Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...
Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...
Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
86<br />
Vanaf 2001 wordt een nieuwe kennisstrategie toegepast, waarin de jaarplannen<br />
ingebed zijn in programma’s voor vier jaar. Maar een grotere verandering ligt in<br />
het verschiet: de oprichting van een afzonderlijk ruimtelijk planbureau.<br />
Een moeilijk te beantwoorden vraag is overigens in hoeverre, in verleden en<br />
heden, de kennisvoorraden die met behulp van de onderzoekprogrammering<br />
werden opgebouwd daadwerkelijk in ontwerp en beleid werden en worden<br />
gebruikt.<br />
DE TOEPASSING VAN KENNIS<br />
Toepassing van kennis in de beleidsvoorbereiding geschiedt over het algemeen<br />
impliciet. Zelfs <strong>als</strong> ontwerpers en beleidsmensen zich ervan bewust zijn dat zij<br />
gebruikmaken van bepaalde onderzoekresultaten, dan zullen zij dat lang niet<br />
altijd expliciteren. In beleidsstukken wordt kennis “ondergeploegd”, zo<strong>als</strong> Theo<br />
Quené dat placht te noemen. Tijdens onderhandelingen wordt kennis soms,<br />
althans tijdelijk, ‘onder de pet gehouden’. De gebruikte kennis zelf is trouwens<br />
een ratatouille van gegevens uit verschillende bronnen, omdat de vragen vanuit<br />
het beleid niet netjes passen op de disciplinaire indelingen in de wetenschap, en<br />
omdat ook niet-wetenschappelijke kennis wordt benut.<br />
Met betrekking tot de Vierde nota heb ik geprobeerd een beeld te krijgen van<br />
de mate waarin de inmiddels opgebouwde kennisvoorraden bruikbaar waren<br />
geweest (Ter Heide 1988; Ter Heide 1992). Ik concludeerde onder meer dat we<br />
een gelukkige hand hadden gehad bij het doen van onderzoek op gebieden <strong>als</strong><br />
de kwaliteit van stedelijke woongebieden, landschapsbeleving, en sociale veiligheid.<br />
Het ruimtelijk-economische onderzoek echter was door de conjuncturele<br />
ontwikkelingen min of meer achterhaald.<br />
Dat juist sociologisch en sociaal-psychologisch onderzoek - waardering van stedelijke<br />
woonmilieus, beleving van het Groene Hart - succesvol waren geweest<br />
viel overigens hard mee. Over dit soort onderzoek hadden we vele malen pittige<br />
discussies moeten voeren met ontwerpers en, in mindere mate, beleidsmensen. Zij<br />
vonden regelmatig de uitkomsten van enquêtes ongeloofwaardig en onbetrouwbaar.<br />
Die uitkomsten waren voor hen contra-intuïtief, weken af van hun privéopvattingen,<br />
bijvoorbeeld wat betreft woonwensen. Dat was niet zo’n wonder:<br />
academisch gevormde ontwerpers en planologen vormen uiteraard geen doorsnee<br />
van de bevolking. Niettemin waren er onderzoeken waardoor de ontwerpers en<br />
beleidsmensen overtuigd werden. Dat waren dan ook projecten van hoge kwaliteit,<br />
waarin fundamenteel-theoretische analyses waren gebruikt ter onderbouwing van<br />
de beantwoording van beleidsvragen. Het beste voorbeeld was het onderzoek naar<br />
de kwaliteit van het stedelijk leefmilieu dat door Utrechtse sociologen werd uitgevoerd,<br />
deels in opdracht van de RPD, deels ingepast in het eigen universitaire (eerste<br />
geldstroom) onderzoekprogramma (Driessen & Beereboom 1983, Tazelaar 1985).