Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...
Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ... Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...
40 veel geld vergende onderhandelingen vastgelegd. Zij kunnen zich derhalve geen inbreuk op het gepresenteerde plan veroorloven en zijn derhalve gedoemd tot bijna elke prijs aan het ontwerp vast te houden, en bruuskeren daarmee dikwijls individuele burgers en belangengroepen. PIONIEREN BIJ HET STREEKPLAN NOORD-KENNEMERLAND Hoe ging dat “Onderzoek als inspraak” in de praktijk? Voor de streek als geheel werd een ‘Streekforum’ ingesteld. Dat stond formeel onder voorzitterschap van de Gedeputeerde, in dit geval mevrouw Ribbius Peletier. Het forum stond tijdens de werkbijeenkomsten onder leiding van een van de burgemeesters, in casu drs. C.F. Smeets van Castricum. Soms fungeerde het hoofd van de Volkshogeschool Bergen, destijds de heer Guermonprez, als gespreksleider. In dit Forum van circa vijftig personen hadden zitting vertegenwoordigers van maatschappelijke en economische belangen, die in het noorden van Kennemerland het leven structureerden. Het Forum was een klankbord, geen besluitvormingsorgaan. De aanpak van het onderzoek structureerde mede de samenstelling van het Forum. Telkens als een deel van het onderzoek gereed kwam, werden de resultaten in een bijeenkomst van het Forum besproken. Op lokaal niveau was de inschakeling van de bevolking nog overtuigender. Immers in elk dorp van het streekplangebied werd een ‘Plaatselijke Werkgroep’ ingesteld, waarin zogenaamde “informele leiders” zitting hadden uit de voor het onderzoek belangrijke groepen zoals tuinders, bollenkwekers, veehouders, winkeliers, plaatselijke industriële of ambachtelijke ondernemers, forenzen. De Plaatselijke Werkgroep stond onder informeel voorzitterschap van de burgemeester. De bijeenkomsten vonden ‘s avonds plaats. Ter discussie stonden de speciaal voor de betreffende gemeente dan wel dorp samengevatte onderzoeksresultaten. Elke Plaatselijke Werkgroep bestond uit tien tot vijftien burgers. Onnodig te zeggen dat er heel veel avonduren in de gespreksrondes zijn gaan zitten: elk van de aanvankelijk elf later twaalf gemeenten werd tenminste zesmaal bezocht ter bespreking van de deel-rapporten van die gemeente. De opzet van het onderzoek structureerde de plaatselijke en forumbijeenkomsten. Tevoren was nagedacht over de ‘vormende krachten’ die de sociale en economische ontwikkeling in het gebied bepalen. Onderscheiden werden: 1. Agrarische activiteiten 2. Overige niet-verzorgende voortbrenging, waaronder de centrumfunctie van Alkmaar. 3. Het forenzenwezen 4. De recreatie. Deze invalshoeken zijn voor elke gemeente afzonderlijk en voor de streek als geheel
onderzocht. Niet alleen verschenen in de periode 1953 - 1956 op elk van deze onderwerpen deelrapporten, maar ook voor elke gemeente en voor de streek als geheel een ‘synthese’ , een samenvattende en evoluerende beschrijving. Interessant is te vermelden, dat door de Provinciale Planologische Dienst Noord-Holland ter inlossing van de belofte dat alle medewerkers en informanten in de dorpen met een eind-onderzoeksrapport zouden worden beloond, in 1961 nog bezig was met het verspreiden van deze rapporten. Hiermee is die belofte gestand gedaan. De toegezegde maximale openheid van het onderzoek werd waargemaakt. OVERGEPLAKT Een staaltje ambtelijke naijver is het feit dat de vermelding dat de twaalf rapporten een uitgave waren