulprelais 7814 681<br />
Overige installatiecomponenten zie toepassingsvoorbeelden 1 tot 7<br />
Bedradingsschema<br />
voor de aansluiting van de circulatiepomp van de Vitotrans 300<br />
rookgas-/water-warmtewisselaar<br />
sÖ Stekker A1 op de Vitotronic 100<br />
Installatiespecifieke codering<br />
Op elke Vitotronic 100 ”4C” op ”3” omzetten – stekker sÖ A1 voor<br />
circulatiepomp Vitotrans 300.<br />
Bij deze bedrading op de stekker sÖ A1 moeten de alternatieve<br />
functies die mogelijk zijn door de installateur worden gerealiseerd.<br />
94 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
3.11 Tapwaterverwarming met het boilerlaadsysteem<br />
Het boilerlaadsysteem van <strong>Viessmann</strong> is een combinatie van een<br />
boiler Vitocell 100-L 8 en een HydroTap warmtewisselaarset 3.<br />
Het boilerlaadsysteem voor de tapwaterverwarming wordt bij<br />
voorkeur gebruikt bij:<br />
& Grote boilervolumes met in tijd verschoven laad- en aftaptijden,<br />
bijv. waterafname op piektijden in scholen, sporthallen, ziekenhuizen,<br />
kazernes, gebouwen met een sociale functies enz.<br />
& Bij verwarmingscircuits waarvoor lage retourtemperaturen zijn<br />
vereist of waarbij de retourtemperaturen begrensd zijn, bijv.<br />
warmtetransport over lange afstand of HR-ketels. Door de grote<br />
spreiding aan tapwaterzijde wordt aan verwarmingswaterzijde<br />
een lage retourtemperatuur ingesteld; deze omstandigheid<br />
komt een hoog condensatiepercentage bij het gebruik van de<br />
condensatietechniek ten goede.<br />
Hydraulisch installatieschema<br />
Benodigde apparaten<br />
(voor standaardinstallaties – uitrusting met overige systeemtechniek<br />
zie ordner Technische gegevensbladen)<br />
& Bij kortstondig hoge piekbelastingen, d.w.z. grote tapvolumes<br />
en verschillende naverwarmingstijden, bijv. tapwaterverwarming<br />
in overdekte zwembaden, sporthallen, industriële gebouwen<br />
enz.<br />
& Bij beperkte ruimte, omdat het boilerlaadsysteem een grote<br />
capaciteit kan overdragen.<br />
Het boilerlaadsysteem kan door een Vitotronic 100, 200, 300,<br />
300-K of 200-H 2 worden geregeld.<br />
A Vitocell 100-L<br />
B HydroTap (warmtewisselaarset)<br />
C Verwarmingsketel<br />
Pos. Naam Bestelnr.<br />
1 Verwarmingsketel zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
2 Vitotronic leveringsomvang ketel, pos. 1<br />
3 HydroTap (warmtewisselaarset) en menggroep(voor HydroTap) zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
4 Primaire pomp boilerlaadsysteem van installateur<br />
5 3-weg-klep HydroTap zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
6 Secundaire pomp in het boilerlaadsysteem leveringsomvang HydroTap, pos. 3<br />
7 Temperatuursensor HydroTap zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
8 Warmwaterboiler zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
9 Boilertemperatuursensor STS, onder leveringsomvang Vitotronic 200 en<br />
300<br />
of<br />
7450 633 bij Vitotronic 100<br />
9 Boilertemperatuursensor STS, boven zoals prijslijst <strong>Viessmann</strong><br />
qQ Tapwatercirculatiepomp ZP van installateur<br />
Overige installatiecomponenten zie toepassingsvoorbeelden 1 tot 7<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 95<br />
3
3<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
Elektrisch installatieschema<br />
Installatiespecifieke codering op de Vitotronic 1<br />
”4C ”op ”1” omzetten – gebruik van de steekverbinding sÖ als primaire<br />
pomp voor warmtewisselaarset. ”4E ”op ”1” omzetten –<br />
gebruik van de uitgang gS als primaire regeling voor warmtewisselaarset.<br />
”55” op ”3 ”omzetten – gebruik van de boilertemperatuurregeling<br />
voor warmtewisselaarset.<br />
Opmerking<br />
De regeling van het boilerlaadsysteem kan met de Vitotronic 100,<br />
200, 300 of 300-K plaatsvinden.<br />
Als geen van deze regelingen aanwezig is of als er meerdere boilerlaadsystemen<br />
zijn, kan de regeling ook met een mengklepregeling<br />
van Vitotronic 200-H (type HK1W, HK1S, HK3W of HK3S)<br />
plaatsvinden.<br />
Bij de regeling van het boilerlaadsysteem met de Vitotronic 100,<br />
type GC1 of Vitotronic 200-H moet een boilertemperatuursensor<br />
extra worden besteld.<br />
Bij installaties met meerdere ketels vindt de regeling van het boilerlaadsysteem<br />
plaats met de Vitotronic 300-K.<br />
96 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Toepassingsvoorbeelden (vervolg)<br />
3.12 Aanwijzingen voor de toepassingsvoorbeelden<br />
Toepassingsvoorbeelden 3 tot 7 (meerketelinstallaties)<br />
De regeling van de warmtewisselaarset HydroTap vindt plaats met<br />
