Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...

Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ... Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...

01.05.2013 Views

26 van groot belang geweest, omdat op grond daarvan tot onteigening kon worden overgegaan. Andere grote steden volgden het Amsterdamse voorbeeld. HET NATIONALE PLAN Aan het eind van de jaren dertig klonk steeds luider de roep om een nationaal plan. Op 28 april 1938 organiseerde het Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw (het huidige NIROV) een con ferentie, waar Piet Bakker Schut en Louis Scheffer voor het nationale plan pleitten. In februari van dat jaar was reeds, onder voorzitterschap van de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken K.J. Frederiks, een staatscommissie tot herziening van de Woning wet ingesteld. Haar rap port verscheen op 26 april 1940. Het omvatte een nieuw Ontwerp van Wet, compleet met Memorie van Toelichting, waarin naast wijzigingsvoorstellen met betrek king tot gemeentelijke plannen en streekplannen bepalingen over het opstellen van een natio naal plan waren opgenomen. De voorstanders van het nationale plan realiseerden zich na mei 1940 dat door de Duitse bezetting het wegvallen van de democratische instituties het hen gemakkelijker maakte om hun ideaal te realiseren. Zij merkten al gauw dat het vanuit Nederlands oogpunt ook wel degelijk gewenst was om daar voortgang mee te maken en om de Duitsers voor te zijn. Anders zouden zij het planningstelsel op hun eigen wijze inrichten. De belangrijkste opdracht die Rijkscommissaris Seyss-Inquart van Hitler had gekregen was namelijk om Nederland zo voorzichtig mogelijk in nationaal-socialistische richting te sturen, door ‘vervlechting’ en ‘gelijkschakeling’ met Duitsland. Daarin paste het oprichten van een dienst vergelijkbaar met de Reichsstelle für Raumordnung,. Al in augustus 1940 werd een Duitse planner, Hein rich Roloff, aangesteld om dat te bereiken. Door snel te werken konden Frederiks en zijn medestanders er voor zorgen dat die dienst zo Nederlands mogelijk zou worden, vooral wat de bemensing betreft. Zo kwam op 15 mei 1941 de Rijksdienst voor het Nationale Plan tot stand. (Zie Micheels 1978, alsook Postuma 1991 en Faludi & Van der Valk 1994 pp. 68-77.) De belangrijkste posten in de nieuwe organisatie waren voor mannen met een technische opleiding. Misschien zag men het Nationale Plan als een soort nationaal bestemmingsplan - de gemeentelijke bestemmingsplannen werden meestal door Delftenaren gemaakt - want toen in juli 1941 de eerste directeur van de Rijksdienst werd benoemd bleek het een ingenieur te zijn: Frits Bakker Schut, de zoon van de eerder genoemde Piet Bakker Schut. Ook de directeuren van Provinciale Planologische Diensten hadden een technische achtergrond. Het hoofd van de afdeling Ontwerp was uiteraard ook een ingenieur, W.B. Kloos, die in 1939 was gepromoveerd op Het Natio nale Plan: proeve ener beschrijving der planologische ontwikkelingsmogelijkheden voor Nederland. Alleen het hoofd van de afdeling Onderzoek

Tijdens de Hongerwinter van 1944-1945 trokken heel wat mensen uit de grote steden het platteland af om bij de boeren voedsel te bemachtigen. was een economisch geograaf. Hij werd bijgestaan door een sociograaf, een sociaal geograaf en een economisch geograaf. De titel van het proefschrift van Kloos en de naam van de kersverse dienst doen vermoeden dat het mogelijk werd geacht een allesomvattend plan voor heel Nederland te maken. Daar was echter zeker niet iedereen van overtuigd. Toen ik in augustus 1944 bij de afdeling Onder zoek kwam wer ken kreeg ik daar te horen dat zoiets onmogelijk was: hoogstens zouden facetplannen moge lijk zijn voor bijvoorbeeld de landbouw of de industriespreiding. ALLEEN ‘GOEDE’ VADERLANDERS Ik had al eerder bij de Rijksdienst voor het Nationale Plan (RNP) gesolliciteerd, nadat ik in 1943 vervroegd afstu deerde, maar er was geen vacature. Vandaar dat ik gedurende een jaar lerares was in Almelo. De RNP was aantrekkelijk als werkgever niet alleen gezien de werkzaamheden, maar ook omdat het inder daad gelukt was er een puur Nederlandse dienst van te maken, waar alleen ‘goede’ vaderlan ders werkten. Ik wist dat van mijn latere verloofde, die veel verzetswerk deed. Zo organi seerde hij het verzet van de arbeidsbureaus dat tot een staking moest leiden. Het aan stellen van ‘foute’ medewerkers wist de leiding van de Dienst te vermijden door alleen via persoon lijke contacten mensen aan te trekken. 27