van “Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek Noord-Holland”, zijn overgeplakt met een strookje “Provinciale Planologische Dienst Noord-Holland”. Een beter bewijs van het feit dat de onderzoeksafdeling in aanzien was gestegen, is niet denkbaar. STEL: U HEEFT EEN DOCHTER Vele van de onderzoekingen ten behoeve van het Streekplan werden uiteraard niet alleen achter het bureau, maar vooral in het veld uitgevoerd. Van de tochten naar de stad en dorpen van Noord-Kennemerland herinner ik mij de late thuiskomsten, waarbij tot besluit op het Leidseplein in Amsterdam een ‘Broodje van Kootje’ werd genuttigd. Nadat vervolgens W.J. de Bruyne (met Van den Berg de ‘brains’ achter dit onderzoek) was thuisgebracht, zette de waterstaatsdienstauto koers naar Haarlem om de overgeblevenen thuis af te leveren. Van De Bruyne heb ik opgestoken, dat het in dergelijk onderzoek geen zin heeft de historie te lezen van vroeger naar nu. Beter is het jezelf af te vragen welke historische draden in het heden te vinden zijn, waarvan te verwachten is dat zij doorwerken in de toekomst en dan na te gaan met het gezicht naar het verleden hoe zij zijn ontstaan en wat de gevolgen kunnen zijn van hun ontwikkeling in de toekomst. Geschiedenis bestudeer je niet chronologisch, maar vanuit het heden terugziend naar het verleden. Dat kan voor het forenzenwezen bijvoorbeeld minder ver gaan dan voor de agrarische bestaansbron. Het meest interessante deelonderzoek was wellicht het onderzoek naar de beroepenhiërarchie, dat was ontworpen door De Bruyne, indoloog/bestuursambtenaar en na zijn terugkeer nog eens afgestudeerd als socioloog. Het onderzoek bestond uit het voorleggen van een dertigtal kaartjes met beroepen, aan een groot aantal informanten uit de gehele streek, die allen thuis werden bezocht. Deze kaartjes moesten in volgorde van waardering voor het aanzien van 41
- Page 1 and 2: EEN HALVE EEUW ERVARINGEN MET ONDER
- Page 3: INHOUD Vooraf 5 Inleiding: Het erva
- Page 6 and 7: 6 “Het toneel van de ruimtelijke
- Page 8 and 9: 8 Zij hebben wel uiteenlopende loop
- Page 10 and 11: 10 een regio of het land als geheel
- Page 12 and 13: 12 23 september 1966: de Tweede not
- Page 14 and 15: 14 de volgende aantallen instelling
- Page 16 and 17: 16 SPELLING STEDEBOUW Bij wijze van
- Page 18 and 19: 18 Schiedam-Delft 11-11-1971 werp k
- Page 20 and 21: 20 Literatuur Arts, G.J.M. (1991),
- Page 23 and 24: Van middeleeuwse nederzetting naar
- Page 25 and 26: vankelijk grotendeels overgelaten a
- Page 27 and 28: Tijdens de Hongerwinter van 1944-19
- Page 29 and 30: De gemeenten waren indertijd ingede
- Page 31 and 32: ige discussies. Hoogtepunten daarbi
- Page 33 and 34: der en dynamischer maatschappij te
- Page 35 and 36: Onderzoek nu meer afgestemd op voor
- Page 37 and 38: mijn eerste opdracht een onderzoek
- Page 39: Deze fi losofi e is bepalend gewees
- Page 43 and 44: streekplan als Uitdaging aan de Noo
- Page 45 and 46: teiten werden ondergebracht in een
- Page 47: Adriaan Bours werd geboren op 9 sep
- Page 50 and 51: 50 ‘WIJ WILLEN HOREN WAT WIJ MOET
- Page 52 and 53: 52 extra actueel: “Kan de ruimtel
- Page 54 and 55: 54 gedurende de tweede helft van de
- Page 56 and 57: 56 CHRISTALLOGRAFIE (1945-1960) De
- Page 58 and 59: 58 “Alleen op de struikelbaan wag
- Page 60 and 61: 60 Er is veel verandering nodig om
- Page 62 and 63: 62 regels functioneren slechts bij
- Page 64 and 65: 64 Risicodomein is - statistisch ge