de Vitotronic 300-K.<br />
Aanwijzingen voor regelingen<br />
4.1 Extra functies voor installaties met 1 ketel met Vitotronic 200, type GW1 of<br />
Vitotronic 300, type GW2<br />
Stekker aVD<br />
A Externe werkingsprogramma-omschakeling/Mengklep ”Open”<br />
B Extern blokkeren/Mengklep ”Dicht”<br />
A en B zijn spanningsloze contacten.<br />
Externe werkingsprogramma-omschakeling/Mengklep<br />
”Open”<br />
Door sluiten van het contact A kan het handmatig gekozen werkingsprogramma<br />
worden gewijzigd of de aangesloten mengkleppen<br />
worden geopend.<br />
Bij coderadres ”9A” kan de externe functie Mengklep ”Open” aan<br />
de verwarmingscircuits worden toegekend.<br />
Bij codeeradres ”91” kan de externe werkingsprogrammaomschakeling<br />
aan de verwarmingscircuits worden toegekend.<br />
Werkingsprogramma's<br />
Symbool Betekenis<br />
9 Ruimteverwarming uit en warm water uit<br />
w Ruimteverwarming uit en warm water aan<br />
rw Ruimteverwarming aan en warm water aan<br />
Afhankelijk van de instelling bij codeeradres ”d5” kaninalledrie<br />
handmatig instelbare werkingsprogramma's 9, w, rw (contact<br />
open) naar 9 of naar rw worden omgeschakeld (contact gesloten).<br />
Extern blokkeren/Mengklep ”Dicht”<br />
Sluiten van het contact B veroorzaakt regeluitschakeling van de<br />
brander resp. sluiten van de mengklep.<br />
Bij codeeradres ”99” wordt ingesteld op welke verwarmingscircuits<br />
de functie extern blokkeren resp. mengklep ”Dicht” werkt.<br />
Opmerking<br />
Tijdens de regeluitschakeling resp. mengklep ”Dicht” is er geen<br />
vorstbescherming voor de betreffende verwarmingsketel resp.<br />
verwarmingscircuits. Er wordt geen laagste ketelwatertemperatuur<br />
resp.aanvoertemperatuur aangehouden.<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 97<br />
4
4<br />
Aanwijzingen voor regelingen (vervolg)<br />
Stekker aVH<br />
A Extern omschakelen getrapte/modulerende brander<br />
B Externe vraag<br />
A en B zijn spanningsloze contacten.<br />
Externe vraag<br />
Door sluiten van het contact B wordt de brander van de verwarmingsketel<br />
lastafhankelijk ingeschakeld.<br />
De begrenzing van ketelwatertemperatuur vindt plaats via de<br />
ingestelde max. ketelwatertemperatuur resp. via de mechanische<br />
temperatuurregelaar.<br />
Bij codeeradres ”9b” wordt de gewenste waarde ingesteld.<br />
Extern omschakelen getrapte/modulerende brander<br />
& Contact A open:<br />
modulerende werking<br />
& Contact A gesloten:<br />
tweetraps werking<br />
Codeeradres ”02” overeenkomstig instellen.<br />
4.2 Extra functies voor installaties met meerdere ketels met Vitotronic 300-K en<br />
Vitotronic 100, type GC1 via LON<br />
Stekker aVD en aVH op Vitotronic 300-K<br />
A Externe werkingsprogramma-omschakeling/Mengklep ”Open”<br />
B Extern blokkeren/Mengklep ”Dicht”<br />
C Externe vraag<br />
A, B en C zijn spanningsloze contacten.<br />
Externe werkingsprogramma-omschakeling/Mengklep<br />
”Open”<br />
Door sluiten van het contact A kan het handmatig gekozen werkingsprogramma<br />
worden gewijzigd of de aangesloten mengkleppen<br />
worden geopend.<br />
Bij coderadres ”9A” kan de externe functie Mengklep ”Open” aan<br />
de verwarmingscircuits worden toegekend.<br />
Bij codeeradres ”91” kan de externe werkingsprogrammaomschakeling<br />
aan de verwarmingscircuits worden toegekend.<br />
Werkingsprogramma's<br />
Symbool Betekenis<br />
9 Ruimteverwarming uit en warm water uit<br />
w Ruimteverwarming uit en warm water aan<br />
rw Ruimteverwarming aan en warm water aan<br />
Afhankelijk van de instelling bij codeeradres ”d5” kaninalledrie<br />
handmatig instelbare werkingsprogramma's 9, w, rw (contact<br />
open) naar 9 of naar rw worden omgeschakeld (contact gesloten).<br />
Extern blokkeren/Mengklep ”Dicht”<br />
Sluiten van het contact B veroorzaakt regeluitschakeling van de<br />
brander resp. sluiten van de mengklep.<br />
Bij codeeradres ”99” wordt ingesteld op welke verwarmingscircuits<br />
de functie extern blokkeren resp. mengklep ”Dicht” werkt.<br />
Opmerking<br />
Tijdens de regeluitschakeling resp. mengklep ”Dicht” is er geen<br />
vorstbescherming voor de betreffende verwarmingsketel resp.<br />
verwarmingscircuits. Er wordt geen laagste ketelwatertemperatuur<br />
resp.aanvoertemperatuur aangehouden.<br />
Externe vraag<br />
Door sluiten van het contact C wordt de brander van de verwarmingsketel(s)<br />
lastafhankelijk ingeschakeld.<br />
De begrenzing van ketelwatertemperatuur vindt plaats via de<br />
ingestelde max. ketelwatertemperatuur resp. via de mechanische<br />
temperatuurregelaar.<br />