26<br />

van groot belang geweest, omdat op grond daarvan tot onteigening kon worden<br />

overgegaan. Andere grote steden volgden het Amsterdamse voorbeeld.<br />

HET NATIONALE PLAN<br />

Aan het eind van de jaren dertig klonk steeds luider de roep om een nationaal<br />

plan. Op 28 april 1938 organiseerde het Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw<br />

(het huidige NIROV) een con ferentie, waar Piet Bakker Schut en Louis<br />

Scheffer voor het nationale plan pleitten. In februari van dat jaar was reeds,<br />

onder voorzitterschap van de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken K.J.<br />

Frederiks, een staatscommissie tot herziening van de Woning wet ingesteld. Haar<br />

rap port verscheen op 26 april 1940. Het omvatte een nieuw Ontwerp van<br />

Wet, compleet met Memorie van Toelichting, waarin naast wijzigingsvoorstellen<br />

met betrek king tot gemeentelijke plannen en streekplannen bepalingen over het<br />

opstellen van een natio naal plan waren opgenomen.<br />

De voorstanders van het nationale plan realiseerden zich na mei 1940 dat door<br />

de Duitse bezetting het wegvallen van de democratische instituties het hen<br />

gemakkelijker maakte om hun ideaal te realiseren. Zij merkten al gauw dat het<br />

vanuit Nederlands oogpunt ook wel degelijk gewenst was om daar voortgang<br />

mee te maken en om de Duitsers voor te zijn. Anders zouden zij het planningstelsel<br />

op hun eigen wijze inrichten. De belangrijkste opdracht die Rijkscommissaris<br />

Seyss-Inquart van Hitler had gekregen was namelijk om Nederland zo voorzichtig<br />

mogelijk in nationaal-socialistische richting te sturen, door ‘vervlechting’<br />

en ‘gelijkschakeling’ met Duitsland. Daarin paste het oprichten van een dienst<br />

vergelijkbaar met de Reichsstelle für Raumordnung,. Al in augustus 1940 werd<br />

een Duitse planner, Hein rich Roloff, aangesteld om dat te bereiken. Door snel<br />

te werken konden Frederiks en zijn medestanders er voor zorgen dat die dienst<br />

zo Nederlands mogelijk zou worden, vooral wat de bemensing betreft. Zo kwam<br />

op 15 mei 1941 de Rijksdienst voor het Nationale Plan tot stand. (Zie Micheels<br />

1978, <strong>als</strong>ook Postuma 1991 en Faludi & Van der Valk 1994 pp. 68-77.)<br />

De belangrijkste posten in de nieuwe organisatie waren voor mannen met een<br />

technische opleiding. Misschien zag men het Nationale Plan <strong>als</strong> een soort nationaal<br />

bestemmingsplan - de gemeentelijke bestemmingsplannen werden meestal door<br />

Delftenaren gemaakt - want toen in juli 1941 de eerste directeur van de Rijksdienst<br />

werd benoemd bleek het een ingenieur te zijn: Frits Bakker Schut, de zoon van<br />

de eerder genoemde Piet Bakker Schut. Ook de directeuren van Provinciale Planologische<br />

Diensten hadden een technische achtergrond. Het hoofd van de afdeling<br />

Ontwerp was uiteraard ook een ingenieur, W.B. Kloos, die in 1939 was gepromoveerd<br />

op Het Natio nale Plan: proeve ener beschrijving der planologische ontwikkelingsmogelijkheden<br />

voor Nederland. Alleen het hoofd van de afdeling Onderzoek

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!