01.05.2013 Views

Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...

Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...

Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Zo gemakkelijk kwam men echter niet van het probleem af. De beleidswerkzaamheden<br />

bleven toenemen: er moesten ook nota’s voor de andere landsdelen<br />

komen, al snel ontstond de vraag naar een Tweede Nota, en ook meer laag-bijde-grondse<br />

activiteiten vroegen aandacht. Steeds meer moest ook ik bij andere<br />

werkzaamheden worden ingeschakeld. In 1961 werd een list verzonnen: ik kreeg<br />

het voorstel om het werk in eigen tijd af te maken, waarna ik er op zou mogen<br />

promoveren. De Dienst zou alle nodige assistentie blijven verlenen (bibliotheek,<br />

typewerk, rekenwerk: men bedenke dat we nog geen computers hadden), en het<br />

drukken van het proefschrift betalen. Ik nam het voorstel aan. Dat betekende<br />

wel dat ik niet bij de Dienst weg kon totdat het proefschrift klaar was. Op het<br />

moment dat het zo ver was, werd me een bevordering aangeboden waardoor ik<br />

nog langer bleef, uiteindelijk tot aan mijn pensioen.<br />

Toen ik in 1965 was gepromoveerd wisten we dus een heleboel over migratie<br />

(al bleek het later nog lang niet genoeg te zijn), maar inmiddels was door alle<br />

beleidswerk duidelijk geworden dat er nog meer onderwerpen waren waarover<br />

we veel meer kennis behoefden: woonwensen, bedrijfsterreinen, verkeersontwikkeling,<br />

enzovoort, enzovoort. Bovendien werden de beleidsmensen steeds ongeduldiger.<br />

Het was duidelijk nodig om kennisvoorraden aan te leggen, waaruit<br />

geput kon worden <strong>als</strong> het beleid in de toekomst weer eens wat weten wilde.<br />

Maar welke kennis moest in voorraad worden gehouden, en wat voor onderzoek<br />

moest worden verricht om die kennis te krijgen? Om die vragen te beantwoorden<br />

moest aan onderzoekprogrammering worden gedaan.<br />

HET PROGRAMMEREN VAN HET ONDERZOEK<br />

Aanzetten voor onderzoekprogrammering werden gegeven in 1966, rond de tijd<br />

van het verschijnen van de Tweede nota over de ruimtelijke ordening. In opdracht<br />

van mijn baas, Dirk Hazelhoff, schreef ik twee stukken. In het eerste identifi -<br />

ceerde ik 31 sociaal-wetenschappelijke onderzoekvragen, voortvloeiend uit leemten<br />

in de kennis die bleken uit (het concept van) de Tweede nota of uit het zogenaamde<br />

Blauwboek. Dat was een ten behoeve van de Nota opgesteld overzicht<br />

van alle relevante kennis die de afdeling Onderzoek meende te bezitten (er zijn<br />

bij mijn weten helaas geen exemplaren van bewaard gebleven).<br />

Het tweede stuk werkte de lijst onderzoeken uit tot een programma voor de<br />

eerstkomende jaren.<br />

Beide nota’s onlangs weer bekijkend werd ik getroffen door de omschrijving van<br />

project 4 in het eerste stuk: “Onderzoek naar de evaluatie door de bewoners van<br />

bepaalde buurten in verband met de bedoelingen van de ontwerpers van deze<br />

buurten”. Dit is exact het soort onderzoek waarnaar we in 1997 en 1998 tevergeefs<br />

gezocht hebben in het kader van de Werkgroep eenheid van de ruimtelijke<br />

planning van de bnSP. In al die ruim dertig jaar is dergelijk onderzoek niet van de<br />

81

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!