Bij codeeradres ”9b” wordt de gewenste waarde ingesteld.<br />
98 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Aanwijzingen voor regelingen (vervolg)<br />
Stekker aVD op Vitotronic 100, type GC1<br />
A Verwarmingsketel blokkeren<br />
B Verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste inschakelen<br />
A en B zijn spanningsloze contacten.<br />
Verwarmingsketel blokkeren<br />
& Contact A gesloten:<br />
De verwarmingsketel is geblokkeerd en wordt uit de ketelvolgorde<br />
genomen, d.w.z. smoorklep resp. 3-weg-mengklep voor de<br />
constante retourtemperatuurregeling wordt gesloten, bijmengof<br />
ketelcircuitpomp wordt uitgeschakeld. De warmtevoorziening<br />
moet door de overige verwarmingsketels plaatsvinden.<br />
Opmerking<br />
Wanneer alle verwarmingsketels geblokkeerd zijn of geen overige<br />
verwarmingsketels beschikbaar zijn, is er geen vorstbescherming<br />
voor de verwarmingsinstallatie.<br />
& Contact A geopend:<br />
De verwarmingsketel wordt weer in de actuele ketelvolgorde<br />
geplaatst.<br />
Verwarmingsketel in de ketelvolgorde als laatste<br />
inschakelen<br />
& Contact B gesloten:<br />
Verwarmingsketel wordt in de ketelvolgorde als laatste ingeschakeld.<br />
De overige verwarmingsketels nemen de warmtevoorziening<br />
van de verwarmingsinstallatie over.<br />
Wanneer de capaciteit van de overige verwarmingsketel onvoldoende<br />
is, wordt de verwarmingsketel ingeschakeld.<br />
& Contact B geopend:<br />
De verwarmingsketel wordt weer in de actuele ketelvolgorde<br />
geplaatst.<br />
4.3 Aansluiting van lokale regelingen op de Vitotronic 100, type GC1 bij installaties<br />
met 1 ketel<br />
Werking met tweetraps brander<br />
A 1. brandertrap ”Aan”<br />
B 2. brandertrap ”Aan”<br />
C Extern lastafhankelijk inschakelen<br />
A, B en C zijn spanningsloze contacten van de bovenliggende<br />
regeling.<br />
Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />
Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />
& Contact gesloten:<br />
De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />
De 2. brandertrap wordt alleen voor handhaving van de minimumtemperatuur<br />
ingeschakeld.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />
van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />
Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />
”R” is ingesteld.<br />
& Contact geopend:<br />
De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />
Externe branderinschakeling - 1. en 2. brandertrap<br />
Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVD<br />
& Contact gesloten:<br />
Beide brandertrappen worden ingeschakeld.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />
van de maximumtemperatuur begrensd als deze onder de<br />
mechanische temperatuurregelaar ”R” is ingesteld.<br />
De 2. brandertrap wordt 2 K eerder uitgeschakeld.<br />
& Contact geopend:<br />
De 1. en 2. brandertrap worden uitgeschakeld.<br />
Extern lastafhankelijk inschakelen<br />
Met het sluiten van het spanningsloze contact tussen de klemmen<br />
”2” en ”3” op de steekverbinding aVH wordt de brander van de verwarmingsketel<br />
lastafhankelijk ingeschakeld.<br />
De verwarmingsketel werkt constant op de ingestelde gewenste<br />
temperatuur.<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 99<br />
4
4<br />
Aanwijzingen voor regelingen (vervolg)<br />
De begrenzing van ketelwatertemperatuur vindt plaats via de<br />
ingestelde max. ketelwatertemperatuur resp. via de mechanische<br />
temperatuurregelaar.<br />
De gewenste waarde wordt via de codering ”9b” ingesteld.<br />
Instellingen op de Vitotronic 100<br />
& Codering ”01:1” (bij levering)<br />
& De ketelwatertemperatuur moet op de laagste waarde (zie<br />
bedrijfsvoorwaarden, pagina 6) worden ingesteld.<br />
De verwarmingsketel wordt op de vereiste minimumtemperatuur<br />
(zie bedrijfsvoorwaarden, pagina 6) gehouden.<br />
& De boilertemperatuurregeling wordt geactiveerd als de boilertemperatuursensor<br />
wordt aangesloten.<br />
& De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />
overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met<br />
de veiligheidstechnische inrichtingen volgens NEN EN 12828<br />
afhankelijk.<br />
Bedrijf met modulerende brander<br />
A Stekker naar de regeling<br />
B 1. brandertrap (basisbelasting) ”Aan”<br />
C Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar)<br />
D Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar)<br />
E Stekker naar de brander<br />
Kleurenlegende volgens DIN IEC 60757<br />
BK zwart<br />
BN bruin<br />
BU blauw<br />
Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