- Page 66 and 67: 66 grip, namelijk tussen ‘futur
- Page 68 and 69: 68 jektontwikkeling Maatschappijen:
- Page 70 and 71: 70 leefwereld met als criteria: - t
- Page 72 and 73: 72 tot stand zijn te brengen. Dit h
- Page 75 and 76: STUDIE OVER COVENTRY EEN OMMEKEER T
- Page 77: Gerardus Antonius Wissink werd in 1
- Page 80 and 81: 80 kamer van het plaatsvervangend a
- Page 82 and 83: 82 grond gekomen. Terwijl bestuurde
- Page 84 and 85: 84 Het ‘manjaar’ heeft in de ja
- Page 86 and 87: 86 Vanaf 2001 wordt een nieuwe kenn
- Page 88 and 89: 88 …..EN DE BURGERS? Hoewel het d
40<br />
veel geld vergende onderhandelingen vastgelegd. Zij kunnen zich derhalve geen<br />
inbreuk op het gepresenteerde plan veroorloven en zijn derhalve gedoemd tot<br />
bijna elke prijs aan het ontwerp vast te houden, en bruuskeren daarmee dikwijls<br />
individuele burgers en belangengroepen.<br />
PIONIEREN BIJ HET STREEKPLAN NOORD-KENNEMERLAND<br />
Hoe ging dat “Onderzoek <strong>als</strong> inspraak” in de praktijk?<br />
Voor de streek <strong>als</strong> geheel werd een ‘Streekforum’ ingesteld. Dat stond formeel<br />
onder voorzitterschap van de Gedeputeerde, in dit geval mevrouw Ribbius Peletier.<br />
Het forum stond tijdens de werkbijeenkomsten onder leiding van een van<br />
de burgemeesters, in casu drs. C.F. Smeets van Castricum. Soms fungeerde<br />
het hoofd van de Volkshogeschool Bergen, destijds de heer Guermonprez, <strong>als</strong><br />
gespreksleider. In dit Forum van circa vijftig personen hadden zitting vertegenwoordigers<br />
van maatschappelijke en economische belangen, die in het noorden<br />
van Kennemerland het leven structureerden. Het Forum was een klankbord,<br />
geen besluitvormingsorgaan. De aanpak van het onderzoek structureerde mede<br />
de samenstelling van het Forum. Telkens <strong>als</strong> een deel van het onderzoek gereed<br />
kwam, werden de resultaten in een bijeenkomst van het Forum besproken.<br />
Op lokaal niveau was de inschakeling van de bevolking nog overtuigender.<br />
Immers in elk dorp van het streekplangebied werd een ‘Plaatselijke Werkgroep’<br />
ingesteld, waarin zogenaamde “informele leiders” zitting hadden uit de voor<br />
het onderzoek belangrijke groepen zo<strong>als</strong> tuinders, bollenkwekers, veehouders,<br />
winkeliers, plaatselijke industriële of ambachtelijke ondernemers, forenzen. De<br />
Plaatselijke Werkgroep stond onder informeel voorzitterschap van de burgemeester.<br />
De bijeenkomsten vonden ‘s avonds plaats. Ter discussie stonden de speciaal<br />
voor de betreffende gemeente dan wel dorp samengevatte onderzoeksresultaten.<br />
Elke Plaatselijke Werkgroep bestond uit tien tot vijftien burgers. Onnodig te<br />
zeggen dat er heel veel avonduren in de gespreksrondes zijn gaan zitten: elk van<br />
de aanvankelijk elf later twaalf gemeenten werd tenminste zesmaal bezocht ter<br />
bespreking van de deel-rapporten van die gemeente.<br />
De opzet van het onderzoek structureerde de plaatselijke en forumbijeenkomsten.<br />
Tevoren was nagedacht over de ‘vormende krachten’ die de sociale en economische<br />
ontwikkeling in het gebied bepalen. Onderscheiden werden:<br />
1. Agrarische activiteiten<br />
2. Overige niet-verzorgende voortbrenging, waaronder de centrumfunctie van<br />
Alkmaar.<br />
3. Het forenzenwezen<br />
4. De recreatie.<br />
Deze inv<strong>als</strong>hoeken zijn voor elke gemeente afzonderlijk en voor de streek <strong>als</strong> geheel