Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...
Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...
Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
96<br />
ties inluidde - grote verschillen tussen faculteiten waren.<br />
De letterenfaculteiten waren veel dichter bij het hier geschetste beeld gebleven<br />
dan de bèta’s. Jonge studierichtingen die zich moesten waarmaken en nieuwkomers<br />
waren in de strijd om middelen en personeel, relatief zwaarder belast dan<br />
gevestigde studierichtingen.<br />
BREED PUBLIEK<br />
Het onderzoek droeg in de jaren vòòr 1968 sterk het stempel van de hoogleraren.<br />
Zeker in de letterenfaculteiten hing veel onderzoek samen met het onderwijs.<br />
Hoogleraren verrichtten onderzoek, gaven daarover college en publiceerden dan,<br />
na jaren, een boek. Een belangrijk deel van de artikelen werd geschreven in de<br />
context van Nederlandse debatten. Soms lagen daaraan theoretische meningsverschillen<br />
ten grondslag, soms politiek ideologische, soms ook methodisch-technische.<br />
Meestal ging het vooral om de juiste beschrijving van de empirie. Tegelijkertijd<br />
was er in de sociale geografi e een sterke neiging het vak en zijn resultaten<br />
beschikbaar te stellen aan een breed publiek. Een aanzienlijk deel van de publicaties<br />
verscheen in boekvorm, op een manier en in series die toegesneden waren<br />
op de geïnteresseerde, ontwikkelde leek.<br />
Ook in de jonge gammawetenschappen, waaronder de (oude) sociale geografi<br />
e en de zeer jonge planologie gerekend kunnen worden, was die “letterensituatie”<br />
tot 1968 aanwezig in die zin dat de hoogleraren het onderzoek domineerden.<br />
Daarbij kregen hun individuele opvattingen en eigenaardigheden een<br />
zo grote plaats dat P.J.W. Kouwe tijdens een congres van de vereniging van<br />
Utrechtse geografi e studenten in 1962 opmerkte dat de geografen eens wat<br />
meer geïnteresseerd moesten zijn in elkaars onderzoek en wat minder in elkaars<br />
persoonlijkheden.<br />
Deze paradijselijke toestanden heb ik nog meegemaakt.<br />
Als in Utrecht afgestudeerde en daar in 1964 gepromoveerde sociaal-geograaf,<br />
heb ik vanaf 1965 op SISWO op de afdeling planologie gewerkt. Eerst onder<br />
leiding van Kouwe, later onder die van drs. G.J. van den Berg. Met ingang van<br />
1967 was ik werkzaam <strong>als</strong> lector aan de VU.<br />
Het is echter moeilijk om deze situatie vanuit het onderzoek ook <strong>als</strong> een gouden<br />
tijd te bestempelen. Er was namelijk geen noodzaak om onderzoek aan te vatten<br />
dat viel buiten de belangstellingsrichting van de wetenschappelijke staven. Er<br />
was veel vrijheid en - afgezien van persoonlijke ambities - geen publicatiedruk.<br />
Promoties kwamen nog zo weinig voor dat ze wekenlang stof tot conversatie<br />
leverden in het vakgebied.<br />
SISWO ondervond van die situatie de gevolgen.