110 °C 100 °C<br />
Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />
Codering voor de elektronische<br />
maximumtemperatuurbegrenzer<br />
van de Vitotronic 100<br />
Codering ”06”<br />
95 °C 85 °C<br />
Maximumtemperatuur van de<br />
lokale regeling<br />
90 °C 80 °C<br />
Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />
Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />
& Contact gesloten:<br />
De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />
De 2. brandertrap wordt alleen voor handhaving van de minimumtemperatuur<br />
ingeschakeld.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />
van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />
Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />
”R” is ingesteld.<br />
& Contact geopend:<br />
De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />
Aansluiting modulerende brander:<br />
& 1. brandertrap fA van Vitotronic 100<br />
& Stekker lÖ van Vitotronic 100 via modulatieregelaar (lokaal)<br />
naar de stekker lÖ op de brander.<br />
& Op de bovenliggende regeling met modulatieregelaar de minimumtemperaturen<br />
5 K boven de laagste ketelwatertemperatuur<br />
van de verwarmingsketel, zie bedrijfsvoorwaarden, instellen.<br />
Instellingen op de Vitotronic 100<br />
& Codering ”01:1” (bij levering)<br />
& De ketelwatertemperatuur moet op de laagste waarde (zie<br />
bedrijfsvoorwaarden, pagina 6) worden ingesteld.<br />
De verwarmingsketel wordt op de vereiste minimumtemperatuur<br />
(zie bedrijfsvoorwaarden, pagina 6) gehouden.<br />
& De boilertemperatuurregeling wordt geactiveerd als de boilertemperatuursensor<br />
wordt aangesloten.<br />
& De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />
overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met<br />
de veiligheidstechnische inrichtingen volgens NEN EN 12828<br />
afhankelijk.<br />
Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
110 °C 100 °C<br />
Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />
Codering voor de elektronische<br />
maximumtemperatuurbegrenzer<br />
van de Vitotronic 100<br />
Codering ”06”<br />
95 °C 85 °C<br />
Maximumtemperatuur van de<br />
lokale regeling<br />
90 °C 80 °C<br />
100 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Aanwijzingen voor regelingen (vervolg)<br />
4.4 Schakeling ketelvolgorde met lokale cascaderegeling — Aansluitingen op de<br />
Vitotronic 100, type GC1<br />
Werking met tweetraps brander<br />
A 1. brandertrap ”Aan”<br />
B 2. brandertrap ”Aan”<br />
C Extern lastafhankelijk inschakelen<br />
A, B en C zijn spanningsloze contacten van de bovenliggende<br />
regeling.<br />
Bij aansluiting van een externe regeling zijn de aansluitingen op<br />
stekkers aVD en aVH nodig. De boilertemperatuurregeling en de<br />
lastafhankelijke cascadeschakeling moeten via de externe regeling<br />
plaatsvinden.<br />
Opmerking<br />
Bij installaties met meerdere ketels is het contact ketelvrijgave<br />
beslist vereist.<br />
Bij de hoofdketel moet het contact permanent gesloten zijn.<br />
Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />
Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />
& Contact gesloten:<br />
De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />
De 2. brandertrap wordt alleen voor handhaving van de minimumtemperatuur<br />
ingeschakeld.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />
van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />
Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />
”R” is ingesteld.<br />
& Contact geopend:<br />
De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />
Externe branderinschakeling - 1. en 2. brandertrap<br />
Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVD<br />
& Contact gesloten:<br />
Beide brandertrappen worden ingeschakeld.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />
van de maximumtemperatuur begrensd als deze onder de<br />
mechanische temperatuurregelaar ”R” is ingesteld.<br />
De 2. brandertrap wordt 2 K eerder uitgeschakeld.<br />
& Contact geopend:<br />
De 1. en 2. brandertrap worden uitgeschakeld.<br />
Ketelvrijgave, smoorklep<br />
Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVH<br />
& Contact gesloten:<br />
Eerst wordt de voorwarmfunctie voor volgketels geactiveerd.<br />
Na afloop van de voorwarmfunctie wordt de minimumtemperatuur<br />
van de verwarmingsketel aangehouden en kunnen de brandertrappen<br />
extern worden geschakeld.<br />
& Contact geopend:<br />
De smoorklep wordt na ca. 5 min gesloten.<br />
Extern inschakelen van de brandertrappen is niet mogelijk, er<br />
wordt geen minimumtemperatuur aangehouden.<br />
Instellingen op de Vitotronic 100<br />
Codering ”01:3”.<br />
De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />
overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met de<br />
veiligheidstechnische inrichtingen volgens NEN EN 12828 afhankelijk.<br />
Veiligheidstemperatuurbegrenzer 110 °C 100 °C<br />
Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />
Codering voor de elektronische maximumtemperatuurbegrenzer<br />
van de<br />
Vitotronic 100<br />
Codering ”06”<br />
95 °C 85 °C<br />
Maximumtemperatuur van de lokale<br />
regeling<br />
90 °C 80 °C<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 101<br />
4
4<br />
Aanwijzingen voor regelingen (vervolg)<br />
Bedrijf met modulerende brander op de Vitocrossal<br />
A Stekker naar de regeling<br />
B Ketelvrijgave, smoorklep open of dicht<br />
C 1. brandertrap (basisbelasting) ”Aan”<br />
D Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar)<br />
E Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar)<br />
F Stekker naar de brander<br />
Kleurenlegende volgens DIN IEC 60757<br />
BK zwart<br />
BN bruin<br />
BU blauw<br />
Bij aansluiting van een externe regeling zijn de aansluitingen op<br />
stekkers aVD en aVH nodig. De boilertemperatuurregeling en de<br />
lastafhankelijke cascadeschakeling moeten via de externe regeling<br />
plaatsvinden.<br />
Opmerking<br />
Bij installaties met meerdere ketels is het contact ketelvrijgave<br />
beslist vereist.<br />
Bij de hoofdketel moet het contact permanent gesloten zijn.<br />
Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />
Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />
& Contact gesloten:<br />
De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />
De modulatie (vollast) wordt alleen voor handhaving van de<br />
minimumtemperatuur ingeschakeld.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />
van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />
Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />
”R” is ingesteld.<br />
& Contact geopend:<br />
De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />
Externe branderinschakeling - 1. en 2. brandertrap<br />
Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVD<br />
& Contact gesloten:<br />
Beide brandertrappen worden ingeschakeld.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />
van de maximumtemperatuur begrensd als deze onder de<br />
mechanische temperatuurregelaar ”R” is ingesteld.<br />
De 2. brandertrap wordt 2 K eerder uitgeschakeld.<br />
& Contact geopend:<br />
De 1. en 2. brandertrap worden uitgeschakeld.<br />
Aansluiting modulerende brander:<br />
& 1. brandertrap fA van Vitotronic 100<br />
& Stekker lÖ van Vitotronic 100 via modulatieregelaar (lokaal)<br />
naar de stekker lÖ op de brander.<br />
& Op de bovenliggende regeling met modulatieregelaar de minimumtemperaturen<br />
5 K boven de laagste ketelwatertemperatuur<br />
van de verwarmingsketel, zie bedrijfsvoorwaarden, instellen.<br />
Ketelvrijgave, smoorklep<br />
Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVH<br />
& Contact gesloten:<br />
Eerst wordt de voorwarmfunctie voor volgketels geactiveerd.<br />
Na afloop van de voorwarmfunctie wordt de minimumtemperatuur<br />
van de verwarmingsketel aangehouden en kunnen de brandertrappen<br />
extern worden geschakeld.<br />
& Contact geopend:<br />
De smoorklep wordt na ca. 5 min gesloten.<br />
Extern inschakelen van de brandertrappen is niet mogelijk, er<br />
wordt geen minimumtemperatuur aangehouden.<br />
Instellingen op de Vitotronic 100<br />
Codering ”01:3”.<br />
De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />
overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met de<br />
veiligheidstechnische inrichtingen volgens NEN EN 12828 afhankelijk.<br />
Veiligheidstemperatuurbegrenzer 110 °C 100 °C<br />
Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />
Codering voor de elektronische maximumtemperatuurbegrenzer<br />
van de<br />
Vitotronic 100<br />
Codering ”06”<br />
95 °C 85 °C<br />
Maximumtemperatuur van de lokale<br />
regeling<br />
90 °C 80 °C<br />
102 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Aanwijzingen voor regelingen (vervolg)<br />
Bedrijf met modulerende brander op de laagtemperatuur-verwarmingsketel<br />
A Stekker naar de regeling<br />
B Extern lastafhankelijk inschakelen<br />
C 1. brandertrap (basisbelasting) ”Aan”<br />
D Brandervermogen verlagen (modulatieregelaar)<br />
E Brandervermogen verhogen (modulatieregelaar)<br />
F Stekker naar de brander<br />
Kleurenlegende volgens DIN IEC 60757<br />
BK zwart<br />
BN bruin<br />
BU blauw<br />
Bij aansluiting van een externe regeling zijn de aansluitingen op<br />
stekkers aVD en aVH nodig. De boilertemperatuurregeling en de<br />
lastafhankelijke cascadeschakeling moeten via de externe regeling<br />
plaatsvinden.<br />
Opmerking<br />
Bij installaties met meerdere ketels is het contact ketelvrijgave<br />
beslist vereist.<br />
Bij de hoofdketel moet het contact permanent gesloten zijn.<br />
Externe branderinschakeling – 1. brandertrap<br />
Contact op klemmen ”1” en ”2” vandestekkeraVD<br />
& Contact gesloten:<br />
De 1. brandertrap wordt ingeschakeld.<br />
De modulatie (vollast) wordt alleen voor handhaving van de<br />
minimumtemperatuur ingeschakeld.<br />
De ketelwatertemperatuur wordt door de elektronische begrenzing<br />
van de maximumtemperatuur (zie servicehandleiding<br />
Vitotronic 100) begrensd als deze onder de mechanische temperatuurregelaar<br />
”R” is ingesteld.<br />
& Contact geopend:<br />
De 1. brandertrap wordt uitgeschakeld.<br />
Aansluiting modulerende brander:<br />
& 1. brandertrap fA van Vitotronic 100<br />
& Stekker lÖ van Vitotronic 100 via modulatieregelaar (lokaal)<br />
naar de stekker lÖ op de brander.<br />
& Op de bovenliggende regeling met modulatieregelaar de minimumtemperaturen<br />
5 K boven de laagste ketelwatertemperatuur<br />
van de verwarmingsketel, zie bedrijfsvoorwaarden, instellen.<br />
Ketelvrijgave, smoorklep<br />
Contact op klemmen ”2” en ”3” vandestekkeraVH<br />
& Contact gesloten:<br />
Eerst wordt de voorwarmfunctie voor volgketels geactiveerd.<br />
Na afloop van de voorwarmfunctie wordt de minimumtemperatuur<br />
van de verwarmingsketel aangehouden en kunnen de brandertrappen<br />
extern worden geschakeld.<br />
& Contact geopend:<br />
De smoorklep wordt na ca. 5 min gesloten.<br />
Extern inschakelen van de brandertrappen is niet mogelijk, er<br />
wordt geen minimumtemperatuur aangehouden.<br />
Instellingen op de Vitotronic 100<br />
Codering ”01:3”.<br />
De instellingen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer en de<br />
overige instellingen zijn van de uitrusting van de installatie met de<br />
veiligheidstechnische inrichtingen volgens NEN EN 12828 afhankelijk.<br />
Veiligheidstemperatuurbegrenzer 110 °C 100 °C<br />
Temperatuurregelaar 100 °C 87 °C<br />
Codering voor de elektronische maximumtemperatuurbegrenzer<br />
van de<br />
Vitotronic 100<br />
Codering ”06”<br />
95 °C 85 °C<br />
Maximumtemperatuur van de lokale<br />
regeling<br />
90 °C 80 °C<br />
4.5Functiesincombinatiemet functie-uitbreiding 0 – 10 V (accessoires)<br />
Functies<br />
Vitotronic<br />
100 200 300 300-K 200-H<br />
0 – 10-V-ingang aVF<br />
Instelling van een extra gewenste ketelwatertemperatuur<br />
en<br />
x x x x –<br />
Ketelvrijgave in meerketelinstallaties x – – – –<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 103<br />
4
4<br />
Aanwijzingen voor regelingen (vervolg)<br />
Vitotronic<br />
100 200 300 300-K 200-H<br />
Schakeluitgang aBJ (spanningsloos contact)<br />
Nachtcontact (roor de signalering van de verlaagde werking en het<br />
schakelen van de CV-pomp op lager toerental)<br />
of<br />
– x x x x<br />
Schakelen van een toevoerpomp – – – – x<br />
Functie-uitbreiding in installaties met 1 ketel<br />
Instelling extra gewenste waarde (0 - 10 V-ingang aVF)<br />
Ketelcircuitregeling Functie<br />
Vitotronic 200<br />
Vraag van de regelwerking van de Vitotronic<br />
of<br />
0 – 10 V-bijschakeling geeft extra gewenste waarde<br />
Vitotronic 300<br />
of<br />
Vitotronic 100 (codering ”01:1”)<br />
Functie-uitbreiding in meerketelinstallaties<br />
Instelling extra gewenste waarde (0 - 10 V-ingang aVF)<br />
Ketelcircuitregeling Functie<br />
Vitotronic 100<br />
Vraag van de regelwerking van de Vitotronic<br />
en<br />
0 – 10 V-bijschakeling geeft extra gewenste waarde<br />
Vitotronic 300-K<br />
Functie-uitbreiding op Vitotronic 300-K aansluiten<br />
Meerketelinstallatie met cascade van derden<br />
Vitotronic 100 (codering ”01:3”)<br />
Ketelcircuitregeling via 0 - 10-V-bijschakeling<br />
met vrijgave via 0 – 10 V-signaal<br />
0tot1V<br />
Functie-uitbreiding op Vitotronic 100 aansluiten<br />
– Verwarmingsketel geblokkeerd<br />
– Smoorklep dicht<br />
– Ketelcircuit- resp. bijmengpomp uit<br />
1 tot 10 V<br />
– Temperatuurinstelling voor verwarmingsketel<br />
– Verwarmingsketel vrijgegeven, wordt op minimumtemperatuur<br />
gehouden<br />
– Smoorklep open<br />
– Ketelcircuit- resp. bijmengpomp vrijgegeven<br />
Vitotronic 100<br />
met 0 - 10 V-signaal en vrijgave via schakeluitgang aVH<br />
Functie-uitbreiding op Vitotronic 100 aansluiten<br />
Opmerking<br />
Bij de hoofdketel moet de spanning meer dan 1 V zijn.<br />
Verwarmingsketel is vrijgegeven, de minimumtemperatuur wordt<br />
aangehouden<br />
1 - 10 V extra temperatuurinstelling<br />
Opmerking<br />
Bij de hoofdketel moet het contact permanent gesloten zijn.<br />
4.6 Functies in combinatie met stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen<br />
(accessoires)<br />
Er kunnen meerdere extra veiligheidsinrichtingen worden aangesloten:<br />
& Laagwaterstandbeveiliging<br />
& Minimaalpressostaat<br />
& Maximaalpressostaat<br />
& Extra veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />
& Externe uitschakeling branderregeling<br />
& Externe brandervraag (1. trap)<br />
& 3 externe storingsmeldingen (bijv. pomp of neutraliseringsinrichting).<br />
De stekkeradapter maakt de weergave van de storing in de bijbehorende<br />
regeling en doorgifte via communicatietechniek aan<br />
mobiele telefoon, telefax of centrale mogelijk.<br />
De betreffende storing kan in volle tekst worden getoond.<br />
104 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
Aanwijzingen voor regelingen (vervolg)<br />
4.7 Bijschakeling van lokale regelapparaten via LON<br />
De Vitotronic-regelingen beschikken over een open, gestandaardiseerde<br />
poort ”LON” (Local Operating Network).<br />
Dit universeel inzetbare, decentrale netwerk voor automatisering<br />
in gebouwen maakt behalve de communicatie van de Vitotronicregelingen<br />
onderling de bijschakeling van lokale systemen en<br />
apparaten van derden mogelijk.<br />
Zo kunnen bijv. regelingen voor afzonderlijke ruimtes of gebouwbeheersystemen<br />
direct op Vitotronic-regelingen worden aangesloten.<br />
Wijzigingen, uitbreidingen en onderhoudswerkzaamheden zijn<br />
altijd tijdens bedrijf mogelijk.<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 105<br />
4
4<br />
Index (vervolg)<br />
A<br />
Aansluiting modulerende brander ....................... 100, 102-103<br />
Aanwijzingen voor regelingen .......................................... 97<br />
B<br />
Bedrijfsvoorwaarden ........................................................ 6<br />
Bepalingen .................................................................. 41<br />
Blokkeren extern ....................................................... 97-98<br />
Bouwtechnische goedkeuring .......................................... 22<br />
Bouwtechnische keuringsprocedure .................................. 42<br />
Buisdiameter (rookgas) .................................................. 29<br />
Buislengten (rookgas) .................................................... 29<br />
C<br />
Cascade van derden .................................................... 104<br />
Condenswater .............................................................. 40<br />
Configuratie ................................................................. 11<br />
Corrosie aan waterzijde (vermijding) .................................. 40<br />
D<br />
Divicon verwarmingscircuit-verdeling ................................. 14<br />
E<br />
Expansievaten ............................................................. 12<br />
Extern blokkeren ....................................................... 97-98<br />
Extern lastafhankelijk inschakelen ................................ 98-99<br />
Extern omschakelen getrapte/modulerende brander .............. 98<br />
Externe branderinschakeling ..................................... 99-103<br />
Externe vraag ............................................................... 98<br />
Externe werkingsprogramma-omschakeling .................... 97-98<br />
Extra functies ........................................................... 97-98<br />
F<br />
Functie-uitbreiding ...................................................... 103<br />
G<br />
Geluiddemping ............................................................. 38<br />
getrapte/modulerende brander ......................................... 98<br />
Gewenste ketelwatertemperatuur ................................... 103<br />
Goedkeuringsbewijs ...................................................... 22<br />
H<br />
Hydraulische systeembuizen (toebehoren) .......................... 14<br />
I<br />
Inschakelen lastafhankelijk ......................................... 98-99<br />
Installatie met 1 ketel ..................................................... 99<br />
Installatieruimte ............................................................ 10<br />
Instelling extra gewenste waarde .................................... 104<br />
Instelling van een extra gewenste ketelwatertemperatuur ..... 103<br />
K<br />
Ketelcircuitpomp ........................................................... 13<br />
Ketelcircuitregelingen ...................................................... 6<br />
Ketelvolgorde ............................................................... 99<br />
Ketelvrijgave ........................................................ 101-103<br />
Ketelvrijgave in meerketelinstallatie ................................ 103<br />
L<br />
Laagste ketelwatertemperatuur .......................................... 6<br />
Laagwaterstandbeveiliging ....................................... 15, 104<br />
Levering ..................................................................... 10<br />
Lokale regeling ...................................................... 99, 101<br />
Luchtgeluidsisolatie ....................................................... 39<br />
M<br />
Maximaalpressostaat ................................................... 104<br />
Maximale drukbegrenzing ............................................... 15<br />
Meerketelinstallatie ..................................................... 101<br />
Mengklep open ......................................................... 97-98<br />
Minimaalpressostaat .................................................... 104<br />
Minimale drukbegrenzing ................................................ 15<br />
Modulerende brander ....................................... 100, 102-103<br />
N<br />
Nachtcontact .............................................................. 104<br />
Neutralisering .............................................................. 40<br />
Normrendement .............................................................. 5<br />
O<br />
Ontlastpot ................................................................... 15<br />
Opstelling .................................................................... 10<br />
P<br />
Prefab rookgasverzamelleiding ........................................ 14<br />
R<br />
Regelingen .................................................................. 97<br />
Rendementsverhoging ..................................................... 8<br />
Rookgasinstallatie .................................................... 18, 20<br />
Rookgassysteem ..................................................... 21, 31<br />
Rookgasverzamelleiding ............................................ 14, 37<br />
S<br />
Schakelen van een toevoerpomp .................................... 104<br />
Schakeluitgang ........................................................... 104<br />
Smoorklep ........................................................... 101-103<br />
Stekker aVD ............................................................. 97-99<br />
Stekkeradapter voor externe veiligheidsinrichtingen ............ 104<br />
Stookverordening .......................................................... 10<br />
Storingsmeldingen extern ............................................. 104<br />
Systeemaccessoires ...................................................... 14<br />
T<br />
Tweetraps brander ................................................. 99, 101<br />
V<br />
Veiligheidsklep ............................................................. 15<br />
Veiligheidstemperatuur ................................................... 12<br />
Veiligheidstemperatuurbegrenzer extra ............................ 104<br />
Veiligheidsvoorschriften ................................................. 41<br />
Verbrandingslucht ......................................................... 10<br />
Vermogensgrenzen ....................................................... 11<br />
Verplaatsing ................................................................ 10<br />
Verwarmingscircuit-verdeling ........................................... 14<br />
Verwarmingsketel blokkeren ............................................ 99<br />
Verwarmingswater, eisen aan het ...................................... 39<br />
W<br />
Werkingsprogramma-omschakeling .............................. 97-98<br />
106 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300<br />
5819 198-6 NL
5819 198-6 NL<br />
VITOCROSSAL/VITOTRANS 300 <strong>VIESMANN</strong> 107
Technische wijzigingen voorbehouden.<br />
198-6 NLGedrukt op milieuvriendelijk,<br />
chloorvrij gebleekt papier<br />
<strong>Viessmann</strong> Nederland B.V.<br />
Postbus 322<br />
2900 AH Capelle a/d IJssel<br />
Tel. : 010-458 44 44<br />
Fax : 010-458 70 72<br />
e-mail : info@viessmann.nl<br />
www.viessmann.com5819 108 <strong>VIESMANN</strong> VITOCROSSAL/VITOTRANS 300